Hierbij gaat voor de delegaties een compromistekst van het voorzitterschap betreffende het in hoofde genoemde voorstel.

Vergelijkbare documenten
NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0263/92. Amendement. Jens Gieseke, Gabriel Mato namens de PPE-Fractie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 179. Wetgeving. Wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 16 juli 2018.

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0238(COD)

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 83. Wetgeving. Wetgevingshandelingen. 62e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 25 maart 2019.

Publicatieblad van de Europese Unie

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0238(COD) Ontwerpverslag Ulrike Rodust (PE594.

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie visserij. Rapporteur: Alain Cadec A8-0149/2018

Voorstel voor een verordening (COM(2018)0149 C8-0126/ /0074(COD) Door de Commissie voorgestelde tekst

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PE-CONS 15/1/16 REV 1 NL

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

3.7 De aanlandplicht in 2018

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 februari 2015 (OR. en)

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 172. Wetgeving. Wetgevingshandelingen. 62e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 26 juni 2019.

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENING (EU) 2017/1398 VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

02013R1380 NL

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Informatiebulletin Visserij December 2018

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

Publicatieblad van de Europese Unie

h) Rechtsbasis: Artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2014 (OR. en) 7911/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0079 (NLE) PECHE 147

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vangstadviezen van ICES voor 2015

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 april 2005 (29.04) (OR. en) 8258/05 PECHE 78

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 januari 2015 (OR. en)

ICES adviezen Noordzee visserij 2018

A7-0440/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

P7_TA-PROV(2013)0358 Maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal ***I

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat de vangstmogelijkheden voor Europese zeebaars betreft

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Visvangst in de Noordzee,

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD))

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 april 2011 (OR. en) 8202/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0392 (NLE) PECHE 84

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

12007/3/13 REV 3 ADD 1 sm 1 DQPG

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

14173/15 ADD 1 oms/gra/jg 1 DPG

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 150/93 RICHTLIJNEN

Vangstadviezen van ICES voor 2016 in de Noordzee

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

9249/06 CS/lg DG B III

EUROPEES PARLEMENT. Commissie visserij. Voorstel voor een verordening (COM(2003) 237 C5-0237/ /0090(CNS))

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 oktober 2014 (OR. en)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

RICHTLIJN 2013/56/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BIJLAGEN. bij het. voorstel voor een verordening van de Raad

Ministerie van Economische Zaken Pagina 1 van 12

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 698 final - Annexes 2 to 8.

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 oktober 2014 (OR. en)

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0381/320. Amendement. Gabriel Mato namens de PPE-Fractie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0238 (COD) 7339/17 PECHE 106 CODEC 399 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad nr. vorig doc.: ST 11636/16 + ADD 1, 2 PECHE 293 CODEC 1142 IA 62 Betreft: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad - Compromisvoorstel van het voorzitterschap Hierbij gaat voor de delegaties een compromistekst van het voorzitterschap betreffende het in hoofde genoemde voorstel. De overwegingen zullen in een later stadium worden besproken en dienovereenkomstig gewijzigd. Afhankelijk van het resultaat van de besprekingen over de ontwerpverordening inzake technische maatregelen kan het nodig zijn een extra bepaling tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad 1 in de huidige verordening op te nemen vóór de definitieve vaststelling ervan, teneinde mogelijk te maken dat op basis van artikel 9 ervan vastgestelde gedelegeerde handelingen afwijken van Verordening (EG) nr. 850/98. 1 Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1-36). 7339/17 dau/gra/sv 1 DG B 2A NL

BIJLAGE ( ) HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Ontwerp VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een meerjarenplan voor bepaalde demersale bestanden in de Noordzee, en daaraan grenzende wateren, en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot vastlegging van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting in de Noordzee en in alle overige wateren van de Unie en van buiten de Unie die niet onder de soevereiniteit of de jurisdictie van derde landen vallen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied 1. Bij deze verordening wordt een meerjarenplan (hierna "het plan") vastgesteld voor de volgende demersale bestanden in wateren van de Unie van [...] de Noordzee (ICES-zones IIa, IIIa en IV) en daaraan grenzende wateren [...] en de visserijen die de betrokken [...] bestanden exploiteren: 7339/17 dau/gra/sv 2

a) kabeljauw (Gadus morhua) in deelgebied IV en de sectoren VIId en IIIa West (Noordzee, oostelijk deel van het Kanaal, Skagerrak) (hierna "Noordzeekabeljauw"); b) schelvis (Melanogrammus aeglefinus) in deelgebied IV en de sectoren VIa en IIIa West (Noordzee, gebied ten westen van Schotland, Skagerrak) (hierna "schelvis"); c) schol (Pleuronectes platessa) in deelgebied IV (Noordzee) en sector IIIa (Skagerrak) (hierna "Noordzeeschol"); d) zwarte koolvis (Pollachius virens) in de deelgebieden IV en VI en sector IIIa (Noordzee, Rockall en gebied ten westen van Schotland, Skagerrak en Kattegat) (hierna "zwarte koolvis"); e) tong (Solea solea) in deelgebied IV (Noordzee) (hierna "Noordzeetong"); f) tong (Solea solea) in sector IIIa en de subsectoren 22 24 (Skagerrak en Kattegat, westelijk deel van de Oostzee) (hierna "Kattegattong"); g) wijting (Merlangius merlangus) in deelgebied IV en sector VIId (Noordzee, oostelijk deel van het Kanaal) (hierna "Noordzeewijting"); x) Zeeduivel (Lophius piscatorius) in sector IIIa (Skagerrak en Kattegat) en deelgebieden IV (Noordzee) en VI (gebied ten westen van Schotland en Rockall); x) Noordse garnaal (Pandalus borealis) in sectoren IVa Oost en IIIa; x) Nephrops in sector IIIa (FU 3-4); 7339/17 dau/gra/sv 3

x) Nephrops in deelgebied IV (Noordzee) per FU: - Nephrops in Botney Gut-Silver Pit (FU 5); - Nephrops in Farn Deeps (FU 6); - Nephrops in Fladen Ground (FU 7); - Nephrops in Firth of Forth (FU 8); - Nephrops in Moray Firth (FU 9); - Nephrops in Noup (FU 10); - Nephrops in de Noorse trog (FU 32); - Nephrops in Horns Rev (FU 33); - Nephrops in Devil's Hole (FU 34). 2.[...] x. Deze verordening is ook van toepassing op bijvangsten in het kader van de visserij op de in lid 1 genoemde bestanden. xx. Deze verordening bevat ook nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting voor alle soorten die in artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden genoemd (andere dan de reeds in de leden 1 en x van dit artikel genoemde bestanden). 7339/17 dau/gra/sv 4

xxx. Wanneer de Commissie op basis van wetenschappelijk advies, of op verzoek van de betrokken lidstaten, van oordeel is dat de in lid 1 opgenomen lijst moet worden gewijzigd, kan zij een voorstel tot herziening van die lijst indienen. Artikel 2 Definities Met het oog op de toepassing van deze verordening gelden naast de definities die zijn vastgesteld in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad, artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad, de volgende definities: (1) "demersale bestanden": de rondvis- en platvissoorten, [...] langoustines en Noordse garnalen die op of in de nabijheid van de bodem van de waterkolom leven; (2) "groep 1": de [...] demersale bestanden waarvoor in dit plan F MSY -bandbreedtes en vrijwaringsmaatregelen inzake biomassa zijn vastgesteld, als genoemd in bijlagen I en II. [...]: a) [...] b) [...] c) [...] d) [...] 7339/17 dau/gra/sv 5

[...]e) [...] f) [...] g) [...] (3) "groep 2": de [...] functionele eenheden (FU) langoustine (Nephrops norvegicus) waarvoor in dit plan streefdoelen zijn bepaald als F MSY -bandbreedtes en vrijwaringsmaatregelen inzake abundantie, als genoemd in bijlagen I en II. i) [...] ii) [...] (4) [...] (5) [...] (6) [...] (7) [...] 7339/17 dau/gra/sv 6

(8) [...] (9) "totaal toegestane vangst" (TAC): de hoeveelheid van elk bestand die in een jaar mag worden gevangen; (10) "MSY B trigger ": het referentiepunt voor paaibiomassa waaronder specifieke en passende beheersmaatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de exploitatieniveaus in combinatie met natuurlijke variaties de bestanden herstellen boven een niveau dat op de lange termijn MSY kan opleveren. HOOFDSTUK II DOELSTELLINGEN Artikel 3 Doelstellingen 1. Het plan draagt bij tot de verwezenlijking van de in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 genoemde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, met name door middel van de toepassing van de voorzorgsbenadering bij het visserijbeheer, en beoogt ervoor te zorgen dat de levende mariene biologische rijkdommen zodanig worden geëxploiteerd dat de populaties van de geoogste soorten worden hersteld en gehandhaafd boven een niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. 2. Het plan draagt bij tot het uitbannen van teruggooi door ongewenste vangsten zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken, alsook tot de tenuitvoerlegging van de bij artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingestelde aanlandingsverplichting voor de onder deze verordening vallende bestanden waarvoor vangstbeperkingen gelden. 7339/17 dau/gra/sv 7

3. Het plan past de ecosysteemgerichte benadering toe op het visserijbeheer teneinde ervoor te zorgen dat de negatieve gevolgen van visserijactiviteiten voor het mariene ecosysteem tot een minimum worden beperkt. Het is in overeenstemming met de milieuwetgeving van de Unie, met name met de in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2008/56/EG vastgestelde doelstelling om uiterlijk in 2020 een goede milieutoestand te bereiken. 4. Het plan heeft met name ten doel: a) ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de in beschrijvend element 3 van bijlage I bij Richtlijn 2008/56/EG beschreven voorwaarden, en b) bij te dragen tot de vervulling van de beschrijvende elementen in bijlage I bij Richtlijn 2008/56/EG, in verhouding tot de rol die visserijen voor de vervulling ervan spelen. x. Maatregelen in het kader van het plan worden in overeenstemming met de best beschikbare wetenschappelijke adviezen getroffen. HOOFDSTUK III STREEFDOELEN Artikel 4 Streefdoelen voor de groepen 1 en 2 1. De visserijsterfte voor de bestanden van de groepen 1 en 2 bereikt het streefdoel zo spoedig mogelijk en, op basis van een geleidelijke toename, uiterlijk in 2020 en wordt daarna gehandhaafd binnen de in bijlage I vermelde bandbreedtes. 2. Conform artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 zijn de vangstmogelijkheden in overeenstemming met de streefbandbreedtes voor de visserijsterfte die zijn opgenomen in kolom A van bijlage I bij de onderhavige verordening. 7339/17 dau/gra/sv 8

3. Onverminderd de leden 1 en 2 kunnen de vangstmogelijkheden worden vastgesteld op niveaus die overeenkomen met lagere visserijsterfteniveaus dan die welke in kolom A van bijlage I zijn opgenomen. 4. Onverminderd de leden 2 en 3 kunnen de vangstmogelijkheden voor een bestand worden vastgesteld in overeenstemming met de bandbreedtes voor de visserijsterfte als opgenomen in kolom B van bijlage I, mits het betrokken bestand zich bevindt boven het in kolom A van bijlage II opgenomen referentiepunt voor minimumpaaibiomassa: a) indien dat op grond van wetenschappelijk advies of bewijs noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 3 in het geval van gemengde visserijen; b) indien dat op grond van wetenschappelijk advies of bewijs noodzakelijk is om ernstige schade aan een bestand als gevolg van wisselwerkingen binnen of tussen soorten te beperken, of c) om schommelingen in de vangstmogelijkheden tussen opeenvolgende jaren tot ten hoogste 20 % te beperken. x. Wanneer de Commissie op basis van wetenschappelijk advies van oordeel is dat de doelstellingen van het plan niet langer op een correcte manier tot uiting komen in de bandbreedtes voor de visserijsterfte in bijlage I, kan zij bij wijze van urgentie een voorstel tot herziening van die bandbreedtes indienen. xx. De vangstmogelijkheden worden in elk geval zodanig vastgesteld dat de waarschijnlijkheid dat de paaibiomassa onder het grensreferentiepunt voor biomassa (B lim ) vermeld in kolom B van bijlage II daalt, minder dan 5 % bedraagt. Artikel 5 [...] Beheer van bijvangstbestanden 1. [...] 7339/17 dau/gra/sv 9

2. [...] Beheersmaatregelen, met inbegrip van, in voorkomend geval, vangstmogelijkheden voor de in artikel 1, punt x), bedoelde bestanden, worden vastgesteld met inachtneming van de best beschikbare wetenschappelijke adviezen en in overeenstemming met de doelstellingen van artikel 3. x. In voorkomend geval kan bij gemengde visserij overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening nr. 1380/2013 in die beheersmaatregelen rekening worden gehouden met het feit dat het moeilijk is voor alle bestanden tegelijkertijd het beginsel van de maximale duurzame opbrengst in acht te nemen. In dergelijke gevallen kan de voorzorgsbenadering worden toegepast, mede door gebruik van de in artikel 9 bedoelde maatregelen. Artikel 6 [...] HOOFDSTUK IV VRIJWARINGSMAATREGELEN Artikel 7 Instandhoudingsreferentiepunten voor de groepen 1 en 2 De instandhoudingsreferentiepunten voor de bescherming van de volledige reproductiecapaciteit van de betrokken bestanden, zijn opgenomen in bijlage II: 7339/17 dau/gra/sv 10

a) de minimumpaaibiomassa (MSY B trigger ) voor visbestanden; b) de grenspaaibiomassa (B lim ) voor visbestanden; c) de minimumabundantie (Abundance buffer ) voor langoustine; d) de grensabundantie (Abundance limit ) voor langoustine. Artikel 8 Vrijwaringsmaatregelen voor de groepen 1 en 2 1. Wanneer wetenschappelijk advies erop wijst dat de paaibiomassa van een bestand van groep 1 voor een bepaald jaar lager is dan MSY B trigger of dat de abundantie van een functionele eenheid in groep 2 lager is dan Abundance buffer als opgenomen in kolom A van bijlage II, worden alle passende herstelmaatregelen vastgesteld om te waarborgen dat het betrokken bestand of de betrokken functionele eenheid snel terugkeert boven het niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. In het bijzonder worden, in afwijking van artikel 4, lid 2, de vangstmogelijkheden vastgesteld op een niveau dat overeenkomt met een visserijsterfte die is teruggebracht op een waarde onder de in kolom [...] B van bijlage I opgenomen bandbreedte, rekening houdend met de afname van de biomassa of de abundantie. 2. Wanneer wetenschappelijk advies erop wijst dat de paaibiomassa van een betrokken bestand lager is dan B lim of dat de abundantie van een functionele eenheid langoustine lager is dan Abundance limit als opgenomen in kolom B van bijlage II, worden aanvullende herstelmaatregelen genomen om te waarborgen dat het betrokken bestand of de betrokken functionele eenheid snel terugkeert boven het niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. In het bijzonder kunnen [...] deze herstelmaatregelen, in afwijking van artikel 4, leden 2 en 4, inhouden dat de gerichte visserij op het betrokken bestand of de betrokken functionele eenheid wordt opgeschort en de vangstmogelijkheden op passende wijze worden verlaagd. x. De in dit artikel bedoelde herstelmaatregelen kunnen bestaan in: 7339/17 dau/gra/sv 11

a) maatregelen van de Commissie bij een ernstige bedreiging voor de biologische rijkdommen van de zee overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1380/2013; b) noodmaatregelen van de lidstaten overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1380/2013, c) maatregelen krachtens artikelen 9 en 11 van deze verordening. xx. De keuze van in dit artikel bedoelde maatregelen wordt bepaald door de aard, de ernst, de duur en de herhaling van de situatie waarin de paaibiomassa zich onder de in bijlage II opgenomen niveaus bevindt. xxx. Wanneer de Commissie op basis van wetenschappelijk advies van oordeel is dat de doelstellingen van het plan niet langer op een correcte manier tot uiting komen in de instandhoudingsreferentiepunten in bijlage II, mag zij met spoed een voorstel tot herziening van de instandhoudingsreferentiepunten indienen. Artikel 9 Specifieke instandhoudingsmaatregelen [...] Wanneer luidens wetenschappelijk advies herstelmaatregelen nodig zijn voor de instandhouding van een in artikel 1, leden 1 en x), genoemd demersaal bestand [...], is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 18 van de onderhavige verordening en artikel 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gedelegeerde handelingen vast te stellen. Deze gedelegeerde handelingen kunnen de onderhavige verordening aanvullen met regels met betrekking tot: a) de kenmerken van het vistuig, met name de maaswijdte, de haakgrootte, de constructie van het vistuig, de twijndikte en de afmetingen van het vistuig of het gebruik van voorzieningen voor selectiviteit, om de selectiviteit te waarborgen of te verbeteren; 7339/17 dau/gra/sv 12

b) het gebruik van het vistuig, met name de onderwatertijd en de diepte waarop het vistuig wordt ingezet, om de selectiviteit te waarborgen of te verbeteren; c) een verbod op of beperking van het vissen in specifieke gebieden, om paaiende en jonge vis of vis die kleiner is dan de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte of andere soorten dan de doelvissoorten te beschermen; d) een verbod op of beperking van het vissen of het gebruik van bepaalde soorten vistuig gedurende specifieke perioden, om paaiende vis of vis die kleiner is dan de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte of andere soorten dan de doelvissoorten te beschermen; e) minimuminstandhoudingsreferentiegrootten, om jonge exemplaren van mariene organismen te beschermen; f) andere kenmerken gerelateerd aan selectiviteit. Artikel 10 [...] Vangstmogelijkheden 1. [...]. Wanneer de lidstaten de voor hen beschikbare vangstmogelijkheden toegewezen krijgen, houden zij rekening met de waarschijnlijke samenstelling van de vangst van vaartuigen die aan gemengde visserij deelnemen. 2. Onverminderd artikel 8 kan [...] de TAC voor het langoustinebestand in de ICES-zones IIa en IV de som zijn van de vangstbeperkingen voor de functionele eenheden en voor de statistische rechthoeken buiten de functionele eenheden. 7339/17 dau/gra/sv 13

HOOFDSTUK V BEPALINGEN IN VERBAND MET DE AANLANDINGSVERPLICHTING Artikel 11 Bepalingen in verband met de aanlandingsverplichting [...] De Commissie is bevoegd om [...] overeenkomstig artikel 18 van de onderhavige verordening en artikel 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gedelegeerde handelingen vast te stellen. Voor de in artikel 1, leden 1 en x, bedoelde demersale bestanden kunnen die gedelegeerde handelingen de onderhavige verordening aanvullen met regels met betrekking tot: a) vrijstellingen van de toepassing van de aanlandingsverplichting voor soorten met een wetenschappelijk aangetoonde hoge overlevingskans, rekening houdend met de kenmerken van het vistuig, van de visserijpraktijken en van het ecosysteem, om de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting te faciliteren, en b) de-minimisvrijstellingen, om de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting te faciliteren; die de-minimisvrijstellingen worden verleend voor in artikel 15, lid 5, onder c), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde gevallen, overeenkomstig de voorwaarden van dat artikel; c) specifieke bepalingen betreffende het documenteren van vangsten, in het bijzonder met het oog op het toezicht op de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting, en d) het vaststellen van minimuminstandhoudingsreferentiegrootten, om jonge exemplaren van mariene organismen te beschermen. x. De in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen dragen bij aan de verwezenlijking van de doelstellingen in artikel 3. 7339/17 dau/gra/sv 14

[Hoofdstuk VI Regionalisering is verplaatst na artikel xx3 om te garanderen dat de regionalisering voor de drie bevoegdheden (artikelen 9, 11 en xx3) geldt] HOOFDSTUK VII [...] TOEGANG TOT WATEREN EN VISBESTANDEN Artikel XX1 Vismachtigingen en capaciteitsmaxima 1. Voor elke van de in artikel 1, lid 1, bedoelde ICES-zone geeft elke lidstaat vismachtigingen af overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad voor vaartuigen die zijn vlag voeren, en die in dat gebied vissen. In die vismachtigingen kunnen de lidstaten ook de in kw uitgedrukte totale capaciteit beperken van de vaartuigen die met specifiek vistuig vissen. 2. Voor kabeljauw in het oostelijke deel van het Kanaal (ICES-sector VIId), is, onverminderd de in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde capaciteitsmaxima, de in kw uitgedrukte totale capaciteit van de vaartuigen die overeenkomstig lid 1 van dit artikel afgegeven vismachtigingen hebben, niet groter dan de maximumcapaciteit van de vaartuigen die in 2006 of 2007 in de betrokken ICES-zone visten met een van de volgende vistuigen: a) bodemtrawls en zegens (OTB, OTT, PTB, SDN, SSC, SPR) met een maaswijdte: i) gelijk aan of groter dan 100 mm; ii) gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm; iii) gelijk aan of groter dan 16 mm en kleiner dan 32 mm; 7339/17 dau/gra/sv 15

b) boomkorren (TBB) met een maaswijdte: i) gelijk aan of groter dan 120 mm; ii) gelijk aan of groter dan 80 mm en kleiner dan 120 mm; c) kieuwnetten, warrelnetten (GN); d) schakelnetten (GT); e) beuglijnen (LL). 3. Iedere lidstaat stelt een lijst op van de vaartuigen die een in lid 1 bedoelde vismachtiging hebben, houdt deze lijst bij en stelt deze via zijn officiële website beschikbaar voor de Commissie en de overige lidstaten. Artikel 13 [...] Artikel 14 [...] 7339/17 dau/gra/sv 16

2.[...] a) [...] b) [...] c) [...] d) [...] Artikel 15 [...] Artikel 16 [...] 7339/17 dau/gra/sv 17

a) [...] b) [...] c) [...] d) [...] HOOFDSTUK XX1 BEHEER VAN BESTANDEN VAN GEMEENSCHAPPELIJK BELANG Artikel XX2 Beginselen en doelstellingen van het beheer van bestanden van gemeenschappelijk belang voor de Unie en derde landen Indien bestanden van gemeenschappelijk belang ook worden geëxploiteerd door derde landen, pleegt de Unie met die derde landen overleg teneinde ervoor te zorgen dat die bestanden op duurzame wijze worden beheerd conform deze verordening en de in artikel 3 neergelegde doelstellingen. Bij gebreke van een formeel akkoord stelt de Unie alles in het werk om tot gemeenschappelijke regelingen voor het bevissen van deze bestanden te komen teneinde duurzaam beheer mogelijk te maken, waarbij gelijke voorwaarden voor de marktdeelnemers van de Unie worden bevorderd. 7339/17 dau/gra/sv 18

HOOFDSTUK VIII FOLLOW-UP Artikel 17 Evaluatie van het plan Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en daarna om de vijf jaar ziet de Commissie erop toe dat een evaluatie plaatsvindt van de gevolgen van het plan voor de onder deze verordening vallende bestanden en voor de visserijen die deze bestanden exploiteren. Zij legt de resultaten van deze evaluatie over aan het Europees Parlement en de Raad. De Commissie kan op een vroegere datum verslag uitbrengen, indien dit door alle betrokken lidstaten of haarzelf noodzakelijk wordt geacht. 7339/17 dau/gra/sv 19

HOOFDSTUK XX2 NADERE BEPALINGEN TER UITVOERING VAN DE AANLANDINGSVERPLICHTING IN DE NOORDZEE EN IN ALLE OVERIGE WATEREN VAN DE UNIE EN VAN BUITEN DE UNIE DIE NIET ONDER DE SOEVEREINITEIT OF DE JURISDICTIE VAN DERDE LANDEN VALLEN Artikel XX3 Bepalingen in verband met de aanlandingsverplichting in de Noordzee en in alle overige wateren binnen of buiten de Unie die niet onder de soevereiniteit of de jurisdictie van derde landen vallen 1. Bij artikel 15, lid 1, van Verordening nr. 1380/2013 wordt een aanlandingsverplichting vastgesteld voor alle vangsten van bepaalde soorten in bepaalde visserijen en geografische gebieden. Onverminderd artikel 15, lid 6, van Verordening nr. 1380/2013 is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 18 van de onderhavige verordening en artikel 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gedelegeerde handelingen vast te stellen. Die gedelegeerde handelingen kunnen de onderhavige verordening voor de in artikel 1, lid xxx), bedoelde soorten en gebieden aanvullen met regels met betrekking tot: a) vrijstellingen van de toepassing van de aanlandingsverplichting voor soorten met een wetenschappelijk aangetoonde hoge overlevingskans, rekening houdend met de kenmerken van het vistuig, van de visserijpraktijken en van het ecosysteem, om de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting te faciliteren, en b) de-minimisvrijstellingen, om de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting te faciliteren; die de-minimisvrijstellingen worden verleend voor in artikel 15, lid 5, punt c), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde gevallen, overeenkomstig de voorwaarden van dat artikel; 7339/17 dau/gra/sv 20

c) specifieke bepalingen betreffende het documenteren van vangsten, in het bijzonder met het oog op het toezicht op de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting, en d) het vaststellen van minimuminstandhoudingsreferentiegrootten, om jonge exemplaren van mariene organismen te beschermen. HOOFDSTUK [...] XX3 REGIONALISERING Artikel [...] XX4 Regionale samenwerking 1. Artikel 18, leden 1 tot en met 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is van toepassing op de in de artikelen [...] 9, [...] 11 en xx3 van de onderhavige verordening genoemde maatregelen. 2. Voor de toepassing van lid 1 van het onderhavige artikel kunnen lidstaten met een rechtstreeks belang bij het beheer gemeenschappelijke aanbevelingen indienen overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, voor de eerste keer niet later dan twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens twaalf maanden na elke indiening van een evaluatie van het plan overeenkomstig artikel 17. De lidstaten kunnen dergelijke aanbevelingen ook indienen wanneer zij dat noodzakelijk achten, met name wanneer de toestand van een van de bestanden waarop deze verordening van toepassing is, plotseling verandert. Gemeenschappelijke aanbevelingen inzake maatregelen betreffende een bepaald kalenderjaar worden [...] in het voorgaande jaar ingediend zodra zij beschikbaar zijn. 7339/17 dau/gra/sv 21

3. De bij de artikelen 9, [...] 11 en xx3 van de onderhavige verordening toegekende bevoegdheden laten de bevoegdheden die krachtens andere bepalingen van het Unierecht, onder andere bij Verordening (EU) nr. 1380/2013, aan de Commissie zijn verleend, onverlet. HOOFDSTUK IX PROCEDURELE BEPALINGEN Artikel 18 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in de artikelen 9, [...] 11 en xx3 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar stelt de Commissie een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen 9, [...] 11 en xx3 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 7339/17 dau/gra/sv 22

4. Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn vastgesteld in het interinstitutioneel akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven 2. 5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 6. Een overeenkomstig de artikelen 9 en 11 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie voor het verstrijken van die termijn heeft medegedeeld daartegen geen bezwaar te zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. HOOFDSTUK X SLOTBEPALINGEN Artikel XX5 Steun van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij Maatregelen voor tijdelijke stopzetting die zijn vastgesteld om de doelstellingen van het plan te verwezenlijken, worden voor de toepassing van artikel 33, lid 1, punten a) en c), van Verordening (EU) nr. 508/2014 als tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten beschouwd. 2 Interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over beter wetgeven. 7339/17 dau/gra/sv 23

Artikel 19 Intrekkingen 1. De Verordeningen (EG) nr. 1342/2008 en (EG) nr. 676/2007 worden ingetrokken. 2. Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar deze verordening. Artikel 20 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement De voorzitter Voor de Raad De voorzitter 7339/17 dau/gra/sv 24

BIJLAGEN [ ] bij Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad BIJLAGE I Streefdoel voor de visserijsterfte (als bedoeld in artikel 4) 1. Groep 1 Bestand Streefbandbreedte voor de visserijsterfte die consistent is met het bereiken van de maximale duurzame opbrengst (F MSY ) Kolom A Kolom B Noordzeekabeljauw 0,22 0,33 0,33 0,49 Schelvis 0,25 0,37 0,37 0,52 Noordzeeschol 0,13 0,19 0,19 0,27 Zwarte koolvis [...] 0,21 [...] 0,36 [...] 0,36 [...] 0,49 7339/17 dau/gra/sv 25

Noordzeetong 0,11 0,20 0,20 0,37 Kattegattong 0,19 [...] 0,23 [...] 0,23 0,26 Noordzeewijting [...] p.m. [...] p.m. Zeeduivel in sector IIIa en deelgebieden IV en VI Noordse garnaal [...] in sectoren IVa Oost en IIIa p.m. p.m. p.m. p.m. 7339/17 dau/gra/sv 26

2. Groep 2 Functionele eenheid langoustine (FU) Streefbandbreedte voor de visserijsterfte die consistent is met het bereiken van de maximale duurzame opbrengst (F MSY ) (als vangstniveau) Kolom A Kolom B Sector IIIa FU 3 en 4 0,056 0,079 0,079 0,079 Farn Deeps FU 6 0,07 0,081 0,081 0,081 Fladen Ground FU 7 0,066 0,075 0,075 0,075 Firth of Forth FU 8 0,106 0,163 0,163 0,163 Moray Firth FU 9 0,091 0,118 0,118 0,118 Botney Gut-Silver Pit FU 5 p.m. p.m. Noup FU 10 p.m. p.m. Noorse trog FU 32 p.m. p.m. Horns Rev FU 33 p.m. p.m. Devil's Hole FU 34 p.m. p.m. 7339/17 dau/gra/sv 27

BIJLAGE II Instandhoudingsreferentiepunten (als bedoeld in artikel 7) 1. Groep 1 Bestand Referentiepunt voor de minimumpaaibiomassa (ton) (MSY B trigger ) Kolom A Referentiepunt voor de grensbiomassa (ton) (B lim ) Kolom B Noordzeekabeljauw 165 000 118 000 Schelvis 88 000 63 000 Noordzeeschol 230 000 160 000 Zwarte koolvis [...] 150 000 106 000 Noordzeetong 37 000 26 300 Kattegattong 2 600 1 850 Noordzeewijting [...] p.m. [...] p.m. Zeeduivel in sector IIIa en deelgebieden IV en VI Noordse garnaal [...] in sectoren IVa Oost en IIIa [...] p.m. p.m. p.m. p.m. 7339/17 dau/gra/sv 28

2. Groep 2 Functionele eenheid langoustine Referentiepunt voor de minimumabundantie (miljoen) (Abundance buffer ) Kolom A Referentiepunt voor de grensabundantie (miljoen) (Abundance limit ) Kolom B Sector IIIa FU 3 en 4 n.v.t. n.v.t. Farn Deeps FU 6 999 858 Fladen Ground FU 7 3583 2767 Firth of Forth FU 8 362 292 Moray Firth FU 9 262 262 Botney Gut-Silver Pit FU 5 p.m. p.m. Noup FU 10 p.m. p.m. Noorse trog FU 32 p.m. p.m. Horns Rev FU 33 p.m. p.m. Devil's Hole FU 34 p.m. p.m. 7339/17 dau/gra/sv 29