Bijlage bij besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M Leidraad Invordering 1



Vergelijkbare documenten
Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Gemeente Amersfoort Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2012

GEMEENTE RIJSSEN-HOLTEN LEIDRAAD INVORDERING PUBLIEKRECHTELIJKE VORDERINGEN

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2015 GEMEENTE WAALWIJK

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Westland 2015

overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de invordering van gemeentelijke belastingen;

Het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Hof van Twente;

Leidraad Invordering AGV 2015

gelet op de Invorderingswet 1990 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen;

LEIDRAAD INVORDERING BsGW, BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN

Leidraad Invordering 2016 Belastingsamenwerking Sabewa Zeeland

Leidraad Invordering Leeuwarden 2015

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Bronckhorst

Leidraad Invordering SVHW 2015

Leidraad Invordering Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland 2012

Procedure: communicatie Publicatie van het besluit op de gemeentelijke website en in een huis aan huis blad.

Leidraad Invordering Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling versie 2012

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2012

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Leidraad Invordering 2009 Gemeente Breda

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Westland 2009

Naam Leidraad (beleidsregel) invordering gemeentelijke belastingen 2014

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2013

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Inleiding Lijst met gebruikte afkortingen Definities

Leidraad Invordering 2013 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen

Onderwerp Leidraad (beleidsregel) invordering gemeentelijke belastingen (2014) en 2 Beleidsregels Gemeentebelastingen (2014)

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen,

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Bijlage bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 18 december 2018.

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Oldebroek

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTEBELASTINGEN KENNEMERLAND ZUID

Leidraad Invordering 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen. Gemeente Oldebroek

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Communicatie. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: BECJM01

Leidraad Invordering 2014 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Telefoon Datum 28 november 2012 Fax Kenmerk Contactpersoon D.H.

Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Leidraad Invordering 2018 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Berkelland 2016

Leidraad Invordering gemeente Weesp

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2018 GEMEENTE WAALWIJK

Inhoudsopgave. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen... 1

Leidraad Invordering Hefpunt

LEIDRAAD INVORDERING BELASTINGEN GEMEENTE TILBURG

Leidraad Invordering 2008

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Bollenstreek

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Inleiding Lijst met gebruikte afkortingen Definities

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2015

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen GBRD 2010

Leidraad Invordering Waterschap De Dommel 2017

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen

Leidraad. invordering gemeentelijke belastingen. Leidraad invordering gemeentelijke belastingen/laatste versie: 11 februari

Gemeente Amersfoort Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2016

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Bronckhorst 2017

Leidraad invordering gemeentelijke heffingen 2010

Leidraad Invordering Gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

Leidraad invordering Gemeentelijke Belastingen 1

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Beleidsbepaling invordering belastingen, leges en rechten in de gemeente Horst aan de Maas

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen gemeente Drechterland

Leidraad Invordering Leeuwarden 2016

Artikel 6 Reikwijdte van de wet Rente en kosten in het kader van de reikwijdte van de wet 23

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen Gemeente Berkelland 2017

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen van de Gemeente Buren

LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2018 GEMEENTE WAALWIJK

Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen Eindhoven 1e halfjaar 2016

Vaststelling Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Gemeente Rijnwaarden

Leidraad invordering van belastingen Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)

Versie: 2018 (Wendy Ooijevaar december 2017)

Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2010

GEMEENTE EDAM-VOLENDAM. Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 2016

Leidraad invordering van belastingen Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR)

Leidraad Invordering 2016

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Leidraad invordering gemeentelijkeen waterschapsbelastingen 2019

Leidraad invordering GECONSOLIDEERD (t/m wijz 4 e wijziging) van de Belastingsamenwerking West-Brabant. Vaststellingsoverzicht

7.6. Afboeking betaling op bestuurlijke boeten waarvoor uitstel van betaling is verleend Afboeking van betalingen door

Leidraad Invordering Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling versie 2012

B&W-Aanbiedingsformulier

Leidraad Invordering 2017 Gemeente Oirschot

Leidraad Invordering AGV 2017

Vaststellingsoverzicht

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep per 1 januari 2016

Onderwerp Vaststelling Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen 2012

Leidraad invordering waterschapsbelastingen HHNK 2018

Beleidsregels Munitax 2017

CVDR. Nr. CVDR354561_1. Beleidsregels Regeling Munitax juli Officiële uitgave van Beuningen.

GEMEENTE VA L K E N S WA AR D. De bijgaande Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen gemeente Valkenswaard vast te stellen

Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen

Transcriptie:

Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave Bijlage bij besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M Leidraad Invordering 1 Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied 1 1.1. Inleiding 1 1.1.1. Lijst met gebruikte afkortingen 1 1.1.2. Definities 1 1.1.3. Reikwijdte beleidsvoorschriften 2 1.1.4. Aansprakelijkgestelden en andere derden 2 1.1.5. Awb en algemene beginselen van behoorlijk bestuur 2 1.1.6. Keuze uit verschillende invorderingsmaatregelen 3 1.1.7. Invorderingsmaatregelen tegen grote bedrijven 3 1.1.8. Voor de invordering minder geschikte dagen 4 1.1.9. Binnenkomst van bescheiden 4 1.1.10. Positie belastingdeurwaarder 4 1.1.11. Bewaren invorderingsbescheiden 5 1.1.12. Verklaring inzake nakoming fiscale verplichtingen 6 1.1.13. Informatieplicht 6 1.1.14. Diplomatieke status 6 1.2. Toepassingsgebied 6 Artikel 2 Begrippen 7 2.1. Woonplaats 7 Artikel 3 Bevoegdheden ontvanger 8 3.1. Fiscale en civiele bevoegheden 8 3.2. Conservatoir beslag 8 3.2.1. Geen conservatoir beslag dan ook geen versnelde invordering 8 3.2.2. Ontbreken belastingaanslag en conservatoir beslag 8 3.3. Gerechtelijke procedures - toestemming 8 Artikel 4 Bevoegdheid belastingdeurwaarder 9 4.1. Reikwijdte bevoegdheid belastingdeurwaarder 9 Artikel 5 9 Artikel 6 Reikwijdte van de wet 9 6.1. Rente en kosten in het kader van de reikwijdte van de wet 9 Artikel 7 Betaling en afboeking 10 7.1. Tijdstip betaling 10 7.2. De afboeking van de betaling 10 7.3. Teveelbetaling 10 7.4. Rente en kosten bij afboeking betalingen 11 7.5. Het toerekenen van kosten bij meerdere aanslagen 11 7.6. Afboeking betaling op bestuurlijke boeten waarvoor uitstel van betaling is verleend 11 7.7. Afboeking van betalingen door aansprakelijkgestelden 11 7.8. Betaling bij vergissing 12 7.9. Mededeling afboeking betaling 12

2 Inhoudsopgave Artikel 7a Uitbetaling van belastingteruggaven 13 7a.1. Aanwijzen rekeningnummer voor uitbetaling 13 7a.2. Uitbetalingsfouten 13 Artikel 8 Bekendmaking aanslag 14 8.1. Verzending of uitreiking van het aanslagbiljet in bijzondere situaties 14 8.2. Verzending aanslagbiljetten via TNT-Post 14 8.3. Gehoudenheid tot betalen belastingaanslag en aanslagbiljet 14 8.4. Vooraf uitnodigen erfgenamen tot betalen belastingaanslag 14 Artikel 9 Betalingstermijnen 15 9.1. Afwijking van de betalingstermijnen in geval van voorlopige aanslagen 15 9.2. Afwijking van de betalingstermijnen in geval van voorlopige teruggaven 15 9.3. Uitbetaling voorlopige teruggave in één termijn 16 9.4. Dagtekening aanslagbiljet 16 9.5. Begrip maand bij betalingstermijn 16 Artikel 10 Versnelde invordering 17 10.1. Reikwijdte versnelde invordering 17 10.2. Vrees voor verduistering en versnelde invordering 18 10.3. Metterwoon verlaten van Nederland en versnelde invordering 18 10.4. Geen vaste woonplaats in Nederland en versnelde invordering 18 10.5. Beslag en versnelde invordering 19 10.6. Verkoop namens derden en versnelde invordering 19 10.7. Vordering ex artikel 19 en versnelde invordering 19 Artikel 11 Aanmaning 20 11.1. De geadresseerde van de aanmaning 20 11.2. Aanmaning ten onrechte verzonden 20 11.3. Achterwege laten van tussentijdse vervolging en aanmaning 20 11.4. Gedeeltelijke voldoening aan aanmaning 21 11.5. Betalingsherinnering 21 11.6. Aanmaning bij invordering langs civielrechtelijke weg 21 Artikel 12 Dwangbevel 22 12.1. Onderwerp van het dwangbevel 22 12.2. Tegen wie verleent de ontvanger een dwangbevel 22 Artikel 13 Betekening van het dwangbevel 23 13.1. Betekening dwangbevel per post 23 13.1.1. Adressering van per post betekende dwangbevelen 23 13.2. Betekening dwangbevel door de belastingdeurwaarder 23 13.3. Bijzondere gevallen van betekening dwangbevel 24 Artikel 14 Tenuitvoerlegging van het dwangbevel 25 14.1. Tenuitvoerlegging algemeen 25 14.1.1. Keuze van invorderingsmaatregelen 25 14.1.2. Houding van de belastingdeurwaarder tijdens tenuitvoerlegging 25 14.1.3. Tenuitvoerlegging dwangbevel als de belastingschuldige is overleden 26 14.1.4. Volgorde van uitwinning bij beslag 26

Inhoudsopgave 3 14.1.5. Verhaal op met vruchtgebruik of recht van gebruik bezwaarde zaken 26 14.1.6. Beslaglegging voor vordering van derden 27 14.1.7. Opheffing beslag na gedeeltelijke betaling of voldoening aan voorwaarden 27 14.1.8. Opheffing beslag tegen betaling door een derde 27 14.1.9. Opschorten van de executie 27 14.1.10. Onderhandse verkoop 27 14.1.11. Samenloop opheffing beslag en onderhandse verkoop 28 14.1.12. Strafrechtelijk beslag 28 14.1.13. Invordering en ontnemingswetgeving 28 14.2. Beslag op roerende zaken die geen registergoederen zijn 29 14.2.1. Kennisgeving vooraf en beslag roerende zaken 29 14.2.2. Domiciliekeuze en beslag roerende zaken 29 14.2.3. Aanbod van betaling en beslag roerende zaken 29 14.2.4. Omvang van het beslag op roerende zaken 30 14.2.5. Beslag op roerende zaken van derden 30 14.2.6. Beroep of verzet door een derde tegen inbeslagneming roerende zaken 30 14.2.7. Voldoening zekerheidsschuld door ontvanger en beslag roerende zaken 30 14.2.8. Beslag roerende zaken bij derden 30 14.2.9. Wegvoeren van beslagen zaken 31 13.2.10. Belasting van personenauto's en motorrijwielen en belasting zware motorrijtuigen en beslag roerende zaken 31 14.2.11. Afsluiting en beslag roerende zaken 32 14.2.12. Bewaarder en beslag roerende zaken 32 14.2.13. Executoriale verkoop computerapparatuur 33 14.2.14. Executoriale verkoop zilveren, gouden en platina werken 33 14.2.15. Beslag op illegale zaken 33 14.2.16. Bieden voor rekening van het Rijk en beslag roerende zaken 33 14.2.17. Opheffing van het beslag op roerende zaken 34 14.2.18. Afboeking executieopbrengst verkoop roerende zaken 34 14.2.19. Proces-verbaal van verkoop roerende zaken 34 14.2.20. Gegevensverstrekking omtrent beslag roerende zaken 34 14.3. Beslag op onroerende zaken 34 14.3.1. Bewaring van in beslag genomen roerende zaken bij beslag onroerende zaken 34 14.3.2. Nieuwe belastingschuld en beslag onroerende zaken 34 14.3.3. Verhuurde of verpachte onroerende zaken 35 14.3.4. Voorwaarden van verkoop van onroerende zaken 35 14.3.5. Opheffing van het beslag onroerende zaken 35 14.4. Beslag onder derden 35 14.4.1. Beslag op vordering van een derde 35 14.4.2. Derdenbeslag of vordering ex artikel 19 36 14.4.3. Roerende zaken bij derden 36 14.4.4. Plaats beslaglegging en omvang derdenbeslag 36 14.4.5. Derdenbeslag op een vordering waar geen beslagvrije voet voor geldt 36

4 Inhoudsopgave 14.4.6. Bij derdenbeslag in gebreke blijven tot het doen van verklaring 36 14.4.7. Bij derdenbeslag niet afdragen na het doen van verklaring 36 14.4.8. Afdracht binnen de vierwekentermijn bij derdenbeslag 37 14.4.9. Derdenbeslag op polis van levens- of spaarverzekering of lijfrente 37 14.4.10. Retentierecht en derdenbeslag 37 14.4.11. Opheffing van het derdenbeslag 38 14.4.12. Onverschuldigde betaling en derdenbeslag 38 14.4.13. Derdenbeslag onder de Staat of de ontvanger en het doen van verklaring 38 14.4.14. Derdenbeslag op voorlopige teruggaaf 38 14.5. Beslag op schepen 38 14.5.1. Beletten van het vertrek van het schip 38 14.5.2. De executie van schepen 39 14.5.3. Afgelasting van de verkoop van een schip 39 14.5.4. Deskundige hulp en beslag op schepen 39 14.5.5. Opheffing van het beslag op schepen 39 Artikel 15 40 Artikel 16 Vervallen termijnen en beslag 40 16.1. Tenuitvoerlegging termijndwangbevel 40 Artikel 17 Verzet tegen tenuitvoerlegging dwangbevel 41 17.1. Schorsing van de invordering bij verzet tegen tenuitvoerlegging dwangbevel 41 17.2. Verzet tegen tenuitvoerlegging van dwangbevel bij onjuiste adressering 41 Artikel 19 Doen van een vordering 42 19.1. Vordering algemeen 42 19.1.1. Bekendmaking vordering 42 19.1.2. Voldoen aan de vordering 42 19.1.3. Niet voldoen aan de vordering 42 19.1.4. Intrekken van een vordering 43 19.1.5. Vermindering of vernietiging van de belastingaanslag in relatie tot vordering 43 19.1.6. Doorbreken beslagverboden en vordering 43 19.1.7. Notoire wanbetaler en vordering 43 19.2. De faillissementsvordering 44 19.2.1. Aan te melden schulden in faillissement 44 19.2.2. Belastingschulden ontstaan gedurende een surseance zijn boedelschulden in faillissement 44 19.2.3. Opkomen in faillissement 44 19.3. Vorderingen met betrekking tot periodieke uitkeringen 45 19.3.1. Overwegen van vordering op periodieke uitkeringen 45 19.3.2. Vooraankondiging van vordering op periodieke uitkeringen 45 19.3.3. Beslagvrije voet en vordering op periodieke uitkeringen 45 19.3.4. Informatieverstrekking voor vaststelling beslagvrije voet 46 19.3.5. Belastingschuldige woont in buitenland en beslag periodieke uitkering 46

Inhoudsopgave 5 19.3.6. Verrekening ex artikel 117 Ambtenarenwet 46 19.3.7. Periodieke uitkeringen onder de bijstandsnorm 46 19.3.8. Vordering in relatie tot voorlopige teruggaaf 47 Artikel 20 Lijfsdwang 48 20.1. Voorwaarden lijfsdwang 48 20.2. Geen dreiging met lijfsdwang 48 20.3 Toepassing van lijfsdwang 48 20.4. Lijfsdwang met vonnis ex artikel 585, Rv 49 Artikel 21 Voorrecht rijksbelastingen 50 21.1. Begrippen bodemzaken en bodemvoorrecht 50 21.2. Bestuurlijke boete en bodemvoorrecht 50 21.3. Bodemvoorrecht buiten faillissement en bezitloos pandrecht 50 21.4 Bodemvoorrecht in faillissement en in de WSNP 50 21.5. Tijdsduur voorrecht 51 21.6. Geheel of gedeeltelijk afzien van voorrang 51 Artikel 22 Bodemrecht 52 22.1. Werkingssfeer en reikwijdte bodemrecht 52 22.2. Bodemrecht en bestuurlijke boeten 53 22.3 Overbetekening bodembeslag 53 22.4. Volgorde uitwinning bodembeslag buiten faillissement 53 22.5. Volgorde uitwinning bodembeslag in faillissement 53 22.6. Bodemrecht en insolventie van de derde-eigenaar 54 22.7. Bodemrecht en voorrang 54 22.8. Verzet en beroep 54 22.8.1. Verzet artikel 435, derde lid, Rv tegen bodembeslag 54 22.8.2. Taken met betrekking tot de schriftelijke mededeling ex artikel 435, derde lid, Rv inzake bodembeslag 54 22.8.3. Opschorting verkoop na verzet in rechte tegen bodembeslag 54 22.8.4. Beroepschrift ex artikel 22 van de wet 55 22.8.5. Beroepschriftprocedure ex artikel 22 van de wet 55 22.8.6. Taak van de ontvanger met betrekking tot beroepschrift ex artikel 22, eerste lid, van de wet 55 22.8.7. Beslissing directeur op het beroepschrift tegen een bodembeslag 55 22.8.8. Onduidelijk bezwaar tegen bodembeslag 56 22.8.9. Samenloop administratief beroep en verzet tegen bodembeslag 56 22.8.10. Criteria voor de beslissing op het beroepschrift ex artikel 22, eerste lid, van de wet 56 22.8.11. Beëindiging operationele lease-overeenkomst 58 22.8.12. Executie en bodemrecht 59 Artikel 22a en artikel 23 59 Artikel 24 Verrekening 59 24.1. Wanneer verrekening 59 24.2. Betwiste schuld en verrekening 60 24.3. Reikwijdte van de verrekening 60 24.4. Bekendmaking verrekening 60 24.5. Verrekening en fiscale eenheid vennootschapsbelasting 61 24.6. Instemmingsregeling bij cessie en verpanding 61

6 Inhoudsopgave 24.6.1. Geen verrekening bij instemming cessie of verpanding 61 24.6.2. Mogelijkheid van cessie of verpanding uit te betalen bedragen 61 24.6.3. Instemming of weigering met een cessie of verpanding 62 24.6.4. Beroepsprocedure weigeren instemming cessie of verpanding en Awb 62 24.6.5. Bekendmaking beschikking directeur bij cessie of verpanding 62 24.6.6. Houding ontvanger bij procedure tegen weigeren instemming met cessie of verpanding 63 Artikel 25 Uitstel van betaling 64 25.1. Algemene uitgangspunten uitstelbeleid 64 25.1.1. Houding van de ontvanger tijdens behandeling verzoek om uitstel 64 25.1.2. Toewijzing van het verzoek om uitstel van betaling 64 25.1.3. Redenen afwijzing verzoek om uitstel 64 25.1.4. Redenen beëindigen uitstel 65 25.1.5 Beëindigen van een betalingsregeling met meer dan één termijn 65 25.1.6. Van rechtswege vervallen van een verleend uitstel 65 25.1.7. Geen invordering tijdens verleend uitstel 65 25.1.8. Na (afwijzen) uitstel tien dagen wachttijd 65 25.1.9. Uitstel voor een ambtshalve belastingaanslag 66 25.1.10. Uitstel voor een aanslag ter behoud van rechten 66 25.1.11. Uitstel voor een bestuurlijke boete 66 25.1.12. Tijdens uitstel nieuwe aanslagen voldoen 67 25.1.13. Zekerheid bij uitstel 67 25.1.14. Tijdstip indiening verzoek om uitstel 67 25.1.15. Verzoekschriften aan andere instellingen 67 25.2. Uitstel in verband met bezwaar tegen een belastingaanslag 68 25.2.1. Bezwaar tegen hoogte belastingaanslag 68 25.2.2. Bezwaarschrift en verzoek om uitstel 68 25.2.3. De beslissing op het verzoek om uitstel in verband met bezwaar 68 25.2.4. Uitstel in verband met een onderlinge overlegprocedure 69 25.2.5. Zekerheid bij uitstel in verband met bezwaar 69 25.2.6. Onherroepelijke invorderingsmaatregelen voor bestreden belastingschuld 70 25.2.7. Verrekening tijdens uitstel in verband met bezwaar 70 25.2.8. Geen uitstel voor het niet-bestreden bedrag 70 25.2.9. Ten onrechte uitstel voor het gehele bedrag van de belastingaanslag 70 25.3. Uitstel in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag 71 25.3.1. Uitstel in verband met een belastingteruggaaf en andere uit te betalen bedragen 71 25.3.2. Berekening van het uit te betalen bedrag bij uitstel 71 25.3.3. Beslissing op het verzoek om uitstel in verband met een uit te betalen bedrag 71 25.3.4. Verrekening en uitstel in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag 71 25.4. Uitstel in verband met betalingsproblemen 72

Inhoudsopgave 7 25.4.1. Beslissing op een verzoek om uitstel in verband met betalingsproblemen 72 25.4.2. Uitstel en motorrijtuigenbelasting 72 25.4.3. Verrekening tijdens een betalingsregeling 72 25.4.4. Uitstel in verband met faillissement, WSNP en surseance 72 25.5. Betalingsregeling voor particulieren 73 25.5.1. Duur betalingsregeling particulieren 73 25.5.2. Voorwaarden aan betalingsregeling particulieren 73 25.5.3. Kort uitstel particulieren 73 25.5.4. Behandeling verzoek betalingsregeling particulieren 74 25.5.5. Vermogen en betalingsregeling particulieren 74 25.5.6. Betalingscapaciteit en betalingsregeling particulieren 74 25.5.7. Berekening betalingscapaciteit - bijzondere uitgaven 75 25.5.8. Berekening betalingscapaciteit - aflossingsverplichtingen aan derden 75 25.5.9. Berekening betalingscapaciteit - extra inkomsten 75 25.5.10. Belastingschuldige stelt zelf een betalingsregeling voor 75 25.5.11. Betalingregeling langer dan twaalf maanden 76 25.6. Betalingsregeling voor ondernemers 76 25.6.1. Duur betalingsregeling ondernemers 76 25.6.2. Voorwaarden betalingsregeling ondernemers 76 25.6.3. Uitstelbeleid particulieren geldt voor ex-ondernemers 76 25.6.4. Uitstel voor ondernemers en overheidssteun/subsidie 76 25.7. Administratief beroep 77 25.7.1. Toetsing uitstelbeschikking door directeur 77 25.7.2. Beroepsfase uitstel 77 25.7.3. Beslissing directeur op beroepschrift bij uitstel 77 25.7.4. Niet tijdig beslissen op een verzoek om uitstel 77 25.7.5. Beroep of herhaald verzoek om uitstel bij de ontvanger 77 Artikel 26 Kwijtschelding van belastingen 79 26.1. Algemene uitgangspunten kwijtscheldingsbeleid 79 26.1.1. Kwijtschelding van betaalde belastingschulden 79 26.1.2. Het indienen van een verzoek om kwijtschelding 79 26.1.3. Niet ingevuld of onjuist ingevuld verzoekformulier om kwijtschelding 79 26.1.4. Gegevens en normen ten tijde van indiening verzoek om kwijtschelding 80 26.1.5. Toewijzing van het verzoek om kwijtschelding onder voorwaarden 80 26.1.6. Motivering afwijzing van het verzoek om kwijtschelding 80 26.1.7. Na afwijzen kwijtschelding tien dagen wachttijd bij voortzetting invordering 80 26.1.8. Mondeling meedelen afwijzen kwijtschelding 80 26.1.9. Wanneer wordt geen kwijtschelding verleend 81 26.1.10. Begrip "ex-ondernemer" en kwijtschelding 83 26.1.11. Verzoekschriften aan andere instellingen 83 26.2. Kwijtschelding van rijksbelastingen voor particulieren 83 26.2.1. Vermogen en kwijtschelding particulieren 83 26.2.2. De inboedel en kwijtschelding particulieren 83 26.2.3. De auto en kwijtschelding particulieren 83

8 Inhoudsopgave 26.2.4. Saldo op bankrekening en kwijtschelding voor particulieren 84 26.2.5. De eigen woning en kwijtschelding voor particulieren 84 26.2.6. Vermogen van kinderen en kwijtschelding voor particulieren 84 26.2.7. Nalatenschappen en kwijtschelding voor particulieren 85 26.2.8. Levensloopregeling en kwijtschelding voor particulieren 85 26.2.9. Beroepsvermogen wikker en kwijtschelding voor particulieren 85 26.2.10. Betalingscapaciteit en kwijtschelding voor particulieren 85 26.2.11. Vakantiegeld en kwijtschelding voor particulieren 86 26.2.12. Studiefinanciering en kwijtschelding voor particulieren 86 26.2.13. Bijzondere bijstand/ouderlijke bijdrage en kwijtschelding voor particulieren 87 26.2.14. Betalingen op belastingschulden en kwijtschelding voor particulieren 87 26.2.15. Woonlasten en kwijtschelding van belasting van voorhuwelijkse belastingschulden 87 26.2.16. Uitgaven in verband met onderhoudsverplichtingen en kwijtschelding voor particulieren 87 26.2.17. Kwijtschelding tijdens WSNP 88 26.2.18. Inkomen wikker 88 26.2.19. Normpremie ziektekostenverzekering begrepen in de bijstandsuitkering 88 26.2.20. Onderhoud gezinsleden in het buitenland 88 26.3. Kwijtschelding van rijksbelastingen voor ondernemers 88 26.3.1. Kwijtschelding voor ondernemers bij een saneringsakkoord 88 26.3.2. Aansprakelijkheid en kwijtschelding voor ondernemers 89 26.3.3. Voorwaarden tot deelname aan een saneringsakkoord 89 26.3.4. Toepassingsbereik saneringsakkoord 89 26.3.5. Ten minste dubbele percentage en saneringsakkoord 90 26.3.6. Bestuurlijke boeten en saneringsakkoord 90 26.3.7. Rente en kosten en saneringsakkoord 90 26.3.8. Speciale crediteuren en saneringsakkoord 90 26.4. Administratief beroep 91 26.4.1. Administratief beroep tegen de afwijzing van een verzoek om kwijtschelding 91 26.4.2. Herhaald verzoek om kwijtschelding 91 26.4.3. Beroepsfase kwijtschelding 92 26.4.4. Gegevens en normen eerste verzoek om kwijtschelding 92 26.4.5. Beslissing directeur op beroep bij kwijtschelding 92 26.4.6. Invordering na administratief beroep en herhaald verzoek om kwijtschelding 92 26.4.7. Niet tijdig beslissen op een verzoek om kwijtschelding 92 26.5. Voortzetting van de invordering na afwijzing verzoek om kwijtschelding 93 26.5.1. Invordering na afwijzing verzoek om kwijtschelding 93 26.6. Geen verdere invorderingsmaatregelen en afwijzing verzoek om kwijtschelding 93

Inhoudsopgave 9 Artikel 27 Verjaring 94 27.1. Versnelde invordering en verjaring 94 27.2. Aansprakelijkgestelden en verjaring 94 27.3. Stuiting van de verjaring 94 27.4. Schorsing van de verjaring 94 27.5. Afstand van verjaring 94 27.6. Rente en kosten en verjaring 95 27.7. Na verjaring geen civiele invordering 95 Artikel 27a Betalingskorting 96 27a.1. Verlenen betalingskorting en vermindering van de belastingaanslag 96 Artikel 28 Invorderingsrente 97 28.1. Cheque buitenland en invorderingsrente 97 28.2. Correctie berekende invorderingsrente 97 28.3. Vermindering terecht in rekening gebrachte invorderingsrente 97 28.4. Verzuim van de Belastingdienst en invorderingsrente 97 28.5. Rente- of schadevergoeding 98 28.6. Kwijtschelding invorderingsrente niet mogelijk 98 28.7. Verminderingen en toepassing artikel 28, zesde lid, van de wet 98 28.7.1. Vergoeding invorderingsrente 98 28.7.2. Verschuldigde invorderingsrente 98 Artikel 29 99 Artikel 30 Beschikking betalingskorting en invorderingsrente 100 30.1. Beschikking terugnemen betalingskorting 100 30.2. Verzoek tot vermindering rente is bezwaar 100 30.3. Betalingskorting en invorderingsrente - (hoger) beroep en cassatie 100 30.4. Teruggenomen betalingskorting en invorderingsrente: uitstel van betaling 100 30.5. Geen bezwaar mogelijk tegen de niet verleende betalingskorting 101 Artikel 31 en artikel 31a 101 Artikel 32 Samenloop fiscale en civiele aansprakelijkheidsbepalingen 101 32.1. Keuze aansprakelijkheid 101 32.2. Gemeenschapsschulden en aansprakelijkheid 101 Artikel 33 Aansprakelijkheid van bestuurder, leider vaste inrichting, vaste vertegenwoordiger en vereffenaar voor alle rijksbelastingen 102 33.1. Leider vaste inrichting en vaste vertegenwoordiger bij aansprakelijkheid 102 33.2. Feitelijke vestiging bij aansprakelijkheid 102 33.3. Lichaam dat is ontbonden bij aansprakelijkheid 102 33.4. Vereffenaar bij aansprakelijkheid 102 33.5. Bestuurder bij aansprakelijkheid 103 33.6. Gewezen bestuurder bij aansprakelijkheid 103

10 Inhoudsopgave Artikel 34 Inlenersaansprakelijkheid 104 34.1. Huurder bemand materieel ook inlener 104 34.2. Extraterritoriale werking van de inlenersaansprakelijkheid 104 34.3. Volgorde aansprakelijkstelling bij inlening 104 34.4. Inlening en g-rekening 105 34.4.1. Vrijwaring van aansprakelijkheid doorbetaling via de g- rekening van de uitlener 105 34.5. Rechtstreekse storting door inlener bij de B/CA 105 34.6. Disculpatie van de inlener 105 34.7. Verklaring betalingsgedrag uitlener 106 34.8. De omvang van de aansprakelijkheid 106 34.8.1. Berekening omvang inlenersaansprakelijkheid voor de loonheffingen 106 34.8.2. Inlenersaansprakelijkheid en anoniementarief 106 34.8.3. Samenloop derdenbeslag en inlenersaansprakelijkheid 107 Artikel 35 Ketenaansprakelijkheid 109 35.1. Berekening omvang ketenaansprakelijkheid 109 35.2. Het begrip aannemer en ketenaansprakelijkheid 109 35.2.1. Werk van stoffelijke aard 110 35.2.2. Zuivere vervoersovereenkomsten en werk van stoffelijk aard 110 35.2.3. Het uitvoeren van een werk buiten dienstbetrekking 110 35.3. Het begrip eigenbouwer 110 35.3.1. Eigenbouwerschap - beoordeling van geval tot geval 111 35.3.2. Het begrip bedrijf en eigenbouwerschap 111 35.3.3. De normale bedrijfsuitoefening en eigenbouwerschap 111 35.3.4. Uitbesteding werk en eigenbouwerschap 112 35.3.5. Woningcorporaties en eigenbouwerschap 112 35.3.6. Gemeentelijke grondbedrijven en eigenbouwerschap 112 35.3.7. Winkelbedrijf in de confectiesector en eigenbouwerschap 113 35.4. Extraterritoriale werking van de ketenaansprakelijkheid 113 35.5. Ketenaansprakelijkheid en g-rekening 113 35.5.1. Vrijwaring ketenaansprakelijkheid door betaling via de g- rekening 113 35.5.2. Ketenaansprakelijkheid bij WSNP of faillissement onderaannemer 114 35.5.3. Wanprestatie/onrechtmatig handelen en ketenaansprakelijkheid 114 35.5.4. Surseance en ketenaansprakelijkheid 114 35.6. Rechtstreekse storting en ketenaansprakelijkheid 115 35.6.1. Rechtstreekse storting door aannemer 115 35.6.2. Rechtstreekse storting door aannemer na WSNP, faillissement of surséance 115 35.7. Samenloop derdenbeslag en ketenaansprakelijkheid 115 35.8. (Niet-)verwijtbaarheid en ketenaansprakelijkheid 116 35.8.1. Gehele keten moet niet-verwijtbaar zijn 116 35.8.2. Wanneer verwijtbaarheid 116 35.9. Het anoniementarief en ketenaansprakelijkheid 117 35.10. Latere brutering en ketenaansprakelijkheid 118 35.11. Volgorde aansprakelijkstelling binnen de keten 118 35.12. Verklaring inzake de nakoming van fiscale verplichtingen 119 35.12.1. Verklaring betalingsgedrag onderaannemer 119

Inhoudsopgave 11 35.12.2. Twee soorten verklaringen betalingsgedrag onderaannemer 119 35.12.3. Verklaring betalingsgedrag en ambtshalve aanslagen 119 35.12.4. Verklaring betalingsgedrag en naheffingsaanslagen 120 35.12.5. Verklaring betalingsgedrag en bezwaar of (hoger) beroep tegen naheffingsaanslagen 120 35.12.6. Geen aansprakelijkheid voor de ontvanger 120 35.12.7. Beslistermijn verzoek betalingsgedrag 120 35.12.8. Wanneer geen verklaring betalingsgedrag 120 35.12.9. Nieuwe ondernemer en verklaring betalingsgedrag 121 35.12.10. Zelfstandige zonder personeel en verklaring betalingsgedrag 121 35.12.11. Curator/bewindvoerder en verklaring betalingsgedrag 121 Artikel 35a Opdrachtgeversaansprakelijkheid 122 35a.1. Dienstbetrekking en opdrachtgeversaansprakelijkheid 122 35a.2. Normale uitoefening van het bedrijf en opdrachtgeversaansprakelijkheid 122 35a.3. Reikwijdte opdrachtgeversaansprakelijkheid 122 35a.4. Volgorde aansprakelijkstelling bij opdrachtgeversaansprakelijkheid 122 Artikel 35b Aansprakelijkheid van een koper van een bestaande zaak 124 35b.1. Kopersaansprakelijkheid en vrijwaring 124 35b.2. Volgorde aansprakelijkstelling bij kopersaansprakelijkheid 124 Artikel 36 Bestuurdersaansprakelijkheid 125 36.1. Samenloop met bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement 125 36.2. Gegevensverstrekking aan de curator en bestuurdersaansprakelijkheid 125 36.3. Curator is niet aansprakelijk op grond van artikel 36 126 36.4. Kennelijk onbehoorlijk bestuur 126 36.4.1. Wanneer kennelijk onbehoorlijk bestuur 126 36.4.2. Geen kennelijk onbehoorlijk bestuur 126 36.5. Melding betalingsonmacht 126 36.5.1. Op welke wijze melden bij betalingsonmacht 126 36.5.2. Verzoek waaruit betalingsproblemen blijken en melding betalingsonmacht 126 36.5.3. Melding betalingsonmacht ten kantore 127 36.5.4. Geen aangifte en melding betalingsonmacht 127 36.5.5. Uitstel van betaling in verband met bezwaar en (hoger) beroep en melding betalingsonmacht 127 36.5.6. Surseance en melding betalingsonmacht 128 36.5.7. Faillissement en melding betalingsonmacht 128 36.5.8. Melding betalingsonmacht - twee fasen 128 36.5.9. Beoordeling van de melding betalingsonmacht - 1e fase 128 36.5.10. Na melding betalingsonmacht 1e fase - opvragen nadere gegevens 129 36.5.11. Beoordeling van de melding betalingsonmacht - 2e fase 130 36.5.12. Geldigheidsduur van de melding betalingsonmacht 131

12 Inhoudsopgave 36.5.13. Driejaarsperiode bij doorlopende melding betalingsonmacht 131 36.6. Aansprakelijkheid bestuurder 131 36.6.1. Bewijslastverdeling en bestuurdersaansprakelijkheid 131 36.6.2. Disculpatiemogelijkheid gewezen bestuurder 131 36.6.3. Aansprakelijkheid nieuwe bestuurder 132 36.7. Geen administratieve controle bij bestuurder 132 Artikel 36a Aansprakelijkheid bestuurder voor vennootschapsbelasting 133 36a.1. Disculpatiemogelijkheid bestuurder aansprakelijkheid vennootschapsbelasting 133 Artikel 36b Aansprakelijkheid bestuurder voor aansprakelijkheidsschuld lichaam 133 36b.1. Fiscale eenheid voor de omzetbelasting 133 Artikel 37 Aansprakelijkheid voor loon- en omzetbelasting 134 37.1. Aansprakelijkheid voor loon- en omzetbelasting voor leider van in Nederland verrichte werkzaamheden 134 37.2. Volgorde aansprakelijkstelling loonheffingen ter zake van beroepssporters en dergelijke 134 Artikel 38 Aansprakelijkheid voor loon- en kansspelbelasting 134 38.1. Geen aansprakelijkstelling voor loon- en kansspelbelasting bij goede trouw 134 Artikel 39 135 Artikel 40 Aansprakelijkheid van de vervreemder van aandelen of een belang 135 40.1. Vervreemding van aandelen 135 40.2. Geen aansprakelijkheid voor de vervreemder van aandelen of een belang voor zover zekerheid is gesteld 135 Artikel 41 135 Artikel 42 Aansprakelijkheid voor overdrachtsbelasting 136 42.1. Reikwijdte aansprakelijkheid voor overdrachtsbelasting 136 Artikel 42a tot en met 42c 136 Artikel 43 Aansprakelijkheid fiscale eenheid omzetbelasting 137 43.1. Teruggaaf omzetbelasting aan fiscale eenheid 137 43.2. Uitstel van betaling - verzoek om verrekening en fiscale eenheid omzetbelasting 137 Artikel 43a 137 Artikel 44 Aansprakelijkheid voor aan een derde toegerekende inkomensbestanddelen 138 44.1. Aansprakelijkheid kind voor inkomensbestanddelen die aan de ouder zijn toegerekend 138

Inhoudsopgave 13 Artikel 44a Aansprakelijkheid verzekeraars van lijfrenten en beroepspensioenen 139 44a.1. Aansprakelijkstelling van verzekeraar van lijfrenten en beroepspensioenen blijft achterwege 139 44a.2. Omvang aansprakelijkheid verzekeraar van lijfrenten en beroepspensioenen 139 Artikel 44b en artikel 44c 139 Artikel 46 Aansprakelijkheid voor rechten van successie, overgang en schenking 140 46.1. Volgorde aansprakelijkstelling voor successierecht 140 46.2. Buiten Nederland wonende verkrijgers en successierecht 140 Artikel 47 140 Artikel 48 Beperking aansprakelijkheid van erfgenamen 141 48.1. Beneficiaire aanvaarding 141 48.2. Invordering ten laste van een erfgenaam blijft achterwege 141 Artikel 49 Formele bepalingen voor aansprakelijkstelling 142 49.1. Aansprakelijkstelling voor bestuurlijke boete 142 49.2. Aansprakelijkstelling voor invorderingsrente 142 49.3. De aansprakelijkstelling - in gebreke zijn 142 49.3.1. Wanneer in gebreke 142 49.3.2. In gebreke zijn en versnelde invordering 143 49.3.3. In gebreke zijn en een beschikking "geen verdere invorderingsmaatregelen" 143 49.4. Informatieverstrekking in beschikking aansprakelijkstelling ketenen inlenersaansprakelijkheid 143 49.5. Informatieverstrekking aan aansprakelijkgestelden 143 49.6. Aansprakelijkheid - eerst uitwinning belastingschuldige 144 49.7. Volgorde van aansprakelijk stellen 144 49.8. Bezwaar, beroep, hoger beroep en beroep in cassatie tegen de beschikking aansprakelijkstelling 144 49.8.1. Bezwaar en uitstel van betaling 144 49.8.2. Beslissing op het bezwaarschrift 144 49.9. Overgangsrecht 145 49.9.1. Bij civiele procedure geen invordering of verrekening 145 49.9.1. Wijziging eis 145 Artikel 51 Conservatoir beslag bij aansprakelijkheid 145 51.1. Conservatoir beslag en uitstel in verband met bezwaar 145 Artikel 52 Betalingstermijn beschikking aansprakelijkstelling 146 52.1. Vermindering van de belastingaanslag en aansprakelijkstelling 146 Artikel 53 Aansprakelijkheid: verhaalsrechten en kwijtschelding 146 53.1. Geen zelfstandige verjaring van de aansprakelijkheidsschuld 146 Artikel 54 Mededeling aan de aansprakelijkgestelde 146 54.1. Betaling teruggaaf aanhouden bij aansprakelijkstelling 146

14 Inhoudsopgave Artikel 55 tot en met 57 147 Artikel 58 Informatieverplichtingen van de belastingschuldige of de aansprakelijkgestelde 147 58.1. Geen invorderingsonderzoek tijdens een gerechtelijke procedure 147 58.2. Gegevens voor invordering van "eigen" belastingschulden 147 Artikel 59 Informatieverplichting: gegevensdragers bij een derde 147 59.1. Teruggave gegevensdragers aan derde 147 Artikel 60 Formele bepalingen voor de informatieverplichtingen 148 60.1. Redelijke termijn voor verstrekken van informatie 148 60.2. Kwaliteit van de gegevens en wijze van verstrekking of beschikbaar stellen 148 Artikel 61 Geen geheimhoudingsplicht bij de informatieverplichtingen 149 61.1. Niet van de administratie gescheiden (beroeps-)vertrouwelijke gegevens 149 Artikel 62 Informatieverplichtingen van de administratieplichtige 149 62.1. Gerechtelijke verklaringsprocedure 149 Artikel 63 tot en met 64 149 Artikel 65 Niet nakomen informatieverplichting: strafmaat voor misdrijf 150 65.1. Reikwijdte opzetcriterium bij misdrijf 150 Artikel 65a en artikel 66 150 Artikel 67 Geheimhoudingsplicht 151 67.1. Bekendmaking gegevens op verzoek van de belastingschuldige zelf 151 67.2. Informatieverstrekking aan gerechtsdeurwaarder over periodieke betalingen 151 Artikel 68 tot en met 72 151 Artikel 73 Insolventieprocedures 152 73.1. Algemene uitgangspunten insolventieprocedures 152 73.1.1. Aanmelden belastingschulden in WSNP of faillissement 152 73.1.2. Invorderingsmaatregelen tijdens de toepassing van WSNP of faillissement 152 73.1.3. Boedelschulden 152 73.1.4. Proceskostengarantie 153 73.1.5. Belangenbehartiging door de bewindvoerder of de curator 153 73.1.6. Bodemvoorrecht in WSNP en faillissement 154 73.1.7. Bodemrecht en insolventie van de derde-eigenaar 154 73.1.8. Uitstel in relatie tot WSNP en faillissement 154 73.1.9. Kwijtschelding in relatie tot WSNP en faillissement 154 73.1.10. Ketenaansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid in relatie tot WSNP en faillissement 154

Inhoudsopgave 15 73.1.11. Toeslagenschuld in relatie tot MSNP, WSNP en faillissement 154 73.1.12. Verplichtingensignaal in relatie tot MSNP, WSNP en faillissement 154 73.2. Insolventieprocedure - wettelijke schuldsanering 154 73.2.1. Kwijtschelding tijdens WSNP 154 73.2.2. Na de toepassing van de WSNP 155 73.3. Insolventieprocedure - surséance 155 73.3.1. Uitstel, kwijtschelding en surséance 155 73.3.2. Ketenaansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid in relatie tot surséance 155 73.4. Insolventieprocedure - faillissement 155 73.4.1. Faillissementsaanvraag - algemeen 155 73.4.2. Ontbinding van rechtspersonen in plaats van faillissementsaanvraag 156 73.4.3. Particulieren en faillissement 156 73.4.4. Saneringsaanbod en faillissementsaanvraag 156 73.4.5. Verzoek om uitstel van betaling vóór behandeling faillissementsaanvraag door rechter 156 73.4.6. Toestemming voor faillissementsaanvraag 157 73.4.7. Steunvordering UWV voor faillissementsaanvraag 157 73.4.8. Verlenen van steunvordering en faillissementsaanvraag 157 73.4.9. Verzet tegen faillietverklaring 157 73.4.10. Beroep op regresrecht in faillissement 157 73.4.11. Verzending of uitreiking aanslagbiljet bij faillissement 158 73.4.12. Opkomen in faillissement 159 73.4.13. Volgorde uitwinning bodembeslag in faillissement 159 73.4.14. Na de toepassing van het faillissement 159 73.4.15. Opening nationale (secundaire) insolventieprocedure 159 73.4.16. Omzetting faillissement in WSNP 159 73.5. Insolventieprocedure - minnelijke schuldsanering 160 73.5.1. Algemeen 160 73.5.2. Opschorten invorderingsmaatregelen na verzoek MSNP 160 73.5.3. Gevolgen uitstel MSNP voor invorderingsmaatregelen 161 73.5.4. Houding ontvanger tijdens uitstel MSNP 161 73.5.5. Intrekken uitstel gedurende MSNP 161 73.5.6. De schuldenaar voldoet aan zijn verplichtingen MSNP 161 73.6. Insolventieprocedure - akkoorden 162 73.6.1. Buitengerechtelijk akkoord 162 73.6.2. Voorwaarden voor toetreding tot een buitengerechtelijk akkoord 162 73.6.3. Gevolgen buitengerechtelijk akkoord 162 73.6.4. Voorwaarden voor toetreding tot een gerechtelijk akkoord 163 73.6.5. Gevolgen toetreden tot gerechtelijk akkoord 163 73.6.6. Begrip belastingschuld en (buiten)gerechtelijk akkoord 163 73.6.7. Schuldig nalatig en (buiten)gerechtelijk akkoord 163 73.6.8. Gevolgen dwangakkoord 163

16 Inhoudsopgave 73.6.9. Kwijtschelding voor ondernemers bij een saneringsakkoord 164 Artikel 74 Uitstel- en kwijtscheldingsfaciliteiten 165 74.1. Uitstelfaciliteiten op grond van artikel 25 van de wet - algemene uitgangspunten 165 74.1.1. Voorwaarden bij uitstel zonder schriftelijk verzoek 165 74.1.2. M-biljet is verzoek om uitstel 166 74.1.3. Conserverende aanslag met meerdere inkomensbestanddelen 166 74.1.4. Hoogte zekerheid 166 74.1.5. Versnelde invordering 166 74.1.6. Voorlopige conserverende aanslag gevolgd door conserverende aanslag 166 74.2. Uitstel op basis van artikel 25, vijfde lid, van de wet 167 74.2.1. Zekerheid en artikel 25, vijfde lid, van de wet 167 74.2.2. Verscheidene contracten en artikel 25, vijfde lid, van de wet 167 74.2.3. Remigratie en artikel 25, vijfde lid, van de wet 167 74.3. Duur van het uitstel op basis van artikel 25, zesde lid, van de wet 168 74.4. Nadere voorwaarden voor voortzetting uitstel op basis van artikel 25, achtste lid, van de wet 168 74.5. Rente en uitstel op basis van artikel 25, negende lid, van de wet 168 74.6. Uitstel op basis van artikel 25, elfde en twaalfde lid, van de wet 169 74.6.1. Schriftelijk verzoek en artikel 25, elfde en twaalfde lid, van de wet 169 74.6.2. Rente en artikel 25, elfde lid, van de wet 169 74.7. Beoordeling verzoek om uitstel en artikel 25, veertiende lid, van de wet 169 74.7.1. Uitgangspunt betalingsregeling 169 74.7.2. Regeling niet van toepassing 169 74.8. Uitstel op basis van artikel 25, zestiende lid, van de wet 170 74.9. Uitstel en de Regeling beëindiging veehouderijtakken 170 74.10. Uitstel op basis van artikel 25, zeventiende lid, van de wet 170 74.11. Uitstel op basis van artikel 25, achttiende en negentiende lid, van de wet 170 Artikel 75 Kosten van vervolging 172 75.1. Gevorderde som bevat geen vervolgingskosten 172 75.2. Aan derden toekomende bedragen 172 75.3. Rechtsmiddelen en vervolgingskosten 173 75.4. Verzoek om vermindering vervolgingskosten aanmerken als bezwaar 173 75.5. Niet in rekening brengen van vervolgingskosten 173 75.6. Onverschuldigdheid van vervolgingskosten 174 75.7. Niet-verwijtbaarheid en vervolgingskosten 175 75.8. Versnelde invordering en vervolgingskosten 175 75.9. Aansprakelijkgestelden en vervolgingskosten 175 75.10. Geen kwijtschelding van vervolgingskosten 175 75.11. Limitering betekeningskosten dwangbevel 176 Artikel 76 Douane en invordering 177 76.1. Algemene uitgangspunten 177

Inhoudsopgave 17 76.2. Aanspreken borg op basis van een vergunning 178 76.3. Invorderingsrente vergoeden 178 76.4. Uitwinnen van zekerheid voor rechten bij invoer 178 76.5. Bewaren invorderingsbescheiden 179 76.6. Geen zekerheid bij douaneschuld en versnelde invordering 179 Artikel 77 Verplichtingensignaal motorrijtuigenbelasting 180 77.1. Voorwaarden voor aanbrengen verplichtingensignaal 180 77.2. Waarschuwingsbrief voorafgaand aan signalering 180 77.3. Aanbrengen verplichtingensignaal 181 77.4. Verwijderen verplichtingensignaal 181 77.5. Verplichtingensignaal in relatie tot WSNP 181 77.6. De aantekening "katvanger" 181 Artikel 78 Internationale invordering 183 78.1. Doen van een verzoek 183 78.2. Overleg met het ministerie 184 78.3. Geen verdere invorderingsmaatregelen treffen 184 78.4. EU-Richtlijn 2008/55/EG 184 78.4.1. Invordering betwiste schuld 184 78.4.2. Invordering buiten vijfjaarstermijn 184 78.5. Overige internationale invordering 184 Artikel 79 Invordering van een toeslagschuld (Awir) 185 79.1. De betalingsherinnering en toeslagschuld 185 79.2. Invordering toeslagschuld door middel van vordering 186 79.3. Faillissement, WSNP en toeslagschuld 186 79.4. Minnelijke schuldsaneringsregeling en toeslagschuld 186 79.5. Verrekening en toeslagschuld 186 79.6. Verrekening en uitstel van betaling toeslagschuld 187 79.7. Standaardbetalingsregeling toeslagschuld 187 79.8. Betalingsregeling toeslagschuld op basis van betalingscapaciteit 188 79.9. Geen verdere invorderingsmaatregelen voor toeslagschuld treffen 188 79.10. Aansprakelijkheid partner voor toeslagschuld 189 79.11. Beslag door derden op toeslag 189 79.12. Informatieverzoek gerechtdeurwaarder omtrent toeslag 189 79.13. Rijksadvocaat in civiele procedures over toeslagen 190

Bijlage bij besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M Leidraad Invordering 1 Bijlage bij besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M Leidraad Invordering Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied Dit artikel bevat in 1.1 de inleiding van de Leidraad Invordering 2008. In 1.2 is het beleid over het toepassingsgebied van de Invorderingswet 1990 opgenomen in aansluiting op artikel 1 van die wet. 1.1. Inleiding De Leidraad Invordering 2008 is in de plaats getreden van de Leidraad Invordering 1990. De Leidraad Invordering 2008 bevat alleen nog beleidsregels. Werkinstructies en teksten die terug te vinden zijn in wet en regelgeving zijn niet opgenomen. 1.1.1. Lijst met gebruikte afkortingen Afkorting Omschrijving...... Awb Algemene wet bestuursrecht Awir Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen AWR Algemene wet inzake rijksbelastingen B/CA Belastingdienst/Centrale administratie, sector betalingsverwerking BW Burgerlijk Wetboek CDW Communautair douanewetboek DW Douanewet FW Faillissementswet MSNP minnelijke schuldsanering natuurlijke personen Rv Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Sr Wetboek van Strafrecht Sv Wetboek van Strafvordering UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen WSF Wet Studiefinanciering 2000 WSNP wettelijke schuldsanering natuurlijke personen Wwb Wet werk en bijstand 1.1.2. Definities - belastingen: belastingen die van rijkswege door de Belastingdienst worden geheven alsmede de opcenten; - besluit (het): het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990; - loonheffingen: de loonbelasting en de premies volksverzekeringen en werknemersverzekeringen alsmede de ingevolge de Zorgverzekeringswet geheven inkomensafhankelijke bijdrage; - ministerie: ministerie van Financiën, directoraat-generaal Belastingdienst, team particulieren en formeel recht of team ondernemingen; - negatieve definitieve aanslag: de aanslag als bedoeld in artikel 15 AWR, waarbij de aldaar bedoelde verrekeningen hebben geleid tot een per saldo negatief bedrag; - negatieve voorlopige aanslag: de aanslag als bedoeld in artikel 13, eerste lid, AWR tot een negatief bedrag;

2 Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied - ondernemer: de belastingschuldige die een onderneming drijft of zelfstandig een beroep uitoefent; - organisatieonderdeel van de Belastingdienst: een organisatorische eenheid van de Belastingdienst, belast met de heffing en invordering van rijksbelastingen of andere door de Belastingdienst geheven of in te vorderen bedragen; - particulier: de belastingschuldige die niet als ondernemer wordt aangemerkt; - regeling (de): de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; - toeslagenschuld: de betalingsverplichting die de belanghebbende heeft tegenover Belastingdienst/Toeslagen op grond van een terugvorderingsbeschikking; - voorlopige teruggaaf: de aanslag als bedoeld in artikel 13, tweede lid, AWR; - wet (de): de wet van 30 mei 1990 op de invordering van rijksbelastingen (Invorderingswet 1990). Onder de overige in deze leidraad gebruikte begrippen wordt hetzelfde verstaan als de wet daaronder verstaat. 1.1.3. Reikwijdte beleidsvoorschriften Omwille van de leesbaarheid wordt niet iedere keer opnieuw vermeld dat beleidsvoorschriften inzake de rijksbelastingen ook gelden voor de sociale verzekeringspremies en de vorderingen waarvan de invordering aan de Belastingdienst is opgedragen. Voor zover de wet hierop van toepassing is - en uit het zinsverband niet anders volgt - strekken de beleidsvoorschriften zich dus ook uit tot die premies en vorderingen, tenzij uit aanwijzingen van derden voor wie de Belastingdienst invordert anders volgt. 1.1.4. Aansprakelijkgestelden en andere derden De invordering met betrekking tot aansprakelijkgestelden en andere derden vindt voor een groot deel op overeenkomstige wijze plaats als de invordering met betrekking tot belastingschuldigen. Omwille van de leesbaarheid is vermeden steeds de aansprakelijkgestelden en andere derden te noemen, zonder dat hiermee wordt beoogd de toepasselijkheid van die voorschriften te beperken. 1.1.5. Awb en algemene beginselen van behoorlijk bestuur De ontvanger handelt bij de invordering zoveel mogelijk in overeenstemming met de Awb en het Besluit Fiscaal bestuursrecht, ondanks het feit dat artikel 3:40, hoofdstuk 4, afdeling 5.2, de hoofdstukken 6 en 7, en afdeling 10.2.1 Awb niet van toepassing zijn op de wet. Dit betekent onder meer dat de beslistermijnen uit de Awb inclusief de mogelijkheden tot verlenging van toepassing zijn, tenzij de wet, de regeling of deze leidraad anders bepaalt. Voor beschikkingen op aanvraag geldt daarom een termijn van acht weken met de mogelijkheid hiervan af te wijken door een redelijke termijn te noemen (zie artikel 4:13, 4:14 en 4:15 Awb). Voor bezwaarschriften en beroepschriften bij administratief beroep geldt een termijn van zes weken met de mogelijkheid tot verlenging met vier weken en

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied 3 de mogelijkheid tot verder uitstel in gezamenlijk overleg (zie artikel 7:10 en 7:24, Awb). Een andere bepaling uit de Awb die van toepassing is bij invordering is artikel 4.84 Awb. Op grond van die bepaling is het mogelijk af te wijken van de beleidsregels zoals die zijn opgenomen in deze leidraad. Dit is gerechtvaardigd als toepassing van die regels voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die de leidraad dient. Dit laatste zal slechts bij hoge uitzondering aan de orde zijn. Het afwijken van beleidsregels leidt in de regel immers tot schending van het gelijkheidsbeginsel. Er moet dus sprake zijn van daadwerkelijk bijzondere omstandigheden op grond waarvan onverkorte toepassing van de leidraad onevenredig nadeel voor de betrokkene zou opleveren. Dit criterium gaat aanzienlijk verder dan een belangenafweging als bedoeld in artikel 3:4 Awb. Naast het zoveel mogelijk handelen in overeenstemming met de Awb moet de ontvanger bij zijn handelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen, ook als sprake is van privaatrechtelijke handelingen (beslag, executoriale verkoop en dergelijke). 1.1.6. Keuze uit verschillende invorderingsmaatregelen Als de invordering op verschillende manieren kan plaatsvinden, heeft de eenvoudigste, snelste en minst kostbare wijze voor de Belastingdienst de voorkeur. 1.1.7. Invorderingsmaatregelen tegen grote bedrijven Als de ontvanger invorderingsmaatregelen wil treffen die het voortbestaan kunnen bedreigen van een bedrijf met meer dan vijftig werknemers, dan vraagt hij daartoe toestemming van het ministerie. Onder een bedrijf wordt in dit verband ook verstaan een geheel van bij elkaar behorende bedrijven of een zelfstandig uitgeoefend beroep. Beslaglegging hoeft niet het hiervoor bedoelde effect te hebben, als de ontvanger op een zodanige wijze kan handelen dat derden daarvan geheel onwetend blijven. De ontvanger vraagt altijd toestemming als: - met de beslaglegging op korte termijn de verkoop van (een deel van) de activa van het bedrijf wordt beoogd; - door de beslaglegging de werkvoorraad en/of geldmiddelen geheel of nagenoeg geheel worden vastgelegd; - derden niet onkundig blijven van de beslaglegging, zoals steeds het geval is bij derdenbeslag; - de ontvanger aan een schuldeiser zodanige inlichtingen omtrent openstaande belastingaanslagen verstrekt, dat deze kunnen dienen als steunvorderingen bij het aanvragen van faillissement door die schuldeiser.

4 Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied 1.1.8. Voor de invordering minder geschikte dagen Op grond van de artikelen 64 en 438b Rv verricht de deurwaarder geen exploten of andere executiehandelingen tussen 20.00 uur 's avonds en 07.00 uur 's ochtends, op een zondag en op een algemeen erkende feestdag, behalve na een daartoe strekkend verlof van de voorzieningenrechter. In aanvulling hierop geldt dat de ontvanger geen invorderingsmaatregelen treft op Goede Vrijdag. De ontvanger zal geen invorderingsmaatregelen nemen tegen particulieren op dagen die daarvoor minder geschikt kunnen worden geacht, als die maatregelen zonder bezwaar naar een later tijdstip kunnen worden verschoven. Deze terughoudendheid geldt bij ondernemers slechts voor zover sprake is van invorderingsmaatregelen die betrekking hebben op bezittingen die tot de privésfeer kunnen worden gerekend. De terughoudendheid geldt niet als de ontvanger een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 9, achtste lid, van de wet terstond invordert. Voor invordering minder geschikte dagen zijn met name: - landelijk of regionaal vrij algemeen erkende feest- en gedenkdagen met inbegrip van de daaraan voorafgaande en de daarop volgende dag; - de dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar. 1.1.9. Binnenkomst van bescheiden Als aan het indienen van bepaalde bescheiden rechtsgevolgen zijn verbonden dan wel rechten kunnen worden ontleend en indiening gebeurt bij een onbevoegd organisatieonderdeel van de Belastingdienst, dan geldt als datum van binnenkomst van die stukken de datum van binnenkomst bij dat onbevoegde organisatieonderdeel. Dit geldt ook als dergelijke bescheiden worden ingediend bij een andere autoriteit waarvan de indiener meende - en redelijkerwijs kon menen - dat deze autoriteit de tot ontvangst bevoegde instantie was. Als de functie van de belastingdeurwaarder of de ontvanger voor de indiening van belang is en het indienen bij een andere ambtenaar van het betreffende organisatieonderdeel van de Belastingdienst heeft plaatsgevonden, dan wordt de indiening geacht te hebben plaatsgevonden bij de belastingdeurwaarder of de ontvanger. Als de ontvanger in de tussentijd heeft verrekend of dwangmaatregelen heeft genomen ter invordering van de belastingschuld, dan blijven deze gehandhaafd als hij niet van de indiening op de hoogte was en er redelijkerwijs ook niet van op de hoogte kon zijn. Onder dwangmaatregelen moeten in dit verband worden verstaan: alle maatregelen in het kader van de dwanginvordering respectievelijk invordering langs civielrechtelijke weg, en het aansprakelijk stellen van derden. 1.1.10. Positie belastingdeurwaarder Belastingdeurwaarder is de door of namens de minister van Financiën als zodanig aangewezen ambtenaar van de Rijksbelastingdienst. De rechten en plichten uit de Ambtenarenwet en het Algemeen Rijksambtenarenreglement

Artikel 1 Inleiding en toepassingsgebied 5 zijn op hem van toepassing. In de uitoefening van zijn functie is de belastingdeurwaarder bestuursorgaan in de zin van de Awb, dan wel handelt hij onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan (de ontvanger). Als zodanig vervult hij zijn taak zonder vooringenomenheid. Hij gebruikt zijn bevoegdheid niet voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Hij waakt ervoor dat de nadelige gevolgen van zijn handelen niet onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die hij met die handelingen dient. Om misverstanden te voorkomen, meldt de belastingdeurwaarder steeds in welke hoedanigheid hij optreedt en hij legitimeert zich desgevraagd. Op grond van artikel 67 van de wet is het de belastingdeurwaarder verboden om hetgeen hem over de persoon of de zaken van een ander blijkt of wordt meegedeeld - in enige werkzaamheid bij de uitvoering van de wet, of in verband daarmee - verder bekend te maken dan nodig is voor de uitvoering van de wet of voor de heffing van enige rijksbelasting. De leiding van de invordering berust steeds in handen van de ontvanger. Dit brengt met zich mee dat de belastingdeurwaarder de bevoegdheden die hij rechtstreeks ontleent aan de wet en aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, slechts uitoefent nadat hij daartoe een opdracht van de ontvanger heeft verkregen en zich bij de uitoefening van die bevoegdheden houdt aan diens aanwijzingen. Op grond van artikel 9:1 Awb heeft een ieder het recht om een klacht in te dienen over de wijze waarop de belastingdeurwaarder zich jegens hem of een ander heeft gedragen. Klachten in verband met zijn ambtsuitoefening kunnen worden ingediend bij de ontvanger in wiens opdracht en onder wiens verantwoordelijkheid de belastingdeurwaarder werkzaam is. 1.1.11. Bewaren invorderingsbescheiden De ontvanger bewaart de bescheiden die direct betrekking hebben op de invordering gedurende drie jaar na afdoening, of zoveel langer als het recht tot dwanginvordering van de belastingaanslag die daaraan ten grondslag ligt nog niet is verjaard. De bescheiden die op kwijtschelding betrekking hebben, worden gedurende ten minste drie jaar na de verleende kwijtschelding bewaard, of zoveel langer als redelijkerwijs nog niet kan worden aangenomen dat zij hun belang definitief hebben verloren. Bescheiden die geen betrekking hebben op één of meer bepaalde belastingaanslagen, worden eveneens gedurende ten minste drie jaar bewaard, of zoveel langer als redelijkerwijs nog niet kan worden aangenomen dat zij hun belang definitief hebben verloren. De bescheiden die betrekking hebben op een beslissing van schuldige nalatigheid door de Sociale Verzekeringsbank, worden bewaard tot het tijdstip van overlijden van de premieplichtige, of zoveel korter als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij hun belang definitief hebben verloren.