HOOFDBESTUUR: - 1- Adenauerlaan 70 Claudiuslaan 87 3137 JA Vlaardingen 6642 AE Beuningen Tel: 010-4746116 Tel :024-6751515



Vergelijkbare documenten
Standaardeis Catharina parkiet

Standaardeis van Agapornis taranta

Gezamenlijke standaardeisen Forpussen. Opgesteld door de technische commissies van ANBvV, KBOF, NBvV en NFC.

Standaardeisen van Agapornis taranta

Standaardeis van Agapornis fischeri

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis lilianae

Standaardeis van Agapornis fischeri

Voorwoord 2. Algemene inleiding 3. Fysieke standaard 4. Keurtechnische opmerkingen 16

Voorwoord:...1. Het genus Brotogeris:...2

Voorzitter van de Keurmeestersvereniging,

WERKDOCUMENT KLEINE GRASPARKIET

Psilopsiagon & overige Bolborhynchus

GESCHILDERDE ASTRILDE, Emblema, picta

Standaard. Kleurgrasparkiet deel 1.

Standaardeisen van Agapornis canus V 3.1

Standaardeis van Agapornis lilianae

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis taranta

INDEX. Standaardeisen Gouldamadines 1997 A.N.B.v.V. 1

standaardeisen DIAMANTDUIVEN

Standaardeis van Agapornis roseicollis

Standaardeisen A.N.B.v.V Grasparkieten

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis personatus

Standaard. Kleurgrasparkiet

Standaard. Catharinaparkieten. Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. Copyrigt by NBvV, Alle rechten voorbehouden. Uitgave: januari 2011.

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis nigrigenis

Europese Cultuurvogels

Europese Cultuurvogels

CATHARINAPARKIET STANDAARDEISEN 2015

Standaard. Brotogeris

Standaard. Kleurgrasparkiet deel 2

Standaardeis van Agapornis personatus

Standaardeis van Agapornis nigrigenis

Japanse Kwartels (Coturnix c. Japonica)

KMV tropische vogels en parkieten. Standaard. Edelparkieten.

Gezamenlijke standaardeisen Forpussen. Opgesteld door de technische commissies van ANBvV, KBOF, NBvV en NFC

- 1- hoofdredacteur: A. van Kooten redacteur: H. Drenth

1 Vogels inbrengen op woensdag 17 oktober a.s. van tot uur in Sporthal De Stuit, zaal t Perk, EA Borgerstraat 25, Joure.

Standaard K.B.O.F. KLEURGRASPARKIETEN K.B.O.F.

GPF Nieuwsbrief. Mei 2012

Overige Australische parkieten

STANDAARDEISEN RIJSTVOGELS K.B.O.F. K.B.O.F.

Standaardeis en beschrijving Kakariki soorten A.N.B.v.V versie

KEURTECHNISCHE AFSPRAKEN STAMMEN / STELLEN - EN ENKELINGEN 3 OVERZICHT STANDAARDKLEUREN SPITSSTAARTAMADINE 6

Standaard. Forpus, dwergpapegaaien. Uitgave voorjaar Standaard Forpus - 1 -

STANDAARDEISEN FORPUSSEN K.B.O.F.

Standaard. Agapornis Fischeri.

Standaard Agapornis Lilianae

GGPF Nieuwsbrief. Juni 2017

Standaard. Platycercus, Rosella s. Uitgave voorjaar Standaard Rosella - 1 -

Gemeenschappelijke standaardeis van de Agapornis roseicollis roseicollis

Gedomesticeerde Afrikaanse- en Aziatische prachtvinken

Supplement STANDAARDEISEN KLEURKANARIES

Serama. Raskenmerken haan:

STANDAARDEISEN K.B.O.F. JAPANSE MEEUWEN K.B.O.F.

ZILVERBEKJES RIJSTVOGELS 2001 VOORWOORD.

Vergadering Experten OMJ sectie D kleurkanaries in Palaiseau 20/21/22 mei

Standaard Agapornis personatus.

TECHNISCHE COMMISSIE TROPISCHE VOGELS EN PARKIETEN, TECHNISCH BULLETIN 2015.

Mijn kweekervaring met de witwang mutatie.

HOOFDBESTUUR: - 1- Adenauerlaan 70 Claudiuslaan JA Vlaardingen 6642 AE Beuningen Tel: Tel :

Standaard Agaporniden Opaline serie deel 2:

Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen)

GROENLING BRUIN (MAN).

HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 4)

Standaard. Agapornis Nigrigenis

DOMINANT EN RECESSIEF BONT

Psilopsiagon. & overige Bolborhynchus

Nu te bestellen.. Het boek Grasparkieten Kweken

Psilopsiagon. & overige Bolborhynchus

BIJ HET HOOFDSTUK NEOCHMIA.

- 1- hoofdredacteur: A. van Kooten redacteur: H. Drenth

GGPF Nieuwsbrief. Juni 2016

Catalogus Regioshow Parkieten Speciaalclub Flevoland t/m

BIJ HET HOOFDSTUK STIZOPTERA.

STANDAARDEISEN EUROPESE VOGELS K.B.O.F. K.B.O.F.

Standaardeisen kleurkanaries 2015 COM / OMJ

Ordre Mondial des Juges STANDARDS. Canaris de Couleur. Colourbred Canaries

Standaard. Platycercus, Rosella s.

Lombok papegaai-amadine: Kleur- en tekeningstandaard wildkleur... 11

RICHTLIJNEN BIJ HET KEUREN VAN

Lid Zanglust Zuidwolde

Standaardeisen kleurkanaries 2015

Vogelkrant 41 e jaargang nr. 5 Oktober 2012

K.B.O.F. Standaard. Bolborhynchus lineola - Catharinaparkiet

2 Het inschrijfgeld bedraagt 1,50 per vogel (voor jeugdleden 1,00). De verplichte catalogus kost 3,00. Inschrijven is mogelijk t/m 2 oktober.

2 Het inschrijfgeld bedraagt 1,50 per vogel (voor jeugdleden 1,00). De verplichte catalogus kost 3,00. Inschrijven is mogelijk t/m 26 september.

Kakariki Uitgave augustus

Standaard. Overige Agaporniden. Uitgave winter Standaard overige Agaporniden - 1 -

Uitgegeven door: Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Copyright by NBvV, Alle rechten voorbehouden Uitgave:

Algemene regels tijdens het keuren De keurders zijn verplicht de gegeven instructies strikt op te volgen

SWV (Zwitserse Grasparkieten Club) Clubshow 2011

TC tropische vogels en parkieten van de KMV NBvV. Standaard: Cyanoramphus, Kakariki. Uitgave augustus Standaard Cyanoramphus Pagina 1 van 30

Beschrijving Pyrrhura soorten. A.N.B.v.V PYRRHURA S.

Kooinummer Naam inzender Soort vogel Kleurslag Punten Prijs 1 R. van der Tuuk Kanarie bont schimmel 88 2 R. Groenendijk Grasparkiet grijsvleugel

GGPF Nieuwsbrief. Juli 2015

Standaard. Platycercus, Rosella s.

Verslag Babyshow PSC Friesland gehouden 15 juni 2013 in cafe restaurant Overwijk in Tijnje.

VOORJAARSHOW GELDERSE GRASPARKIETEN CLUB Door Peter van Amelsvoort De tweede editie in 2017 van de voorjaarshow is i.v.m. de hoge temperaturen

UITNODIGING Int.Open RAYONSHOW

Transcriptie:

- 1- HOOFDBESTUUR: Voorzitter: 2e Voorzitter: Piet Onderdelinden Marten Hubregtse. Adenauerlaan 70 Claudiuslaan 87 3137 JA Vlaardingen 6642 AE Beuningen Tel: 010-4746116 Tel :024-6751515 E-mail: voorzitter@psc.nbvv.nl E- mail: secretaris@psc.nbvv.nl Secretaris: Penningmeester: Marten Hubregtse Hans Veneman Claudiuslaan 87 De Emoe 5 6642 AE Beuningen 7609 HJ Almelo Tel: 024-6751515 Tel: 0546-823249 E-mail: secretaris@psc.nbvv.nl E-mail: penningmeester@psc.nbvv.nl T.T.Secretaris: Ledenadministratie: Dirk Boesveld Cees Goedegebuure Karel Doormanlaan 1 Maannezee 17 2665 AS Bleiswijk 3247 XN Dirksland Tel : 06-18023028 tel: 0187-601289 Email : db_2002_2@hotmail.com mail: ledenadmie@psc.nbvv.nl Status Adm. en Stand P.S.C. en PR. Web beheer: Hans Veneman John & Frans Kok De Emoe 5 Voorthuizerstraat 95 7609 HJ Almelo 3881 SC Putten Tel: 0546-823249 Tel: 0341-353878 E-mail: pr-status@psc.nbvv.nl E-mail: webbeheerder@psc.nbvv.nl Voorzitter & Technische Commisie: Vacature E-mail: vz-tc@psc.nbvv.nl Redactie Psittaci: hoofdredacteur: A. van Kooten redacteur: H. Drenth E-mail:red-psittaci@psc.nbvv.nl Ereleden: J. Versluis W. v.d. Dikkenberg J. Smit

- 2- - 3- Van de voorzitter. We beleven dit jaar een prachtig voorjaar. Zo uitzonderlijk mooi is het in honderd jaar niet geweest. De natuur is op dit moment schitterend en ik geniet ervan. Overal is nieuw leven, het groen is weer fris. De natuur verjongt en vernieuwt zich elk jaar weer opnieuw. Binnen onze hobby is het voorjaar ook het seizoen van nieuw leven. Ik hoop dat bij U de kweek heel voorspoedig verloopt. Voor een aantal van U zal het kweekseizoen al weer naar het einde lopen omdat de kweek al in het najaar is begonnen. Voor anderen, met name de buitenkwekers, zal de kweek nog maar net begonnen zijn. Ik hoor wat wisselende berichten over de kweekresultaten maar dat is eigenlijk elk jaar wel zo. Ik hoop dat we in het najaar weer fraaie vogels op onze shows te bewonderen zullen krijgen. In onze club is er dit voorjaar ook sprake van vernieuwing. Op de AV zijn de reglementen vastgesteld die het mogelijk maken SKG s op te richten. We hebben er lang over gepraat maar nu is het dan zover. Ik hoop dat de kans gegrepen wordt en dat we ons kunnen gaan wijden aan de verder gaande specialisatie die deze tijd van ons vraagt. Ik zie het echt als een kans om de hobby te verdiepen en te verbreden en ik hoop dat er enthousiast op gereageerd zal worden. Ik verwijs hier naar het stuk over de SKG s van de hand van onze secretaris waarin nadere informatie staat hoe een en ander tot stand kan komen. De bal ligt nu bij u. Een ander punt van vernieuwing is onze website. Frans en John Kok hebben helaas moeten besluiten om te stoppen met het beheer van de site. Jammer maar we moeten hun keus respecteren. Ik bedank hierbij beide heren voor alle werk dat ze voor de PSC hebben verzet. Het opzetten en beheren van een website is een hele klus maar wel een belangrijke. In de communicatie naar de leden maar ook de niet-leden is een website bijna onmisbaar geworden. Ik ben dan ook erg blij dat George Steinz zich bereid heeft verklaard deze taak op zich te nemen. Hij is al druk bezig om de site te bouwen en te vullen met behulp van hoofd- en regiobesturen. Ik hoop dat iedereen veel plezier zal beleven aan de vernieuwde site en dat we er optimaal gebruik van zullen maken. Nader nieuws in de volgende Psittaci. Over enkele maanden hebben we weer de landelijke PSC-show in Soest. Voor de catalogus willen we graag wat meer advertenties. Kijk eens om u heen of u adverteerders kunt vinden. Het is ook mogelijk om kwekersadvertenties te plaatsen voor? 10,-. Ik kan me de tijd nog heugen dat het gewoonte was dat de regio s ook een advertenties in de catalogus lieten plaatsen ter ondersteuning van de landelijke show. Misschien iets voor uw regio? Voor de vogelverloting zoeken wij nog enkele kwekers die een kwalitatief goede vogel beschikbaar willen stellen. Er wordt regelmatig gevraagd of het mogelijk is weer een verkoopklasse te hebben op de landelijke show. Dat is alleen mogelijk als er ook iemand is om die verkoopklasse te bemannen. Is het iets voor u laat het ons weten. Neem svp contact met ons op als u iets kunt/wilt betekenen mbt één van de voorgaande punten. Tot slot wens ik u nog een voorspoedige kweek en tot gauw. Uw voorzitter, Piet Onderdelinden Psittaci: 4 Jaarlijkse uitgave van de Parkieten Speciaal Club onder auspiciën van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. Redactie: Spaarbankweg 2, 9909 BN Spijk (Gn) Email: red-psittaci@psc.nbvv.nl Advertenties: Redactie en Penningmeester Jaaradvertentie Hele Pag: 85. Halve Pag. 55 Kwart Pag. 30 Alle inlichtingen bij de Redactie en Penningmeester: email: penningmeester@psc.nbvv.nl Abonnementen: 18.00 per jaar. België, Duitsland 20.00 Bij vooruitbetaling te voldoen op. Parkieten Speciaal Club of per buitenlandse postwissel op te geven aan de Penningmeester. Ontvangst Clubblad Psittaci: Bij geen ontvangst, gelieve contact op te nemen met de ledenadministratie: Jurgen Boesveld, Sneeuwbesstraat 13 2665 RS Bleiswijk Tel : 06-25462601 Email: tt-secretariaat@psc.nbvv.nl Kopie, overname, verantwoordelijkheid: Kopie en advertenties te allen tijde zenden aan Redactie, de redactie draagt geen verantwoording voor de inhoud van de artikelen en plaatsing. Overname van artikelen of gedeeltes is niet geoorloofd. Datum kopie inzenden en verschijnen: 1 Januari Februari 1 April Mei 1 Juli Augustus 1 Oktober November Drukker : Het Centrum Utrecht BV. Oplage: ± 700 exemplaren. INDEX UITGAVE mei NR. 2 2011 Pagina.nr. Bestuur P.S.C. 1 Van de voorzitter 2 Colofon & Index 3 Adressen Regiosecretarissen 4 Catharina Studie Groep Babyshow 5 Adv. Pro genion 8 Adv. Gendika 8 Rosella s - Deel 2 9 Euwing Fischerie Deel 1 12 Adv. t Somerhuys 13 Adv. Van der Veen 15 Adv. Waluvo 16 Adv. Volierebouw Nederland 17 Adv. Jansen Tholen 17 Adv. Himbergen 18 Neophema Studie Groep 20 Adv. Vogelmarkt Meppel 26 Adv. BigScore 27 De Mutaties van de Halsbandparkiet 28 Adv. Saps 30 Portret van een lorikweker 31 Rariteit 33 Adv. Hoerbiger 34 Ontwikkelingen bij de standaard grasparkiet 35 Door moedertje natuur geschapen schepselen 36 Ziekten bij kromsnavels Deel 2 37 Adv. Info PSC / Thijsen 40 Kopie inleveren zsm.

- 4- - 5- ADRESSEN REGIO SECRETARISSEN Nieuwe leden aanmelden bij Secr. deze verwijst de nieuwe leden door naar de Regio Penningmeester voor Bank en Giro nr. Wijzigingen dienen direct doorgegeven te worden aan de Leden Administratie. Verslag Babyshow 2011. 10 Limburg B. Cluitmans Esdoornlaan 3 6077 CP Sint Odiliënberg Tel 0475-536680 Mail: secretaris-lpf@psc.nbvv.nl 15 Oost Noord Brabant R. Steenbakkers Dr. Boutkanstraat 1 5473 AK Heeswijk Dinther Tel. 0413-291117 Mail: secretaris-onb@psc.nbvv.nl 20 Midden West Brabant P.A. Seymour Hengst 16 4341 MV Arnemuiden Tel. 0118-602494 Mail: secretaris-mwb@psc.nbvv.nl 25 Zeeuws Vlaanderen J. Dankaart Emmabaan 21 4576 EA Koewacht Tel: 0114-362203 Mail: secretaris-zvl@psc.nbvv.nl 50 Friesland J. Reiker Weegbree 2 8602 DS Sneek Tel: 0515-425453 Mail: secretaris-fr@psc.nbvv.nl 55 Noord Nederland K. Hageman Grintweg 108 9674 GE Winschoten Tel. 0597-416241 Mail: secretaris-nn@psc.nbvv.nl 65 Flevoland W. Smits De Kievit 22 8251 JL Dronten Tel. 0321-314019 Mail: secretaris-fl@psc.nbvv.nl 75 PSC-ZON(Zuid Oost Nederland) W. Hunting de Dreef 41 7047 AT Braamt Tel: 0314-652449 Mail. secretaris-zon@psc.nbvv.nl Alg.Kamp. 2011 Frank Toonen 30 Gelderland E.A. Koopman De Enk 7 6661 KK Elst (GLD) Tel. 0481-377226 Mail:secretaris-GPF@psc.nbvv.nl 40 Zuid Holland J.F.Bouwmeester Dahliaveld 1 2914 CA Nieuwerkerk a.d. IJssel Tel. 0180-317886 Mail: secretaris-zh@psc.nbvv.nl 45 Noord Holland C. Jonker Regthuisstraat 12 1724 SM Oud Karspel Tel 0226-315259 Mail: secretaris-nh@psc.nbvv.nl 85 Midden Zeeland J. Bekenes Conferencestraat 44 4421 DS Kapelle Mail: jhbekenes@zeelandnet.nl 95 Catharina Studie Groep (CSG) A.F. Damen Lage Stee 41, 4847 BJ Teteringen Tel: 076-5713207 Mail: secretaris@catharinaparkietenstudiegroep.nl Neophema Studie Groep Frans Broeren Molenstraat 140 4731 HH Oudenbosch Tel:0165 31 41 79 Mail: Secretaris@neophemastudiegroep.nl Beste grijsvleugel Voor Utrecht en Overijssel info bij: ledenadmie@psc.nbvv.nl Beste inoserie

Verslag Babyshow 2011. Zoals we gewend zijn was het weer een prachtige dag op 2 april jl in het Brabantse Roosendaal, hetgeen ook voorspeld was door de weersverwachting. En inderdaad de temperatuur liep op tot zo n 24 graden en de zon scheen volop. Om 7,45 uur waren er al een aantal leden aanwezig om te helpen met het opzetten van de stellingen, dit was om 8,30 uur gereed en na het nuttigen van een kop koffie kon gestart worden met de inschrijving. Het aantal vogels die ingebracht werden viel toch een beetje tegen. De verdeling zag er als volgt uit: Groenserie 32 stuks Turquoise serie 11 stuks Ino serie 13 stuks Grijsvleugel serie 8 stuks MVK serie 14 stuks Totaal 78 Catharinaparkieten Citroenparkieten mannen Citroenparkieten poppen Totaal - 6- Catharinaparkieten Studie Groep Opgericht 2 juni 2001 Onder auspiciën van Parkieten Speciaal Club Aangesloten bij de N.B.v.V. 12 stuks 7 stuks Het totaal aantal ingeschreven vogels = 78 + 19 = 97 stuks. Deze vogels werden ingebracht door 13 leden. 19 Citroenparkieten Dit waren ruim 40 vogels minder als verleden jaar. Wij als bestuur zullen ons moeten afvragen wat hier de oorzaak van is. Mogelijk het te mooie weer, maar tijdens het inbrengen hadden de kwekers ook de opmerking dat we dit jaar een paar weken vroeger de babyshow hadden gepland. We zullen proberen het volgend jaar wat later de babyshow te houden. Om ± 10 uur werden de leden en keurmeesters welkom geheten door de voorzitter, er werd een moment stilte in acht genomen i.v.m. het overlijden van onze secretaris Janus Damen. Hierna werd kort verslag weer gegeven van de landelijke vergadering van de PSC. Hierna gingen de keurmeesters, Arie Huisman, Piet Onderdelinden, Peter Seymour en Kees Ligtvoet de vogels keuren. De heer Francis Kriesels had afgezegd ivm werkzaamheden. De andere zaal werd gereed gemaakt voor de vogelbespreking onder leiding van Piet Ooijen. - 7- Het was erg jammer dat voor deze vogelbespreking maar 4 vogels waren meegebracht, dit waren 2 Aymara s en 2 Catharina s. Als eerste werden de Catharina s besproken, deze werden van top tot teen bekeken en zo werden door alle aanwezige opmerkingen gemaakt wat ze ervan vonden. De ene was een groene en de andere Catharina was een DD turquoise, met nog duidelijk het gele Psittacine in zijn bevedering, wat een goede turquoise ook behoort te hebben. Hierna was het de beurt aan de Aymaraparkieten, de conclusie van deze vogels was dat ze nog niet in TT conditie zaten en dat ze waren beschadigd op het vleugeldek. Ook mocht er meer body op zitten, dus wat voller en iets forser in zijn geheel. Doordat er niet zoveel vogels aanwezig waren, werden er enkele wedstrijdvogels uit de andere zaal bijgehaald om zo de verschillen te laten zien in de groene kleur. Hierbij kon je duidelijk zien dat gewone groene vogels een diversiteit van de groene lichaamskleur laten zien, zoals vogels met geelgroene lichaamskleuren, maar ook zeer heldere groene vogels. Piet gaf aan dat bevedering een hele belangrijk facet is van het uiterlijk van de vogel en dat je naast intensief en schimmel bevedering ook kort en lang bevedering een rol speelt in de kleur en vormgeving van een vogel. Ook werden enkele donkergroene erbij gehaald, die ook een diversiteit aan kleurverschil lieten zien. Een donkergroene die tussen groen en donkergroen in zat qua kleur, maar ook een lichtgroene welke de violetfactor bezat en die daardoor uiterlijk op een donkergroene gaat lijken, maar toch net een iets andere dekkleur krijgt dan een echte donkergroene. Hierna werden er nog enkele EF grijsvleugels besproken, waarbij je ook een diversiteit ziet aan tekening, van bijna geen tekening tot een grijze tekening. Ook werden er nog enkele ino turquoises besproken, tijdens deze bespreking werden er diverse discussies gevoerd wat de bespreking levendig en leerzaam maakte. Om 11.45 moesten we deze bespreking gaan stoppen, om de zaal leeg te maken, zodat Jan Buijs de Brabantse koffietafel gereed kon gaan maken. Zo kon ieder nog even een rookpauze nemen, alvorens van de koffietafel gebruik te gaan maken. Om 12.30 uur werd de keuring onderbroken voor het nuttigen van een echte Brabantse lunch. Deze was als vanouds, verzorgt door de familie Buijs. Na de lunch moest de algemeen kampioen nog bepaald worden, dit werd een keuze tussen een Groene en een DD Groen. Uiteindelijk viel de keuze, na een vrij zware discussie waarbij alle facetten werden besproken, op de groene. De zaal kon omgebouwd worden om de vogels te bespreken. Dit werd deskundig door Peter Seymour en Piet Onderdelinden verzorgt. Hierna werd door Kees Ligtvoet de citroenparkieten besproken. Hier kwam een levendige discussie over, hoe moeten deze er gaan uitzien in de toekomst? Moet er zoveel mogelijk geel in de borst aanwezig zijn of moeten we twee soorten citroenparkieten zoveel mogelijk zuiver houden? Als bestuur zullen we hierover ons moeten gaan beraden, hoe we dit moeten gaan aanpakken. Na de bespreking van de vogels volgde de verloting. We hadden aan Jan van de Berg gevraagd deze te verzorgen, samen met Jurgen Boesveld hadden zij de lootjes verkocht. Dankzij de diverse geschonken prijzen was de penningmeester erg gelukkig met de opbrengst. Jan en Jurgen bedankt namens het bestuur. Hierna volgde de prijsuitreiking. De prijzen waren als volgt verdeeld: Beste groen serie Frank Toonen 93 punten 2e groen serie Jan van Doorn 93 punten Beste Turquoise serie Arie Vortman 93 punten Beste Ino serie Jan van Doorn 93 punten Beste grijsvleugel serie Jan van de Berg 93 punten Beste Citroenparkiet Arie Vortman 92 punten

- 8- - 9-2e Citroenparkieten Kampioen Aymara/Citroenparkieten Algemeen kampioen Catharinaparkieten Piet Onderdelinden 91 punten Arie Vortman Frank Toonen Rosella s - Deel 2 Door: Adri van Kooten Winnaar Klassement over de 5 beste vogels werd Jan van Doorn met een totaal van 462 punten. Klassement Babyshow Catharinaparkieten Studie Groep. Naam: Beste 5 vogels: Totaal: J. van Doorn 93-93 - 92-92 - 92 = 462 A.H. Vortman 93-93 - 92-92 - 92 = 462 F. Toonen 93-92 - 92-91 - 91 = 459 J. v.d. Berg 93-92 - 91-91 - 91 = 458 G. Verbeek 90-90 - 89-89 - 89 = 447 A. Barten 90-89 - 89-89 - 89 = 446 A. Vergouwen 89-89 - 89-89 - 89 = 445 A. van Leest 91-90 - 89-88 - = 358 L.v.d. Sande 90-89 - 88-87 - = 354 H. Cools 91-88 - - - = 179 P. Onderdelinden 91-88 - - - = 179 M. van Luyt 89-86 - - - = 175 M. Verbeek 85 - - - - = 85 In een aantal delen worden alle soorten rosella s in Psittaci aan u voorgesteld. In het eerste deel (Psittaci februari nr. 1 2011) is in algemene zin ingegaan op de voeding, de huisvesting en de kweek van rosella s en is de geelbuikrosella behandeld. In deel 2 zijn dat de strogele rosella, de rosella, de prachtrosella en de Tasmaanse rosella. Inleiding Rosella s, zoals de verzamelnaam luidt, behoren tot de platstaartparkieten. Het zijn allemaal felgekleurde, langstaartige vogels uit Australië die, afhankelijk van de soort, in lichaamslengte variëren van 27 tot 38 cm. De naam platstaartparkiet vinden we terug in een deel van hun wetenschappelijke geslachtsnaam, Platycercus. Platys betekent plat en cercos is staart. De rosella s hebben als groep een aantal specifieke uiterlijke overeenkomsten. Zo hebben alle vogels bijvoorbeeld gekleurde wangvlekken. Andere kenmerken die we bij rosella s zien zijn de geschubde rugveren en vleugels, waardoor ze ondanks hun felle kleuren toch weinig opvallen in hun natuurlijke omgeving. Als laatste kenmerk kan worden genoemd dat de uiteinden van de vleugels en van de lange staart bij alle soorten blauw van kleur zijn. Over de indeling van de Pennant-, Adelaide- en strogele rosella bestaat nog steeds geen algehele overeenstemming. Sommige taxonomen zien dit als één soort (Platycercus elegans) met een aantal ondersoorten, andere houden vast aan drie soorten met enkele ondersoorten. In dit artikel is voor deze laatste benadering gekozen. Na de prijsuitreiking konden de vogels worden ingeladen en werd de zaal met veel mankracht opgeruimd. Heren inzenders onze dank hiervoor. Ook nu konden we weer zeggen dat ondanks dat er minder vogels ingebracht waren het toch een geslaagde dag geweest was. Het bestuur CSG. Pro genion www.progenion.nl Luchtreinigers met ionisator en UV PR-368R Strogele rosella - Platycercus flaveolus Formaat: 34 cm. Ringmaat: 6 mm. Geslachtsonderscheid: beide geslachten lijken qua kleuren uiterlijk op elkaar. In algemene zin bestaat er wel enig verschil in postuur. Man en pop: de lichaamskleur is hoofdzakelijk geel. Dit komt trouwens ook tot uiting in zijn wetenschappelijke naam. Flaveolus betekent namelijk geelachtig. De gele kop is Verminder: - Bacteriën & Virussen Geruisloze werking & vervangen - Hooikoorts & Allergie Nuvan 149,- voor 139,- www.progenion.nl Strogele rosella Prachtrosella

- 10 - voorzien van een rode voorhoofdsband. De wangvlekken zijn blauw, evenals de vleugelranden en de buitenste staartpennen. Op de keel kunnen rode veertjes voorkomen. De schouders zijn zwart. De onderzijde van de staart is groenachtig geel. De zwarte nek- en rugveren zijn geel omzoomd. De ogen zijn bruin, de poten grijsbruin en de snavel is grijsgeel. De mannen hebben veelal een forsere kop en een grotere snavel dan de poppen. In sommige gevallen is de pop tevens iets valer/matter van kleur. Jongen: jonge strogele rosella s zijn lichtgeel van kleur Herkomst en leefwijze Strogele rosella s leven in het Murray - Lachlan - Murrumbidgee - riviergebied in het noordwesten van Victoria in Zuidoost-Australië. Ze leven en nestelen vooral in riviereucalyptussen. Voeden doen ze zich echter in eucalyptusstruikgewas en op akkers. Ze houden zich bij voorkeur op in bossen, langs rivieren (Murray, Murrumbidgee en Lachlan) en in moerassige gebieden. In hun natuurlijke leefomgeving bestaat de voeding vooral uit zaden van grassen en allerlei wilde planten. Verder voeden ze zich met vruchten, bloemennectar, bladknoppen en diverse soorten insecten en hun larven. Bijzonderheden Bij de strogele rosella kennen we inmiddels al een aantal mutaties. Voorbeelden hiervan zijn bont, cinnamon en ino. Rosella - Platycercus eximius Ondersoorten Platycercus eximius eximius Platycercus eximius elecica Platycercus eximius diemenensis - rosella - prachtrosella - Tasmaanse rosella Platycercus eximius eximius - rosella Formaat: 30-32 cm. Ringmaat: 6 mm. Geslachtsonderscheid: man en pop lijken op elkaar maar zijn wel te onderscheiden. Man en pop: bij beide geslachten zijn borst, schouder en kop helder rood van kleur. De vogels bezitten een witte wangvlek. De buik is geel met een zichtbare groene glans. De veren op de rug zijn zwart met groengele zomen. Hierdoor wordt het geschubde effect verkregen, dat voor alle rosella s zo kenmerkend is. De stuit is groengeel, terwijl de grote slagpennen van de vleugels blauw van kleur zijn. De staartveren zijn blauw en wit gebandeerd. De middelste staartveren zijn groen en de onderstaartveren rood gekleurd. De ogen zijn bruin, de poten zwartbruin en de snavel is grijswit. De poppen zijn minder fel rood dan de mannen en hebben een kleinere snavel. Ook is de kop van de pop in het algemeen kleiner. Verder zijn haar wangvlekken minder wit (meer grijswit) dan bij de man. Rosellapoppen kunnen echter het best worden onderscheiden door de kleine grijsachtig bruin gekleurde veertjes rond het oog, die bij de man ontbreken. Platycercus eximius elecica - prachtrosella Formaat: 30-32 cm. Ringmaat: 6 mm. Geslachtsonderscheid: Man en pop lijken op elkaar maar zijn wel te onderscheiden. Zie hiervoor bij de nominaatvorm Man en pop: als de nominaatvorm, maar alle zwarte veren op rug zijn omzoomd met - 11 - brede diepgele randen (bij de nominaatvorm zijn deze veel meer groenachtig geel). Vooral bij zonnig weer geeft deze diepgele omzoming een prachtig goudgeelkleurig effect, reden waarom de prachtrosella onder kwekers ook wel wordt aangeduid met de naam goudmantelrosella. In z n algemeenheid geldt dat de prachtrosella intenser van kleur is dan de gewone rosella. De onderstaartdekveren zijn bij de prachtrosella diep blauwgroen van kleur. Platycercus eximius diemenensis - Tasmaanse rosella Formaat: 30-32 cm. Ringmaat: 6 mm. Geslachtsonderscheid: als bij de nominaatvorm. Man en pop lijken op elkaar maar zijn wel te onderscheiden. Man en pop: als de nominaatvorm, maar het rood in de veren is wat donkerder van tint dan bij de twee andere ondersoorten. Een ander verschil vormen de witte wangvlekken die bij de Tasmaanse rosella groter van omvang zijn. Verder zijn de stuitveren bij deze ondersoort lichtblauw gekleurd. Herkomst en leefwijze De rosella komt voor in zuidelijk Nieuw-Zuid-Wales en Victoria tot in het zuidoosten van Zuid-Australië. De prachtrosella, Platycercus eximius elecica, treffen we voornamelijk aan in het binnenland van Zuid-Queensland en Nieuw-Zuid-Wales. De Tasmaanse rosella, Platycercus eximius diemenensis, zo doet de naam al vermoeden, komt alleen maar voor op Tasmanië. De natuurlijke leefomgeving van de meeste rosella s is open bosland of spaarzaam bebost grasland (savannen). In de loop van de tijd is een groot deel van hun verspreidingsgebied bewoond en bebouwd geraakt. Veel rosella s hebben zich prima aan deze omstandigheden kunnen aanpassen en zijn dan ook doorgedrongen tot in de tuinen en het bouwland van de bewoners. In hun natuurlijke leefomgeving voeden ze zich met zaden van grassen, allerlei wilde planten, vruchten, bloemennectar, bladknoppen en diverse soorten insecten en hun larven. Door hun voorkeur voor bloesems van fruitbomen kunnen ze aanzienlijke schade toebrengen aan boomgaarden. Rosella s mogen ook graag boerderijen opzoeken om daar te foerageren op gemorst graan op erven, stoppelvelden en rond voorraadschuren. Het gemorste graan bij de boerderijen heeft voor de boeren geen enkele waarde meer. Ze richten daarom weinig schade aan, behalve dan wanneer ze zich te goed doen aan de bloesems in boomgaarden. Bijzonderheden Door het vechtlustige karakter van rosella s is het bij het samenstellen van paren noodzakelijk dat er goed gelet wordt of de vogels elkaar verdragen. Het is een vereiste om ze enige tijd gade te slaan, omdat de gevechten zo hevig kunnen zijn dat direct ingrijpen noodzakelijk is. Het is ook erg belangrijk om niet direct bij verlies van een vogel een andere partner te geven. In een dergelijk geval kunt u ze het best aan elkaar laten wennen door ze in naast elkaar liggende rennen te plaatsen. Verder is het belangrijk om bij het samenstellen van paren altijd het mannetje in de volière van de pop te plaatsen en niet omgekeerd! Voor het verkrijgen van goede broedresultaten is het verder van belang nooit rosella-soorten naast elkaar te plaatsen, maar de aangrenzende ren(nen) te bevolken met niet-verwante soorten. Inmiddels kennen we bij de rosella s al een groot aantal mutaties. Voorbeelden hiervan zijn cinnamon, opaline, blauw en ino.

- 12 - - 13 - Euwing Fischerie Deel 1 Door: Piet Verhijde EF euwing groen voorzijde EF euwing groen + groen (rugzijde) EF euwing groen rugzijde Begin 2004 is er bij mijn uit een koppel groen x lutino een nieuwe mutatie ontstaan namelijk de euwing. In de eerste instantie leek deze vogel in het blok op een olijfgroene fischerie maar naar mate de vogel meer en meer in de veren kwam viel zij ook op door de afwijkende kleurpatronen. Nu heb ik gelukkig enig inzicht in vogels en weet ik wat er zoal speelt in deze vogelwereld dat ik wel in zag dat deze vogel anders was dan de anderen. Daarom niet direct naar de handelaar gebracht van, dit is toch niks, maar op de foto genomen en naar verschillende liefhebbers gemaild en gevraagd naar hun mening. De meningen liepen uiteen van, hij gaat toch dood, zij kleurt wel weer bij tot probeer er nakweek van te krijgen. Dit laatste heb ik ter harte genomen en ben er mee gaan kweken. Deze pop mutant gepaard aan een wildkleur man en hier kwam naast de gewone wildkleuren drie mutant mannen uit. Dit zou dan een autosomale vererving kunnen zijn wat later ook is gebleken. Uit paringen van mutant x groen komen direct mutanten uit zowel mannen als poppen en er bestaan geen split vogels in deze mutatie. Uit paringen mutant x mutant is gebleken dat deze zowel EF (enkelfaktorig) uitkomen als DF (dubbelfaktorig) alleen bij DF vogels gaat de bevedering sterk achteruit vooral de vleugelpennen breken snel af en kunnen daardoor slecht vliegen. De kleur van een DF vogel is wat intensiever maar minder egaal op het rugdek. Persoonlijk vind ik de EF vogels het mooist, qua patroon en egaliteit maar dat is mijn mening. Later is door Mutavi in de persoon van Dirk Abeele de naam Euwing naar voren gekomen. Het moest een international naam dragen en enigszins de lading dekken. De naam Eu-wing betekend vermeerdering van de eumelanine (Eu) tussen de vleugels (wing) waardoor er een olijfgroene driehoek ontstaat in het groene rugdek. Toch heeft deze mutant nog een belangrijke afwijking t.a.v. de wildkleur namelijk de buikkleur deze is namelijk warm geelgroen. Het lijkt op een mutatie clearbody zoals bij de grasparkieten maar door verenonderzoek door dezelfde Mutavi is gebleken dat deze niet overeenkomen met deze mutatie zodat de Euwing een op zichzelf staande mutatie is. Als liefhebber is dit natuurlijk een lot uit de loterij en is niet voor iedereen weggelegd dus u kan wel voorstellen hoe blij ik was dat dit bij mij is overkomen maar ook een bepaalde druk om deze mutatie te verbeteren en te introduceren bij andere vogelliefhebbers. Met deze doelstellingen ben ik nog druk mee bezig en op zich gaat het prima, tijdens de TT s behaal ik regelmatig hoge punten en meer en meer liefhebbers weet deze mutatie te waarderen. De mogelijkheden met deze euwing mutatie is nog volop in beweging en er komen steeds meer mutatiecombinatie s bij, hierbij moeten wij wel rekening houden dat deze herkenbaar moet blijven voor zowel de kweker als voor de keurmeester. Als eerste zal ik de Euwing mutatie in het groen beschrijven. EF euwing groen + groen (voorzijde) DF euwing groen

- 14 - Kleurstandaard EF Euwing groenserie (concept) Kleurslag: Man/Pop: Man/Pop: Man/Pop: Kleur: EF Euwing groen. EF Euwing D.groen. EF Euwing DD.groen. Onderborst, buik, flanken Mosterdgeel. Mosterdgeel. Mosterdgeel. en anaalstreek: Mantel: Olijfgroen. Olijfgroen. Olijfgroen. Vleugeldekveren: Groen zoals de wildkleur. Donkergroen zoals de Olijfgroen zoals de wildkleur wildkleur. maar wel met een nuance verschil t.o.v. de mantel. Onderstaartdekveren: Lichtgroen Donkergroen. Olijfgroen Staartpennen: De staartpennen zijn De staartpennen zijn De staartpennen zijn overoverwegend groen. overwegend donkergroen. wegend olijfgroen. Bovensnavel: Ondersnavel: Rood. Rood. Rood. Poten: Grijs. Grijs. Grijs. Nagels: Nuance donkerder grijs Nuance donkerder grijs Nuance donkerder grijs dan de poten. dan de poten. dan de poten. Ogen: Donkerbruin. Donkerbruin. Donkerbruin. Tekening: Voorhoofd: Diep oranjerood. Diep oranjerood.. Diep oranjerood. Kruin: Donker bronsgroen, naar Donker bronsgroen, naar Donker bronsgroen, naar achterhoofd en hals toe achterhoofd en hals toe achterhoofd en hals toe geleidelijk overgaand in geleidelijk overgaand in geleidelijk overgaand in olijfgeel. olijfgeel. olijfgeel. Wangen: Diep oranjerood met Diep oranjerood met don- Diep oranjerood met olijf bronsgroene overgangs- ker bronsgroene overgangs- bronsgroene overgangszone naar de hals toe. zone naar de hals toe. zone naar de hals toe. Deze overgangszone loopt Deze overgangszone loopt Deze overgangszone loopt aan het oog naar beneden. aan het oog naar beneden. aan het oog naar beneden. Kin, voorhals en Diep oranjerood, Diep oranjerood. Diep oranjerood, bovenborst: strak afgetekend Strak afgetekend. strak afgetekend. Grote vleugelpennen: Groene buitenvlag, Donkergroene buitenvlag, Olijfgroene buitenvlag, blauwzwarte binnenvlag. blauwzwarte binnenvlag. blauwzwarte binnenvlag. Vleugelbochten: Geel. Geel. Geel. Stuit en bovenstaart- Violetachtig blauw met Violetachtig blauw met Olijfgroen met loodgrijze dekveren: een lichtgrijze waas. een donkergrijze waas. waas. Staartpennen: Het uiteinde blauw. De Het uiteinde kobaltblauw. Het uiteinde mauve. De secundaire staartpennen De secundaire staartpen- secundaire staartpennen hebben in het midden een nen hebben in het midden hebben in het midden een oranjerode vlektekening. een oranjerode vlekteke- oranjerode vlektekening. Deze vlektekening is ning. Deze vlektekening is Deze vlektekening is gedeeltelijk omgeven gedeeltelijk omgeven door gedeeltelijk omgeven door door een zwarte zone. een zwarte zone. een zwarte zone. Oogring: Een onbevederde witte Een onbevederde witte Een onbevederde witte oogring. oogring. oogring. - 15 - Kleurstandaard DF Euwing groenserie (concept) Kleurslag: Kleur: Onderborst, buik, flanken en anaalstreek: Mantel: Vleugeldekveren: Onderstaartdekveren: Staartpennen: Bovensnavel: Ondersnavel: Poten: Nagels: Ogen: Tekening: Voorhoofd: Kruin: Wangen; Kin, voorhals en bovenborst: Grote vleugelpennen: Vleugelbochten: Stuit en bovenstaartdekveren: Staartpennen: Oogring: Man/Pop: DF Euwing groen. Licht mosterdgeel. Olijfgroen. Olijfgroen. Olijfgroen. De staartpennen zijn olijfgroen. Rood. Door het inkweken van de violet faktor krijgt de groene vleugeldekveren een violetachtige donkere uitstraling waardoor het contrast met de mosterdgele buikkleur groter wordt. Deze violetfaktor in de euwing mutatie is duidelijk herkenbaar. Foto s: D. van de Abeele, P. van Onderlinden en P. Verhijde. Grijs. Nuance donkerder grijs dan de poten. Donkerbruin. Diep oranjerood. Bronsgroen, naar achterhoofd en hals toe geleidelijk overgaand in olijfgeel. Diep oranjerood met bronsgroene overgangszone naar de hals toe. Deze overgangszone loopt aan het oog naar beneden. Diep oranjerood, strak afgetekend Olijfgroene buitenvlag, blauwzwarte binnenvlag. Geel. Violetachtig blauw met een lichtgrijze waas. Het uiteinde blauw. De secundaire staartpennen hebben in het midden een oranjerode vlektekening. Deze vlektekening is gedeeltelijk omgeven door een zwarte zone. Een onbevederde witte oogring.

- 16 - - 17 - Aluminium volières op maat gemaakt. Onze specialiteit is... Topkwaliteit! Ontwerp uw eigen volière. Standaard volières of kooien Volièrebouw Nederland Molensteyn 3F 3454 PT De Meern Telefoon: +31 (0)30-737 01 46 Fax: +31 (0)85-878 41 96 Mobiel: +31 (0)643-111280 Website: www.volierebouw.com E-mail: info@volierebouw.com Beste materiaalgebruik Door gebruik te maken van een geanodiseerd en uniek aluminium profiel is oxidatie, en dientengevolge een langzame vergiftiging van de vogels, onmogelijk Schitterende afwerking Door nergens popnagels te gebruiken kunnen de vogels zich niet aan de popnagels of gaaspunten beschadigen. Ook, bij gebruik van polycarbonaatplaten, geen verkleuringen, barsten, algenvorming of stuk vriezen Duurzame afwerking Perfekte 45 graden hoekverbindingen zonder giftige plastic koppelstukken te gebruiken. Zelfs scharnieren, sloten en dergelijke zijn op zijn minst geanodiseerd Kleuren Profielen zijn standaard geanodiseerd of RAL 6009 groen, alle andere RAL-kleuren zijn op bestelling leverbaar Gaas Wij gebruiken een Arabestendig zink aluminium gelegeerde staaldraad met desgewenst een poedercoating in Ral 9005 zwart. Ds. A.C. van Raalteweg 23 7946 AG Wanneperveen - Holland Tel: 0522-281776 Fax: 0522-282055 VRAAG NU ONZE GRATIS BROCHURE AAN! TEL.: 0522-281776 OF KIJK OP INTERNET: WWW.WALUVO.NL WALUVO WANNEPERVEEN - HOLLAND De fabrikant voor dieren èn hun liefhebbers! JANSEN THOLEN B.V. Slabbecoornweg 9 Tel : 0166 602102 4691 RZ Tholen Fax : 0166 604257 e-mailadres:jansen.tholen@tip.nl Machinebouw Laswerk Verspanende bewerkingen Superfinishing walsrollen Vlamspuiten Industriële automatisering Industrieel technisch onderhoud Elektrotechnisch installateur

- 18 - - 19 - Word jij onze nieuwe collega keurmeester? Heb je als fanatiek liefhebber van tropische vogels, Europese cultuurvogels, kwartels, duiven of kromsnavels altijd al het gevoel dat je weet wat de goede vogels zijn en welke de wat mindere. Mag je graag met anderen over jouw vogelpassie praten, ben je leergierig en lid van de N.B.v.V, dan is keurmeester worden bij de N.B.v.V. misschien iets voor je. Begin 2012 zal er voor beide basisopleidingen weer een cursus beginnen. Wat hebben we je te bieden. Een prima opleiding tot keurmeester tropische vogels of tot keurmeester parkieten. Een persoonlijke coach, die je helpt tijdens je studie. Een groep zeer bekwame keurmeesters, die als docent je vogelpassie met je delen. Ben je eenmaal geslaagd voor deze basisopleiding: o kun je specialistische opleidingen volgen. o word je lid van een studiegroep in je omgeving. o kun je opfrisdagen volgen. o ga je in het najaar keuringen verrichten bij diverse verenigingen. Wat vragen wij. Naast je passie voor je de vogels, die je zelf kweekt, moet je belangstelling tonen en enige basiskennis hebben van andere vogels. Een normale kennis van de Nederlandse taal. Vrije tijd om twee jaar 10 lesdagen op zaterdag te volgen en daarnaast een 5-tal bijzittingen tijdens keurdagen bij gerenommeerde keurmeesters. Een leergierige instelling hebben en de ruimte om thuis je te verdiepen in de lesstof. Om inzicht te krijgen wat de cursus inhoudt worden er gedurende 2011 voor beide opleidingen regionaal vooropleidingen (3 cursusdagen op zaterdag ) georganiseerd. Heb je vragen of wil je, je inschrijven voor de vooropleiding neem dan contact met een van de onderstaande bestuursleden van de Keurmeester Vereniging Tropische vogels en Parkieten, of kom langs in de keurmeestersstand tijdens vogel 2011 te Apeldoorn Inschrijven kan tot 16 januari 2011 Verder verwijzen we je naar een serie artikelen in Onze Vogels over de opleiding onder de titel Zelf keurmeester worden van Louis van Kelckhoven. Piet Ooijen,Tel. 0168.326848. Email pietooijen@gmail.com Francis Kriesels, Tel. 0181.614123. Email francis.kriesels@xs4all.nl Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers

- 20 - - 21 - De verschillen tussen De Blauwvleugelparkiet en de Elegantparkiet Het model van de blauwvleugelparkiet is iets meer geblokter als van de elegantparkiet. De kleur van de borst is donker olijfgroen op gele ondergrond buik en onderlijf geel. Het model van de elegantparkiet moet wel vol zijn maar iets minder geblokt dan de Blauwvleugel, zoals de naam al aangeeft moet de elegant elegantie uitstralen. Kleur van de borst is olijfgeelgroen, buik en onderlijf diep geel. De vleugelbocht en vleugelrand zijn duidelijk breder en intensiever van kleur dan bij de Elegantparkiet. De koptekening is duidelijk anders dan van de Elegantparkiet. Het voorhoofdbandje loopt tot aan het midden van het oog (zie voorbeeld) en is minder sprekend dan bij de Elegant, dit komt vooral door het lichtblauwe bandje achter het oog met een duidelijke gele vlek achter het oog. Bij de elegant loopt het blauwe voorhoofd bandje boven in het oog en moet duidelijk doorlopen tot achter het oog in een blauw driehoekje. Het middelste bandje is utramarijnblauw van kleur en het bovenste bandje hemelsblauw Over een echte buikvlek kunnen we bij de blauwvleugelparkiet niet spreken er is geen duidelijke afscheiding van de oranje buikvlek zoals bij de Elegantparkiet bij de Blauwvleugel loopt deze van de onderbuik tot tussen de poten richting de aarsbevedering.

- 22 - Bij de Elegantparkiet moet de oranje buikvlek duidelijk aanwezig zijn en ter grootte van een 10 eurocent muntstuk. Het niet bezitten van een oranje buikvlek mag niet meer dan 27 punten opleveren in de rubriek tekening op het keurbriefje. Ook een verschil is, dat bij de Elegantparkiet al diversen mutanten zijn ontstaan maar nog niet de factor die er voor zorgt dat het rode en gele psittacine volledig is gereduceerd, zodat er uiterlijk een blauwe Elegantparkiet onstaat. Bij de Blauwvleugelparkiet zoals nu bekend, zijn slecht 2 mutanten ontstaan, de misty en blauwe. In de nieuwe standaard staan de Blauwvleugel en Elegantparkiet als volgt beschreven Blauwvleugelparkiet (Neophema chrysostoma): Algemeen: Het verspreidingsgebied van de Blauwvleugelparkiet is van centraal tot en met zuid oost Australië en Tasmanië, met de grootste populatie aan de kust. De biotoop is binnen de Neophema groep het meest wisselende: van grasland met laag struikgewas tot licht bosgebied in heuvelachtig landschap. De Blauwvleugelparkiet is van model wat geblokter dan de Elegantparkiet. Het formaat van de Blauwvleugelparkiet is iets kleiner en de kleur is ook wat grauwer- /matter. De meest in het oogspringende verschillen met de Elegantparkiet zijn de brede diep ultramarijnblauwe vleugelband en de gele oogring, aan de achterzijde van het oog. De voorhoofdsband loopt ook maar tot aan het oog. Bij de Elegantparkiet loopt deze tot achter het oog. De Elegantparkiet mist het geel achter het oog. De pop van de Blauwvleugelparkiet is iets kleiner van formaat dan de man en matter van kleur en van tekening. Alhoewel de verschillen tussen man en pop niet erg groot zijn, is toch gemeend een aparte beschrijving voor de poppen te maken, zodat die nu mogelijk ook een hoge puntenwaardering kunnen krijgen. Bij de Blauwvleugelparkiet zijn al verschillende mutaties opgetreden. In Nederland is de misty ontstaan. Deze is ook al in deze standaard opgenomen. Deze mutatie wordt alleen dubbel factorige (DF) gevraagd op tentoonstellingen. Enkelfactorig misty wordt bestraft op de afwijking in kleur. In Australië zijn ook de mutaties blauw en faded, die aldaar ook cinnamon genoemd wordt, ontstaan. Aan de hand van foto s denken wij, dat deze faded een misty is. Omdat de vererving niet bekend is, kan hier geen zekerheid over gegeven worden. Faded vererft autosomaal recessief, terwijl misty een incomplete dominant mutatie is. - 23 - KEURTECHNISCHE AANWIJZINGEN (K.T.A.) Blauwvleugelparkiet: Groen (dit is de wildkleur) man en pop: Algemeen: De Blauwvleugelparkiet moet een geblokt model tonen, smalle iele vogels dienen bestraft te worden. Kleur: Hoewel de Blauwvleugel wat grauw van kleur overkomt, moet de kleur wel helder en egaal zijn. Vooral in de borst zien we regelmatig dat de kleur vlekkerig is. Deze moet donkerolijfgroen zijn. Veel voorkomende fouten zijn: te geel in de borst, een overheersende blauwe waas. Tekening: De Blauwvleugel man moet een oranje buikvlek tonen. De voorhoofdsband loopt tot aan het oog en is iets minder sprekend dan bij de Elegantparkiet. De blauwe vleugelband is diep ultramarijnblauw tegen kobaltblauw aan. Rond het oog moet een duidelijk gele ring te zien zijn. Veel voorkomende fout: de afscheiding tussen borst en buik, die niet strak is. Zie ook keurtechnische aanwijzingen algemeen. Blauwvleugelparkiet Man: Pop: Kleur / kleurslag: Groen. Dit is de wildkleur: Groen. Dit is de wildkleur: Schedel en nek: Donker mat olijfgroen. Donker mat olijfgroen. Borst: Donker olijfgroen op gele ondergrond. Donker olijfgroen op gele ondergrond. Buik en onderlijf: Geel. Geel. Mantel, onderrug, stuit en Donker mat olijfgroen. bovenstaart dekveren: Donker mat olijfgroen. Hand- en armpennen: Zwart. Zwart. Vleugeldekveren: Donker mat olijfgroen. Donker mat olijfgroen. Middelste staartpennen: Grijs, overgaand in donkerblauw, Grijs, overgaand in donkerblauw, toppen toppen zwartgrijs. Schacht zwart. zwartgrijs. Schacht zwart Overige staart pennen, Donkerblauw, naar toppen toe Donkerblauw, naar toppen toe onderstaart dekveren: donkerder wordend. donkerder wordend. Onderzijde staart: Geel. Geel. Snavel: Zwartgrijs, ondersnavel iets lichter. Zwartgrijs, ondersnavel iets lichter. Neusdop: Zwartbruin. Zwartbruin. Poten: Grijs. Grijs. Nagels: Zwart. Zwart. Ogen: Zwart, iris donkerbruin. Zwart, iris donkerbruin. Tekening: Voorhoofdsband: Kobaltblauw tot aan het oog, Kobaltblauw tot aan het oog, overgaand in ultramarijnblauw. overgaand in ultramarijnblauw. Koptekening: Geel tussen oog en snavel, oogring geel. Geel tussen oog en snavel, oogring geel. Buikvlek: Oranje. n.v.t. Vleugelbocht en Brede diepe ultramarijnblauwe strook, Brede diepe ultramarijnblauwe strook, vleugelrand: overgaand in blauw. overgaand in blauw. Vleugelpennen: Enkel de grote slagpennen een diep Enkel de grote slagpennen een diep kobaltblauwe buitenvlag met lichte kobaltblauwe buitenvlag met lichte zoom op alle pennen. zoom op alle pennen. Staart : Lichte bruingrijze aanslag op binnenvlag. Lichte bruingrijze aanslag op binnenvlag.

- 24 - - 25 - KEURTECHNISCHE AANWIJZINGEN (K.T.A.) Elegantparkieten: Rechts: een blauwvleugel, duidelijke buikvlek die verder uitloopt dan bij de ino elegant waar deze al vrij groot is, maar veel strakker is afgetekend. Elegantparkiet (Neophema elegans): Algemeen: De Elegantparkiet heeft zijn verspreidingsgebied in zuidelijk en westelijk Nieuw-Zuid- Wales, Victoria, Zuid-Australië en zuidelijk en centraal West-Australië. De biotoop van de Elegantparkiet bestaat uit open grasland, met wat bomen en struiken en zandige kuststreken. Buiten de broedtijd leven ze in grote groepen, soms samen met de Blauwvleugelparkiet, waar hun verspreidingsgebieden elkaar overlappen. De Elegantparkiet is slanker dan de Blauwvleugelparkiet. Dit komt door de langere staart. De Elegantparkiet moet vol van model zijn en mag geen smalle indruk geven. De groene kleur is ten opzichte van de Blauwvleugelparkiet veel helderder. Kenmerkende verschillen zijn de duidelijk tweekleurige vleugelband bij de Elegantparkiet en de hemelsblauwe voorhoofdsband, die doorloopt tot achter het oog. Een Elegantparkiet mag geen geel tonen achter het oog. Ondanks de geringe verschillen tussen man en pop, is er toch voor gekozen om mannen en poppen apart te beschrijven.. De klacht was dat poppen altijd ondergewaardeerd werden. We hopen dat, door het aangeven van de verschillen tussen man en pop, meer poppen voor een goede puntenwaardering in aanmerking zullen komen. De pop is over het algemeen iets kleiner van formaat, wat matter/donkerder van kleur en de voorhoofdsband loopt bijna altijd tot aan het oog, uitzonderingen daar gelaten. Bastaardering blauwvleugel-elegant Groen (dit is de wildkleur) man: Groen (dit is de wildkleur) pop: Algemeen: Een Elegantparkiet moet vol van model zijn en mag geen smalle of iele indruk geven. Dit moet bestraft worden bij model. De bevedering moet strak gedragen worden en mag niet los zitten. Kleur: De kleur moet helder olijfgroen zijn en geen overheersende bruine waas tonen. Iets bruine waas, mits egaal, is toegestaan. Het voorkomen van geel achter het oog is een ernstige kleurfout en moet zwaar bestraft worden bij kleur. Tekening: Elegantparkietmannen, die een oranje buikvlek tonen, genieten de voorkeur bij het aanwijzen van prijswinnaars. Het niet bezitten van een oranje buikvlek mag niet meer dan 27 punten bij tekening opleveren. De buikvlek moet duidelijk en egaal aanwezig zijn en heeft de grootte van een tien eurocent muntstuk. De tweekleurige voorhoofdsband moet duidelijk en scherp zijn afgetekend en mag niet kartelig overkomen en moet doorlopen in een driehoeksvorm tot achter het oog. De vleugelband moet strak zijn afgelijnd en duidelijk tweekleurig zijn en de hemelsblauwe rand duidelijk tonen. Zie ook Keurtechnische aanwijzingen algemeen. Algemeen: Een Elegantparkiet moet vol van model zijn en mag geen smalle of iele indruk geven. Dit moet bestraft worden bij model. De bevedering moet strak gedragen worden en mag niet los zitten. Poppen zijn wat matter van kleur en de voorhoofdsband en vleugelband zijn fletser. Mooie mannen en mooie poppen zullen zich altijd onderscheiden van elkaar. Jonge mannen kunnen wat op een pop lijken, echter is de kleurdiepte en de breedte van de voorhoofdband een duidelijk kenmerk. Bij overjarige vogels zal het verschil steeds duidelijker worden. Verder is de binnenzijde van de vleugel bij een man gitzwart en bij een pop zwart, met bijna altijd een witte spiegel. Zie ook Keurtechnische aanwijzingen algemeen. Kleur: De kleur moet helder olijfgroen zijn en geen overheersende bruine waas tonen. Iets bruine waas, mits egaal, is toegestaan. Tekening: De blauwe tekening ontbreekt achter het oog. Elegantparkieten die een oranje buikvlek tonen, genieten de voorkeur bij het aanwijzen van prijswinnaars. Het niet bezitten van een oranje buikvlek mag niet worden bestraft bij een pop De tweekleurige voorhoofdsband is smaller dan bij een man, maar moet duidelijk en scherp zijn afgetekend en mag niet kartelig overkomen. De voorhoofdsband loopt tot aan het oog. De vleugelband moet strak zijn afgelijnd en duidelijk tweekleurig zijn en de hemelsblauwe rand duidelijk tonen.

- 26 - - 27 - Man: Pop: Kleur / kleurslag: Groen. Dit is de wildkleur: Groen. Dit is de wildkleur: Schedel en nek: Olijfgroen. Olijfgroen. Borst: Olijfgeelgroen. Olijfgeelgroen. Buik en onderlijf: Diep geel. Diep geel. Mantel, onderrug, stuit en Olijfgroen. Olijfgroen. bovenstaart dekveren: Hand- en armpennen: Diepzwart. Zwart. Vleugeldekveren: Olijfgroen. Olijfgroen. Middelste staartpennen: Blauwgrijs. Blauwgrijs. Overige staartpennen, Geel. Geel. Onderstaartdekveren, onderzijde staart: Snavel: Zwartgrijs. Zwartgrijs. Neusdop: Zwartbruin. Zwartbruin. Poten: Vleeskleurig. Vleeskleurig. Nagels: Zwart. Zwart. Ogen: Zwart, iris donkerbruin. Zwart, iris donkerbruin. Tekening: Voorhoofdsband: Aan basis diep ultramarijnblauw, over- Aan basis ultramarijnblauw, gaand in hemelsblauw, dat in een drie- overgaand in hemelsblauw, dat loopt tot hoeksvorm doorloopt tot achter het oog. het oog. Koptekening: Geel tussen oog en snavel. Geel tussen oog en snavel. Buikvlek: Oranje. n.v.t. Vleugelbocht en Diep ultramarijnblauw, overgaand in Diep ultramarijnblauw, overgaand in vleugelrand: hemelsblauw. hemelsblauw. Vleugelpennen: Binnen- en buitenvlag violet met lichte Binnen en buitenvlag violet met lichte zoom, met uitzondering van de toppen. zoom, met uitzondering van de toppen. Onderzijde middelste pennen gitzwart. Onderzijde middelste pennen zwart, met witte streep. Staart: Lichte zoom op buitenvlag. Onderzijde Lichte zoom op buitenvlag. Onderzijde middelste pennen zwart, trapsgewijs middelste pennen zwart, trapsgewijs kor korter wordend naar buitenpennen. ter wordend naar buitenpennen. Borst en buik: Strak afgelijnd. Strak afgelijnd. Neophema Studie groep www.neophemastudiegroep.nl Ons assortiment bestaat uit: www.bigscore.nl Sportprijzen, medailles, standaards, beelden etc Bekijk onze website niet in vogelvlucht, maar met de aandacht zoals u naar uw vogels kijkt bij het selecteren voor de kweek of de PSC- show. Vaantjes, boekenleggers, erelintjes en diversen modellen vanen. Delftsblauwe borden, vazen, asbakken etc Houtenborden met uw eigen afbeelding erop in full color bedrukking. Posters op sportgebied maar ook algemeen een enorme keus. Relatiegeschenken van klein tot groot en simpel tot exclusief. Kleding, T-shirt s, poloshirts, bodywarmers, fleeceshirts, caps, etc Diverse mogelijkheden met buttons en naambadge, consumptiemunten. Babybeeldjes, Abraham & Sarah en Paardenbeeldjes, Sculpturen. Kerstpakketten, maar liefst keuze uit meer dan 80 pakketten. Wij zijn u graag van dienst om u te helpen bij het maken van de juiste keuze. Vraag naar onze speciale korting voor vogelverenigingen!! Big Score Sportprijzen & Relatiegeschenken Drachme 17 8253 EW Dronten Telefoon: 0321 33 36 39 Fax.: 0321 31 19 56 E-mail: info@bigscore.nl

De Mutaties van de Halsbandparkiet - Blauw Tekst: Zahir Rana Foto s: Zahir Rana - 28 - De blauw factor is een samenvatting van alle mutaties die onder de blauw allel vallen. Voor de Halsbandparkiet is dit onder te verdelen in Blauw, Turquoise en Aqua. - 29 - zeegroen met een grijsbewaasde borst. Kop: Een volwassen man heeft een zalmkleurige nekband, de keeltekening blijft zwart. Daarbij is de kop helder zeegroen van kleur. Staart: De staart is eender van kleur als het lichaam, met een net zichtbare vuilwitte staartpunt. Opmerkingen: Aqua wordt in Nederland nog niet in grote hoeveelheden gekweekt. De Blauw factor is nog altijd autosomaal recessief verervend. Verrassend is dat de snavel van de Halsbandparkiet niet verkleurd met de Blauw mutaties zoals dat wel het geval is bij de Agaporniden. De reductie beperkt zich dus uitsluitend tot de bevedering, waarbij de bovensnavel en de oogring de rode kleur behouden. De ondersnavel is zwart en de poten zijn donker en de nagels zijn zwart, zoals bij de wildkleur. De poppen zijn wat doffer van kleur en hebben een kortere staart. Aqua en Turquoise vormen een meervoudige mutatiereeks met Blauw, waarbij het psittacinebezit dominant is. Blauw: Symbool: bl Vererving: Autosomaal recessief Werking: Een totale reductie van psittacine in de bevedering, met name in de cortex. Kleur: De algehele lichaamskleur is blauw met een grijze waas op de borst. Kop: Een volwassen man heeft een witte nekband in plaats van roze, de keeltekening blijft zwart. Daarbij is de kop helder blauw van kleur. Staart: De staartpennen zijn blauw met een smalle witte staartpunt. Opmerkingen: De kleur van de snavel en de oogring blijft ongewijzigd. Turquoise: Symbool: bltq Vererving: Autosomaal recessief, dominant tegenover blauw Werking: Deze mutatie zorgt voor een partiële psittacinereductie. Ideaal is wanneer deze reductie ongeveer 30 % à 40% is. In de praktijk blijkt dat de gradatie van deze mutatie tussen de 10 en 90% ligt, dit geeft een grote variatie in kleur. Kleur: De basiskleur is blauw die afhankelijk van de gradatie groen bewaast is, dit geeft de typerende zeegroene kleur. Kenmerkend voor de Turquoise is het vlekkerig voorkomen, egaliteit is dan logischer wijs niet haalbaar. Dit is duidelijk zichtbaar op het rugdek en vleugeldek. Kop: Een volwassen man heeft een witte tot een zachtroze nekband, afhankelijk van de gradatie, de keeltekening blijft zwart. Daarbij is de kop helder van kleur. Staart: De staart en de vleugelpennen zijn in alle gevallen blauw van kleur. De staart heeft een smalle witte punt. Opmerkingen: Bij Halsbandparkieten werd deze mutatie pastelblauw genoemd. Deze mutant heeft echter niets met pastel te maken. Turquoise is vergelijkbaar met de mutatie zeegroen dat bij andere papegaaien en parkieten voorkomt en bij Grasparkieten geelmasker wordt genoemd. Aqua: Symbool: blaq Vererving: Autosomaal recessief, dominant tegenover blauw Werking: Een reductie van 40% tot 60% psittacine is algemeen bij Aqua. Kleur: In vergelijking met de Turquoise is de Aqua egaal van kleur waarbij ook de vleugelpennen en de staart gelijkmatig zijn gereduceerd. De lichaamskleur is egaal

- 30 - - 31 - Portret van een lorikweker Tekst en foto s A. van Kooten Inleiding Op 15 maart 2011 was ik op bezoek bij Eric Boonstra. Eric is 45 jaar en heeft een slagerij in Hoogezand. Op een leeftijd van 12 jaar schafte hij zijn eerste vogels aan. Dit waren toen vooral tropische vogels, zoals zebravinken, spitsstaartamadines, blauwfazantjes en gouldamadines. Toen hij op 18 jarige leeftijd werd opgeroepen voor de militaire dienst werden de vogels verkocht. Het duurde hierna bijna 20 jaar alvorens de vogelsport weer werd opgepakt. Dit keer kwam echter de nadruk te liggen op de specialistische kweek van gouldamadines, speciaal de kleurmutatie geel. Hiermee was hij zeer succesvol en er werden dan ook vele kampioenschappen behaald op zowel regionale shows als op district shows en landelijke shows. In 2009 werd hij bijvoorbeeld nog stellenkampioen in Apeldoorn met gele goulds. In 2007 werd Eric gekozen tot voorzitter van de afdeling Glimmen. In dezelfde periode werd de hobby uitgebreid en werden naast de gouldamadines ook grote kromsnavels aangeschaft, zoals grijze roodstaarten, caiques en verschillende soorten rosella s. Helaas bleken de buren niet zo gecharmeerd van het lawaai van de vogels wat er uiteindelijk toe leidde dat deze weer van de hand werden gedaan. De interesse in kromsnavels was echter geboren. Er werd daarom gekeken naar alternatieven en deze werden gevonden in het houden van stellalori s (Chamosyna goliathina) en blauwkroontjes (Loriculus galgulus). Met de stellalori s was Eric al snel succesvol en er kwam menig jong op stok. Hij besloot echter de jonge vogels niet te verkopen maar te ruilen om op die manier nieuwe onverwante koppels samen te stellen. Dat heeft er toe geleid dat hij momenteel in het bezit is van 5 stel stellalori s. Op de laatste bondsshow in Apeldoorn was hij zeer succesvol met een koppel stellalori s waarvan 1 EK met 91 punten en een OK met 93 punten. De laatst genoemde vogel behaalde daarmee het kampioenschap bij de lori s. Inmiddels is Eric helemaal warm gelopen voor de lorikweek. In 2009 werden 2 koppels dubbeloogvijgparkieten (Cyclopsitta diophthalma) aangeschaft. In 2010 had hij van beide stellen al 6 jongen op stok. Ook deze jongen werden niet verkocht maar zoveel mogelijk geruild met andere kwekers om onverwante koppels te kunnen samenstellen. Op dit moment heeft hij dan ook al 7 onverwante koppels zitten. Naast de toch wel zeldzame dubbeloogvijgpapegaai is er nu een nog zeldzamere soort lori aangeschaft, namelijk de blauwkaplori (Vini australis). Een eerste koppel hiervan werd in november 2010 aangeschaft gevolgd door nog 2 koppels in januari 2011. Van deze prachtige vogels heeft Eric nu dus 3 koppels zitten. Nu, maart 2011, liggen de eerste bevruchte eieren onder deze vogels en zal het naar verwachting niet lang meer duren voordat ook van deze prachtige vogels de eerste jongen op stok komen. De verzorging van de vogels De stellalori s worden gehouden in volières met een buitenvlucht van 2x1x2 (lxbxh) en een binnenvlucht van 1x1x1 meter. Ze zitten onverwarmd maar ingeval van vorst wordt het geïsoleerde nachtverblijf bijverwarmd tot net boven het vriespunt. De voeding van de stellalori s bestaat uit: 2x daags loripap (mengsel van 50% avis + 50% eigen mengeling) 1x daags gemengd fruit (appel, peer, kiwi, e.d.). De dubbeloogvijgpapegaaien zijn gehuisvest in een verwarmde ruimte (temperatuur 18-20 C) met binnenvolières van 1.20 x 0.80 x 0.80 m. De dagelijkse voeding van deze vogels bestaat uit: 1 1 2 tot 2 vijgen per dag Mengeling van minimaal 4 fruitsoorten (bramen, bessen, appel, kiwi e.d. ). 1 koffieschepje van een zaadmengeling van 50% papegaaienvoer en 50% zonnepitten

10 tot 20 meelwormen per dag. Indien er jongen zijn wordt dit verhoogd naar 50 tot 60 meelwormen per dag. Dagelijks kiemzaad met een groot stuk wortel Grit Klei (Clay bloc mini Super fine van Orlux). Verder krijgen de vogels minimaal 1x per week verse wilgentakken. De blauwkaplori s zijn in dezelfde ruimte en binnenvolières gehuisvest als de dubbeloogvijgpapegaaien. De voeding van de blauwkaplori s bestaat uit: 2x daags loripap (50% avis + 50% eigen mengeling) 1x daags gemengd fruit (appel, peer, kiwi, e.d.). Broedblokken De broedblokken van de stella lori s hebben een afmeting van 30x20x45 cm. het invlieggat is 5,5 cm. In het broedblok is aan de binnenzijde een verhoging aangebracht voor het invlieggat zodat de vogels niet direct op de eieren kunnen stappen. De dubbeloogvijgparkieten en de blauwkaplori s broeden in broedblokken met een afmeting van 25x15x15 cm. en een invlieggat van 4 cm. Ook deze blokken hebben aan de binnenzijde een verhoging voor het invlieggat. Verder bezitten de blokken nog een tussenschot en een nestlade. De nestlade zorgt er voor dat het nest gemakkelijk verschoond kan worden. Eric ziet het als een uitdaging om met zeldzame soorten te kweken. Hij is dan ook altijd op zoek naar de wat zeldzamere lori- en vijgpapegaaisoorten. Mocht u iets interessants voor hem hebben dan kunt u mailen naar goulds@planet.nl A. van Kooten - 32 - Rariteit - 33 - Je kan als kweker wel eens voor verrassingen komen te staan. Een paar jaar terug heb ik wat lutino fischeri s gekweekt. In de generaties daarvoor zijn steeds normaal groene fischeri s en PastelIno s gebruikt om enerzijds veel vreemd bloed in te kweken en zodoende de kweekeigenschappen te verbeteren en anderzijds de kwaliteit te verbeteren. In veel lutino s zit toch meer of minder personatusbloed bij in. In ino s niet altijd even goed zichtbaar, wel als je zo n vogel over een normale wildkleur kweekt. Afhankelijk van kwaliteit zal je dan in de groene jongen meer of minder personatuseigenschappen zien. Zo kan je elke generatie een stukje verbetering in je vogels kweken. Bij het gebruik van PastelIno s kan je wel weer gelijk ino s kweken, nadeel kan zijn dat je geen verdere kwaliteitsverbetering bereikt. Tevens bestaat de mogelijkheid dat in zo n lichtgekleurde vogel er nog meer eigenschappen zitten die niet direct zichtbaar zijn. Er kan bijvoorbeeld nog gezoomd of een lichte vorm van bont in zitten. Nu terug naar de lutino waar dit artikel over gaat. Deze vogel is als een normale lutino geboren. Heb de vogel zelf niet gebruikt om mee te kweken maar altijd aangehouden om bij gelegenheid weer tegen een normaal groene te paren. De kweekkooien zijn door andere vogels bezet en zodoende is deze vogel voor een seizoen naar een collegakweker gegaan. Na dat seizoen heb ik de vogel teruggekregen. Wat mij opviel was dat er een soort van streeptekening op het vleugeldek aan het ontwikkelen was. Vreemd omdat deze donkere streepjes aangeven dat er (eu)melanine is afgezet en dat is onder normale omstandigheden bij een ino niet mogelijk. Hier botst de theorie en de praktijk. Iets vergelijkbaars zien we bij de grasparkieten bij de combinatie van cinnamon en ino, dit geeft de zogenaamde lacewings. Dit is ook een ino met vleugeltekening. Idem dito bij de Catharinaparkieten, bij de combinatie van grijsvleugel en ino krijg je de zogenaamde grijsvleugel-ino s, ook deze laten weer vleugeltekening zien. De eerste gedachte is dat ino de aanmaak van melanines compleet onmogelijk maakt maar kennelijk is het dus mogelijk om met een andere mutatie dit proces te beïnvloeden. Weer terug naar de lutino. Mogelijk zit hier dan toch een andere mutatie bij ingekweekt. Dit zal door testparingen moeten blijken. Vreemd blijft dat dit streeppatroon zich pas op latere leeftijd heeft ontwikkeld. Persoonlijk heb ik niet het idee dat het een nieuwe mutatie betreft, dan toch eerder een modificatie. Overigens zijn er in België afgelopen jaar ook van dit soort vogels geweest en gelijk als mutatie bestempeld en te koop aangeboden. Lijkt mij wat voorbarig, hier rust toch een stukje verantwoordelijkheid bij de aanbieder. Groeten, André van der Voorn

- 34 - - 35 - Papendrecht 14-02-2011 Ontwikkelingen bij de standaard grasparkiet. Hoe vaak horen we niet de kreten zoals (Het zijn voddenbalen, ze kunnen niet vliegen of ze kunnen niets zien omdat de bevedering voor de ogen zit). Dit soort opmerkingen zijn niet leuk om te horen en doen afbreuk aan het feit dat de kwekers van deze vogels al ruim 50 jaar bezig zijn om een grasparkiet te creëren die aan een weliswaar steeds bij te stellen standaard voldoet. En natuurlijk is het zo dat er dan soms bepaalde dingen ontstaan die minder fraai zijn omdat we met een bepaald onderdeel te ver zijn doorgeschoten. Bijvoorbeeld met de bevedering die te lang wordt op bepaalde plaatsen. Dit soort fouten zijn inherent aan het feit dat we bezig zijn met het via de bevedering modelleren van de grasparkiet. Dit is geen knip en plakwerk maar door selectie gebruik maken van bepaalde bevederings eigenschappen zoals lengte, breedte de hoeveelheid onderdons en de plaats waar deze diverse soorten bevedering zich bevind. Als je bijvoorbeeld een goede volle nekpartij in je vogels wilt kweken zul je moeten trachten om daar een brede bevedering met veel onderdons in te kweken en dan het liefst deze bevedering niet over het gehele lichaam en ook niet van die lange bevedering bij de poten. Dit geeft ook direct aan hoe moeilijk het is om de juiste soort bevedering op de juiste plaats te krijgen. Om die reden zien we nogal eens vogels die niet harmonieus meer zijn of enorm lange bevedering bij de poten hebben die helemaal over de stok hangt. Ook zien we tegenwoordig steeds meer grasparkieten die na de eerste rui hun staart verliezen en die niet meer terug komt. Een goede keurmeesters afspraak is dat deze vogels nooit hoger mogen komen dan 88 punten. Ook zouden de grote lang bevederde vogels volgens veel mensen moeten worden bestraft omdat we volgens de standaard een glad gedragen bevedering vragen maar zolang de toonaangevende landen en speciaalclubs deze vogels hoog plaatsen kun je als NBvV niet eenzijdig een eigen lijn uitzetten. Vaak is mij gevraagd waarom doe je daar niets aan waarop ik steevast geantwoord heb dat zoiets alleen kan als dat in overleg gaat met andere belanghebbende clubs en bonden. In dit geval ligt het anders dan bij de grof bevederde Agapornis roseicillis die een flink aantal jaren geleden op de bonds TT in Breda werden ingezonden. Hierover kregen we van veel kwekers (die deze vogels niet in hun bezit hadden) hetzelfde commentaar als nu bij de grasparkieten. Er was echter een groot verschil met de grasparkieten nu. Met de Agapornis roseicollis waren wij toonaangevend voor de gehele wereld. Wij konden dus als keurmeesters een standpunt innemen dat zonder meer door de andere bonden werd gevolgd. Dat standpunt luide als volgt: We zouden deze lang bevederde vogels die een prima formaat lieten zien dat zonder meer groter was dan van de andere roseicollies wel aan de top zetten maar op elk keurbriefje vermelden dat er gewerkt moest worden om deze bevedering strak gedragen te krijgen. Als keurmeesters groep hadden wij afgesproken dat we deze kwekers maximaal 5 jaar zouden geven om dit te verwezenlijken. En inderdaad binnen die 5 jaar was het resultaat vogels prima van formaat en type met strak gedragen bevedering en een prima kleur en tekening. De huidige Agapornis roseicollis is daar het bewijs van en wordt wereldwijd volgens deze normen gevraagd. Met de grasparkiet ligt dat dus duidelijk anders want daar zijn wij maar een kleine speler in het geheel. Wel heb ik mijn voelhorens uitgestoken bij de Nederlandse Grasparkieten Club en dan blijkt dat de meningen niet zover uit elkaar liggen. De Engelsen zijn ook niet zo gecharmeerd van de grove vogels. Ook bij de Duitsers en de Zwitsers zie je een verschuiving ontstaan naar de wel grote vogel maar met een gladdere bevedering. Bij de kwekers die in de wereld de toon aangeven kun je duidelijk een verschuiving zien naar vogels die groot zijn maar goed getypeerd en de bevedering vrij strak gedragen, bevedering zonder die lange slierten bij de poten. Er zit dus duidelijk vooruitgang in. Als voorbeeld kan ik zeker de show in Hapert geven waar in 2009

vogels aan de top stonden die vrij grof bevederd waren en in 2010 zagen we op deze show prachtige vogels die groot waren en een prima type vertoonden en waar de bevedering toch vrij strak werd gedragen. Een voorbeeld zie je op de foto. Deze vogel heeft een mooie uitwaaiering op de kop, bevedering mooi naast de snavel, prima spots en geen afhangende bevedering bij de poten. Wel een mooi aansluitend verenpak. Alles een beetje op een rijtje zettend lijkt het mij dat we zonder meer de goede richting op gaan. Naar mijn mening zullen we dan ook wat minder excessen zoals staartloze vogels kweken en gezondere bestanden overhouden. Kor Zegelaar - 36 - Zeer fraaie vogel Door moedertje natuur geschapen schepselen. Via dit ingezonden artikel wil ik graag reageren op het artikel van dhr. H. Bens in het septembernummer 2010 van Psittaci die zijn terechte zorg uitspreekt over de steeds maar groter wordende Agapornis Personata s. Zelf heb ik enige tijd geleden ook een artikel geschreven waarin ook ik me ernstig zorgen maak over de ontwikkelingen die binnen de diverse soorten plaatsvinden ( zie het artikel Raszuiver moet het nieuwe toverwoord worden in Onze Vogels nummer 6, juni 2010 blz. 210). Met enige verbijstering heb ik de reactie van dhr. P. Ooijen gelezen. De verbijstering zit hem in het feit, dat we dit fenomeen van het alsmaar groter kweken van diverse soorten als een vooruitgang beschouwen. Met de reactie is, met alle respect voor dhr. Van Ooijen, toch echt tekort gedaan aan de door dhr. Bens gestelde zorg. Is het echt zo n goede ontwikkeling om vogels zoals de Personata als maar groter te kweken. Zou het niet mooi zijn als we er voor pleiten dat we binnen onze verenigingen de pure wildvorm proberen te behouden voor ons nageslacht. In mijn artikel in Onze Vogels citeer ik dhr. Grosemans die in het oktobernummer van Aviornis schreef: Door het verketteren van de kleine, lees originele grote, exemplaren gaat een deel van het genetische materiaal verloren en de basis is al sowieso zeer smal. Moeten we het niet met z n allen zonde vinden dat we op deze manier de oorspronkelijke vogel, de pure wildvorm, totaal vernietigen binnen onze volières en kooien. Kunnen we niet eens met z n allen goed nadenken of we elke vogel wel zo ver moeten cultiveren dat van enige wildvorm totaal geen sprake meer is. Ik begrijp ook uit de reactie dat het eventueel bestraffen van deze uit de kluiten gewassen vogels geen draagvlak vindt bij het keurmeesters platvorm. Tevens vind ik het nog zorgwekkender dat er vanuit wordt gegaan dat, ik citeer: liefhebbers ook moeten gaan proberen om deze formaat/model Personatus proberen te gaan kweken en zodoende de kwaliteit (-alsof dit ook maar iets met kwaliteit van een vogel te maken heeft-) van de Personatus naar een hoger niveau gaan tillen. Ik zal blijven pleiten dat er van elke soort die op tentoonstellingen gevraagd wordt, naast alle mutaties e.d. ook de mogelijkheid moet worden gecreëerd om de pure wildvorm, dus ook qua formaat, in te mogen sturen en die ook laten keuren naar die standaard. Personata s kweken zo groot als Bonte Boertjes..prima ( ), maar in een andere groep de normale wildvormen ook een kans blijven geven, zodat er hopelijk kwekers zich blijven in zetten voor het in stand houden van deze door moedertje natuur geschapen schepselen. Ado Schellekens, 06-51834578 - 37 - Ziekten bij kromsnavels Deel 2 Door: A. van Kooten Reo-virus Bij een besmetting met het reo-virus vertonen de vogels de symptomen van de papegaaienziekte, maar de medicatie daarvoor slaat niet aan. De ene dag zijn ze klinisch nog gezond en de andere dag stoppen ze met eten en krijgen ze een groene ontlasting. Al snel zit hier ook bloed bij en vermageren ze. Meestal sterven ze binnen enkele dagen. Het reo-virus tast het immuunsysteem (milt en lever) van de vogels aan en kan in korte tijd leiden tot een sterfte van tussen 10 en 100% van de vogels in een collectie. Het virus komt eigenlijk vooral voor bij de grote Australische parkieten. Er is niet zo zeer besmettingsgevaar voor kanaries, tropen, duiven enz. Of besmetting met het reo-virus heeft plaatsgevonden kan alleen na onderzoek van de dode vogels worden vastgesteld. Het virus wordt vooral overgebracht via de ontlasting. Therapie Besmetting met het reo-virus is niet met medicamenten te behandelen. Het is daarom van belang een zeer goede hygiëne in acht te nemen teneinde besmetting en uitbreiding hiervan te voorkomen. Schurftmijt Schurftmijten leven dag en nacht op de vogels en veroorzaken wratachtige woekeringen. Ze graven gangen in de huid en voeden zich onder meer met huidweefsel. De verschijnselen zijn veelal het eerst waarneembaar bij de washuid van de snavel. De aandoening is besmettelijk voor andere vogels. Therapie Een met schurftmijt besmette vogel moet worden behandeld met een insecticide. Ernstige woekeringen dienen eerst enkele dagen met een insecticide te worden geweekt. Daarnaast kunnen ze met zuurvrije vaseline worden ingesmeerd, zodat de mijten worden afgesloten van zuurstof. Denk er wel om dat de neusgaten vrij blijven. Raadpleeg bij met schurftmijt besmette vogels een dierenarts. Snavel- en veerrotziekte (PBFD) De laatste jaren zijn steeds meer papegaaien besmet geraakt met de snavel- en veerrotziekte, ook wel PBFD (psittacine beak & feather disease) genoemd. Deze ziekte, die veroorzaakt wordt door een virus, komt in twee varianten voor, te weten in de veren en in het bloed. Wanneer de papegaai het in zijn veren hoeft hij nog niet ziek te zijn, maar kan hij op dat moment deze aandoening wel aan andere papegaaien overbrengen. Als na drie maanden er weer getest wordt zijn er twee mogelijkheden. Of de vogel is het virus kwijt uit zijn veren (hij is dan gewoon weer gezond) of het is in zijn bloed gekomen. Wanneer het laatste het geval is zal hij sterven omdat er voor deze ziekte nog geen medicatie is. De snavel- en veerrotziekte wordt veroorzaakt door een virus dat de cellen van de veren en de snavel besmet en doodt. Daarnaast tast het de cellen van het afweersysteem aan waardoor de vogel vatbaar wordt voor andere ziektes. Voor zo ver bekend zijn alleen parkieten en papegaaien gevoelig voor het virus. Overdracht De overdracht vindt meestal plaats door stofdeeltjes van huidschilfers, ontlasting en ook door contact tussen ouder- en jonge vogel (dragers dus.) Diagnose Een juiste diagnose is alleen door een dierenarts te stellen. Deze zal een stukje veer en een paar druppeltjes bloed afnemen en deze voor onderzoek opsturen. Kenmerken van besmette vogels kunnen zijn: veren die op onverklaarbare wijze uitvallen;

- 38 - veren die abnormaal dikke veerschachten hebben; groeiachterstand (bij jonge vogels); gestold bloed op de uitgevallen veren; open rode plekken op de plaats waar de veren zijn uitgevallen; doffe bevedering; gewichtsverlies; veranderd eetpatroon; minder actief; dunne groene ontlasting; in het jongste stadium van deze ziekte zal bij besmette vogels de snavel glimmend worden door het ontbreken van de poederdonsharen. Vervolgens zal bij het verzorgen van de veren de snavel zwart worden in plaats van grijs. Ook treden er beschadigingen op aan de binnenzijde van de bovensnavel (bij jongere vogels werkt het virus sneller dan bij oudere). Let wel, de genoemde kenmerken kunnen een indicatie zijn voor PBFD maar natuurlijk ook van andere al dan niet onschuldige ziekten. Daarom is het aan te raden altijd een bezoek te brengen aan een deskundige dierenarts voor de meest betrouwbare diagnose. Ook bij vogels met een goed afweersysteem, is het aan de buitenkant zeer moeilijk te constateren of ze besmet zijn met dit virus. Incubatietijd Drie weken na besmetting kunnen zich de eerste ziekteverschijnselen openbaren. Dit hangt echter af van de leeftijd, de ontwikkeling van het verenpatroon, de intensiviteit van het virus en het immuumsysteem van de vogel. Hoewel jonge papegaaien het meest gevoelig zijn voor het virus, zijn ouderen ook vatbaar. Preventie Ter preventie dient bij de aankoop van papegaaien een keuringsrapport aanwezig te zijn met daarin de uitslagen van o.a. de PBFD-test. Aangezien dit dure testen zijn, worden deze niet vaak door de handelaren en kwekers gedaan. Een manier om de ziekte niet te verspreiden en uit te bannen is in ieder geval geen (baby)papegaai te kopen zonder certificaat. Hoewel deze vogels veelal wat duurder zijn geeft een geteste vogel wel de zekerheid dat hij/zij gezond is. Therapie Een besmette vogel dient direct uit het bestand te worden verwijderd. Verder dient een zeer goede hygiëne te worden toegepast. Verwijder nauwgezet alle ontlasting zonder dat er stofvorming optreedt. Er zijn geen ontsmettingsmiddelen die het probleem kunnen verhelpen. Daarom is het verstandig om elke vogel die in een bestand wordt opgenomen aan een bloedonderzoek te onderwerpen. Ga hier voor naar een kundige vogelarts. Vederluizen/vedermijten Vederluizen en vedermijten kunnen veeruitval veroorzaken. Ook remmen ze groeiende veren in hun ontwikkeling. Therapie Voor het stellen van de (juiste) diagnose is het raadzaam veren op te sturen of mee te nemen naar een dierenarts. Ze dienen dan wel, direct nadat ze zijn uitgetrokken, in een goed afgesloten plastic zakje te worden gedaan. Gebruik geen veren die op de bodem liggen, de luizen of mijten zitten hier namelijk niet meer op! Vederluizen en vedermijten moeten bestreden worden met een insecticide. Raadpleeg bij een besmetting van vederluis of vedermijt een dierenarts. Wormen Een wormbesmetting vindt plaats doordat de vogel wormeieren of larven van besmette vogels opneemt. Bij een chronische worminfectie zien we een algehele achteruitgang in conditie en vermager- - 39 - ing. Indien niet wordt ingegrepen zal de vogel uiteindelijk sterven. Vooral jonge vogels blijken gevoelig voor worminfecties. We zien deze vooral in de warme zomermaanden optreden. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen worminfecties in het darmkanaal en worminfecties in de luchtwegen. Therapie Vogels met een worminfectie dienen met een zogenaamd anti-wormmiddel, bijvoorbeeld ivormectine of levamisole, te worden behandeld. Dit dient strikt volgens voorschrift te worden toegediend. Een goede methode is het in te geven met behulp van een druppelpipet of kropnaald. Ook kan het middel via het drinkwater worden verstrekt. Gezien het besmettingsgevaar dient tijdens de wormkuur de volière te worden gereinigd en moeten nieuwe zitstokken worden aangebracht. Na de wormkuur, die veelal uit twee fasen bestaat, dient ook het binnenverblijf te worden gereinigd en ontsmet. Hierbij horen ook de drinkfonteintjes en voerbakken alsmede eventueel aanwezige broedblokken. Het doden van vogels Het doden van vogels is één de meest vervelende onderdelen van de hobby. In de meeste gevallen kunnen ziekten en gebreken worden voorkomen. Wanneer echter een vogel niet beter wordt of kan worden, zal de kweker een keuze moeten maken. Hierbij moet de vraag worden gesteld in hoeverre de vogel nog langer pijn moet lijden en of het niet beter is hem uit zijn lijden te verlossen. Het snel en vooral pijnloos doden kan het best gebeuren met narcose-ether, dat bij de apotheker te verkrijgen is. Stop de zieke vogel in een plastic zak en giet hier een klein beetje van deze vloeistof bij in (ca. 10 ml is wel voldoende). Knoop vervolgens het zakje dicht en ruim de vogel op. Tot slot nog het volgende. Wees er zeker van, alvorens u zelf gaat dokteren, dat de diagnose, die u gesteld heeft, de juiste is. Bij twijfel dient u altijd tijdig een deskundige dierenarts te raadplegen. Hetzelfde geldt voor ziekteverschijnselen die niet in dit boek zijn behandeld. Zieke vogel en ziekenkooi Bij een zieke vogel is de warmteregulatie verstoord en daarom zal hij in de regel minder voer op gaan nemen dan normaal. Dit heeft tot gevolg dat hij vermagert en na verloop van tijd moeite zal krijgen zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Door bol te gaan zitten probeert hij vervolgens zijn lichaamswarmte zo goed mogelijk van de omringende lucht te isoleren. In dit stadium is het dan ook erg belangrijk dat de hij extra warmte krijgt. Deze kan gegeven worden door hem in een kant en klaar gekochte dan wel zelfgemaakte ziekenkooi te plaatsen. Een exemplaar voor grote parkieten en papegaaien moet een afmeting hebben van ongeveer 50 cm hoog, 50 cm diep en 80 cm breed. De kooi dient uitgevoerd te zijn met een ingebouwde verwarming (het best kan hier een infrarode lamp voor worden gebruikt) en aan de binnenzijde een thermometer. De ziekenkooi dient gemakkelijk schoon gehouden en gedesinfecteerd te kunnen worden. Ook is het mogelijk om een zieke vogel bijvoorbeeld in een showkooi (voor grote parkieten) te plaatsen en deze op een warme plaats te zetten, bijvoorbeeld boven op een radiator van de centrale verwarming of voor of naast de kachel. Een thermometer met thermostaat is nodig om de temperatuur in de gaten te houden. Deze moet in het begin ongeveer rond 35 C liggen. Wat echter de juiste temperatuur voor een zieke vogel is, kan alleen zijn gedrag ons vertellen. Blijft hij bol zitten, dan kan deze nog te laag zijn. Gaat hij met open snavel hijgen, dan is de temperatuur te hoog. Warmte van een infrarode lamp dringt enkele millimeters in de huid door. Naast een warme moet de patient ook een wat koelere plek kunnen vinden. Door de warmte zal de vogel meestal meer water gaan drinken. Hier dient dus rekening mee gehouden te worden. Zorg er verder voor dat er niet te veel licht in de ziekenkooi kan doordringen omdat dit de vogel kan irriteren. Zet hem verder op een rustige, tocht- en rookvrije plaats.