Handboek Opleidingen 2004 Hoofdstuk 20. 1.1 Algemeen opleidings- en examenprogramma instructeur A. 1. Algemene bepalingen



Vergelijkbare documenten
UITVOERINGSREGELS KYNOLOGISCHE OPLEIDINGEN

KNVvL AFDELING PARACHUTESPRINGEN OPLEIDINGS- EN EXAMENPROGRAMMA TOT HOUDER VAN HET BEWIJS VAN TANDEMBEVOEGDHEID. M/V

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009

EXAMENREGLEMENT DE REGELING VAN DE EXAMENS. Procedures rond het examen. Beoordeling

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

Opleidingsprogramma en examenregeling voor de opleiding tot C-brevet houder M/V Sportparachutespringen

Brevetopleidingen Sloepgast

KNVvL AFDELING PARACHUTESPRINGEN OPLEIDINGS- EN EXAMENPROGRAMMA TOT HOUDER VAN HET BEWIJS VAN DE VOUWBEVOEGDHEID SPORTPARACHUTESPRINGEN M/V

EXAMENREGLEMENT CURSUSSEN NATIONAAL DUIKCENTRUM

Nederlandse Ski Vereniging

DEELEXAMENREGLEMENT 'BETONTECHNOLOGISCH ADVISEUR'

1 Theorie examen categorie B

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Reglement en Bezwaarprocedure

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO

Examenreglement Stichting VVRV

Hoofdstuk 1 Algemene en begripsbepalingen 03

Examenreglement. voor het afnemen van het examen INBOUWSPECIALIST BEVEILIGINGSSYSTEMEN

Opleiding Meer Bewegen voor Ouderen Gymnastiek

Nationaal Platform Zwembaden NRZ

Goedkeuring Examenreglement en -programma

Vrijstellingsregeling Da Vinci College schooljaar

************************* AB 1988 no. 65 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 18 september 2013 *************************

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorstel Format PTA opleiding III d

REGLEMENT VOOR HET EXAMEN KEURMEESTER KNPV POLITIEHOND 1 en 2 en OBJECTBEWAKING

U I T S P R A A K

Examenreglement Opleiding Therapeut Integrale Lichaamsmassage (ILM), Jaar 1, Sonnevelt Opleidingen BV

Examenreglement. Inservice. Opleiding. Radiologisch. Laborant

Aanvulling PTA & Examenreglement VMBO

zoals bedoeld In de Branchetoetsdocumenten Specialist Keuring en onderhoud, vastgesteld door FOCWA en BOVAG.

Voorstel Format PTA opleiding III d

Tentamen- en examenreglement voor het diploma Liquorist van de Wijnacademie

EXAMENREGLEMENT TER VERKRIJGING VAN HET DIPLOMA VAN DE CURSUS DECLARANT

Vaarbewijzen voor de pleziervaart

EXAMENREGLEMENT 'BETONLABORANT BV'

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ALGEMEEN REGLEMENT VAN TOEZICHT EN EXAMENS VOOR DE NIVEAUS 1 EN 2.

Examenreglement parkeercontroleur VEXPAN

Examenreglement opleiding AA/RA-Belastingaccountant Inleidende bepalingen

Opleidingsprogramma en examenregeling voor de opleiding tot hulpinstructeur M/V Sportparachutespringen

EXAMENREGLEMENT VMBO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

ALGEMEEN REGLEMENT VAN TOEZICHT EN EXAMENS VOOR DE NIVEAUS 1 EN 2.

Certificeringssysteem voor rijinstructeurs bestuurder voorrangsvoertuig

Examenprocedure, examenreglement Zwemmend Redden Strand, brevetten en lagere diploma's. Examenreglement Varend Redden, brevetten en lagere diploma's

Examen Reglement Postbus AS Groningen groepgroningen.nl K.v.K Datum

Examenreglement. Stichting Vakopleidingen Sloopbedrijf

Examenreglement NVT tuincentrum academie 1/10/02 1

Nationale Raad Zwemveiligheid

Examenreglement. Da Vinci College

LANDELIJK EXAMENBUREAU BEROEPSZEILVAART EXAMENREGELING VOOR DE ZEILVAART

Nationaal Platform Zwembaden NRZ

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Lesprogramma CWO I praktijk WSB Helmond

Zeil-Instructeur worden bij Sailcenter Limburg Introductie

Datum inwerkingtreding: 14 november 2017 (hiermee vervallen alle voorgaande versies van dit reglement)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

REGLEMENT ALGEMEEN EXAMEN ORTHOPEDIE

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

EXAMENREGLEMENT TER VERKRIJGING VAN HET DIPLOMA VAN DE CURSUS DECLARANT

EXAMENREGLEMENT CASH MANAGEMENT (QCM)

REGLEMENT VOOR HET EXAMEN AFDELINGSHELPER VAN DE AFDELING NOORD BRABANT DER KNPV

Stralingshygiëne op deskundigheidsniveau 4A HET EXAMENREGLEMENT. Bij- en. Nascholingscursus. Radiologisch. Laborant

1. Geldigheid Dit examenprogramma is geldig van 1 augustus 2014 tot en met 31 juli 2015.

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

REGLEMENT. tevens inhoudende. het REGLEMENT van de EXAMENCOMMISSIE voor studiejaar 2014/2015 DIT REGLEMENT VERVANGT ALLE VOORGAANDE REGLEMENTEN

Dit is een initiatief tot het doen van een wetsvoorstel ter toevoeging van de volgende wetsregels:

Onderwijs- en Examenregeling Post-Master Accountancy opleiding, collegejaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs

College voor Toetsen en Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.

Examen 2018 Reglement

BIJLAGE B (categorie B) behorende bij het

I. Examencommissie pag. 2. II. Reglement : Begrippen pag Algemene bepalingen pag Overige bepalingen pag. 6

Algemeen deel PTA 0. BEPALINGEN VOORAF A. VAKKEN EN PROGRAMMA. B. OPZET SCHOOLEXAMEN.

examenprogramma havo 2017 Examenprogramma STAATSEXAMEN HAVO Bartiméus Onderwijs M. Veenemans [1]

R NIL/EWF OPLEIDINGS- EN EXAMENREGLEMENT INDUSTRIEEL LIJMEN

Examenreglement Fittest Examen. Vastgesteld door AVAG Bestuur Opgesteld door: AVAG werkgroep Fittest. Versie: 3.0

Algemeen reglement van toezicht en examens Niveau 3 en 4.

Examenreglement. Da Vinci College

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT

Het examenreglement. Dit examenreglement is vastgesteld door het hoofdbestuur van de NBV

Onderwijs- en examenregeling

Examenreglement RAS-Examenbureau

ski- en snowboardvakanties

: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 32, vijfde lid, van de Landsverordening voortgezet onderwijs

Examenreglement. Keurmeester Politiehond 1 Keurmeester Politiehond 2 Keurmeester Objectbewakingshond

Toelichting vrijstellingen

Welkom! Examenvoorlichting november 2017

REGLEMENT voor het afnemen van het examen ter verkrijging van het

Examenprogramma Deelnemers

Studiegids Opleiding Allround Wandelsport Instructeur, niveau 2 (AWI-2)

Koudum. Schooljaar 2014 / 2015 VMBO 3T. Programma van Toetsing en Afsluiting

Inleiding Artikel 1 Procedure aanvraag vrijstelling van examinering Artikel 2 Vrijstelling bij instroom andere onderwijsinstelling...

Aanvulling PTA & Examenreglement VMBO

Examenreglement Video-assessment MfN Registermediator

Examenreglement voor het examen Eerste Hulp Vastgesteld augustus 2010

Examenprogramma STAATSEXAMEN HAVO. Bartiméus Onderwijs M. Veenemans

Transcriptie:

1.1 Algemeen opleidings- en examenprogramma instructeur A 1. Algemene bepalingen 1.1 Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is de cursist voor te bereiden op het instructie geven aan beginnende en semigevorderde jeugdige en/of volwassen watersporters in een nader aan te geven discipline. 1.2 Toelatingseisen Tot de opleiding worden toegelaten, zij die: a. In het kalenderjaar de leeftijd van 17 jaar hebben bereikt. b. beschikken over voldoende ervaring in en theoretische kennis van de watersport. Dat wil zeggen, zij dienen redelijke vaardigheid en inzicht te hebben in het: - vaarklaar maken; - veilig overstag gaan en doordacht kiezen van de slagen; - op het juiste moment veilig gijpen; - veilig aankomen en afvaren; - toepassen van de vaarreglementen; c. Medisch goedgekeurd zijn voor de watersport. d. Goed kunnen zwemmen. 1.3 Cursusomvang De opleiding omvat 80 uren, een examen alsmede een stageperiode van 200 lesuren, afgerond door een eindbeoordeling. De cursist dient tenminste 80% van de 80 uren opleiding te volgen. De gehele opleiding behoort binnen twee jaren afgerond te zijn. 1.4 Diploma Zij die blijk geven van het beheersen van het vaarniveau, zowel in theorie als in praktijk en tevens blijk geven van veilig en instructief te kunnen varen in het vaargebied van het opleidingsinstituut alsmede de opleiding en de stageperiode met goed gevolg hebben doorlopen, ontvangen het diploma Instructeur A. 1.5 Verdeling van de lesuren De verdeling van de lesuren is als volgt: Eigen vaardigheid zeilen Theorie zeilen Lesgeven Totaal 40 uren 10 uren 30 uren 80 uren Een stageperiode bestaat uit 40 uren met begeleiding en 160 oefenuren. Degenen, die in het bezit zijn van een diploma Zi-A in een andere CWO-discipline, zijn vrijgesteld van het onderdeel lesgeven terwijl de stageperiode voor hen bestaat uit 24 uren met begeleiding en 96 oefenuren. Hoofdstuk 20, Kaderopleidingen Algemeen pagina 1 maart 2004

2. De te behandelen stof 2.1 Eigen vaardigheid praktisch en theoretisch Voldoen aan de eisen beschreven in het CWO-diploma niveau IV. 2.3 Kennis en vaardigheden lesgeven 1. De invloed van motivatie op gedrag in de onderwijsleersituatie. Het belang van de analyse en de methode van analyse van de beginsituatie bij de lesplanning. 2. Omgaan met factoren die van invloed zijn op de effectiviteit van het leren (leerpsychologie, ontwikkelingspsychologie en leeftijdskenmerken, emoties, affectief klimaat, groepsproces, conflicthantering). 3. Het leiden van een kennismakingsgesprek, gericht op het ontdekken van de motivatie van de cursist. 4. Lesplan maken aan de hand van een onderwijsleermodel. 5. Luisteren, observeren, analyseren en interpreteren. 6. Feed back geven, foutenanalyse. 7. Blessurepreventie. 8. Methodische opbouw van genoemde manoeuvres en technieken in 2.1, voor zover van toepassing op de beginnende en semi-gevorderde cursist. 9. Methodieken, didactieken. 10. Inrichting van de organisatie en het lesprogramma, zoals die van toepassing zijn op het instituut waar de opleiding plaatsvindt. 11. Omgaan met lesmateriaal, waaronder instructieboten. 12. Het verzorgen van een aantal lessen, bestaande uit minimaal 2 dagdelen, aan zowel beginnende als semi-gevorderde cursisten in de betreffende discipline. 2.4.1 Stageperiode De cursist geeft tijdens de stageperiode les aan beginners en semi-gevorderde cursisten in zowel de theorie- als praktijkonderdelen. De stage bestaat in principe uit 40 uren begeleiding en 160 oefenuren (ofwel vijf instructieweken), die niet aaneengesloten hoeven te zijn. Voor degenen, die in het bezit zijn van een CWO-diploma A in een andere CWO-discipline, bestaat de stage in principe uit 24 uren begeleiding en 96 oefenuren. De stage vindt plaats bij een opleidingsinstituut onder verantwoordelijkheid van een door de CWOerkende Opleider. 2.4.2 Indien aan het betreffende opleidingsinstituut geen door de CWO erkende Opleider verbonden is, kan de stage plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van een niet-erkende opleider, mits de CWO dit vooraf schriftelijk heeft goedgekeurd. 2.4.3 Tijdens de stage wordt door de cursist, in samenwerking met de Opleider, een verslag bijgehouden aan de hand van een door de CWO goedgekeurd model voor het stageverslag. 3. Exameneisen 3.1 Eigen vaardigheid. De kandidaat moet beschikken over voldoende kennis, inzicht, eigen vaardigheid in de stof genoemd onder 2.1. 3.2 Lesgeven De cursist moet een lesprogramma kunnen opbouwen en les kunnen geven aan beginnende en semigevorderde cursisten in de betreffende discipline. Hoofdstuk 20, Kaderopleidingen Algemeen pagina 2 maart 2004

4. Regeling en norm van het examen 4.1 Regeling van het examen 4.1.1 Het examen bestaat uit de volgende onderdelen gedurende de daarbij vermelde tijden: I. Eigen vaardigheid: minimaal 60 minuten praktijk. II Theorie: minimaal 30 minuten mondeling of minimaal 60 minuten schriftelijk, naar keuze van de CWO. III Lesgeven: de eindbeoordeling van het gedeelte Lesgeven vindt plaats door de verantwoordelijke erkende Opleider aan het slot van de stageperiode aan de hand van het stageverslag van de cursist. Deze beoordeling kan zijn onvoldoende, voldoende of goed. Bij onvoldoende beoordeling van de stage wordt de cursist in de gelegenheid gesteld de stage (geheel of gedeeltelijk) over te doen volgens door de Opleider te formuleren specifieke stage-opdrachten. Indien de stage onder verantwoordelijkheid van een niet-erkende opleider heeft plaatsgevonden, vindt de eindbeoordeling van het gedeelte lesgeven plaats door middel van het examen lesgeven. Het examen lesgeven bestaat uit 60 minuten lesgeven aan beginnende en/of semi-gevorderde cursisten op het water. Het stageverslag ligt gedurende twee jaren na afronding van de opleiding ter inzage bij het opleidingsinstituut. 4.1.2 De examenonderdelen 'Eigen vaardigheid' en 'Theorie' worden afgenomen door een door de CWO aangestelde examinator, eventueel vergezeld van een gedelegeerde namens de CWO. Er worden twee (hele) cijfers vastgesteld. Een cijfer lager dan 6 wordt als onvoldoende beschouwd. 4.1.3 Het examenonderdeel 'Lesgeven' (voor cursisten die de stage niet onder verantwoordelijkheid van een erkende Opleider hebben afgelegd) wordt afgenomen door een door de CWO ingestelde examencommissie, die bestaat uit een voorzitter en secretaris (die bij voorkeur niet als examinator optreden) en tenminste twee examinatoren. Het examen staat onder toezicht van een door of namens de minister aangewezen Rijksgecommitteerde. De examencommissie houdt als regel voor de aanvang van het examen een bespreking over de gang van zaken van het examen. De cursist wordt beoordeeld door twee examinatoren, die ieder afzonderlijk het naar hun oordeel aan de cursist toe te kennen (gehele) cijfer bepalen. Het cijfer wordt vastgesteld op het (niet afgeronde) gemiddelde van de door de beide examinatoren voorgestelde cijfers. Indien echter het verschil tussen de twee voorgestelde cijfers meer dan twee bedraagt, vindt eerst overleg plaats tussen de examinatoren. Leidt dit overleg niet tot een zodanige wijziging van de voorgestelde cijfers dat het verschil daartussen twee of minder bedraagt, dan wordt het cijfer vastgesteld door de voorzitter van de examencommissie, nadat de betreffende examinatoren en na overleg met de Rijksgecommitteerde. Het eindcijfer voor het onderdeel Lesgeven wordt vastgesteld. Een eindcijfer lager dan 6 wordt als onvoldoende beschouwd. 4.1.4 Door het ministerie van VWS aangewezen Rijksgecommitteerden, alsmede door of namens de CWO aangewezen personen, hebben het recht om te allen tijde onderdelen van de opleiding, het examen en/of de stage te inspecteren en desgewenst inzage in alle op de opleiding, het examen en/of de stage betrekking hebbende stukken. Zij kunnen gevraagd of ongevraagd advies geven aan de Opleider, de examinator, de CWO-gedelegeerde of de CWO over de opleiding, het examen en/of de stage. 4.2 Norm van het examen De vaststelling van de uitslag van het examen geschiedt naar de volgende norm: 4.2.1 De cursist is geslaagd indien de cijfers voor de onderdelen 'Eigen vaardigheid' en 'Theorie' tenminste 6 bedragen en de beoordeling door de erkende Opleider aan het slot van de stageperiode tenminste voldoende is, dan wel het eindcijfer voor het onderdeel Lesgeven tenminste 6 bedraagt. 4.2.2 Zowel in het onderdeel 'Eigen vaardigheid', 'Theorie' als Lesgeven is het mogelijk om herexamen te doen. Een herexamen wordt in het algemeen niet eerder dan een week en niet later dan 18 maanden na het vorige examen afgenomen. Een voldoende cijfer voor één van de onderdelen blijft 18 maanden geldig. 4.2.3 In alle overige gevallen is de cursist afgewezen. Hoofdstuk 20, Kaderopleidingen Algemeen pagina 3 maart 2004

1.2 Algemeen opleidings- en examenprogramma CWO-instructeur B 1. Algemene bepalingen 1.1 Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is de cursist voor te bereiden op het instructie geven aan gevorderde watersporters in een bepaalde CWO-discipline en het opleiden en begeleiden van instructeurs die instructie geven aan beginnende en semi-gevorderde zeilers in een bepaalde CWO-discipline. 1.2 Toelatingseisen Tot de opleiding worden toegelaten, zij die - de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt; - in het bezit zijn van het diploma CWO-instructeur A in de betreffende discipline. 1.3 Cursusomvang De opleiding bestaat uit 69 uren opleiding en een stageperiode van 160 lesuren, waarvan 30 uren stagebegeleiding. De gehele opleiding behoort binnen drie jaren afgerond te zijn. 1.4 Diploma Zij die het onderdeel eigen vaardigheid, de stage lesgeven aan gevorderden en het onderdeel begeleiden van de instructeur A in opleiding met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen het diploma CWOinstructeur B. 1.5 Verdeling van de lesuren De verdeling van de lesuren is als volgt: Theorie begeleiding/lesgeven gevorderden 24 uren Eigen vaardigheid Theoriekennis Totaal Lesgeven gevorderden Begeleiden instructeurs in opleiding Totaal 30 uren 15 uren 69 uren 80 uren 80 uren 160 uren. De stage lesgeven gevorderden bestaat uit 15 uren begeleiding en 65 oefenuren. De stage begeleiden van instructeurs in opleiding bestaat uit 15 uren begeleiding en 65 oefenuren. Diegene, die in het bezit is van een Instructeur B-diploma in een andere CWO-discipline is vrijgesteld van het onderdeel lesgeven terwijl de stage lesgeven gevorderden bestaat uit 8 uren begeleiding en 32 oefenuren. De stage begeleiden van A-instructeurs in opleiding bestaat uit 8 uren begeleiding en 32 oefenuren. 2. De te behandelen stof 2.1 Eigen vaardigheid praktisch en theoretisch Voldoen aan de eisen zoals beschreven in de betreffende CWO-diploma-eisen eigen vaardigheid, (theorie en praktijk) niveau V. De manoeuvres dienen echter vlot, veilig, steeds gebruikmakend van optimale zeilstanden en met grote zekerheid en nauwkeurigheid uitgevoerd te worden. 2.3 Kennis en vaardigheden lesgeven 1. De invloed van motivatie op gedrag in de onderwijsleersituatie. Het belang van de analyse en de methode van analyse van de beginsituatie bij de lesplanning. 2. Omgaan met factoren die van invloed zijn op de effectiviteit van het leren (leerpsychologie, ontwikkelingspsychologie en leeftijdskenmerken, emoties, affectief klimaat, groepsproces, conflicthantering). Hoofdstuk 20, Kaderopleidingen Algemeen pagina 4 maart 2004

3. Het voeren van een begeleidingsgesprek. 4. Lesplan maken aan de hand van een onderwijsleermodel. 5. Luisteren, observeren, analyseren en interpreteren. 6. Feed back geven, foutenanalyse. 7. Blessurepreventie. 8. Methodische opbouw van in 2.1 genoemde manoeuvres en technieken. 9. Methodieken, didactieken in het bijzonder gericht op het lesgeven aan gevorderde watersporters 10. Inrichting van de organisatie en het lesprogramma, zoals die van toepassing zijn op het instituut waar de opleiding plaatsvindt. 11. Geschiedenis en organisatie van de vrijwillige vaaropleidingen in Nederland. 12. Omgaan met lesmateriaal, waaronder instructieboten. 13. Het verzorgen van lessen aan gevorderde watersporters. 14. Het begeleiden van A-instructeurs in opleiding bij het lesgeven aan beginnende en semigevorderde watersporters. 2.4 Stageperiode De stages in het lesgeven aan gevorderde watersporters (bij voorkeur instructeurs in opleiding) en in het begeleiden van beginnende instructeurs vinden plaats op een opleidingsinstituut onder verantwoordelijkheid van een erkende Opleider. Door de Opleider en de kandidaat wordt van de stages een gezamenlijk verslag bijgehouden. De stage lesgeven gevorderden beslaat 80 uren, waarvan 15 uren begeleiding door de Opleider. De stagebegeleiding van beginnende zeilinstructeurs beslaat 80 uren, waarvan 15 uren begeleiding door de Opleider. Indien aan het betreffende opleidingsinstituut geen door de CWO erkende Opleider verbonden is, kan de stage plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van een niet-erkende opleider, mits de CWO dit vooraf schriftelijk heeft goedgekeurd. Tijdens de stage wordt door de cursist in samenwerking met de Opleider een verslag bijgehouden, aan de hand van een door de CWO goedgekeurd model voor het stageverslag. 3. Exameneisen 3.1 Eigen vaardigheid De kandidaat moet beschikken over voldoende kennis, inzicht en eigen vaardigheid in de behandelde onderdelen als genoemd onder 2.1. De manoeuvres dienen echter vlot, veilig, steeds gebruikmakend van optimale zeilstanden en met grote zekerheid en nauwkeurigheid uitgevoerd te worden. 3.2 Lesgeven De cursist moet een lesprogramma kunnen opbouwen en les kunnen geven aan gevorderde watersporters in de betreffende discipline. De cursist moet een beginnende instructeur kunnen begeleiden bij het voorbereiden en geven van een les aan beginnende of semi-gevorderde watersporters in de betreffende discipline. 4. Regeling en norm van het examen 4.1 Regeling van het examen 4.1.1 Lesgeven gevorderden De eindbeoordeling van het gedeelte lesgeven gevorderden vindt plaats door de verantwoordelijke erkende Opleider aan het slot van de stageperiodes aan de hand van een stageverslag. Dit stageverslag ligt gedurende twee jaren na afronding van de opleiding ter inzage op het opleidingsinstituut. Indien de stage lesgeven gevorderden niet onder verantwoordelijkheid van een Opleider heeft plaatsgevonden vindt de eindbeoordeling van het onderdeel lesgeven gevorderden plaats door middel van het cijfer voor het examen lesgeven gevorderden. Het examen lesgeven gevorderden bestaat uit minimaal 60 minuten lesgeven aan gevorderde cursisten op het water. Het examen 'Lesgeven gevorderden' wordt - voor cursisten die geen stage gelopen hebben bij een erkende Opleider - afgenomen door een door of vanwege de CWO aangestelde examencommissie. Het eindcijfer voor dit onderdeel wordt vastgesteld door examencijfer. Hoofdstuk 20, Kaderopleidingen Algemeen pagina 5 maart 2004

Deze examencommissie bestaat uit een voorzitter en secretaris, die bij voorkeur geen examinator zijn, en tenminste twee examinatoren ieder van de onderdelen wordt beoordeeld door twee examinatoren, die ieder afzonderlijk het naar hun oordeel aan de cursist toe te kennen cijfer vaststellen. Het cijfer voor dat onderdeel wordt vastgesteld op het tot een geheel cijfer afgeronde gemiddelde van de door de examinatoren vastgestelde cijfers. Indien het verschil tussen de twee voorgestelde cijfers 2 of meer bedraagt, vindt eerst overleg plaats tussen de examinatoren. Leidt dit overleg niet tot een zodanige wijziging van de voorgestelde cijfers dat het verschil daartussen kleiner is dan 2, dan wordt het cijfer vastgesteld door de voorzitter van de examencommissie, na overleg met de rijksgecommitteerde en de examinatoren. Een cijfer lager dan 6 wordt als onvoldoende beschouwd. 4.1.2 Begeleiden van instructeurs De eindbeoordeling van het gedeelte begeleiden van instructeurs vindt plaats door de verantwoordelijke erkende Opleider aan het slot van de stageperiodes aan de hand van een stageverslag. Dit stageverslag ligt gedurende twee jaren na afronding van de opleiding ter inzage op het opleidingsinstituut. De eindbeoordeling van het onderdeel begeleiden vindt, indien de stage niet onder verantwoordelijkheid van een Opleider heeft plaatsgevonden, plaats door middel van een cijfer vast te stellen door een door de CWO aangewezen erkende Opleider tijdens de stage. Het eindcijfer voor dit onderdeel wordt vastgesteld door het cijfer vastgesteld door de door de CWO aangewezen Opleider. Een cijfer lager dan 6 wordt als onvoldoende beschouwd. 4.1.3 Eigen vaardigheid theorie De eindbeoordeling vindt plaats door het afleggen van het (Staats)examen Klein Vaarbewijs II dan wel een voor het Klein Vaarbewijs II vrijstelling gevend examen af te leggen. Informatie kan men verkrijgen bij Vaarbewijs & Marifoonexamen cv Examensecretariaat Postbus 93121, 2509 AC Den Haag. Telefoon: 070-314 66 19. 4.1.4 Door het ministerie van VWS aangewezen Rijksgecommitteerden alsmede door of namens de CWO aangewezen personen hebben het recht om te allen tijde onderdelen van de opleiding, het examen en/of de stage te inspecteren en desgewenst inzage in alle op de opleiding, het examen en/of de stage betrekking hebbende stukken. Zij kunnen gevraagd of ongevraagd advies geven aan de Opleider, de examinator, de CWO gedelegeerde of de CWO over de opleiding, het examen en/of de stage. 4.2 Norm van het examen De vaststelling van de uitslag van het examen geschiedt naar de volgende norm: 4.2.1 De cursist, die zijn stages afgelegd heeft bij een erkende Opleider, is geslaagd indien de beoordeling door de erkende Opleider aan het slot van de stageperiodes voldoende is. 4.2.2 De cursist, die zijn stages heeft afgelegd bij een niet erkende Opleider, is geslaagd indien de cijfers voor de onderdelen lesgeven gevorderden en begeleiden van instructeurs tenminste 6 bedragen. 4.2.3 Zowel in het onderdeel 'lesgeven gevorderden' als in het onderdeel begeleiden van instructeurs is het mogelijk om herexamen te doen. Een herexamen wordt in het algemeen niet eerder dan een week en niet later dan 18 maanden na het vorige examen afgenomen. 4.2.4 Voor het onderdeel 'eigen vaardigheid theorie' gelden de officiële regelingen die door het Ministerie van Verkeer & Waterstaat ten behoeve van het Klein Vaarbewijs II zijn vastgesteld inclusief de van toepassing zijnde vrijstellingsregelingen. De kandidaat dient een bewijs van slagen voor het examen Klein Vaarbewijs II, dan wel een geldig Klein Vaarbewijs II of in geval van vrijstelling, een daarbij behorende geldig bewijs kunnen overleggen. Hoofdstuk 20, Kaderopleidingen Algemeen pagina 6 maart 2004

Algemeen opleidings- en examenprogramma CWO-instructeur B * 1. Algemene bepalingen 1.1 Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is de cursist voor te bereiden op het examineren van kandidaat op het CWO IV-niveau. 1.2 Toelatingseisen Tot de opleiding worden toegelaten, zij die - de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt; - in het bezit zijn van het diploma CWO-instructeur B in de betreffende discipline. 1.3 Cursusomvang De opleiding bevat een stageperiode van 8 examenuren, waarvan 6 uren onder begeleiding van de verantwoordelijke Opleider. De laatste 2 examenuren zijn onder verantwoordelijkheid van een door de CWO aangestelde gecommitteerde. 1.4 Diploma Zij die tevens het onderdeel examineren met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen het diploma CWO-instructeur B *. 2. De te behandelen stof 2.5 Examineren De stage examineren van het gedeelte eigen vaardigheid praktijk en theorie instructeur-a in de betreffende discipline bestaat uit het tenminste tweemaal mede-examineren van tenminste een tweetal kandidaten onder verantwoordelijkheid van een bevoegde examinator, bij voorkeur de verantwoordelijke Opleider. 3. Exameneisen 3.3 De cursist moet een examen voor het gedeelte eigen vaardigheid instructeur-a in de betreffende discipline kunnen afnemen en daarbij er blijk van geven op de hoogte te zijn van de normen die voor de beoordeling van dit examen gelden. 4. Regeling en norm van het examen 4.1 Regeling van het examen 4.1.3 Stage examineren De eindbeoordeling van de stage examineren wordt vastgesteld door de CWO-gedelegeerde onder wiens verantwoordelijkheid de examens hebben plaatsgevonden. 4.1.4 Door het ministerie van WVC aangewezen Rijksgecommitteerden alsmede door of namens de CWO aangewezen personen hebben het recht om ten allen tijde onderdelen van de opleiding, het examen en/of de stage te inspecteren en desgewenst inzage in alle op de opleiding, het examen en/of de stage betrekking hebbende stukken. Zij kunnen gevraagd of ongevraagd advies geven aan de Opleider, de examinator, of de CWO over de opleiding, het examen en/of de stage. Hoofdstuk 20, Kaderopleidingen Algemeen pagina 7 maart 2004