De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage. Datum 26 april 2011



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beantwoording vragen over kinderarbeid bij hazelnootpluk in Turkije

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 3 maart 2014 Betreft Beantwoording vragen van het lid Voordewind over het rapport Working on the Right Shoes

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 14 december 2010

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010

Diverse rapporten laten zien dat lokale overheden en bedrijfsleven wel voortgang boeken, maar er nog niet geslaagd zijn dit probleem op te lossen.

Sigrid A.M. Kaag. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De antwoorden op de vragen van het lid Gesthuizen (SP) (nummer 2012Z15772, ingezonden 11 september 2012).

1 Hoe loopt de pilot eerlijke handelspraktijken in de agrofoodsector volgens u tot nu toe?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 3 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Voordewind (CU) en Van Laar (PvdA) over slavernij en kinderarbeid in steengroeves

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

TruStone Stakeholders werken samen aan een verantwoorde natuursteensector

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Nederlandse overheid ziet de OESO-richtlijnen als het normatieve kader

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 1 juni 2011

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 19 november Betreft MVO Sector Risico Analyse

1 Heeft u kennisgenomen van het bericht Eten voedselbank vaak onvoldoende? 1

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

2 Klopt het dat het verbod op het couperen van paardenstaarten massaal ontdoken wordt door de leden van de Koninklijke Vereniging?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanvulling op Stakeholdersanalyse Duurzaam inkopen Standpunten van politieke partijen over duurzaam inkopen. Januari 2010

Datum 25 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over mensonterende omstandigheden bij de teelt van koffie in Brazilië

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 18 april 2016 Betreft Kamervragen hotels

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 3 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Voordewind over misstanden op Indiase theeplantages.

Beantwoording vragen van de leden Van der Vlies (SGP) en Gesthuizen (SP):

Europese peer review van het Nationaal Rapport stresstest kerncentrale Borssele

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Betreft Kamervragen betreffende Nederlandse bedrijven en kinderarbeid in zaadsector India

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederlands Nationaal Contactpunt voor de OECD Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Lodewijk de Waal Voorzitter NCP 16 november 2016

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 19 december 2013 Betreft Beantwoording vragen Vastrecht bij productie- en leveranciersbedrijven van energie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Beantwoording vragen bericht OPTA waarschuwt ondernemers voor ongewilde telefonie overstap

Inkopen en de sociale impact over de grens

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Aanvulling op Stakeholdersanalyse Duurzaam Inkopen Standpunten van politieke partijen over duurzaam inkopen. Februari 2010

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

Datum 4 december 2015 Betreft Beantwoording van vragen over misstanden in de nertsenhouderij en massale uitbreidingen door nertsenhouders

ISO 26000, wereldwijde MVO richtlijn

1 Kunt u zich de antwoorden herinneren van eerdere vragen over de import van groen gas? 1

1 Bent op de hoogte van de demonstratie op 14 april jl. in Brussel tegen de verdere liberalisering van de postsector?

1 Kent u het bericht dat kerncentrale Doel is stilgelegd wegens een mogelijk defect? 1

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

Datum 03 juli 2014 Betreft Beantwoording vragen over regeldruk in de kappersbranche en andere bedrijven in de ambachtseconomie

Datum 7 oktober 2015 Betreft Beantwoording vragen over arbeidsomstandigheden bij het Europees Octrooibureau

WIJ WILLEN LEREN WIJ WILLEN SPELEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Beantwoording vragen van de leden Gesthuizen en Van der Vlies over zondagsopenstelling

1 Heeft u kennisgenomen van het artikel De problematiek van blokverwarming; invoering per 1 januari 2014? 1

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 16 september 2013 Betreft Appreciatie Steenkooldialoog

ING ENVIRONMENTAL APPROACH

Internationaal ondernemen: maatschappelijk verantwoord met de OESO-richtlijnen

Datum 5 december 2018 Betreft Beantwoording vragen over natuurvernietiging die het gevolg is van de delving van mineralen voor energietransitie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014

Datum 6 oktober 2016 Betreft Beantwoording inbreng Schriftelijk Overleg Landbouw- en Visserijraad 10 oktober 2016

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Ministerie van Economische Zaken

Datum 20 juni 2018 Betreft Kamervragen van de leden Alkaya en Van Kent over minimumloon Sandd

Datum 18 augustus 2015 Betreft Beantwoording vragen van het lid Kuzu over De situatie van Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit FOUT: BRON VAN VERWIJZING NIET GEVONDEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

En die aandeelhouder dat bent u.

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aangenomen en overgenomen amendementen

Datum 5 juli 2013 Betreft Beantwoording vragen over de toepassing van artikel 6 van de Habitatrichtlijn

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 23 juni 2016 Betreft Mededinging en Duurzaamheid

Datum 26 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over de plannen van NAM om de put Vries-10 in Assen op te starten

Datum 4 april 2017 Betreft Beantwoording vragen over het faillissement van het Zeeuwse bedrijf Thermphos

MVO en OR. Welke rol voor de OR? Maatschappelijk verantwoord ondernemen met de OESO-richtlijnen. Catelene Passchier, Lid NCP Nederland

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 20 2594 AV Den Haag Postadres Postbus 20101 2500 EC Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Datum 26 april 2011 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/eleni Betreft Beantwoording vragen over kinderarbeid en onderbetaling van volwassenen bij cacao- en hazelnootproductie Geachte voorzitter, Bijlage(n) 1 Hierbij sturen wij u, mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de antwoorden toe op de vragen die zijn gesteld over kinderarbeid en onderbetaling van volwassenen bij cacao- en hazelnootproductie. De vragen zijn gesteld door de leden Voordewind (ChristenUnie), Dikkers (PvdA), Ouwehand (Partij voor de Dieren), Van Tongeren (GroenLinks), Gesthuizen (SP) en Dijkgraaf (SGP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de minister van Buitenlandse Zaken, ingezonden 8 april 2011 onder nummer 2011Z07428. (w.g.) dr. Henk Bleker (w.g.) dr. U. Rosenthal Staatssecretaris van Economische Minister van Buitenlandse Zaken Zaken, Landbouw en Innovatie Pagina 1 van 7

2011Z07428 1 Erkent u dat, gezien uw antwoorden op eerdere vragen dat individuele bedrijven onmogelijk een vuist kunnen maken, zowel Nederlandse hazelnootverwerkende bedrijven als grote in Nederland actieve bedrijven lid zijn van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en daarom samen een vuist kunnen maken? Deelt u de mening dat deze bedrijven verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor het aanpakken van kinderarbeid en uitbuiting in hun productieketen? 1 In ons antwoord van 15 december 2010 is aangegeven dat bedrijven zonder meer dienen te doen wat redelijkerwijs van hen mag worden verwacht om kinderarbeid in hun keten te bestrijden. Gezien het aantal betrokken productketens, de complexiteit van de individuele ketens en de door zijn omvang beperkte invloed van de Nederlandse hazelnootverwerkende industrie, zijn er beperkingen ten aanzien van wat in redelijkheid van de leden van de brancheorganisatie FNLI kan worden verwacht op het vlak van de uitbanning van kinderarbeid, waarvan in Turkije seizoensmigratie één van de meest bepalende elementen is. Mede omdat bedrijven in een markteconomie in beginsel niet kunnen worden gedwongen tot samenwerking, zijn wij op grond van de onder 2 weergegeven activiteiten van mening dat de leden van de FNLI hiermee invulling geven aan hun ketenverantwoordelijkheid. 2 Heeft de in de antwoorden genoemde follow-up met brancheorganisaties inmiddels plaatsgevonden? Zo ja, wat is de uitkomst van de gesprekken? Zo nee, wanneer vindt dit plaats? Er is regelmatig contact geweest met de brancheorganisatie FNLI. Naar aanleiding van de onderhavige kwestie heeft de FNLI het onderwerp kinderarbeid bij al haar leden urgent en actief onder de aandacht gebracht. Zij moedigt haar leden aan om in contracten met leveranciers een standaardclausule in te voegen die er zorg voor draagt dat hazelnoten die geleverd worden, zijn verkregen conform alle lokale en andere toepasbare wet- en regelgeving en in lijn met relevante internationale richtlijnen. De FNLI dringt er bij de leden op aan om de kwestie kinderarbeid grondig te onderzoeken en gepaste acties te ondernemen. Om dit te ondersteunen heeft de FNLI aan de leden de handleiding gestuurd Van Werk naar 1 Beantwoording vragen van de leden Gesthuizen en Irrgang (beiden SP) en Voordewind (ChristenUnie), vragen van het lid Ferrier (CDA), vragen van het lid Van Veldhoven-van der Meer (D66), vragen van het lid Braakhuis (GroenLinks) 2010Z15087, 2010Z15088, 2010Z15089, 2010Z15102 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2010/12/14/beantwoording-vragenkinderarbeid-bij-hazelnootpluk-in-turkije.html Pagina 2 van 7

School, Handleiding voor bedrijven om kinderarbeid te bestrijden van de Campagne Stop Kinderarbeid. Daarnaast heeft de FNLI deze kwestie geagendeerd binnen de Europese samenwerkingsverbanden van de levensmiddelenindustrie (CIAA), bij de Turkse zusterorganisatie van de FNLI en bij de Turkse overheid. Ook geeft FNLI namens de Nederlandse levensmiddelenindustrie actief input aan het bedrijvennetwerk kinderarbeid. De FNLI werkt momenteel aan een ketenanalyse op geaggregeerd brancheniveau om te analyseren welke focus en aanpak voor de bestrijding van kinderarbeid in de keten een effectieve vervolgstap zou zijn. Naar aanleiding van deze uitkomsten zal onder meer bekeken worden of aanvullende suggesties of adviezen aan de leden nodig zijn. 3 Hebben de bedrijven binnen het Initiatief Duurzame Handel (IDH)- bedrijvennetwerk kinderarbeid zich individueel uitgesproken dat zij zich actief inzetten voor bestrijding van kinderarbeid? Zo ja, werken deze bedrijven ook individueel aan verbeterprogramma s rondom kinderarbeid en slavenarbeid en kunt u dit rapporteren aan de Kamer? Bedrijven werken op twee manieren samen met IDH aan het bestrijden van kinderarbeid: via het Child Labour Platform, waar IDH een secretariële rol heeft, en via de IDH sectorale verbeterprogramma s. Het doel van het Child Labour Platform (CLP) is om bedrijven uit vijf verschillende risicosectoren ervaringen en kennis uit te laten wisselen ten aanzien van het bestrijden van kinderarbeid in hun productieketens om zo de bestrijding van kinderarbeid te verbeteren en te versnellen. Onervaren bedrijven kunnen leren van ervaren bedrijven. Met behulp van het UN Framework for Business and Human Rights van VN-Speciaal Vertegenwoordiger John Ruggie houdt het platform het beleid en de activiteiten van deelnemende bedrijven tegen het licht en trekt lessen uit de verschillen en overeenkomsten tussen beleid en activiteiten van de platformdeelnemers. Binnen de sectorale verbeterprogramma s in de sectoren cacao, thee, katoen, soja, natuursteen, kweekvis en toerisme is bestrijding van kinderarbeid een integraal onderdeel. Duurzame productie in de IDH-programma s wordt in het algemeen bepaald en getoetst door third party certification, waarbij producenten (en spelers verder in de handelsketen) worden gecertificeerd op basis van multistakeholder duurzaamheidstandaarden. Kinderarbeid is onderdeel van de standaarden (o.a. de UTZ- en Rainforest Alliance-standaarden in de cacao- en theeprogramma s, de RTRS-standaard in het soja programma, de BCI-standaard in het katoenprogramma en de Aquaculture Dialogue Standards in het kweekvisprogramma). Pagina 3 van 7

De kennis van IDH over sectorale verbeterprogramma s wordt benut in het CLP, alhoewel de bedrijven niet formeel hebben getekend voor de uitvoering van verbeterprogramma s op het gebied van kinderarbeid. Het CLP is ook niet bedoeld om te controleren wat de individuele bedrijven uiteindelijk doen met de kennis, maar bedrijven die er voor kiezen te participeren in het CLP geven hiermee aan daadwerkelijk te willen bijdragen aan de bestrijding van kinderarbeid in hun keten. In 2012 zal IDH een eindrapportage opstellen over de resultaten die het CLP heeft opgeleverd. Hierover zal de Kamer worden geïnformeerd. In 2012 zal het CLP bedrijvennetwerk worden gecontinueerd onder begeleiding van de UN Global Compact. 4 Bent u bereid de eis te stellen dat bedrijven ook individueel verbeterprogramma s moeten voeren en deze eis te koppelen aan deelname aan het IDH? Bent u bereid ook de voortgang van deze programma s te rapporteren aan de Kamer? Het IDH faciliteert maatschappelijke organisaties en bedrijven die uit eigen beweging bereid zijn ook zelf te investeren in het verduurzamen van hun ketens in de vorm van publiek-private partnerschappen. Hiermee wordt een stimulerend effect beoogd, waarbij het stellen van eisen niet goed past. De samenwerking is weliswaar vrijwillig, maar niet vrijblijvend. De bedrijven dienen zich te committeren in de gezamenlijk vastgelegde duurzaamheiddoelstellingen van een sectorprogramma. Het doel van deze programma s is te komen tot verbeteringen in de keten, dus ook het tegengaan van kinderarbeid. Het IDH rapporteert jaarlijks over de voortgang van haar sectorale programma s aan de hand van een uitgebreid monitoringprotocol. De Kamer zal worden geïnformeerd over de eindrapportage van het CLP, zoals opgemerkt onder vraag 3. In de eindrapportage zal zo mogelijk ook een beeld worden geschetst van de stand van zaken rond kinderarbeid in de sectorale programma s van IDH. In 2012 vindt een externe evaluatie plaats van het IDH, waarover de Kamer tevens zal worden geïnformeerd. Het CLP is gericht op het stimuleren en faciliteren van wederzijds leren en uitwisselen van ervaring en kennis, om daarmee de bedrijven te helpen hun strijd tegen kinderarbeid in hun productieketens te versnellen en te verbeteren. Ook aanbevelingen ten aanzien van de implementatie van maatregelen gericht op het voorkomen en het bestrijden van kinderarbeid zijn onderwerp van discussie, maar het CLP is niet opgericht om van de deelnemende bedrijven de implementatie van verbeterprogramma s te eisen. Het CLP heeft geen controlerende, maar een stimulerende en faciliterende functie. Het invoeren van verbeterprogramma s blijft de verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf; immers, zulke programma s vragen per type bedrijf en per sector om een specifiek passende aanpak. Pagina 4 van 7

De transitie naar duurzame productie en inkoop binnen de IDH-programma s vindt plaats op basis van certificering aan de hand van duurzaamheidcriteria. Uitbanning van kinderarbeid volgens de definitie van kinderarbeid van de ILO (ILO's Minimum Age Convention No. 138 and Worst Forms of Child Labour Convention No. 182) is belangrijk onderdeel van deze duurzaamheidcriteria. 5 Wat vindt u van de uitspraak van de directeur van Nestlé dat kinderarbeid niet volledig uit te bannen is en dat kinderarbeid geen probleem is zolang de kinderen ook toegang tot school hebben? Zou u een dergelijk standpunt binnen het IDH toestaan? 2 Zowel binnen het CLP als het IDH wordt kinderarbeid gedefinieerd op basis van de ILO-conventies 138 en 182. Werk dat door kinderen boven de 14 wordt uitgevoerd, beperkt blijft tot 12 uur per week, geen zwaar en gevaarlijk werk betreft en niet de schoolgang en ontwikkeling van het kind tegengaat, valt niet binnen de definitie van kinderarbeid op basis van deze conventies. De uitspraak van de directeur van Nestlé moet binnen het kader van deze definitie worden geplaatst, en is als zodanig niet strijdig met het standpunt over kinderarbeid binnen het IDH. 6 Deelt u de mening dat het bedrijvennetwerk kinderarbeid van het IDH geen multistakeholder aanpak is, omdat niet-gouvernementele organisaties geen deel uitmaken van dit netwerk? Bent u bereid dit te veranderen? Er is bewust gekozen voor een bedrijvennetwerk, waarbij peer learning centraal staat. Er is daarbinnen wel voorzien in een structuur voor actieve inbreng van de expertise van NGO s en andere stakeholders, zoals vakbonden. De FNV maakt deel uit van het bestuur van het bedrijvennetwerk. Een werkgroep van experts van NGO s geeft input en kritische feedback op de activiteiten van het CLP. Zo zijn zij nauw betrokken bij de vragen rondom gezamenlijke normzetting, welke activiteiten kunnen worden aangeduid als good practices en andere vergelijkbare discussies. Op deze wijze wil het CLP een multistakeholder aanpak bevorderen. 7 Wanneer heeft de in de beantwoording op eerdere vragen genoemde jaarlijkse Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)-dialoog tussen Turkije en Nederland plaatsgevonden? Wat is de inzet van Nederland en wat waren de uitkomsten van dit overleg? 2 http://www.theglobeandmail.com/life/the-hot-button/child-labour-free-cocoa-almost-impossible-nestl-headsays/article1953439/ Pagina 5 van 7

Dit overleg heeft nog niet plaats gevonden. SZW is voornemens dit zo mogelijk nog dit jaar aan de orde te stellen. 8 Zijn er al gevolgen te melden over de EU-Raadsconclusies over kinderarbeid? Wat is uw inzet op dit punt? Zoals aangegeven in de geactualiseerde mensenrechtenstrategie Verantwoordelijk voor vrijheid: mensenrechten in het buitenlands beleid, die de Kamer op 5 april jl. heeft ontvangen, blijft Nederland zich sterk maken voor universele ratificatie en wereldwijde implementatie van de vier fundamentele arbeidsnormen van de ILO, waaronder het verbod op kinderarbeid. Daarbij is aangegeven dat de regering haar inzet ook gestalte geeft via de EU omwille van de effectiviteit. De regering zal opvolging geven aan de EU-Raadsconclusies van juni 2010. Concreet betekent dit dat ter verdere stimulering van de EU-aanpak van kinderarbeid een expertbijeenkomst zal worden georganiseerd over de opvolging van de Raadsconclusies. De Raadsconclusies roepen de Europese Commissie onder meer op onderzoek te verrichten naar de ergste vormen van kinderarbeid in relatie tot handel en hierover voor eind 2011 te rapporteren. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen tijdens de eerder genoemde expertbijeenkomst gepresenteerd en besproken worden. Tijdens het European Multistakeholder Forum on Corporate Social Responsibility (CSR), dat de Europese Commissie in november 2010 organiseerde, is ook gesproken over hoe de Europese Commissie de lidstaten kan ondersteunen en hoe samengewerkt kan worden bij de bestrijding van kinderarbeid 3. De Mededeling over MVO die de Europese Commissie dit najaar zal uitbrengen, omvat naar verwachting eveneens nadere duiding over de verantwoordelijkheid van Europese bedrijven ten aanzien van het respecteren van mensenrechten. 9 Is al meer te melden over het initiatief van de Turkse kinderbescherming samen met de Internationaal Labour Organisation (ILO) en de Turkse ministeries van Arbeid en van Onderwijs om er voor te zorgen dat kinderen van seizoenarbeiders in de toekomst naar school kunnen? Ankara University rondt dit voorjaar een onderzoek af naar seizoensarbeid, waarbij ze tevens kijken naar de mogelijkheden voor kinderen om op afstand van 3 http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sustainable-business/files/csr/documents/stakeholder_forum/plenary- 2010/business_and_human_rights-final_en.pdf Pagina 6 van 7

hun woonplaats toch naar school te gaan. Verder is er binnen de Turkse overheid, onder leiding van het Ministerie van Arbeid, een interdepartementale werkgroep opgericht die zich buigt over deze materie. De Nederlandse ambassade in Ankara doet navraag bij de Turkse overheid over de voortgang en resultaten van dit initiatief. Pagina 7 van 7