GEBRUIKERS- en INSTALLATIEHANDLEIDING Compact Transformator Station type Diabolo, vanaf bouwjaar 2004 ATTENTIE Voor u ligt de gebruikers- en installatiehandleiding van de Alfen Diabolo transformatorstations. Bent u niet (goed) bekend met de techniek van hoogspanning en laagspanning en de bijkomende eisen en normen, lees dan eerst het (algemene) informatieboekje goed door. Het informatieboekje geeft algemene informatie over deze zaken. In dit document worden de aspecten beschreven die nodig zijn voor een technisch correcte installatie van het station en een dagelijks veilig gebruik van het transformatorstation. Het is van groot belang dat u dit document goed doorleest en dat na het lezen ervan de inhoud u duidelijk is. Mocht u na het lezen van dit document nog vragen hebben, neem dan contact op met Alfen.
1. Inleiding... 3 2. Technische Specificaties... 4 2.1 IDENTIFICATIE STATION... 4 2.2 ONTWERPCRITERIA... 4 2.3 CRITERIA EN PRESTATIES... 5 3 Veiligheid... 5 3.1 VEILIGHEID ALGEMEEN... 5 3.2 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN... 5 3.3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN... 6 4 Conformiteitverklaring Diabolo transformatorstation... 7 5 Transport en Installatie... 8 5.1 TRANSPORT EN HIJSEN... 8 5.2 INSTALLATIE VAN HET TRANSFORMATORSTATION... 8 6 Inbedrijfstellen, onderhoud, storing, reparatie... 10 6.1 IN BEDRIJF STELLEN... 10 6.2 ONDERHOUD... 10 6.3 STORING EN REPARATIE... 10 7 Demontage, verwijderen... 10 Notities... 11 Contact... 12 copyright ALFEN bv, Almere 2004/2005/2006/2007 Niets uit deze documentatie mag worden gereproduceerd in welke vorm dan ook zonder toestemming van Alfen B.V. Uitgezonderd delen die bedoeld zijn om te reproduceren ten behoeve van het gebruik van deze documentatie zoals verkorte instructies en aanduidingen op de transformatorstations. Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 2 van 12 Beheerder : BB
1. Inleiding Een transformatorstation is opgebouwd uit de volgende modules: Betonnen behuizing met een betonnen dak; Vermogenstransformator; Een hoogspannings- en laagspanningsschakelunit; Serviceverlichting en outlet. Het transformatorstation kan worden voorzien van een fysieke en een elektrische scheiding aangebracht tussen het hoogspannings- en laagspanningsgedeelte. E.e.a. is terug te vinden op de keuringsbladen. Het hoogspanningsgedeelte (>1000 V) van het transformatorstation valt onder de hoogspanningsrichtlijn (NEN 3840). De transformator zelf valt door het besluit van de Cotrel (Committee of Associates of European Transformer Manufacturers) buiten de CE richtlijnen. De laagspanningsverdeler, verlichting, aarding vallen onder de laagspanningsrichtlijn (NEN 3140). Alle in deze gebruikershandleiding genoemde aanwijzingen dienen door de klant opgevolgd te worden. Het niet voldoen aan, of afwijken van, deze aanwijzingen kan gevolgen hebben voor de veiligheid en de technische werking van het transformatorstation. BELANGRIJK De fabrikant is niet aansprakelijk voor onveilige situaties, ongevallen en schades, die het gevolg zijn van: Het negeren van waarschuwingen of voorschriften zoals weergegeven op de installatie, de machine of in de gebruikshandleiding; Oneigenlijk gebruik en ondeskundigheid van de installateur en/of de gebruiker; Onvoldoende en / of verkeerd onderhoud; Schakelhandelingen uitgevoerd door personen die niet door de installatieverantwoordelijke hiervoor zijn bevoegd; Gebruik voor andere toepassingen dan beschreven in de gebruikershandleiding; Wijzigingen aan de installatie door derden. Hieronder valt ook het toepassen van andere dan voorgeschreven vervangingsonderdelen. Zie voor de eisen welke aan gekwalificeerd personeel worden gesteld de NEN 3140 en NEN 3840. Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 3 van 12 Beheerder : BB
2. Technische Specificaties Zie het interne keuringsblad (bijlage) en testrapport transformatorfabrikant. Voor afmetingen en gewichten verwijzen wij u naar de bijlagen. Elektrische schema s zijn ook in de bijlagen terug te vinden. 2.1 Identificatie station In elk station bevindt aan de binnenzijde van de deur een typeplaatje, zoals hieronder is aangegeven. Indien u vragen heeft over het aan u geleverde station, gelieve het Objectnr. of Oorsprong te vermelden. U vindt deze informatie aan de binnenzijde van de rechterdeur(en) in het transformatorstation. 2.2 Ontwerpcriteria Het ontwerp van de transformatorstations is gebaseerd op een groot aantal normen. De meest bekende zijn: - IEC 62271-202 - IEC 62271-200 - IEC 60439-1 - EN 50110-1 - NEN 1010 / NEN 1041 - NEN 3140 / NEN 3840 Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 4 van 12 Beheerder : BB
2.3 Criteria en prestaties Bepalend voor de prestaties van een transformatorstation is de transformator. Een transformator kan in verschillende stationstypen een andere maximale belastingwaarde hebben. Deze belastingwaarde (loadfactor) is afhankelijk van de omgevingstemperatuur van het station en de stationsklasse. De stationsklasse wordt bepaald door de opwarming van een 100% continu belaste transformator in vrije opstelling te vergelijken met de opwarming in de gegeven behuizing bij een omgevingstemperatuur. In de NEN-EN-IEC 62271-202 norm staat een grafiek waarin het verband is weergegeven tussen omgevingstemperatuur, stationsklasse en loadfactor. Deze loadfactor geeft de maximale belasting aan van een transformator die continu belast wordt. In Nederland geldt een langjarig gemiddelde omgevingstemperatuur van 10 C. Alfen levert standaard klasse 20 (K20) stations. Zetten we deze gegevens uit in genoemde grafiek, dan geldt voor een K20 station dat deze continu nooit meer dan 90% van de maximale mogelijke belasting van de transformator belast mag worden. 3 Veiligheid Veiligheid is een zaak van en voor iedereen. U, als eigenaar en gebruiker van het transformatorstation, speelt ook een belangrijke rol in deze, samen met de door u aangewezen installatieverantwoordelijke (IVer). Voor zowel het hoog- als laagspanningsdeel van het station. Zie ook de hoofdstukken Hoogspanning en Veiligheid van het (algemene) informatieboekje. 3.1 Veiligheid algemeen Personen die in het station bedieningswerkzaamheden uitvoeren dienen minimaal de volgende PBM s bij zich te hebben en te gebruiken: Gelaatsscherm; handschoenen; geïsoleerde veiligheidsschoenen of geïsoleerde veiligheidslaarzen. Deze PBM s dienen onbeschadigd en goedgekeurd / toegelaten voor de toepassing te zijn. Een correct en onbeschadigd aardinggarnituur dient aanwezig te zijn om de kabelvelden te kunnen aarden. Geschikte spanningstesters dienen gebruikt te worden om zeker te stellen dat de installatie spanningsloos is. Bediening van MS-schakelapparatuur mag enkel geschieden met de hiervoor bestemde bedieningshendel (bv. de verende handgreep voor een Magnefix) gebeuren. 3.2 Veiligheidsvoorzieningen De volgende veiligheidsvoorzieningen zijn aanwezig op het transformatorstation: Toegangsdeuren zijn geschikt voor het aanbrengen van sloten, voor veiligheid en procedures; Aan de binnenkant van de deuren zijn instructies aangebracht (eerste hulp bij ongelukken door elektriciteit); Pictogrammen elektrische risico s; Aansluitpunt voor aardelektrode; Het transformatorstation is voorzien van een aardingskogel M20 t.b.v. het aansluiten van een veiligheidsaarding; Voor servicedoeleinden is het laagspanningsdeel met een 16A service-outlet uitgerust. Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 5 van 12 Beheerder : BB
3.3 Veiligheidsvoorschriften De fabrikant heeft een optimum gezocht tussen de functionaliteit van het transformatorstation, de veiligheid en de werkbaarheid. Desondanks onderkent de fabrikant het risico van elektrisch aanrakingsgevaar. Goed geïnstrueerd personeel kan veilig omgaan met het transformatorstation. De volgende voorschriften zijn van belang om de veiligheid bij onderhoud en gebruik te garanderen: Bij onderhoud en reparatie dient het station altijd spanningsloos te worden gemaakt d.m.v. de betreffende hoofdschakelaars. Tevens dient een kortsluit vaste aarding te worden aangebracht; Bij installatie dienen de voorgeschreven veiligheidsafstanden in acht te worden genomen; Naast de instructies, die door de fabrikant zijn opgesteld, dienen de bedrijfseigen veiligheidsmaatregelen in acht te worden genomen; De gebruiker dient, in samenspraak met de installatieverantwoordelijke, door middel van een juist beheer van de sleutels ervoor te zorgen dat alleen personeel dat voldoende bevoegd en door de installatieverantwoordelijke hiertoe aangewezen is, toegang heeft tot het transformatorstation; Het transport, het plaatsen en het in gebruik nemen dient door voldoende gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd; Bij montage, demontage en werkzaamheden aan de grondkabel dient spanningsloosheid zeker gesteld te worden. Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 6 van 12 Beheerder : BB
4 Conformiteitverklaring Diabolo transformatorstation Fabrikant: Alfen bv Adres: Hefbrugweg 28 1332 AP Almere T +31 (0)36-54 93 400 F +31 (0)36-54 93 409 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Ik verklaar hiermee, dat onder mijn verantwoordelijkheid, het transformatorstation type DIABOLO TM, vanaf bouwjaar 2004 voldoet aan: 1. de bepalingen van Richtlijn 73/23/EG, 93/68/EG (zoals laatstelijk gewijzigd); 2. de volgende geharmoniseerde normen (indien toegepast); EN 50110-1 3. de volgende overige normen en specificaties (indien toegepast). IEC 62271-202 IEC 62271-200 IEC 60439-1 NEN 1010 / NEN 1041 NEN 3140 / NEN 3840 Als bewijs hiervan heb ik dit certificaat getekend, Almere, dinsdag 10 september 2013, Marco Roeleveld Algemeen directeur. Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 7 van 12 Beheerder : BB
5 Transport en Installatie Gebruikers- en Installatiehandleiding Diabolo TM transformatorstation Het opstellen, in bedrijf nemen en de bediening tijdens het in bedrijf zijn, dient te geschieden door deskundig en voldoende onderricht personeel. Dit dient voldoende geïnstrueerd te zijn in de omgang met de van toepassing zijnde middenspanning schakelapparatuur, laagspanning verdeelinrichtingen, veiligheid voorschriften. 5.1 Transport en hijsen Het transport en hijsen naar de locatie waar het transformatorstation geplaatst moet worden dient te geschieden door een hierin gespecialiseerd bedrijf. Het dak van het station moet met twee spanbanden van voldoende sterkte over het station worden vastgezet en het geheel dient daarnaast voldoende te worden geblokkeerd tegen verschuivingen. In het dak van het transformatorstation zitten vier inserts RD16. In deze inserts kunt u een oogschroefbout met topschalm schroeven, waaraan u het dak kunt hijsen. Aan de zijkanten (onder) van het station zelf, zitten vier inserts RD30 waarmee het station gehesen kan worden. Neem contact op met Alfen voor de correcte hijsinstructies / gegevens van uw station. 5.2 Installatie van het transformatorstation CIVIELE ASPECTEN Het transformatorstation dient op een stabiele ondergrond, horizontaal en waterpas te worden opgesteld, waarbij wij ervan uitgaan dat het station ca. 50 cm wordt ingegraven. Zie hiervoor de meegeleverde werktekening. In een speciale uitvoering kan het station op een vlakke ondergrond worden geplaatst (stelconplaten / fabrieksvloer / fundering windmolen), dit dient u vooraf aan te geven. Er bestaan diverse mogelijkheden m.b.t het plaatsen op staal, op een kelder, op boorpalen, op leeuwankerpalen of op een fundatieplaat. Deze tekeningen kunt u opvragen bij Alfen B.V. Aan de bedieningszijde(n) van het station dient u minimaal 1.75 meter beschikbaar te houden. Voor het plaatsen van het transformatorstation, dient u in sommige gevallen vooraf toestemming te vragen aan de lokale instanties. BELANGRIJK Wij willen u erop wijzen dat door het inklinken van de grond rondom een transformatorstation er ontoelaatbaar grote krachten op de trekontlasting van de hoog- en laagspanningskabels kunnen komen te staan. Ervaring leert dat dit enkele decimeters kan zijn. U als gebruiker dient hiertoe voldoende voorzorgsmaatregelen te nemen. Verder verwijzen wij naar de voorschriften zoals beschreven in het (algemene) informatieboekje. TOEGANG VOOR INSTALLATIE GRONDKABELS Voordat de kabels ingevoerd kunnen worden dient u de deuren volledig te openen, de onderdorpel te verwijderen en de voorzetplaat weg te halen. Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 8 van 12 Beheerder : BB
AANSLUITEN HOOGSPANNINGSKABELS Indien het leveren, leggen en aansluiting van de hoogspannings-(hs) kabels niet door Alfen verzorgd wordt, dient u een hiervoor gekwalificeerde firma in te huren. Graag willen we enkele (dit is geen complete lijst) punten aangeven waarop gelet moet worden: Gebruik correct gedimensioneerde HS kabel; Zorg voor een expansielus van voldoende grootte net voor de aansluiting op de HS schakelaar / aansluitpunt in het transformatorstation; Zorg voor voldoende en correcte ondersteuning; Zorg voor een goede trekontlasting; Indien de HS kabel in de grond gelegd wordt moet: o er grondkabel gebruikt worden of; o indien er geen grondkabel gebruikt wordt, de HS kabel gemonteerd worden in mantelbuizen of in een vergelijkbare bescherming / voorziening. AFWERKEN INSTALLATIE VOOR INBEDRIJFSTELLING Alle kabelsleuven dichten; Voorzetplaten en dorpels weer aanbrengen; Afvullen kabelruimte met zand tot aan maaiveldniveau; Bij hoog grondwaterniveau maatregelen treffen tegen vocht. Dit kan op verschillende manieren: o Afsmeren van zand met beton; o Afgieten van oppervlak met gietmassa; o Aanbrengen van steenkorrels of schelpen. AANSLUITEN LAAGSPANNINGSKABELS Indien u de laagspanningsbekabeling uitbesteedt aan een laagspanningsinstallateur, dient u een gekwalificeerde en gecertificeerde firma in te schakelen. Zie voor enkele aandachtspunten het (algemene) informatieboekje. AARDING Is een belangrijk aspect van de installatie en dient door gecertificeerde en gekwalificeerde firma s uitgevoerd te worden. Een aarding dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de NEN 3140. Zie deze norm voor meer informatie. Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 9 van 12 Beheerder : BB
6 Inbedrijfstellen, onderhoud, storing, reparatie Bij het inbedrijfstellen, onderhoud, storing en reparatie van het transformatorstation dienen persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gebruikt. Het onderhoud aan de binnenzijde van het transformatorstation dient te gebeuren met de transformator en hoogspanningsschakelaar in spanningsloze toestand, waarbij deze kortsluit vast geaard zijn aan de in- en uitgaande kabels, resp. hoog- en laagspanningszijde. 6.1 In bedrijf stellen Hiervoor gelden per bedrijf andere voorschriften, neem contact op met uw installatieverantwoordelijke om dit af te stemmen. 6.2 Onderhoud Het transformatorstation vraagt weinig onderhoud, de gebruikte apparatuur is onderhoudsarm. Zo vraagt een gemiddelde transformator om de vijf jaar onderhoud, een LS-schakelaar moet elk jaar enkele malen bediend worden om vastzitten te voorkomen. Indien de verlichtingsinstallatie in het transformator station is voorzien van een aardlekschakelaar, dient deze regelmatig getest te worden. Het onderhoudsinterval is afhankelijk van de condities waarin de apparatuur staat opgesteld Voor het opstellen, in bedrijf nemen, bedienen en onderhouden van de transformator en hoogspanningsschakelaar, verwijzen wij u naar de voorschriften van de betreffende fabrikanten. Voor de veiligheid en kwalificatie van het personeel, verwijzen wij u naar de Europese norm EN 50110-1 hoofdstuk 4. 6.3 Storing en reparatie Gebruik alleen originele onderdelen. Bij het gebruiken van niet originele onderdelen vervalt de garantie van de leverancier. Neem bij twijfel contact op met Alfen bv. 7 Demontage, verwijderen Demontage en verwijdering dient te geschieden met in achtneming van de vigerende normen milieu en plaatselijk geldende voorschriften. Zie voor verdere informatie het (algemene) informatieboekje. Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 10 van 12 Beheerder : BB
Notities Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 11 van 12 Beheerder : BB
Contact ALFEN bv Hefbrugweg 28 1332 AP Almere T: +31 (0)36-54 93 400 F: +31 (0)36-54 93 459 www.alfen.com info@alfen.com Revisie : 4.2 ( 15-11-2007) Pagina 12 van 12 Beheerder : BB