Verontschuldigd: Hugo Spooren, voorzitter. Om twintig uur wordt door de Voorzitter de vergadering voor geopend verklaard.



Vergelijkbare documenten
Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de geldende budgetonderrichtingen ter zake;

DE GEMEENTERAAD, BESLUIT:

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN

Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen terzake;

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

Belasting op het gebruik van privaat of publiek domein voor de uitoefening van ambulante activiteiten voor de dienstjaren

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE TWEEDE VERBLIJVEN

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

GR Punt 33. Belasting op het exploiteren van een taxidienst - hernieuwing (datum van publicatie 21/02/2013)

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 21 december 2015

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

009 Belasting op het afleveren van administratieve stukken.

Aangifte aanslagjaar 2016 (toestand van t/m )

Belastingsreglement op het indienen of melden van omgevingsvergunningen en andere ruimtelijke attesten of vergunningen

Goedkeuring aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor het dienstjaar 2009

Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen in het centrum van Kortrijk (2016/2020)

Belasting op vaste reclameinrichtingen. aanplakborden voor publieksdoeleinden

dienst financiën R E G L E M E N T

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

Provincie LIMBURG Arrondissement HASSELT Stadsbestuur GENK Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de gemeenteraad

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 23 mei 2017 Beleidsdomein Woon- en Leefomgeving - Dienst Woon- en Leefomgeving

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

Uittreksel uit het register van de beraadslagingen van de gemeenteraad

7 2015_GR_00232 Aanpassing belastingreglement - Gemeentelijke verblijfsbelasting - Goedkeuren

De punten 1, 5, 8, 10, 12, 13 en 15 werden goedgekeurd met algemeenheid van stemmen.

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/012

Provincie LIMBURG Arrondissement HASSELT Stadsbestuur GENK Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de gemeenteraad

Financiën: belasting op de afgifte van administratieve stukken

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/011

11. BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED EN OP ONBEBOUWDE KAVELS (ACTIVERINGSHEFFING)

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2016 houdende het heffen van een belasting op de marktrechten;

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

Belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de periode

Gemeentebestuur Assenede Gemeenteraadszitting van

9 2017_GR_00105 Belastingreglement - Meldingen en aanvragen omgevingsvergunningsdecreet - Goedkeuren

BELASTINGREGLEMENT OP DE OPSLAGPLAATSEN

UITTREKSEL UIT HET NOTULENREGISTER VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN : 18 DECEMBER 2017

BELASTINGREGLEMENT OP DE VERSPREIDING VAN NIET GEADRESSEERDE DRUKWERKEN

ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN EN KAVELS EN BELASTING OP BRAAKLIGGENDE INDUSTRIEGRONDEN

Voorstel tot goedkeuring van de wijziging van het belastingreglement van 31 januari 2008 op de inname van het openbaar domein

Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven.

Reglement: algemene gemeentelijke heffing voor bedrijven

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Zitting van 16 december 2015

Belasting op onbebouwde percelen

8 2017_GR_00104 Belastingreglement - Verstrekken van toeristische logies - Goedkeuren

UITTREKSEL UIT HET NOTULENREGISTER VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN : 28 NOVEMBER 2016

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD OPENBARE ZITTING VAN 22 NOVEMBER 2018

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

BELASTING OP HET INDIENEN VAN AANVRAGEN TOT OMGEVINGSVERGUNNING

dienst financiën: Gemeentebelastingen - Algemene gemeentebelasting juridisch kader

WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 Art

AANGIFTEFORMULIER. Verspreiding niet-geadresseerde reclamedrukwerk of gelijkgestelde producten.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. Zitting van 18 december 2014

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

Definitie bruto-vloeroppervlakte (BVO) van een woongelegenheid:

DEEL 1: BELASTING OP DE HORECAGELEGENHEDEN

9. Vergadering van 29 september Om twintig uur wordt door de Voorzitter de vergadering voor geopend verklaard.

UITTREKSEL UIT HET NOTULENREGISTER VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN : 29 JANUARI 2018

GEMEENTERAAD ZITTING VAN 16 DECEMBER 2013 ONDERWERP : REGLEMENT - BELASTING OP DE AFGIFTE VAN ADMINISTRATIEVE STUKKEN HERNIEUWING EN WIJZIGINGEN

Uittreksel uit de notulen van de Gemeenteraad van de stad Kortrijk Zitting van 18/11/2013 Type behandeling: openbaar

12. Belasting op verschillende categorieën van horeca- en aanverwante bedrijven (2013): goedkeuring.

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

UITTREKSEL UIT HET NOTULENREGISTER VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN : 23 APRIL 2018

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 18 december 2018 Beleidsdomein Interne Zaken - Dienst Bevolking & Burgerlijke Stand

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

2. Kavel: het in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende perceel.

De raad. Gelet op het gemeentedecreet;

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

BELASTINGREGLEMENT OP FILM- EN EROTISCHE VOORSTELLINGEN

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 25 oktober 2018 Ondersteunende diensten - Secretariaat

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

GEMEENTE ANDERLECHT BELASTING OP DE TOERISTISCHE LOGIES. Artikel 1. Definities. In de zin van het huidig reglement, verstaat men onder :

WERKING AMC: NU Artikel 6 : De chauffeur ontvangt van de gebruiker een vergoeding van 0,34 euro per km, te rekenen vanaf zijn eigen woonplaats.

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

DE GEMEENTERAAD G E M E E N T E D I L B E E K UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN. Zitting van 17 december Openbare zitting

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD STAD HERK-DE-STAD. Vergadering van 23 december 2013

4. Gemeentebelastingen: e. Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten: invoering

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

GEMEENTE SINT-GILLIS BELASTING OP DE INSTELLINGEN VAN HET TYPE HOTEL, APARTHOTELS EN GEMEUBELDE LOGIES. VERNIEUWING. WIJZIGINGEN.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

RETRIBUTIEREGLEMENT BETREFFENDE DE OMGEVINGSVERGUNNING

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE. Zitting van 15 december 2015 Agendanummer: 45

Transcriptie:

11. Vergadering van 23 december 2013. Aanwezig: Dames en Heren: Laurens Appeltans, Waarnemend Voorzitter, Gruyters Bart, Burgemeester; Vanleeuw, Guypen, Berden, Vandersmissen, Vanuytrecht en Grosemans, Schepenen; Vandenrijt, Raemaekers, Pauly, Boesmans, De Norre, Moyaers, Ector, Raskin, Laenen, De Waele, Orens, Berden, Graulus, Vanwing; Raadsleden; Creten Nathalie, Stadssecretaris. Verontschuldigd: Hugo Spooren, voorzitter. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de heer Laurens Appeltans, na mandatering door de heer Hugo Spooren. Om twintig uur wordt door de Voorzitter de vergadering voor geopend verklaard. Het verslag van de voorgaande vergadering wordt zonder opmerkingen aanvaard. De Gemeenteraad: 1. Dienst Financiën Goedkeuring begrotingswijziging nr. 8 dienstjaar 2013 gewone dienst. Gelet op de noodzakelijkheid zekere begrotingsposten te wijzigen; Gelet op artikel 154 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op de bespreking artikel per artikel, van de te wijzigen posten vermeld in tabel II gewone dienst; Gelet op de uitslag van de stemming: Naam en voornaam Voor Tegen Onthouding Gruyters Bart Vanleeuw Mark Guypen Lo Berden Wim Vandersmissen Gert Vanuytrecht Louis Grosemans Karolien Vandenrijt Noël Appeltans Laurens Raemaekers Magda Pauly Danny Boesmans Ivan De Norre Koen Moyaers Bert Ector Guido Raskin Rik Laenen Michel De Waele Sofie Orens Steve Berden Marijke Graulus Jimmy

Vanwing Thomas BESLUIT met 13 stemmen voor en 9 onthoudingen: Artikel 1. De gemeentebegroting voor het dienstjaar 2013 gewone dienst te wijzigen volgens de voorliggende tabel II wat resulteert in volgende nieuwe totalen: Algemeen resultaat begrotingsrekening 2012 (geraamd) 595.725,07 EUR Ontvangsten eigen dienstjaar 12.896.820,00 EUR Uitgaven eigen dienstjaar 13.372.564,00 EUR Ontvangsten vorige jaren 231.715,03 EUR Uitgaven vorige jaren 314.325,97 EUR Ontvangsten overboekingen 0,00 EUR Uitgaven overboekingen 19.946,00 EUR Geraamd resultaat van de begroting 2013-578.210,94 EUR Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2013 17.414,13 EUR Artikel 2. Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, mede te delen aan de Heer provinciegouverneur. Raadslid Noël Vandenrijt verantwoordt de onthouding van de sp.a-fractie als volgt: Besparen in dit dossier helemaal niet, er zijn andere huizen of appartementen te huur dan ik Donk, 3 de verdieping, bijv. hieronder de raadzaal, van de Kantonnale o.a. 2. Dienst Financiën Goedkeuring begrotingswijziging nr. 9 dienstjaar 2013 buitengewone dienst. Gelet op de noodzakelijkheid zekere begrotingsposten te wijzigen; Gelet op artikel 154 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op de bespreking artikel per artikel, van de te wijzigen posten vermeld in tabel II buitengewone dienst; Gelet op de uitslag van de stemming: Naam en voornaam Voor Tegen Onthouding Gruyters Bart Vanleeuw Mark Guypen Lo Berden Wim Vandersmissen Gert Vanuytrecht Louis Grosemans Karolien Vandenrijt Noël Appeltans Laurens Raemaekers Magda Pauly Danny Boesmans Ivan De Norre Koen Moyaers Bert Ector Guido Raskin Rik Laenen Michel

De Waele Sofie Orens Steve Berden Marijke Graulus Jimmy Vanwing Thomas BESLUIT met 13 stemmen voor en 9 onthoudingen: Artikel 1. De gemeentebegroting voor het dienstjaar 2013 buitengewone dienst te wijzigen volgens de voorliggende tabel II wat resulteert in volgende nieuwe totalen: Algemeen resultaat begrotingsrekening 2012 (geraamd) Ontvangsten eigen dienstjaar Uitgaven eigen dienstjaar Ontvangsten vorige jaren Uitgaven vorige jaren Ontvangsten overboekingen Uitgaven overboekingen Geraamd resultaat van de begroting 2013 Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2013 11.470,17 EUR 12.092.702,00 EUR 11.850.623,00 EUR 0,00 EUR 3.333,00 EUR 0,00 EUR 0,00 EUR 238.746,00 EUR 250.216,17 EUR Dienst Financiën Invoering van 7% aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van de Staat voor het aanslagjaar 2014. 3. Artikel 2. Onderhavig raadsbesluit in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, mede te delen aan de Heer provinciegouverneur. Raadslid Noël Vandenrijt verantwoordt de onthouding van de sp.a-fractie als volgt: Besparen in dit dossier helemaal niet, er zijn andere huizen of appartementen te huur dan ik Donk, 3 de verdieping, bijv. hieronder de raadzaal, van de Kantonnale o.a. Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Gelet op de artikelen 465 tot en met 470bis van het wetboek van inkomstenbelasting, houdende aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van de Staat; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; BESLUIT met algemene stemmen: Artikel 1. Er wordt voor het aanslagjaar 2014 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2. De belasting wordt vastgesteld op 7% van het volgens het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3. De vestiging en inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 466 en volgende van het wet-

boek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4. Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden. 4. Dienst Financiën Invoering van 1.200 opcentiemen op de onroerende voorheffing van het gewest voor het aanslagjaar 2014. Gelet op de artikels 249 tot en met 260 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen dat de reglementering op de onroerende voorheffing bevat; Gelet op het artikel 298 en het artikel 464, 1 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, over de reglementering van de opcentiemen; Gelet op het decreet van 9 juni 1998 (BS 18 juli 1998) houdende bepalingen tot wijziging van het wetboek van inkomstenbelasting voor wat betreft de onroerende voorheffing, in werking getreden op 1 januari 1999; Gezien de noodzakelijkheid gemeentebelastingen in te voeren om het evenwicht van de gemeentebegroting te verzekeren; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; BESLUIT met algemene stemmen: Artikel 1. Voor het aanslagjaar 2014 worden ten behoeve van de gemeente 1.200 opcentiemen op de onroerende voorheffing van het gewest geheven. Artikel 2. De bovenvermelde opcentiemen zullen geïnd worden, samen met de onroerende voorheffing van het gewest. Artikel 3. Een kopie van onderhavig raadsbesluit wordt verzonden aan de bevoegde belastingdiensten en, in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, aan de Heer provinciegouverneur. 5. Dienst Financiën Goedkeuring dotatie aan de politiezone West-Limburg voor het dienstjaar 2014. Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP genoemd) in bijzonder artikel 40, zesde lid; Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 20 april 2005, houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone; Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone; Gelet op artikel 253 1 4 van het gemeentedecreet; Gelet op de communicatie van de heer burgemeester waarbij wordt gestipuleerd dat de dotatie aan politiezone West-Limburg in 2014 op het niveau van 2013 zal gehouden worden, te weten 1.093.658,00 EUR; Gelet op de uitslag van de stemming:

Naam en voornaam Voor Tegen Onthouding Gruyters Bart Vanleeuw Mark Guypen Lo Berden Wim Vandersmissen Gert Vanuytrecht Louis Grosemans Karolien Vandenrijt Noël Appeltans Laurens Raemaekers Magda Pauly Danny Boesmans Ivan De Norre Koen Moyaers Bert Ector Guido Raskin Rik Laenen Michel De Waele Sofie Orens Steve Berden Marijke Graulus Jimmy Vanwing Thomas BESLUIT met 14 stemmen voor en 8 onthoudingen: Artikel 1. De bijdrage van de stad Herk-de-Stad aan de politiezone voor het jaar 2014 goed te keuren voor een bedrag van 1.093.658,00 EUR. Artikel 2. Deze bijdrage wordt voorzien in het budget 2014 van de stad Herk-de-Stad. Fractieleider Bert Moyaers verantwoordt de onthouding van de sp.a-fractie als volgt: Sp.a heeft geen probleem met dotatie aan de politiezone, maar ze maakt onderdeel uit van een begroting van de politie waarbij bij wijlen driest is bespaard zodat de huidige dienstverlening en de veiligheid van vandaag, morgen onmogelijk kan gegarandeerd worden. 6. Dienst Financiën Vernieuwing belastingreglementen voor het dienstjaar 2014. - Belasting op het ophalen van sluikstortingen. Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen ter zake; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer (VLAREA) en latere wijzigingen; Gelet op het politiereglement betreffende de inzameling en de beheersing van huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen dd. 13/09/2010 en latere wijzigingen;

Gelet op het GAS-reglement dd. 5/07/2010 en latere wijzigingen; Overwegende dat het opruimen van afval dat ongecontroleerd werd achtergelaten, financiële kosten veroorzaakt voor de gemeente; Overwegende dat de opruiming van sluikstorten belastend is voor het personeel en het rollend materieel; Overwegende dat de inwoners van de gemeente hun afvalstoffen kunnen meegeven met de huisvuil- en grofvuilophaling en verschillende fracties op het containerpark kunnen aanvoeren; Gelet op het verslag van de Minaraad van 22 oktober 2013; BESLUIT met algemene stemmen: Artikel 1. Vanaf 1 januari 2014 en voor een termijn van één jaar, die eindigt op 31 december 2014 wordt ten voordele van de gemeente een belasting geheven op het weghalen, behandelen of sorteren van allerhande afvalstoffen, gestort of achtergelaten op plaatsen of op een wijze, verboden door of strijdig met wettelijke of reglementaire bepalingen, waarbij ondermeer begrepen is, het politiereglement op de inzameling en de beheersing van huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen. Artikel 2. De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de eigenaar van de afvalstoffen of door de persoon die gestort heeft. Artikel 3. 1. De belasting wordt vastgesteld op 250,00 euro per vastgestelde overtreding. 2. Bij gestorte hoeveelheden van meer dan 3m 3 wordt de in 1 bedoelde belasting verhoogd met de totale verwerkingskost van het afval. Artikel 4. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. Artikel 5. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 6. De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld op het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement. Artikel 7. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vol-

- Belasting op de aanvragen tot of melden van het exploiteren of veranderen van hinderlijke inrichtingen. gend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 8. Een kopie van onderhavig raadsbesluit wordt in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, verzonden aan de Heer provinciegouverneur. Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen ter zake; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Gelet op de besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de milieuvergunningen (VLAREM); Gelet op het verslag van de Minaraad van 22 oktober 2013; BESLUIT met algemene stemmen: Artikel 1. Er wordt vanaf 1 januari 2014 voor een termijn van één jaar, eindigend op 31 december 2014, een gemeentebelasting gevestigd op de aanvragen tot of de melding van het exploiteren of veranderen van hinderlijke inrichtingen, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp uitmaken van bijlage 1 bij het Besluit van de Vlaamse executieve houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem). Zijn eveneens belastbaar, de hinderlijke inrichtingen vergund volgens titel I, hoofdstuk II van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming. Voor toepassing van deze belasting vallen deze inrichtingen onder de klasse waaronder ze worden ingedeeld overeenkomstig artikel 73 van het Vlarem. Artikel 2. De belasting is verschuldigd door de exploitant van de inrichting die gehouden is tot het indienen van de aanvraag tot of het melden van het exploiteren of veranderen ervan. Artikel 3. De belasting wordt vastgesteld: voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse en onderworpen aan een milieueffectrapport en/of een veiligheidsrapport, op 1 000,00 euro per inrichting; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in eerste klasse, op 500,00 euro per inrichting; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in tweede klasse, op 125,00 euro per inrichting; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in derde klasse, op 12,50 euro per inrichting. Artikel 4. Zijn van de belasting vrijgesteld: inrichtingen geëxploiteerd door beschutte werkplaatsen; inrichtingen bedoeld in artikel 1, 8 van het Vlarem (tijdelijke inrichtingen);

inrichtingen geëxploiteerd door verenigingen aangesloten bij en/of erkend door een gemeentelijke raad; lozingen van normaal huisafvalwater door het Vlarem gerangschikt in derde klasse; opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, door het Vlarem gerangschikt in derde klasse; opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55 C maar dat de 100 C niet overtreft, door de Vlarem gerangschikt in derde klasse; het houden van bijenvolken; opvang- en verzorgingscentra voor gekwetste, verdwaalde en verzwakte vogels. Artikel 5. Wat de inrichtingen betreft door het Vlarem gerangschikt in eerste klasse, wordt de belasting ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van burgemeester en schepenen. De overige aanvragen moeten contant worden betaald tegen afgifte van een kwijting. Bij gebreke van contante betaling, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. Artikel 6. De kohierbelasting waarvan sprake in artikel 5, moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 8. De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld op het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement. Artikel 9. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 10. Een kopie van onderhavig raadsbesluit wordt in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, verzonden aan de Heer provinciegouverneur.

- Belasting op de afgifte van administratieve stukken. Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen ter zake; Overwegende dat het afleveren van allerlei administratieve stukken voor de gemeente zware lasten meebrengt en dat het aangewezen is hiervoor een gematigde belasting in te vorderen; Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Gelet op de uitslag van de stemming: Naam en voornaam Voor Tegen Onthouding Gruyters Bart Vanleeuw Mark Guypen Lo Berden Wim Vandersmissen Gert Vanuytrecht Louis Grosemans Karolien Vandenrijt Noël Appeltans Laurens Raemaekers Magda Pauly Danny Boesmans Ivan De Norre Koen Moyaers Bert Ector Guido Raskin Rik Laenen Michel De Waele Sofie Orens Steve Berden Marijke Graulus Jimmy Vanwing Thomas BESLUIT met 13 stemmen voor en 9 stemmen tegen: Artikel 1. Er wordt vanaf 1 januari 2014 voor een termijn van één jaar, eindigend op 31 december 2014 een belasting gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur van allerlei administratieve stukken. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd. Artikel 2. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: 1) Voor de identiteitskaart Belgen: de prijs die de gemeente aan de federale overheid dient te betalen, verhoogd met 3,00 euro, desgevallend afgerond naar de hogere euro. Voor de vreemdelingenkaart: de prijs die de gemeente aan de federale overheid dient te betalen, verhoogd met 3,00 euro.

Voor Kids-ID: de prijs die de gemeente aan de federale overheid dient te betalen, verhoogd met 3,00 euro. 2) Voor de huwelijksboekjes: 20,00 euro voor een trouwboekje. Dit bedrag omvat de belasting op het in het trouwboekje voorkomend huwelijksgetuigschrift. 3) Voor de paspoorten: de prijs die de gemeente aan de federale overheid dient te betalen, verhoogd met 10,00 euro. 4) Voor de rijbewijzen: de prijs die de gemeente aan de federale overheid dient te betalen, verhoogd met 5,00 euro. 5) Voor natuurvergunning: 50,00 euro (exclusief kosten openbaar onderzoek) 6) Voor bouwvergunning: 50,00 euro (exclusief kosten openbaar onderzoek) 7) Voor bouwvergunning met MER-plicht: 50,00 euro (exclusief kosten openbaar onderzoek) + de effectieve kosten van de publicatie in 3 kranten. 8) Voor meldingen zoals opgenomen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (dd. 15 mei 2009 en zijn latere wijzigingen): 5,00 euro 9) Voor verkavelingsvergunningen: 50,00 euro (exclusief kosten openbaar onderzoek) 10) Voor kosten voor het openbaar onderzoek: de effectieve kostprijs (prijs van de affiche + prijs van alle aangetekende zendingen, te weten prijs aangetekende zending maal aantal aangelanden) 11) inlichtingen vastgoedinformatie (indien beschikbaar): per perceel vastgoedinformatie beperkt (= exclusief stedenbouwkundig uittreksel): 50,00 euro vastgoedinformatie uitgebreid (= inclusief stedenbouwkundig uittreksel): 80,00 euro stedenbouwkundige uittreksel (= uittreksel uit vergunningen- en plannenregister): 50,00 euro uittreksel plannenregister: 25,00 euro uittreksel vergunningenregister: 25,00 euro 12) Conformiteitsattest Voor een woning: 62,50 euro Kamerwoningen Met maximum 5 kamers: 62,50 euro Vanaf 6 de kamer: + 12,00 euro Maximum: 1250 euro 13) Belasting voor het maken van kopies bij alle gemeentelijke diensten : - voor verenigingen: A4 : 0,10 euro A4 recto verso : 0,15 euro A3 : 0,15 euro met een maximum van 250 kopies per jaar; - voor privé personen en voor verenigingen bij overschrijding van 250 kopies per jaar: A4 : 0,15 euro A4 recto verso : 0,20 euro A3 : 0,20 euro Artikel 3. De belasting wordt ingevorderd bij het afleveren van het document.

De personen die onderworpen zijn aan de belasting zijn eveneens verplicht er het bedrag van in bewaring te geven op het ogenblik van de aanvraag, indien het document niet onmiddellijk kan afgeleverd worden. Er wordt kosteloos een ontvangstbewijs van de in bewaring gegeven sommen afgeleverd. Artikel 4. Wanneer de gevraagde stukken met de post worden verstuurd, worden de verzendingskosten aan de belasting toegevoegd. Die kosten dienen bij de aanvraag te worden betaald. Zij zijn eveneens verschuldigd en vooruit betaalbaar wanneer artikel 5 van toepassing is. Artikel 5. Worden van de belasting vrijgesteld: a. de stukken die in uitvoering van een wet of van gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgeleverd; b. de stukken die afgeleverd worden aan behoeftige personen; de behoeftigheid wordt door ieder overtuigend bewijsstuk gestaafd; c. de machtigingen aangaande godsdienstige of politieke manifestaties; d. de machtigingen aangaande activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten voordele van de gemeente; e. de stukken die afgeleverd worden aan de gerechtelijke of administratieve overheden, alsook aan instellingen van openbaar nut; f. de getuigschriften van goed zedelijk gedrag afgegeven door de gemeentebesturen om gevoegd te worden bij een aanvraag van een door de regering ingestelde eervolle onderscheiding; g. geldigheidsverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de NMBS, de NMVB en De Lijn; h. afgifte van nationaliteitsbewijzen aan de kandidaten bij gemeenteraadsverkiezingen. i. de al dan niet uitkeringsgerechtigde werklozen, pas afgestudeerden, laatstejaarsstudenten, leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs en werkzoekende personen van wie het enig inkomen het bestaansminimum is, die bescheiden nodig hebben wanneer ze voor een betrekking solliciteren. Wel is het zo dat de belanghebbenden zelf het bewijs dienen te leveren dat ze voor de vrijstelling in aanmerking komen en dat de bescheiden waarvoor ze de belastingsvrijstelling vragen, bij het solliciteren nodig zijn. Artikel 6. De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken, welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens artikel 13 van de wet van 04.07.1956 en het K.B. dd. 20.12.1972 en 12.11.1976. Artikel 7. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. De kohierbelasting moet betaald zijn binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 8. De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld op het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement.

Artikel 9. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 10. Een kopie van onderhavig raadsbesluit wordt in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, verzonden aan de Heer provinciegouverneur. 7. Dienst Financiën Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Vernieuwing van navolgend belastingreglementen voor de Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen ter zake; dienstjaren 2014-2019: - Belasting op de standplaatsen Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; op markten. Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Gelet op de Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd; Gelet op het K.B. tot uitvoering van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad, in zitting van 19 mei 2008, aangaande vaststelling van het reglement op de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en op de organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten; BESLUIT met algemene stemmen: Artikel 1. Vanaf 1 januari 2014 en voor een termijn van zes jaren, die eindigt op 31 december 2019 wordt ten voordele van de gemeente een belasting geheven op de markten, openbare plaatsen, wegen en gemeente-eigendommen, ten laste van personen, natuurlijke of rechtspersonen, die op deze plaatsen waren te koop stellen. Artikel 2. Het bedrag van deze belasting wordt vastgesteld als volgt: 0,50 euro per lopende meter per marktdag ingenomen standplaats, met een minimum van 5,00 euro per standplaats, voor alle te koop gestelde waren. Dit bedrag wordt aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2013 met een afronding naar de hogere eenheid (euro).

Er wordt een vermindering toegestaan van: 10% indien betrokkenen hun standplaats voor een half jaar ineens betalen, namelijk voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni of van 1 juli tot en met 31 december. 20% indien betrokkenen hun standrecht voor een gans jaar ineens betalen, namelijk voor de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 3. De marktkramers die gebruik maken van een aansluiting op het elektriciteitsnet zijn verplicht om samen met bovenvermelde bedragen een bijkomend recht te betalen van 1,25 euro. De vermindering voor de abonnementen geldt niet voor het bijkomend recht van aansluitingen op het elektriciteitsnet. Artikel 4. De oppervlakte van de winkel en kramen zal berekend worden op de meest uitspringende gedeelten, hetzij boven aan de kop, hetzij aan de voet. In geval van geschil over de meting zal het College van Burgemeester en Schepenen uitspraak doen. Artikel 5. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. Artikel 6. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 7. De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld op het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement. Artikel 8. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 9. Nieuwe aanvragen voor standplaatsen dienen voorafgaandelijk schriftelijk gericht te worden aan het Stadsbestuur. Artikel 10.

De standplaatsen op de markt worden slechts gegund op voorwaarde dat de vergunninghouder zich gedraagt naar de bestaande reglementen en wetten en naar de voorschriften van de politie en aangestelde beambten. De gemeente verwerpt elke verantwoordelijkheid tegenover de marktkramer of derden voor wat betreft de door hem uitgestalde voorwerpen, kramen, voertuigen, enz. om het even waar zij zich bevinden. De vergunninghouder draagt zelf de volledige verantwoordelijkheid, ook tegenover derden of tegenover het Bestuur, voor handelingen en beschadigingen van om het even welke aard, voorvloeiende uit het gebruik van zijn vergunning, uit het gewone feit zich ter plaatse te bevinden of uit welke oorzaak ook. Artikel 11. Een kopie van onderhavig raadsbesluit wordt in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, verzonden aan de Heer provinciegouverneur. - Belasting op het drijven van handel buiten de eigen handelszaak. Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen terzake; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Gelet op de Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd; Gelet op het K.B. tot uitvoering van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten; Overwegende dat zulke handelsactiviteiten geen deel uitmaken van een woning of handelszaak met vaste vestigingsplaats en dus weinig of geen kadastraal inkomen hebben en bijgevolg hiervoor weinig of geen onroerende voorheffing betalen; Overwegende dat het gaat om handelsuitbatingen, die niet deel uitmaken van een woning met kadastraal inkomen of van een bestendige handelszaak met eigen infrastructuur, en die niet betrokken zijn in officieel georganiseerde markten met verhuurde standplaatsen, kermissen of manifestaties met gemeentelijke toelating; Overwegende dat deze uitbatingen bijgevolg de vast gevestigde handelaars in hun verkoop benadelen; Overwegende dat deze manier van handel drijven een oneerlijke concurrentie is ten opzichte van de handelaars in vaste gebouwen die een aanzienlijke belasting betalen als onroerende voorheffing; Overwegende dat het de plicht is van de gemeente al het mogelijke te doen om de bestaande handelsuitbatingen en KMO s te handhaven en nieuwe aan te trekken om zich hier te komen vestigen; Gezien zulke verkoopstanden bovendien urbanistisch de omgeving ontsieren; Gezien deze verkoopstanden verkeerstechnisch dikwijls een gevaar betekenen voor de weggebruikers; Overwegende dat de gemeente haar belasting zo evenwichtig mogelijk moet spreiden over alle handelaars; Gezien het wenselijk is de voorheen bestaande belastingreglementen belasting op de speciale handelsuitbatingen en belasting op de leurhandel op de openbare weg te verenigen in één reglement; BESLUIT met algemene stemmen: Artikel 1. Vanaf 1 januari 2014, voor een termijn van zes jaren, eindigend op 31 december 2019, wordt een belasting geheven:

op de handelsuitbatingen die tot doel hebben allerhande koopwaren te verkopen hetzij op privéeigendommen, hetzij op openbaar domein en die niet deel uitmaken van een woning met kadastraal inkomen of van een bestendige handelszaak en die niet betrokken zijn in officieel georganiseerde markten, kermissen of manifestaties met gemeentelijke toelating. en/of ten laste van de personen die leuren op het grondgebied van de gemeente. Wordt, voor de toepassing van dit reglement, als leuren beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten aan de consument, door een handelaar buiten de vestigingen vermeld in zijn inschrijving in de kruispuntbank der ondernemingen of door een persoon die niet over een dergelijke vestiging beschikt. Artikel 2. Worden van de belasting vrijgesteld: verkopen zonder handelskarakter en met een uitsluitend menslievend doel; de verkopen in het kader van salons, handels- of landbouwbeurzen en kunsttentoonstellingen; de verkoop van kranten en tijdschriften en de postorderverkopen; de verkoop door een gevestigd handelaar op de openbare weg voor zijn winkel, voor zover de kraam of het stalletje kan worden aanzien als het normale verlengstuk van de vestiging en de erin uitgestalde voorwerpen of goederen van dezelfde aard zijn als die binnen te koop worden gesteld; openbare verkopen met de bijstand van ministeriële ambtenaren; de verkopen en dienstverleningen die ten huize van de consument plaatsvinden en waarvoor voorafgaand en uitdrukkelijk het bezoek van de verkoper gevraagd werd. Artikel 3. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op: 150,00 euro voor een onafgebroken periode van 6 maanden; 250,00 euro voor een onafgebroken periode van 12 maanden; Iedere begonnen periode betekent minstens 6 maanden. Deze bedragen worden aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2013 met een afronding naar het hogere veelvoud van 5 euro. Artikel 4. De belasting is verschuldigd door de exploitant van de handelsuitbating of door de leurder. Artikel 5. De personen die onderworpen zijn aan de belasting dienen en dit voordat ze op het grondgebied van de gemeente met hun activiteit beginnen op het gemeentesecretariaat een aangifte in te dienen waarin onder meer de periode vermeld wordt waarop de belasting moet toegepast worden. Er wordt hen een ontvangstbewijs van deze aangifte afgeleverd; dit bewijs moet vertoond worden bij elke vordering van de gemeenteambtenaren. Artikel 6. Bij gebrek aan aangifte binnen de in de verordening gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100% en wordt ook ingekohierd. Artikel 7. De overtredingen op de aangifteplicht worden vastgesteld door daartoe aangestelde personeelsleden. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 8. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. De kohierbelasting moet betaald zijn binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 9. De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt overgezonden aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld op het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement. Artikel 10. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het dienstjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 11. Een kopie van onderhavig raadsbesluit wordt in toepassing van artikel 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, verzonden aan de Heer provinciegouverneur. - Belasting op verhuur voertuigen met bestuurder. Gelet op de geldende begrotingsinstructies; Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, zoals gewijzigd; Gelet op de decreetswijziging van 8 mei 2009, met inwerkingtreding op 16 juli 2009, en meer bepaald artikel 14 van dit wijzigingsdecreet, waarin artikel 49 1 met betrekking tot de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder nu ondubbelzinnig geherformuleerd wordt als volgt : De vergunningen die uitgereikt zijn op basis van artikel 42 2 en 3 geven aanleiding tot een jaarlijkse belasting ; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure voor provincie- en gemeentebelastingen; BESLUIT met algemene stemmen: Artikel 1. Voor de dienstjaren 2014-2019 wordt er een jaarlijkse gemeentebelasting geheven ten laste van natuurlijke of rechtspersonen die houder zijn van een vergunning voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. Artikel 2. Het bedrag van de belasting bedraagt 250 EURO per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig. Dit bedrag wordt aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000. Artikel 3. De geïndexeerde belasting is verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning wordt afgegeven. De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse belasting verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar. Artikel 4. De vermindering van het aantal voertuigen of opschorting van de exploitatie met een of meer voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van een of meer voertuigen voor welke reden dan ook. Artikel 5. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier, dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgemaakt aan de met de invordering belaste financieel beheerder die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten, zonder kosten voor de belastingschuldige. Artikel 6. De belasting wordt ingekohierd op naam van de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die volgens artikel 1 van deze belastingverordening belastingplichtig is. Artikel 7. Het aanslagbiljet bevat de elementen vermeld op het kohier, de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Het reglement of een samenvatting van het reglement op basis waarvan de belasting is gevestigd, wordt op het aanslagbiljet afgedrukt of wordt als bijlage toegevoegd. Artikel 8. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen zijn aanslag of tegen de belastingverhoging bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend of overhandigd worden aan het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst binnen

Dienst Financiën Retributie voor bewaring van loslopende dieren. 8. drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel, het rijksnummer of ondernemingsnummer van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een duidelijke motivering. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, vermeldt dit uitdrukkelijk in het bezwaarschrift. In voorkomend geval zal hij uitgenodigd worden op een hoorzitting. Het college van burgemeester en schepenen of het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst, stuurt schriftelijk of via duurzame drager binnen vijftien kalenderdagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding naar de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger. De belastingschuldigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten enz. zolang de rekening van de stad van het aanslagjaar, waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd. Artikel 10. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 11. Deze beraadslaging wordt aan het toezicht van de hogere overheid onderworpen. Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen ter zake; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, zoals gewijzigd; Gelet op het stedelijk politiereglement op het houden van dieren van 13 september 2010; BESLUIT met algemene stemmen: Artikel 1. Er wordt vanaf 1 januari 2014 voor een termijn van zes jaren, eindigend op 31 december 2019, een retributie gevestigd voor de opvang, de verzorging en de bewaring van loslopende en/of verdwaalde dieren. Artikel 2. De retributie is verschuldigd door de, op het ogenblik van de veiligstelling, rechtmatige eigenaar of houder van het betrokken dier. Artikel 3. Loslopende dieren zijn deze die zich hebben onttrokken aan de bewaking van de eigenaar of de houder ervan. Is de rechtmatige eigenaar of de houder gekend, dan is het zijn plicht het betrokken dier terug te nemen. Artikel 4. Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op 85,00 per geval. Artikel 5. De retributie is onmiddellijk betaalbaar, op eenvoudig bericht van de financieel beheerder, door storting in de stadskas of door overschrijving op de rekening van het stadsbestuur. Artikel 6.