Tekst SDU Pciblicatie pagina 1 van 7



Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBROT:2016:665

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Leergang Verzekeringsrecht Magna Charta Eigen schuld Jacco van de Meent

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBROT:2013:8758

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus De procedure Sector civiel recht

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

ECLI:NL:RBNHO:2013:13255

ECLI:NL:RBARN:2012:BX0624

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985


ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBNHO:2013:14091

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

EJEA ECLI:NL:RBROT:2016:10202 Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/10/ / KG ZA

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

ECLI:NL:GHARN:2009:BH6228

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBMNE:2014:4000 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HL ZA 12-86

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI I KG ZA 15-67

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523

Rechtbank Amsterdam 15 april 2009; voetganger struikelt over uitstekend putdeksel.

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:GHSGR:2008:BG2213

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBOVE:2014:3703

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844


Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 3 november 2017 Normale voorzichtigheid- en opzetclausule Prof. mr. drs. M.L.

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

04 GCS-BBR 001. Brandverzekering / AVP-verzekering. Verzekeraar C

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

ECLI:NL:RBDHA:2015:5294

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A.

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

Transcriptie:

Tekst SDU Pciblicatie pagina 1 van 7 JA 2013/183 Rechtbank Rotterdam, 26-06-2013, C11014135421HA ZA 12-1045, ECLI:NL:RBROT:201 3:7632 Verzekeringsrecht, Opzetclausule Publicatie JA 2013 afi. 10 Publicatiedatum College 27november2013 Rechtbank Rotterdam Uitspraakdatum 26juni 2013 Rolnummer Rechter(s) Partijen Noot Trefwoorden C/10/4(3542/HA ZA 12-1045 UN ECLI:NL:RBROT:2013:7632 mr. Van den 1-lurk [Eisen te [woonplaats], ei ser, advocaat: mr. CM. Visser, tegen de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij NV te Rotterdam, gedaagde, advocaat: rnr. C. Blanken. Partijen zullen hierna [eisen en Nationale-Nederlanden genoemd worden. mr. V. Oskam en mr. S.C. van Dijke Verzekeringsrecht. Opzetclausule. Regelgeving BW Boek 7-952» Samenvatting Eiser maakt een schoppende beweging naar persoon 1 op een (glad) dak, waardoor persoon 1 valt en zijn enkel breekt. Eiser is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld. Persoon 1 heeft eiser in de hoofdzaak aangesproken voor schadevergoeding. tn deze procedure heeft eiser zijn AVP verzekeraar. Nationale-Nederlanden, in vrijwaring opgeroepen. Eiser vordert dat Nationale Nederlanden wordt veroordeeld tot betaling van al hetgeen waartoe eiser in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld. De rechtbank honoreert het beroep van Nationale-Nederlanden op cle opzetclausule nu de gedraging van eisen is te kwalificeren als opzettelijk en wederrechtelijk richting een persoon handelen. Beroep van Nationale-Nederlanden op opzetclausule is niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.» Uitspraak 1. De procedure (...;rcci) 2. De vaststaande feiten 2.1. Tussen Nationale-Nederlanden als verzekeraar en [eiserj als verzekerde loopt een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) met [polisnummerj. 2.2. Op 23 flbruani 2007 heeft een incident plaatsgevonden tussen [eiser] en [persoon 1 (hierna: [persoon 1]). Hierbij heeft [persoon 1] zijn rechterenkel 013 drie plaatsen gebroken. [l-iser] is in verband met voonueld incident bij op tegenspraak gewezen vonnis van 17 augustus 2007 door de politierechter van deze rechtbank wegens inishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft veroordeeld tot betaling van een geldboete van C 250,. Dit vonnis is in kracht van gewijsde gegaan. 2.3. [Persoon 1] heeft in de hoofdzaak (C1101394323/HA ZA 12-69) gevorderd, kort gezegd, dat [eiser] wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade die [persoon 1] heeft geleden en lijdt ten gevolge van de mishandeling door [eiser]. http://wwwiegalintelligencc.com/documents/l 246353 7?srcfrrn=bas... 20-8-20 5

samengevat dat Tekst SDU Publicatie pagina 2 van 7 2.4. Naar aanleiding van de aansprakeljkstelling van [eiser] door [persoon 1] heeft [eisen een beroep gedaan op de onder 2. t bedoelde aansprakelijkheidsverzekering. Nationale-Nederlanden heeft [eisen vervolgens bij brief van 30jtini 2008 met een beroep op de zogenoemde opzetclausule dekking ontzegd. 3. Het geschil 3.1. [Eisen vordert Nationale-Nederlanden wordt veroordeeld om aan [eisen te betalen al hetgeen waartoe [eisen in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, met veroordeling van Nationale-Nederlanden in de kosten van de vrijwaring. 3.2. Nationale-Nederlanden voert verweer, dat strekt tot afwijzing van de vordering, kosten rechtens. 3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. Onderhavig geschil betreft de gevolgen van het incident dat op 23 februari 2007 heeft plaatsgevonden tussen [eisen en [persoon 1]. In geschil is of de litigieuze aansprakelijkheid van [eisen jegens [persoon 11 valt onder de dekking van de bij Nationale-Nederlanden afgesloten aansprakelijkheidsverzekering. Kernvraag is of Nationale-Nederlanden in verband met voornoemde aansprakelijkheid zich terecht beroept op de uitsluiting zoals neergelegd in artikel 4.1 van de polisvoorwaarden, inhoudende dat niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade die voor hem/haar het beoogde of zekere gevolg is van zijn/haar handelen of nalaten. Deze clausule is in 2000 aangepast omdat verzekeraars na het arrest Aegon/Van der Linden (Iloge Raad 6 november 1998, NJ 1999,220) als gevolg van de door de Hoge Raad voorgestane uitleg van de opzetclausule, vreesden dat crimineel gedrag van een verzekerde, zoals mishandeling, onder de dekking van een polis ter verzekering van aansprakelijkheid zou vallen. De nieuwe opzetclausule luidt onder meer dat geen dekking wordt verleend voor de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade in verband met opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wedeirechteljk handelen of nalaten. Belangrijkste element van de nieuwe opzetclausule is dat de opzet is gekoppeld aan de gedraging zelf en niet (meer) aan het (schadelijke) gevolg van de gedraging. De reikwijdte van de uitsluiting is daarmee verruimd. 4.2. Bij het onder 2.2 bedoelde strafvonnis is bewezen verklaard dat [eiser] zich heeft schuldig gemaakt aan mishandeling. Ingevolge artikel 161 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordening (Rv) levert het strafvonnis dwingend bewijs op van het daarin bewezen tuit, maar tegenbewijs is mogelijk. Voor toelating tot tegenbewijs bestaat in de geval echter geen grond. Daarbij heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. 4.3. [Eiser] heeft niet uitdrukkelijk tegenbewijs aangeboden en evenmin aangegeven op welk nieuw bewijsmateriaal hij zich zou willen beroepen dat nog niet in liet bewijsoordeel van de strafi-echter is meegewogen. Het heeft [eisen vrjgestaail hoger beroep aan te tekenen tegen de strafrechtelijke veroordeling. Nu hij dit heeft nagelaten is sprake van een onherroepelijk strafvonnis waaraan in de civiele procedure de betekenis toekomt die artikel 161 Rv daaraan verbindt. De vraag of een hoger beroep tegen liet strafvonnis kans van slagen zou hebben gehad, speelt daarbij geen rol. Daarbij komt dat tegenbewijs alleen aan cle orde hoeft te komen, indien de door [eiser] gestelde toedracht tot een ander bewijsoordeel zou kunnen leiden, 4.4. [Eisen stelt dat [persoon 1] ten val is gekomen na een door [eisen] uit verdediging gemaakte schoppende beweging, waarbij [persoon 1] mogelijk niet eens is geraakt. De omstandigheid dat [eisen ontkent dat hij [persoon 1] heeft geduwd, is voor deze vrjwaringszaak echter niet relevant. Indien de vordering van [persoon 11 in de hoofdzaak mocht worden afgewezen omdat dit verweer of een ander in de hoofdzaak gevoerd verweer van [eisen wordt gehonoreerd, is verhaal op Nationale-Nederlanden immers niet ineen aan de orde. Indien [eisen in de hoofdzaak tot schadevergoeding wordt veroordeeld, hoeft in deze vrijwaringszaak niet opnieuw te worden onderzocht of[eiser] [persoon 1] al dan niet heeft geduwd, omdat Nationale-Nederlanden uitgaat van de door [persoon 1] gestelde en bij het strafvonnis bewezen verklaarde toedracht en derhalve de schadevergoedingsplicht van [eisen] niet betwist. http://www.legalintefligence.com/documents/l 246353 7?srcfrm=bas... 20-8-2015

gericht. handelen of nalaten dient opzettelijk te zijn veiricht én tegen een persoon of zaak te zijn het woordje en. Aan beide vereisten dient cumulatief te worden voldaan: het wederrechtelijk een persoon of zaak [isi gericht. Beide vereisten worden immers van elkaar gescheiden door of nalaten aan twee vereisten voldoet, te weten dat het (i) opzettelijk is en dat het (ii) tegen bij de uitleg de nadruk te liggen op de taalkundige betekenis van de hiervoor geciteerde bedoelingen en verwachtingen hebben ten aanzien van de inhoud van de overeenkomst, dient verzekeringsovereenkomst over en weer afgelegde verklaringen, op grond waarvan zij bepaalde niets concreet hebben gesteld omtrent relevante door hen bij de totstandkoming van de wederrechtc lijk handelen of nalaten, zoals bedoeld in de opzetclausule. Aangezien partijen zinsnede van de opzetclausule. 4.5. Vervolgens is in geschil of sprake is van opzetteljk en tegen een persoon of zaak gericht 4.6. De rechtbank is van oordeel dat de opzetclausule vereist dat het wederrechtelijk handelen http ://w ww. legalintelligence. corn/documents! 1246353 7?srcfrm=bas... 20-8-2015 dat [eiser] niet van de situatie weg had kunnen lopen. op de grond dat het door noodzakelijke zelfverdediging geboden was. Gesteld noch gebleken is [eisen] gestelde toedracht, was het maken van een schoppende beweging niet gerechtvaardigd strafvonnis blijkt dat van noodweer geen sprake was. Ook indien wordt uitgegaan van de door noodweer doet, wordt dit verworpen. Vooropgesteld zij dat uit meergenoemd onherroepelijk wedeirechtelijk karakter aan de gedraging. Indien en voor zover [eisen] een beroep op 4.11. Indien echter sprake is van een rechtvaandigingsgrond, zoals noodweer. ontneemt dat het 4.10. Indien wordt uitgegaan van de door [eisen gestelde toedracht, bestaat het in de vergroot. Mede in aanmerking genomen de door [eisen] zelf gestelde gladheid van het dak, was beginsel aan alle eisen van de opzetclausule voldaan. daarmee de opzet ook gericht op het wederrechtelijk karakter van het handelen. Derhalve is in dc nabijheid bevinden. [Eiser] wist dat (persoon 1] in zijn nabijheid was, zodat hij welbewust op zijn minst uit zijn evenwicht zou wonden gebracht, waardoor het gevaar van een val werd die door [eisen] zelf was gezocht. Die beweging was willens en wetens én tegen een persoon het risico heeft genomen dat [persoon 1] door de schoppende beweging zou worden geraakt, of ([persoon 11) gericht omdat [eisen], naar hij zelf stelt, hiermee onder meer [persoon 1] van zich schoppende beweging te maken indien dat gevaar oplevert voor personen of zaken die zich in wederrechtelijk karakter, omdat het in het maatschappelijk verkeer niet betaamt een opzetclausule bedoelde handelen tiit het maken van een schoppende beweging in een situatie getuigenverklaringen ondersteund. 1-let maken van een schoppende beweging heeft een af wilde houden. De noodzaak van dit laatste wordt overigens niet door (alle) juridische kwalificatie en is zonder bijkomende feiten en omstandigheden die zijn gesteld voor de uitleg van de opzetclausule geen zelfstandige betekenis. Die gradatie betreft een noch gebleken niet oogmerk en opzet als zekerheidsbewustzijn onderscheid maakt tussen de diverse opzetmodalite iten. anders is gedekt onder de polis, faalt dit betoog. De sprake was van voorwaardelijk opzet en dat deze vorm van opzet relevant voor de vraag hoe partijen het begrip opzet redeljkerwijze hebben mogen begrijpen. I)aarbij zij opgemerkt dat de opzetclausule op zichzelf geen dan opzet als precieze gradatie van het opzet (oogmerk, zekerheidsbewustzijn of voorwaardelijk opzet) heeft 4.9. Indien en voor zover [eisen met zijn stelling dat geen sprake is van opzet betoogt dat dan wel een te ver verwijderd verband bestaat tussen de opzet (in dit voorbeeld gericht op het het verwonden van de voetganger. Dit is kennelijk een voorbeeld van een situatie waarin geen, vervolgens een voetganger verwondt, niet met een beroep op de opzetctausule kan worden door rood licht rijden) en het gevolg daarvan. opzetclausule heeft opgemerkt dat de fietser die met opzet door het rode licht rijdt en geconfronteerd omdat de opzet van de lietser is gericht op het door rood licht rijden en niet op 4.8. 1-tieraan doet niet af dat het Verbond van Verzekeraars in de toelichting op de huidige aankomt, is of het opzet gericht is op wederrechtelijk handelen of nalaten. 1-let opzet is met andere woorden gekoppeld aan de gedraging zelf. geslaagd beroep op de opzetclausule niet nodig is dat het opzet gericht is op het gevolg van de in handeling, dit geval het enkelletsel van [persoon 1]. Waar het bij de opzetclausule op opzetclausule toekomt. Dit verweer fisalt, omdat [eisen hiermee miskent dat het voor een dat de schade niet opzettelijk is veroorzaakt, zodat Nationale-Nederlanden geen beroep op de 4.7. Met zijn stelling dat geen sprake is van opzet, bedoelt [eiser] kennelijk primair te betogen Tekst SDU Publicatie pagina 3 van 7

slachtofferbescherming een belangrijke rol. Immers waar de dader geen dekking heeft op grond Zorg u/chge afk eging hij toepassing (...) zijn. van de opzetclausute zat de flnanciêle bescherming van het slachtoffer doorgaans een illusie Dcider en staci7toj/t rbescher,nin meer is vermeld: Gezien de functie die de AVP in het maatschappelijk verkeer vervult spelen dader- en op de toelichting van het Verbond van Verzekeraars op de huidige opzetclatisule, waarin onder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. [Eisen beroept zich daarbij 4.12. [Eisen betoogt ten slotte dat het beroep van Nationale-Nedenlanden op de opzetclausule http://www.legalintelligence.com/documents/l 246353 7?srcfrmbas... 20-8-2015 Totaal C 2.693,= een persoon of zaak gericht wedeirechteljk handelen of nalaten werking van de redelijkheid en billijkheid van artikel 6:248 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) te worden verworpen. Nationale-Nederlanden heeft als verzekeraar in de door haar gehanteerde bepaalde evenementen heeft uitgesloten verzekerde voor schade veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit zijn/haar opzettelijk en tegen clausule redelijk toe te passen. Tegen deze achtergrond moet de nieuwe clausule worden daarbij aan een draai om de oren die leidt tot dootheid van het slachtotïër of letsel dat ontstaat aansprakelijkheid de (letsel-)schade in geen verhouding staat tot de gedraging. Te denken valt Dit zal met name het geval zijn bij opzettelijke gedragingen waarbij uitgaande onder kan griftierecht salaris advocaat 904. (2 punten x tarief t 452) C 1.789,= veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde an Nationale-Nedenlanden worden begroot op: Nedenlanden moet worden afgewezen. [Eisen zal als de in het ongelijk gestelde partij worden 4.15. Uit het voorgaande volgt dat de vordering in vrijwaning van [eisen jegens Nationale polisvoorwaarden onder artikel 3 en 4 omschreven binnen welke grenzen zij bereid is dekking verzekeraar op dit beding door de verzekerde niet worden afgeweerd met de stelling dat een onaanvaardbaar is. Uitgangspunt is immers dat het een verzekeraar vrij staat om in de polisvoorwaarden de grenzen te omschrijven waarbinnen hij bereïd is dekking te verlenen. meer voor de aansprakelijkheid van een dergelijk beroep van de verzekeraar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een beroep van de te verlenen aan een verzekerde. Nu Nationale-Nederlanden in deze dekkingsomschrijving 4.14. Overigens dient ook om een andere reden het beroep van [eisen op de beperkende vergelijkbaar is met de twee in de toelichting genoemde voorbeelden, waarin sprake is van nauwelijks voorzienbare ernstige gevolgen. Daarbij komt dat het letsel van [persoon 1] in verhouding tot het handelen van [eisen niet Nationale-Nederlanden op de in de polisvoonvaarden opgenomen opzetclausule naar toepasseljkheid van de opzetclausule zijn opgeworpen. Zonder nadere toelichting, die billijkheid. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de door [eiser} aangevoerde argumenten grotendeels een herhaling betreffen van argumenten die ook al in het kader van de ontbreekt, valt niet in te zien waarom deze argumenten er wel toe zou leiden dat een beroep van maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. leiden tot een geslaagd beroep van [eiserj op de beperkende werking van de redelijkheid en 4.13. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van feiten en omstandigheden die kunnen moeten worden. van door predispositie van het slachtoffer (bijv. een eierschedel). Het is aan verzekeraars om de gelezen én gehanteerd. Telkens zal van geval tot geval een zorgvuldige afweging gemaakt Het zal niet te vermijden zijn, dat over de interpretatie van de clausule discussie mogelijk blijft. aanpassing van het dekkingsbereik als gevolg van een door verzekeraars als ongewenst beschouwde trend in de rechtspraak. De wijziging van de opzetclausute beoogt niet een breuk met het verleden, maar wil slechts Tekst SDU Publicatie pagina 4 van 7

4.16. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening. vonnis tot de dag van volledige betaling; toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit Nederlanden tot op heden begroot op 2.693,=, te vermeerderen met de wettelijke rente als 5.1. wijst de vordering af: 5.2. veroordeelt [eiser] in de kosten van de vrijwaringszaak, aan de zijde van Nationale De rechtbank 5. De beslissing 417. De door Nationale-Nederlanden gevorderde veroordeling in de nakosten zal worden http://www.legalintelligence.com/documcnts/l 246353 7?srcfrrn=bas... 20-8-2015» Noot 1. Voor een goed begrip van deze uitspraak, wordt eerst stilgestaan bij de achtergrond van de LJ:c 1e17 staa/attest (AU 2005, 140). Uit de gedraging van verzekerde (het zodanig hard met een kader opgemerkt dat de bewijslast van de subjectieve clausule zwaar is, maar niet te zwaar, nu sprake is van opzet als oogmerk of opzet als zekerheidsbewustzijn. Dit deed de rechter in het de rechter bij extreme gedragingen het opzet uit de gedraging zelf zal afleiden (zie hierover op dat de rechter onder omstandigheden uit de gedragingen van de verzekerde kan afleiden dat het verlenen van dekking, waar dat nooit de bedoeling is geweest (zie hierover de toelichting van het Verbond van Verzekeraars op de opzetclausule AVP 2000). De Hoge Raad merkt nog het is voor verzekeraars immers lastig hard te maken wat er in het hoo1 van de verzekerde (zie hierover MM. Mendel in Vrb 1991. 19-20). Aldus zijn AVP-verzekeraars gehouden tot is te verwachten. De Hoge Raad volgt deze zogenoemde categoriebenadering van Mendel niet in concreto heeft voorgedaan, normalerwijze als gevolg van de opzettelijk verrichte handeling aansprakelijkheidsverzekeraar van Gevers aan dat ook sprake is van opzet als zekerheidsbewustzijn indien enig letsel van een vergelijkbare ernst als het letsel zoals zich dat omgaat en aldus te bewijzen dat sprake is van opzet als oogmerk of opzet als gevolg blindheid en blijvende ontsieringen in het gezicht. In cassatie voert de 220) toont aan dat de rechter verzekeraars niet in alle (extreme) gevallen in deze zin te hulp komt. Van der Linden werd door Gevers met geschoeide voet in het gezicht getrapt met als M.M.R. van Ardenne-Dick ina V&S 2008, 23). De uitspraak Aegon/ Van der Linden (AU 1999, zekerheidsbewustzijn. In het rapport van april 1980 van de Studiecommissie Opzet wordt in dit 2. In het oog springt de bewijsproblematiek die voormelde opzetclausule met zich meebrengt: ontstaan, is volgens de clausule niet van dekking uitgesloten. innerlijke belevingswereld van de verzekerde. Voorwaardelijk opzet, waaronder wordt verstaan gevolg van zijn handelen zou zijn. De clausule is dus subjectief van aard: bepalend is de was beoogd, respectievelijk als de verzekerde zich ervan bewtist was dat het litelijk letsel het zekerheidsbewustzijn. Daarvan is sprake indien het feitelijk toegebrachte letsel door verzekerde vormen van opzet zijn uitgesloten, te weten opzet als oogmerk en opzet als dat verzekerde bewust de mogelijkheid heeft aanvaard dat door zijn handelen letsel zou kunnen Deze (oude) clausule moest duidelijk maken dat volgens voormeld arrest cle twee zwaarste of zekere gevolg is van zijn handelen of nalaten. Uitgesloten is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade die voor hem het beoogde gebruik van de volgende opzetuitsluiting in hun aansprakelijkheidsverzekering: 2. Naar aanleiding van het Bierglas-arrest (NJ 1976, 572) gingen veel verzekeraars over op het opzetclausule (1 tfm 4). Daarna worden de feiten van de zaak getoetst aan de theorie (5 t1ni 7). 5.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. plaatsgevonden en [eiser] niet binnen twee weken na aanschrijving aan het vonnis heeft advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft voldaan, met een bedrag van 68,= aan salaris advocaat en de explootkosten van de betekening 5.3. veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op 131,= aan salaris van de uitspraak; Tekst SDU Publicatie pagina 5 van 7

afgeleid dat verzekerde zich ervan bewust was dat het letsel het gevolg van zijn handelen zou handelen of nalaten. verklaring tegenover de politie inhoudende dat hij zich realiseerde wat hij had gedaan, werd Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit zijn/haar opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wedeltechtelijk tegen een bovenbeen. Aldus ook Tolman in A V&S 2004, 30. volgt: aanbevolen standaarduitsluiting opzetclausule AVP 2000 luidt voor een clausule die schade door crimineel gedrag expliciet buiten dekking zou houden. De 3. Naar aanleiding van het Aegon/Van der Linden arrest hebben verzekeraars zich gebogen over zijn. Zie kritisch M.M.R. van Ardenne in VA 2004. p. 23-34, waar zij aangeeft dat het schoppen ijzeren staaf op het bovenbeen van de buurman slaan, waardoor het bovenbeen breekt) en zijn met geschoeide voet tegen een hoofd wellicht ernstiger is dan het slaan met een ijzeren staaf zover hier relevant als http://www.1cga1intel1igence.com/documents/1 246353 7?srcfrm=bas... 20-8-2015 de eiser de intentie had om persoon 1 het genoemde letsel toe te brengen. Volgens de nieuwe de toelichting op de opzetclausule, waaruit volgt dat geen bt euk met het verleden wordt opzetclausule wordt het opzet immers niet (langer) afgeleid uit de innerlijke beleving van de voorwaardelijk opzet en dat deze vorm van opzet is gedekt onder de polis, dit betoog faalt. opzetclausule geen zelfstandige betekenis heeft. Dit oordeel is in lijn met eerdere uitspraken ECLI:NL:RBAMS:20 13: BZ0489). Anders oordeelt het 1-lof s-t-iertogenbosch, volgens welk voorwaardelijk opzet niet is uitgesloten van verzekeringsdekking (zie onder meer N. van sciadc verzekeringsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2002, p. 136 e.v.). Tevens valt uit Tiggele van der Velde en J.l 1. Wansink, Berecldingsplieht en medewerkingsplicht in het uitgesloten (JA» 2007/138). Ook in de literatuur is men overwegend van mening dat hot geldt dat slechts opzet als oogmerk en opzet als zekerheidsbewustzijn van dekking zijn van lagere rechters (ECLI:NL:RBARN:201 1 :l3tl 507, ECLI:NL:GHARN:2008:l3D2259 en Hieroe oordeelt de rechtbank dat de precieze gradatie van opzet voor de uitleg van de Eiser stelt dat geen sprake is van opzet. De rechtbank oordeelt terecht dat niet ter zake doet of dader. Voorts overweegt de rechtbank dat indien en voor zover eiser betoogt dat sprake is van vraag of voldaan is aan de vereisten van de opzetclausule nu de veroordeling voor echter niet doorslaggevend. (ECLI:NL:RBAMS:20l3:BZ0489). Gezien het hier gaat om de civielrechtelijke uitleg, is dit handelen of nalaten. Aan de orde is een incident waarbij persoon 1 van een (glad) dak is afgevallen doordat eiser een schoppende beweging naar hem maakte. De rechtbank oordeelt dat mishandeling het opzettelijk en wederrechteljk handelen van een persoon onderstreept jegens persoon 1 ingevolge art. 16] Rv. Het strafvonnis kan daarnaast een rol spelen bij de het strnfvonnis in de onderhavige zaak dwingend bets ijs oplevert van mishandeling door eiser vraag of voldaan is aan opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wedeirechtelijk 5. Wanneer in de onderhavige zaak wordt gekeken naar de feitelijke omstandigheden is het de verzekeringsovereenkomsten onder meer M.]. Tolman, A V&S 2008, 2; N. Van Tiggele-van der WPVR 2002, 6492, p. 430). Zie over het specifieke uitlegstelsel van het gebruik, de hoedanigheid en/of deskundigheid van partijen en de wet (Tanja-van den Broek, Velde, AV&S 2012,9 en M.J. Tolman, AV&S 2012, 14. objectieve factoren kunnen een rol spelen: tekst en context, de totstandkomingsgeschiedenis, maatstaven voor verzekeringen waarover niet onderhandeld is, de aangewezen methode is. Als In Chuhb/Dagenstaed (NJ 2008, 284) bevestigt de Hoge Raad dat uitleg naar objectieve gesproken hebben, bij de uitleg van dat geschrift vaak wel van belang. van het geschrift als geheel, in (desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal In praktisch opzicht is de taalkttndige betekenis die de bewoordingen, gelezen in de context een vuistregel voor de situatie waarin uitleg naar objectieve maatstaven gewezen is: (Ni 2005. 493) geeft de Hoge Raad onder verwijzing naar het Havlltex-arrest en de CAO-norm taalkundige betekenis. Dit oordeel is in lijn met de rechtspraak van de Hoge Raad. In DSM/Fox Rotterdam overweegt dat bij de uitleg van deze zinsnede de nadruk dient te liggen op de zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten uit de opzetclausule centraal. De Rechtbank 4. In de onderhavige zaak staat de uitleg van de zinsnede opzettelijk en tegen een persoon of uit de gedraging zelfmoet worden afgeleid en niet meer uit het gevolg van de gedraging. Belangrijk aspect van de nieuwe opzetclausule is dat het opzettelijk karakter van een gedraging Tekst SDU Publicatie pagina 6 van 7

Tekst SDU Publicatie pagina 7 van 7 beoogd, af te leiden dat alleen opzet als oogmerk en opzet als zekerheidsbewustzijn van dekking zijn tiituesloten en dat voorwaardelijk opzet niet is uitgesloten van verzekerinasdekking. De iloge Raad heeft zich over deze kwestie (vooralsnog) niet uitgelaten. In rechtsoverweging 4. 10 overweegt de rechtbank terecht dat het maken van een schoppende beweging in een situatie die door eiser zelf was opgezocht een opzettelijk en wederrechtelijk handelen richting een persoon oplevert. Daartoe is doorslaggevend dat het maken van een schoppende beweging op een glad dak in de nabijheid van personen nomialerwijze het beoogde of zekere gevolg heeft dat een persoon zal vallen met letsel tot gevolg. Uit de verklaring van eiser blijkt dat sprake is van opzet, nu hij persoon 1 van zich af wilde houden. Opmerkelijk is dat de rechtbank voor de uitleg onder andere ook aansluiting zoekt bij een criterium uit art. 6:162 BW (liet betaamt niet in het maatschappelijk verkeer om een schoppende beweging te maken indien dat gevaar oplevert voor personen of zaken die zich in de nabijheid bevinden) en bij eigen schuld (liet zelf opzoeken van een situatie op een dak). Voor de uitleg van de opzetclausule lijkt dat minder van belang. 7. Tot slot is de vraag aan de orde of liet beroep van Nationale-Nederlanden op de opzetclausule naar maatstaven van redelijkheid en billjkheid onaanvaardbaar is. De rechtbank overweegt dat zonder nadere toelichting niet valt in te zien waarom een beroep van Nationale Nederlanden in dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Voorts oordeelt de rechtbank dat als uitgangspunt heeft te geldeti dat het een verzekeraar vrij staat om in de polisvoorwaarden de grenzen te omschrijven waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen. Zulks is bepaald in NJ2006, 326. Alleen onder bepaalde omstandigheden kan een verzekeraar een ruimere dekking worden opgedrongen dan waartoe hij zich heeft verbonden. Uit de toelichting op de opzetclausule volgt dat dit met name het geval zal zijn bij opzettelijke gedragingen waarbij de schade in geen verhouding staat tot de gedraging. Daarvan is niet snel sprake: te denken valt aan een draai om de oren die leidt tot doofheid van liet slachtoffer of letsel dat ontstaat door predispositie van het slachtoffer (bijv. eierschedel). De rechtbank oordeelt dat in het onderhavige geval geen sprake is van een vergelijkbare sittiatie. Dat is begrijpelijk, nu voorzienbaar was dat de door eiser gemaakte schoppende beweging op een glad dak naar persoon 1 letsel bestaande uit botbreuk(en) ten gevolge zou hebben. mr. V. Oskam en nir. S.C. van Dijke, zijn beide advocaat bij Van Traa Advocaten Rotterdam http://wwwjegalintclligence.com/documents/l 246353 7?srcfrrn=bas... 20-8-2015