W1070/W1080ST Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding



Vergelijkbare documenten
W7000+/W7500 Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding

SP891 Digital Projector. Gebruikershandleiding

SH963 Digital Projector Gebruikershandleiding

W1070+/W1080ST+ Digitale projector Home Cinema-reeks Gebruikershandleiding

MP612/MP612c/MP622/MP622c Digitale projector Mainstream Series Gebruikershandleiding

MP782 ST Digital Projector Gebruikershandleiding

Inhoud. Inleiding...3 Kenmerken van de projector...3 Inhoud van de verpakking...4 Buitenkant van de projector...5 Bedieningselementen en functies...

W600 Digital Projector Gebruikershandleiding

TH681 Digital Projector Gebruikershandleiding

MS512H/MS521P/TS521P/TS537/ MX522P/TX538/TW523P/TW539 Digital Projector Gebruikershandleiding

W1300 Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding

MW712 Digital Projector Gebruikershandleiding

SP830/SP831 Digitale projector Gebruikershandleiding

MX813ST Digital Projector Gebruikershandleiding

MP615P/MP625P Digital Projector Gebruikershandleiding

MP724/MP727/MP735 Digital Projector Gebruikershandleiding

MS616ST/MX618ST Digital Projector Gebruikershandleiding

MS619ST/MX620ST/MW621ST Digital Projector Gebruikershandleiding

MP611/MP611c Digitale projector Mainstream Series Gebruikershandleiding

W750/W770ST Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding

SX914 Digital Projector Gebruikershandleiding

MX815ST/MX815ST+/MX816ST Digital Projector Gebruikershandleiding

MS612ST/MX613ST Digital Projector Gebruikershandleiding

MX661 Digital Projector Gebruikershandleiding

Netwerkprojector gebruikershandleiding

Bekijk het PC-beeld op de televisie! BELANGRIJKE INFORMATIE voor Europese klanten. De PC op een televisie of videorecorder aansluiten

W1400 Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding

CALLIUM LED-2 MINI BEAMER HANDLEIDING

PB8253/PB8263 Digitale projector Installation series Gebruikershandleiding

MX750/MP780 ST Digitale projector Gebruikershandleiding

BH280/BH380 Balktype beeldscherm Gebruikershandleiding

SH915/SW916 Digital Projector Gebruikershandleiding

Digital Projector MW870UST. Gebruikershandleiding

MX768/MW769 Digital Projector Gebruikershandleiding

Digital Projector MX766/MW767/MX822ST. Gebruikershandleiding

MP780 ST+/MW860USTi Digital Projector Gebruikershandleiding

AR280P Clockradio handleiding

Inhoudsopgave. Voorzorgsmaatregelen...2. Inhoud van de verpakking...2. Installation instructions...3. De monitor monteren...3. De monitor losmaken...

GP10 Ultra Lite LED Projector Gebruikershandleiding

MX726/MW727 Digital Projector Gebruikershandleiding

GP10 Ultra Lite LED Projector Gebruikershandleiding

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning,

Veiligheidsinformatie

GP30 Ultra Lite LED Projector Gebruikershandleiding

Installatiehandleiding. LCD-kleurenbeeldscherm

Nokia Mini Speakers MD /1

Magic Remote GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

HD-CVI Verkorte handleiding

D60 Digitale projector Gebruikershandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Voor je aan de installatie van je decoder begint

Nederlands Hoofdstuk 1: Inleiding TVGo A31 TVGo A Inhoud van de verpakking

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

Waarschuwing voor installatie

Snelstartgids. Registreer uw product op Hier kunt u ook terecht voor ondersteuning. SWW1800/12. Aansluiten.

EM8621 Afstandsbediening. Downloaded from

AT Multifunctioneel luchtbehandelingsapparaat

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

THERMO-ELEKTRISCHE WIJNKLIMAATKAST & KOELKAST. Model: DX-68 COMBO (Mini Bar) Gebruiksaanwijzing

Electronische loep "One"

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 ALED-003 DRAADLOZE LED SPOT

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKERSHANDLEIDING

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest!

Verkorte werkwijze eerste gebruik 1. Installatie (3) 2. Gebruik Televiewer (4)

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing

GIDS VOOR DE GEBRUIKER

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

TREX 2G Handleiding Pagina 2

Verwarming en ventilatie

EM8670-R2 Draadloze buitensirene

Handleiding SensiView

1 Inleiding. 2 Veiligheid. 3 Installatie TRUST TELEVIEWER 1600

Gebruikershandleiding. Video endoscoop FVE 100

Predia Soundbar. Model: SP-815. Gebruiksaanwijzing.

Handleiding. Solcon TV. solcon.nl

DF Digitale fotolijst Handleiding

GEBRUIKSHANDLEIDING. Lees voor gebruik deze gebruikshandleiding.

Gebruikershandleiding

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

InteGra Gebruikershandleiding 1

PERFECTCOOL Gebruikershandleiding

Bedieningen Dutch - 1

Nokia Mini Speakers MD /1

PE8720 Digitale projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding. Welkom

BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP3011. Vragen? Vraag het Philips

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

Nederlandse versie. Inleiding. Inhoud van de verpakking. Belangrijk! WC040 Sweex Motion Tracking Webcam 1.3 Megapixel

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Switch. Handleiding

CHANNEL (CH) Selectie kanaal 1, 2, 3, automatisch scrollen Zoeken naar externe sensor

Nokia Music Speakers MD-3

1. Productnaam. 100 LED Projector. 2. Productcode Kleur wit

Transcriptie:

W1070/W1080ST Digital Projector Home Cinema Series Gebruikershandleiding

Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies.3 Overzicht...6 Inhoud van de verpakking...6 De batterijen van de afstandsbediening vervangen...7 Effectief bereik van de afstandsbediening...7 Kenmerken van de projector...9 Buitenkant van de projector...10 Bedieningselementen en functies...11 Besturingspaneel... 11 Afstandsbediening... 12 De projector plaatsen... 13 Het kiezen van een plek...13 De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen...14 De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen... 14 De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen... 14 Projectieafmetingen... 16 De projectielens verticaal verschuiven... 20 Aansluiten van videoapparatuur... 21 Voorbereidingen... 21 HDMI-toestellen aansluiten... 21 Component videoapparaten aansluiten.. 22 S-Video of videoapparaten aansluiten... 22 Een computer aansluiten... 23 De projector gebruiken... 24 De projector inschakelen...24 Een ingangssignaal selecteren...25 Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen...25 De menu's gebruiken...26 De projector beveiligen...26 Een veiligheidskabelslot gebruiken... 26 De wachtwoordbeveiliging gebruiken... 27 Het geprojecteerde beeld aanpassen... 29 De projectiehoek aanpassen...29 Vervorming van het beeld corrigeren...29 De vooraf ingestelde en door de gebruiker ingestelde modi gebruiken... 30 De beeldkwaliteit fijn afstellen... 31 Geavanceerde aanpassing van beeldkwaliteit... 33 Het geluid aanpassen... 35 De beeldverhouding selecteren... 36 Uitvergroten en details zoeken... 37 Gebruik op grote hoogte... 38 3D-materiaal weergeven... 38 Het weergavemenu van de projector personaliseren... 39 Besturingstoetsen blokkeren... 40 De projector uitschakelen... 40 On-Screen Display (OSD)-menu's... 41 Extra informatie...48 Onderhoud van de projector... 48 Informatie over de lamp... 49 Het aantal lampuren onderzoeken...49 De levensduur van de lamp verlengen...49 De timing van de lampvervanging...50 De lamp vervangen...50 Indicatoren... 53 Probleemoplossing... 54 Specificaties... 55 Informatie over garantie en auteursrechten...62 2 Inhoud

Bedankt voor uw keuze voor de kwaliteitsvideoprojector van BenQ! Deze projector levert een ultieme kijkervaring in uw eigen thuisbioscoop. Voor de beste resultaten leest u deze handleiding zorgvuldig door. Het is uw gids door alle bedieningsmenu's en alle handelingen. Belangrijke veiligheidsinstructies Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. 1. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een veilige plek voor naslag in de toekomst. 2. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak. - Plaats de projector nooit op een instabiel wagentje, standaard of tafel omdat hij dan kan vallen en beschadigen; - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector; - Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). 4. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen: - slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector; - plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen; - erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld; - plaatsen in de buurt van een brandalarm; - plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 35 C/95 F; - plaatsen op een hoogte boven 1500 meter/ 4920 voet boven zeeniveau. 3. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken. 4920-9840 voet Belangrijke veiligheidsinstructies 3

5. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen als de projector is ingeschakeld (zelfs in standbystand): - Bedek de projector nooit met enig item; - Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak. 9. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. Dit kan uw ogen beschadigen. 6. Op plekken waar het voltage van het elektriciteitsnet kan fluctueren met ±10 volt, wordt aanbevolen de projector via een stroomstabilisator, spanningspiekbeveiliging of ononderbroken voeding (UPS) aan te sluiten, afhankelijk van wat het beste past in uw situatie. 10. Gebruik de projectorlamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 7. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. 11. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 8. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Mocht er enige vloeistof in de projector zijn gemorst, dan is uw garantie geannuleerd. Mocht de projector nat worden, trek dan de stekker uit het stopcontact en bel BenQ om de projector te laten repareren. 12. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen de Plafondmontageset van BenQ voor de montage. 4 Belangrijke veiligheidsinstructies

13. Probeer de lampcomponenten nooit te vervangen voordat de projector is afgekoeld en uit het stopcontact is getrokken. 14. Als u denkt dat de projector moet worden gerepareerd, breng de projector dan uitsluitend naar een gekwalificeerde reparateur. 15. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel. Zie pagina 50. U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs. Vochtcondensatie Gebruik de projector nooit onmiddellijk nadat de projector van een koude naar een warme plek is gebracht. Als de projector aan zo n temperatuurverandering wordt blootgesteld, kan vocht op belangrijke interne onderdelen condenseren. Bij zo n temperatuurverandering gebruikt u de projector niet gedurende ten minste 2 uur, om te voorkomen dat de projector beschadigt. Vermijd vluchtige vloeistoffen. Gebruik geen vluchtige vloeistoffen, zoals insecticide of bepaalde reinigingsmiddelen, in de buurt van de projector. Plaats geen rubberen of plastic producten gedurende langere tijd tegen de projector. Deze kunnen vlekken op de buitenkant achterlaten. Mocht u de projector met een chemisch behandelde doek reinigen, volg dan de veiligheidsinstructies van het schoonmaakmiddel. Wegwerpen Dit product bevat de volgende materialen, welke schadelijk kunnen zijn voor het menselijke lichaam en het milieu. Lood, dit zit in het soldeer. Kwik, dit zit in de lamp. Wilt u het product of gebruikte lampen wegwerpen, neem dan contact op met uw gemeente met informatie over de regelgeving. Let op Bewaar de originele verpakking voor eventueel vervoer in de toekomst. Als u de projector na gebruik moet vervoeren, stel dan de lenspositie in op een geschikte positie, plaats het lenskussen rond de lens, en pas het lenskussen in het projectorkussen om beschadiging tijdens het transport tegen te gaan. Belangrijke veiligheidsinstructies 5

Overzicht Inhoud van de verpakking Pak alles voorzichtig uit en controleer of alle onderstaande items aanwezig zijn. Bepaalde items zijn wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de plaats van aankoop. Controleer dit op de plek van aankoop. Bepaalde accessoires kunnen verschillen per regio. De garantiekaart wordt alleen in bepaalde regio's geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie. W1070 W1080ST Projector Afstandsbediening Batterijen Garantiekaart CD met gebruikershandleiding Snelgids Stroomkabel VGA-kabel Draagtas (alleen W1080ST) 6 Overzicht

De batterijen van de afstandsbediening vervangen 1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open. 2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min. 3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie te schuiven. Het deksel klikt vast. Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals de keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto. Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt aanbevolen. Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving. Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken. Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen. Effectief bereik van de afstandsbediening De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen. Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren. De projector bedienen via de voorkant De projector bedienen via de bovenkant Ongeveer +15º Ongeveer +15º Montage van de projector op het plafond Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen. Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage. Overzicht 7

Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten. 8 Overzicht

Kenmerken van de projector Volledig compatibel met HD De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i, Enhanced Definition TV (EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p op 60Hz-indelingen, met de 1080p indeling die een echte 1:1 beeldreproductie levert. Hoge beeldkwaliteit De projector levert uitstekende beeldkwaliteit dankzij de hoge resolutie, uitstekende home theater helderheid, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van grijstinten. Hoge helderheid De projector levert zeer hoge helderheid voor een uitstekende beeldkwaliteit bij sfeerlicht, en presteert beter dan andere projectors. Levendige kleurreproductie De projector maakt gebruik van een kleurwiel met 6 segmenten om realistische kleurdiepte en - bereik te reproduceren, wat onmogelijk is voor kleurwielen met minder segmenten. Rijke grijstinten Indien weergegeven in een donkere omgeving, levert de automatische gammabediening uitstekende grijstinten, zodat details in schaduwen, nachtscènes of donkere scènes zichtbaar zijn. Brede reeks ingangen en video-indelingen De projector ondersteunt een brede reeks ingangen voor het aansluiten van video- en pc-apparatuur, waaronder component video, S-video en composiet video, daarnaast duaal HDMI, pc en een uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde scherm- en belichtingssystemen. Door ISF gecertificeerde ijking De hogere prestatiestandaard wordt bereikt doordat de projector gebruik maakt van ISF NIGHT en ISF DAY modusinstellingen in de OSD-menu s, wat professionele ijking van geautoriseerde ISF-installateurs vereist. 3D-functie Films, video s en sportprogramma s in 3D worden nog realistischer weergegeven als ze via hdmi worden weergegeven. Geïntegreerde luidspreker(s) Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid als een signaal op de audio-ingang is aangesloten. Intuïtieve lensverschuiving (W1070) Intuïtieve bediening van de lensverschuivingknop voor flexibele instelling van de projector. Lage throw-verhouding (W1080ST) Dankzij de lage throw-verhouding kan een beeldkwaliteit van 1080p worden geprojecteerd op een korte projectie-afstand. SmartEco SmartEco -technologie vermindert het energieverbruik van de lamp met maximaal 70%, afhankelijk van het helderheidsniveau van de beelden als de modus SmartEco is geselecteerd. Overzicht 9

Buitenkant van de projector Voorkant en bovenkant W1070 1 2 3 4 5 W1080ST 1 2 3 4 5 Achterkant en onderkant Zie "Aansluiten van videoapparatuur" op pagina 21 voor details over de aansluitingen. 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 24 22 23 6 7 8 9 10 11 7 8 9 10 11 1. Bedieningspaneel (zie "Besturingspaneel" op pagina 11 voor details.) 2. Lampdeksel 3. Ventilatie (warme lucht uit) 4. Ontgrendelingsknop 5. Lensklep 6. Lensverschuivingsknop 7. Focus- en zoomring 8. Ventilatie (koele lucht in) 9. Luidsprekerrooster 10.IR-sensor voorkant 11.Projectielens 12.HDMI-poorten 13. 12VDC-uit-aansluiting Te gebruiken om externe apparaten aan te sturen, zoals een elektrisch scherm of belichtingsbesturing, enz. Neem contact op met uw verkoper voor informatie over de aansluiting van deze apparaten. 14.Component Video-ingangen (RCA) ondersteunt Y/PB/PR of Y/CB/CRvideosignaal 15.Mini-usb-poort (voor onderhoud) 16.RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/ YCbCr)-signaalingang 17. RS-232-besturingspoort Te gebruiken in combinatie met een pc of geautomatiseerde thuisbioscoop. 18.S-Videoingang (mini 4-pin DIN) Composiet Video-ingang (RCA) 19. Audio-ingangen (L/R) 20.Audio-ingang Audio-uitgang 21.Aansluiting netsnoer 22. Aanpassingsvoet achterkant 23.Gaten voor plafondmontage 24.Sleuf voor veiligheidsslot 10 Overzicht

Bedieningselementen en functies Besturingspaneel 1 2 3 10 4 11 5 12 6 13 7 14 8 15 12 9 1. Focusring Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. 2. Zoomring Hiermee past u de grootte van het beeld aan. 3. POWER-indicator Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt. 4. MENU/EXIT Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen. 5. IR-sensor bovenkant 6. AAN/UIT Dit zet de projector op stand-by of aan. 7. Links/ Zet het volume van de projector lager. 8. ECO BLANK Maakt het beeld leeg. 9. TEMPeratuur waarschuwingslicht Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt. 10.LAMP-indicator Geeft de status van de lamp aan. Brandt of knippert als er een probleem is opgetreden met de lamp. 11.AUTO Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld. 12.Keystone/pijltoetsen ( / omhoog, / omlaag) Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek. 13. Rechts/ Zet het volume van de projector hoger. Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #7, #12 en #13 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren. 14. MODE/ENTER Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus. Hiermee activeert u het geselecteerde menuitem in het schermmenu. 15. SOURCE Opent de ingangselectiebalk. Overzicht 11

Afstandsbediening 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1. AAN/UIT Dit zet de projector op stand-by of aan. 2. Info Toont de statusinformatie over de projector. 3. MENU/EXIT Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen. 4. Links 5. MODE/ENTER Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus. Hiermee activeert u het geselecteerde menuitem in het schermmenu. 6. ECO BLANK Maakt het beeld leeg. 7. Keystone/pijltoetsen ( / omhoog, / omlaag) Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek. 8. SmartEco Opent de lampmodus selectiebalk. (Normaal/ Economisch/SmartEco) 9. Aspect Hiermee selecteert u de beeldverhouding. 7 13 14 15 16 17 18 19 20 21 10.Digital Zoom (+, -) Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld. 11. Aanpassingstoetsen voor beeldkwaliteit (Brightness, Contrast, Color, Tint) Geeft de instellingsbalken weer voor aanpassing van de betreffende waardes voor beeldkwaliteit. 12. 3D Setting Opent direct de 3D-instellingen. 13.AUTO Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld. 14. Rechts Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #4, #7 en #14 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren. 15.SOURCE Opent de ingangselectiebalk. 16.Volume +/- Past het geluidsniveau aan. 17.Mute Schakelt het projectorgeluid in of uit. 18. Freeze Zet het geprojecteerde beeld stil. 19.Test Geeft het testpatroon weer. 20.CC Toont ondertiteling op het scherm voor doven en slechthorenden. 21.3D Invert Schakelt de omkeerfunctie in of uit. 12 Overzicht

De projector plaatsen Het kiezen van een plek De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd. Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. 1. Voorkant: Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling. 3. Achterkant: Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en achter het scherm installeert. Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist. *Stel Achterkant in nadat de projector is ingeschakeld. 2. Plafond voorkant: Selecteer deze locatie als de projector aan het plafond voor het scherm wordt gehangen. Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen. *Stel Plafond voorkant in nadat de projector is ingeschakeld. 4. Plafond achter: Selecteer deze locatie als de projector aan het plafond achter het scherm wordt gehangen. Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ. *Stel Plafond achter in nadat de projector is ingeschakeld. *De projectorpositie instellen: 1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en druk vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis is geselecteerd. 2. Druk op / om Projectorpositie te selecteren en druk op / totdat de juiste positie is geselecteerd. De projector plaatsen 13

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een loodrechte positie (90 ) ten opzichte van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert). Als de projector aan een plafond is gemonteerd, moet dit ondersteboven gebeuren. Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de verticale hoek wordt groter. Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden met de grootte van het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide afhankelijk van de afstand tot het scherm. Deze projector is uitgerust met een verstelbare lens. Zie "De projectielens verticaal verschuiven" op pagina 20 voor details. Zie de afbeeldingen op de pagina's 16 en 18 voor waardes van de verticale hoek in de afmetingtabellen, die gemeten zijn bij een volledig naar boven of beneden geschoven lens. Lensverschuiving is alleen beschikbaar op W1070. De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen 1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3? 2. Zie de tabel en zoek de de schermgrootte die het dichtst de grootte van uw scherm benadert in de linkerkolommen met de naam "Schermafmetingen". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand. 3. Bepaald de exacte positie van de projector afhankelijk van de positie van het scherm en het bereik van de aanpasbare lensverschuiving. <Voorbeeld> W1070: Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm met een beeldverhouding van 4:3 gebruikt, zie "De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9". De gemiddelde projectieafstand is dan 3494 mm. De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken. De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte. 1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3? 2. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de projectieafstand. 3. Zoek in de kolom "Gemiddeld" van de tabel de gemeten afstand tot het scherm. Controleer of de gemeten afstand tussen de minimale en maximale afstand ligt die wordt weergegeven in de kolommen naast de gemiddelde afstand. 4. Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiagonaal. Dit is de grootte van het geprojecteerde beeld op deze projectieafstand. 14 De projector plaatsen

<Voorbeeld> W1070: Als u bijvoorbeeld een scherm met een verhouding van 16:9 heeft en de gemeten projectieafstand is 4500 mm, zie dan "De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9". De waarde die dit het beste benadert in de kolom "Gemiddeld" is 4543 cm. Kijk verder in deze rij en u ziet dat een scherm van 170 inch nodig is. Uit de waardes van de minimale en maximale projectieafstand in de kolommen van "Projectieafstand <D> [mm]" op pagina 16 blijkt dat de gemeten projectieafstand van 4500 mm ook geschikt is voor schermen van 150 en 190 inch. De projector kan worden aangepast (met de zoomregeling), zodat het beeld bij deze projectieafstand op deze verschillende schermen kan worden geprojecteerd. Denk eraan dat de verschillende schermen een verschillende verticale hoek hebben. Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of omlaag te kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld enigszins vervormd raken. U kunt de vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie "Vervorming van het beeld corrigeren" op pagina 29 voor details. De projector plaatsen 15

Projectieafmetingen Installatie bij een scherm met beeldverhouding 16:9 Vloerinstallatie Plafondinstallatie <A> <B> <F> <G> <A> <E> <B> <D> <C> <F>: Scherm <E> <D> <G>: Midden van de lens <C> <F>: Scherm <F> <G> <G>: Midden van de lens W1070 De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9 Schermafmetingen Projectieafstand <D> [mm] Laagste/ Diagonaal <A> [inch (mm)] Hoogte <B> [mm] Breedte <C> [mm] Min. afstand (met max. zoom) Gemiddeld Max afstand (met min. zoom) hoogste lenspositie <E> [mm] 40 (1016) 498 886 1013 1165 1316 25 50 (1270) 623 1107 1266 1456 1646 31 60 (1524) 747 1328 1519 1747 1975 37 70 (1778) 872 1550 1772 2038 2304 44 80 (2032) 996 1771 2025 2329 2633 50 90 (2286) 1121 1992 2278 2620 2962 56 100 (2540) 1245 2214 2532 2911 3291 62 110 (2794) 1370 2435 2785 3203 3620 68 120 (3048) 1494 2657 3038 3494 3949 75 130 (3302) 1619 2878 3291 3785 4278 81 140 (3556) 1743 3099 3544 4076 4608 87 150 (3810) 1868 3321 3797 4367 4937 93 160 (4064) 1992 3542 4051 4658 5266 100 170 (4318) 2117 3763 4304 4949 5595 106 180 (4572) 2241 3985 4557 5241 5924 112 190 (4826) 2366 4206 4810 5532 6253 118 200 (5080) 2491 4428 5063 5823 6582 125 235 (5969) 2926 5202 5949 6842 7734 146 Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel staat, neem dan contact op met uw verkoper voor hulp. 16 De projector plaatsen

W1080ST De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9 Schermafmetingen Projectieafstand <D> [mm] Laagste/ Diagonaal <A> [inch (mm)] Hoogte <B> [mm] Breedte <C> [mm] Min. afstand (met max. zoom) Gemiddeld Max afstand (met min. zoom) hoogste lenspositie <E> [mm] 40 (1016) 498 886 609 670 731 12 50 (1270) 623 1107 761 837 913 16 60 (1524) 747 1328 913 1005 1096 19 70 (1778) 872 1550 1065 1172 1279 22 80 (2032) 996 1771 1218 1339 1461 25 90 (2286) 1121 1992 1370 1507 1644 28 100 (2540) 1245 2214 1522 1674 1826 31 110 (2794) 1370 2435 1674 1842 2009 34 120 (3048) 1494 2657 1826 2009 2192 37 130 (3302) 1619 2878 1979 2177 2374 40 140 (3556) 1743 3099 2131 2344 2557 44 150 (3810) 1868 3321 2283 2511 2740 47 160 (4064) 1992 3542 2435 2679 2922 50 170 (4318) 2117 3763 2588 2846 3105 53 180 (4572) 2241 3985 2740 3014 3288 56 190 (4826) 2366 4206 2892 3181 3470 59 200 (5080) 2490 4428 3044 3349 3653 62 250 (6350) 3113 5535 3805 4186 4566 78 300 (7620) 3736 6641 4566 5023 5479 93 Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel staat, neem dan contact op met uw verkoper voor hulp. De projector plaatsen 17

Installatie bij een scherm met beeldverhouding 4:3 De onderstaande illustraties en tabel zijn voor de gebruikers die al een beeldscherm met een beeldverhouding van 4:3 hebben of van plan zijn een dergelijk scherm te kopen om geprojecteerde beelden met een beeldverhouding van 16:9 weer te geven. Vloerinstallatie Plafondinstallatie <A> <B> <H> <F> <G> <A> <H> <E> <D> W1070 <C> <E> <D> <F>: Scherm <G>: Midden van de lens <C> <F>: Scherm Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel staat, neem dan contact op met uw verkoper voor hulp. <B> <F> <G> <G>: Midden van de lens De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9 Schermafmetingen Projectieafstand <D> [mm] Laagste/ Min. Max hoogste Diagonaal Hoogte Breedte afstand afstand lenspositie <A> <B> <C> Gemiddeld (met max. (met min. <E> [inch (mm)] [mm] [mm] zoom) zoom) [mm] Beeldhoogte <H> [mm] 40 (1016) 610 813 929 1069 1208 23 457 50 (1270) 762 1016 1162 1336 1510 29 572 60 (1524) 914 1219 1394 1603 1813 34 686 70 (1778) 1067 1422 1627 1871 2115 40 800 80 (2032) 1219 1626 1859 2138 2417 46 914 90 (2286) 1372 1829 2091 2405 2719 51 1029 100 (2540) 1524 2032 2324 2672 3021 57 1143 110 (2794) 1676 2235 2556 2940 3323 63 1257 120 (3048) 1829 2438 2788 3207 3625 69 1372 130 (3302) 1981 2642 3021 3474 3927 74 1486 140 (3556) 2134 2845 3253 3741 4229 80 1600 150 (3810) 2286 3048 3486 4008 4531 86 1715 160 (4064) 2438 3251 3718 4276 4833 91 1829 170 (4318) 2591 3454 3950 4543 5135 97 1943 180 (4572) 2743 3658 4183 4810 5438 103 2057 190 (4826) 2896 3861 4415 5077 5740 109 2172 200 (5080) 3048 4064 4647 5345 6042 114 2286 18 De projector plaatsen

W1080ST De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9 Schermafmetingen Projectieafstand <D> [mm] Laagste/ Min. Max hoogste Diagonaal Hoogte Breedte afstand afstand lenspositie <A> <B> <C> Gemiddeld (met max. (met min. <E> [inch (mm)] [mm] [mm] zoom) zoom) [mm] Beeldhoogte <H> [mm] 40 (1016) 457 813 559 615 671 11 290 50 (1270) 572 1016 699 768 838 14 363 60 (1524) 686 1219 838 922 1006 17 435 70 (1778) 800 1422 978 1076 1174 20 508 80 (2032) 914 1626 1118 1229 1341 23 581 90 (2286) 1029 1829 1257 1383 1509 26 653 100 (2540) 1143 2032 1397 1537 1676 29 726 110 (2794) 1257 2235 1537 1690 1844 31 798 120 (3048) 1372 2438 1676 1844 2012 34 871 130 (3302) 1486 2642 1816 1998 2179 37 944 140 (3556) 1600 2845 1956 2151 2347 40 1016 150 (3810) 1715 3048 2096 2305 2515 43 1089 160 (4064) 1829 3251 2235 2459 2682 46 1161 170 (4318) 1943 3454 2375 2613 2850 49 1234 180 (4572) 2057 3658 2515 2766 3018 51 1306 190 (4826) 2172 3861 2654 2920 3185 54 1379 200 (5080) 2286 4064 2794 3074 3353 57 1452 250 (6350) 2858 5080 3493 3842 4191 71 1815 300 (7620) 3429 6096 4191 4610 5029 86 2177 Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel staat, neem dan contact op met uw verkoper voor hulp. De projector plaatsen 19

UP De projectielens verticaal verschuiven De verticale lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de projector iets boven of onder de bovenrand van het geprojecteerde beeld worden geplaatst. De lensverschuiving (offset) wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte. Het wordt gemeten als een verschuiving vanaf het verticale midden van het beeld. U kunt de knop gebruiken om de projectielens omhoog of omlaag binnen het toegestane bereik te schuiven, afhankelijk van de gewenste beeldpositie. De lensverschuivingsknop gebruiken: 1. Maak de knop los door deze linksom te draaien. 2. Beweeg de knop om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen. 3. Maak de knop vast door deze rechtsom te draaien. Als de positie van het scherm vast staat Scherm LENS SHIFT DOWN 100% 30% 10% Projector Als de positie van de projector vast staat 130% 120% UP LENS SHIFT DOWN 110% Draai de knop niet te vast. Het aanpassen van de lensverschuiving heeft geen invloed op de beeldkwaliteit. In het onwaarschijnlijke geval dat het beeld vervormd wordt geprojecteerd, zie "Het geprojecteerde beeld aanpassen" op pagina 29 voor details. 20 De projector plaatsen

Aansluiten van videoapparatuur U kunt de projector op elk type videoapparatuur aansluiten, zoals een videorecorder, dvd-speler, Blurayspeler, digitale tuner, kabel- of satellietdecoder, gameconsole of digitale camera. U kunt ook een desktop pc, laptop of Apple Macintosh systeem aansluiten. U dient de projector slechts op een van de volgende uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat. Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Zie Beeldkwaliteit HDMI "HDMI-toestellen aansluiten" op pagina 21 Best Component video "Component videoapparaten aansluiten" op pagina 22 Beter S-Video "S-Video of videoapparaten aansluiten" op pagina 22 Goed Video "S-Video of videoapparaten aansluiten" op pagina 22 Normaal Pc (D-SUB) "Een computer aansluiten" op pagina 23 Beter Voorbereidingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. 2. Gebruik alleen geschikte kabels met de goede stekkers voor elke ingang. 3. Controleer of alle kabelstekkers stevig in de aansluitingen zitten. Let op dat de kabels in de volgende afbeeldingen wellicht niet allemaal bij de projector worden geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 6 voor details). De meeste kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. HDMI-toestellen aansluiten HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde videogegevensoverdracht tussen compatibele toestellen, zoals DTV-tuners, dvd-spelers, Blu-rayspelers en beeldschermen, via één enkele kabel. Het levert een puur digitale kijk- en luisterervaring. Gebruik een HDMI-kabel als u verbindingen aanbrengt tussen de projector en HDMI-toestellen. HDMI-apparaat: Dvd-speler, digitale tuner, enz. Als u zeker wilt zijn dat het correcte ingangsignaaltype voor het HDMI-signaal is gekozen, zie dan "Hdmi-instellingen" op pagina 46 voor details. HDMI-kabel De projector plaatsen 21

Component videoapparaten aansluiten Let goed op dat de kleuren op kabels en aansluitingen overeen komen. De component videoaansluitingen van het type RCA dienen voor het aansluiten van video-uitapparaten. U kunt ook een aparte geluidskabel aansluiten voor een versterker. AV-apparatuur: Dvd-speler, digitale tuner, enz. Vanaf audio-uit Naar audio-in Component videokabel S-Video of videoapparaten aansluiten U hoeft slechts een S-video of een composiet videokabel van één toestel aan te sluiten, niet beide tegelijk. U kunt ook een aparte geluidskabel aansluiten voor een versterker. AV-apparatuur Vanaf audio-uit Naar audio-in S-Video-kabel of Videokabel Als u al een component videoverbinding tussen projector en videoapparaat heeft gemaakt, hoeft u dit apparaat niet nogmaals via een S-video- of composiet videoverbinding aan te sluiten. Deze onnodige extra verbinding komt de beeldkwaliteit niet ten goede. De composiet videoverbinding is alleen nodig als zowel component video als S-video niet beschikbaar zijn op het videoapparaat (zoals bij bepaalde analoge videocamera's). Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 22 De projector plaatsen

Een computer aansluiten Sluit de projector aan op een computer via een vga-kabel. Laptop of desktopcomputer Vanaf audio-uitaansluiting Naar audio-in VGA-kabel Bij laptops worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met een toetsencombinatie, zoals Fn + F3 of Fn + CRT/LCD kunt u de externe weergave meestal in- of uitschakelen. Zoek op de laptop de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk op Fn en tegelijk op de betreffende functietoets. Zie de documentatie van de laptop voor informatie over de toetscombinaties van de laptop. De projector plaatsen 23

De projector gebruiken Voorbereidingen 1. Sluit alle apparatuur aan en schakel alles in. 2. Als dit nog niet gedaan is, steekt u de bijgeleverde stroomkabel in de stroomaansluiting op de achterkant van de projector. 3. Steek de stroomkabel in een stopcontact en zet eventueel de stroomschakelaar van het stopcontact aan. Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het toestel om mogelijke gevaarlijke situaties, zoals een elektrische schok of brand, te vermijden. De projector inschakelen Volg onderstaande stappen. 1. Zorg dat het Powerlampje oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld. 2. Houd AAN/UIT ( ) ingedrukt om de projector in te schakelen. Zodra het lampje gaat branden, is een "Inschakeltoon" hoorbaar. POWER-indicator knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld. Zie "De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 35 voor details over het uitschakelen van de beltoon. 3. De ventilatoren gaan draaien, en tijdens het opwarmen verschijnt op het scherm gedurende enkele seconden een opstartbeeld. De projector reageert tijdens het opwarmen niet op verdere opdrachten. 4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 27 voor details. 5. "Bezig met zoeken naar bron..." verschijnt op het scherm voordat de projector een ingangssignaal herkent. Dit bericht blijft op het scherp totdat een geldig signaal wordt gedetecteerd. Zie "Een ingangssignaal selecteren" op pagina 25 voor details. 6. Als de horizontale frequentie van het ingangssignaal het bereik van de projector overschrijdt, verschijnt de melding "Geen signaal" op het scherm. Dit bericht blijft op het scherm totdat u het ingangssignaal op een geschikt signaal schakelt. 24 De projector gebruiken

Een ingangssignaal selecteren De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. Als de projector wordt ingeschakeld, probeert deze opnieuw verbinding te maken met het ingangssignaal dat voor het uitschakelen werd gebruikt. De video-ingang selecteren: Component Via afstandsbediening of projector PC 1. Druk op SOURCE op de projector of afstandsbediening. Een ingangselectiebalk verschijnt dan. 2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER. OPMERKING: Tijdens het zoeken naar een geldig ingangssignaal, gaat de projector de beschikbare signalen af in de volgorde op de ingangselectiebalk, van boven naar beneden. Via het OSD-menu 1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis is geselecteerd. 2. Druk op om Invoerbron te selecteren en druk op MODE/ENTER. De ingangselectiebalk verschijnt dan. 3. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER. Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal seconden in beeld gebracht. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, kunt u terugkeren naar de ingangselectiebalk om andere signalen te zoeken. U kunt de naam van het ingangsignaal wijzigen: 1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis is geselecteerd. 2. Druk op om Wijzig bronn. te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina Wijzig bronn. wordt geopend. 3. Druk op / / / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER. Als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt, kies dan Aan in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Automatisch naar bron zoeken. Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen HDMI 1 HDMI 2 Video S-Video 1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring. 2. Stel het beeld scherp door aan de focusring te draaien. De projector gebruiken 25

De menu's gebruiken De projector beschikt over meertalige schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen. Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu. Pictogram hoofdmenu Hoofdmenu Beeld Selecteren Voorinstellingmodus Gebruikermod.beheer Standaard Submenu Helderheid Contrast Kleur 50 50 50 Status Tint 0 Scherpte 3 Kleurtemperatuur Normaal Lampvermogen SmartEco Huidig ingangssignaal Geavanceerd Beeldinstellingen herstellen S-Video Afsluiten Druk op MENU/EXIT om terug naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten. Stel eerst het OSD-menu in op een bekende taal om de OSD-menu s te kunnen gebruiken. 1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening om het OSD-menu te openen. Beeld Voorinstellingmodus Gebruikermod.beheer Helderheid Contrast Kleur Tint Scherpte Kleurtemperatuur Lampvermogen Geavanceerd Beeldinstellingen herstellen S-Video Standaard Afsluiten 2. Gebruik / om het menu SYSTEEMINSTLL: Basis te selecteren. SYSTEEMINSTLL: Basis Taal Opstartscherm Projectorpositie Auto uit Slaaptimer Menu-instellingen Invoerbron Wijzig bronn. 50 50 50 0 3 Automatisch naar bron zoeken Normaal SmartEco BenQ Voorkant Uit Uit Uit 3. Druk op om Taal te selecteren en druk op MODE/ENTER. 4. Druk op / / / om een voorkeurstaal te selecteren. SYSTEEMINSTLL: Basis Taal Opstartscherm Projectorpositie Auto uit Slaaptimer Menu-instellingen Invoerbron Wijzig bronn. Automatisch naar bron zoeken S-Video ENTER BenQ Voorkant Uit Uit 5. Druk tweemaal* op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening om de instellingen te sluiten en op te slaan. *Wanneer u eenmaal drukt, gaat u terug naar het submenu, wanneer u tweemaal drukt, wordt het schermmenu gesloten. Uit Afsluiten S-Video Afsluiten De projector beveiligen Een veiligheidskabelslot gebruiken De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. De projector bevat een aansluitpunt voor een Kensington-slot. Zie item 24 op pagina 10 voor details. Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik. 26 De projector gebruiken

De wachtwoordbeveiliging gebruiken Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD). Zodra u een wachtwoord hebt ingesteld en de functie hebt geselecteerd, is de projector beveiligd met een wachtwoord. Gebruikers die het juiste wachtwoord niet kennen, kunnen de projector niet inschakelen. Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden. Een wachtwoord instellen Als u een wachtwoord hebt ingesteld en geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven. 1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en NIEUW WACHTWOORD INVOEREN druk vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd. 2. Druk op om Wachtwoord te selecteren en druk op MODE/ ENTER. De pagina Wachtwoord wordt geopend. 3. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op MODE/ENTER. De Terug pagina WACHTWOORD INVOEREN wordt geopend. 4. Zoals in de afbeelding is aangegeven, vertegenwoordigen de vier pijltoetsen (,,, ) de 4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening of projector om de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld keert het OSD-menu terug naar de pagina Wachtwoord. BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten. Wachtwoord: 5. Selecteer Inschakelblokkering en druk op / om Aan te selecteren. 6. Voer het huidige wachtwoord in ter bevestiging. 7. Sluit het OSD-menu door op MENU/EXIT te drukken. Als u het wachtwoord bent vergeten Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren als u de projector inschakelt. Wanneer u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt de pagina WACHTWOORD INVOEREN. U kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als u het wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u kunt het zich absoluut niet meer herinneren, kunt u de procedure starten waarmee u het wachtwoord kunt oproepen. Zie "De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten" op pagina 28 voor details. Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld. Wachtwoordfout Probeer het opnieuw. De projector gebruiken 27

De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten 1. Zorg dat de pagina WACHTWOORD INVOEREN is geopend. Druk op AUTO op de projector of op de afstandsbediening en houd de knop 3 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op het scherm. 2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit. 3. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken. Het wachtwoord wijzigen 1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en druk vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd. 2. Druk op / om Wachtwoord te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina Wachtwoord wordt geopend. 3. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op MODE/ENTER. De pagina Huidig wachtwoord invoeren wordt geopend. 4. Voer het oude wachtwoord in. Als het wachtwoord correct is verschijnt het bericht "NIEUW WACHTWOORD INVOEREN". Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Huidig wachtwoord invoeren". U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen. 5. Voer een nieuw wachtwoord in. BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten. Wachtwoord: Bewaar deze handleiding op een veilige plek. 6. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. 7. U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe wachtwoord in als u de projector weer start. 8. Sluit het OSD-menu door op MENU/EXIT te drukken. De wachtwoordfunctie uitschakelen WACHTWOORD OPROEPEN Noteer de code en neem contact op met de BenQ-klantenservice. U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Wachtwoord > Wachtwoord menu. Selecteer Inschakelblokkering en druk op / om Uit te selecteren. Het bericht "Huidig wachtwoord invoeren" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in. Als het wachtwoord juist is, verschijnt de pagina Wachtwoord met de tekst "Uit" in de rij van Inschakelblokkering. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Huidig wachtwoord invoeren". U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen. Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren. Code: XXX XXX XXX XXX Afsluiten 28 De projector gebruiken

Het geprojecteerde beeld aanpassen De projectiehoek aanpassen De projector is uitgerust met 1 snelle aanpassingsvoet en 1 aanpassingsvoet aan de achterkant. Deze aanpassingsvoetjes passen de beeldhoogte en projectiehoek aan. Zo past u de projector aan: 1. Druk op de ontgrendelingsknop en til de voorkant van de projector op. Zodra het beeld op de gewenste plek is gepositioneerd, laat u de ontgrendelingsknop los om de voet vast te zetten op z'n positie. 1 2 2. Verschroef de verstellervoet aan de achterkant om de horizontale hoek bij te stellen. Klap de voet in door de projector op te tillen en druk op de ontgrendelingsknop. Laat vervolgens de projector langzaam zakken. Draai de verstellervoet aan de achterkant in de omgekeerde richting. Als het scherm en projector niet loodrecht tegenover elkaar staan, krijgt het geprojecteerde beeld de vorm van een verticale trapezoïde. Zie "Vervorming van het beeld corrigeren" op pagina 29 voor details om dit probleem te corrigeren. Vervorming van het beeld corrigeren Keystonevervorming treedt op als de projector niet loodrecht tegenover het scherm staat, waarbij het geprojecteerde beeld zichtbaar is als een trapezoïde vorm zoals in volgende voorbeelden: Twee parallelle kanten (links en rechts, of boven en onder), maar één kant is duidelijk aan beide kanten breder. Geen parallelle kanten. Voer de volgende stappen uit om de vorm van het beeld te corrigeren. 1. Pas de projectiehoek aan. Verplaats de projector tot vlak voor het midden van het scherm, met het midden van de lens op de hoogte van het scherm. 2. Als het beeld nog steeds is vervormd, of wanneer de projector niet in de positie kan worden gezet die hierboven wordt beschreven, dient u het beeld handmatig te corrigeren. Via afstandsbediening of projector i. Druk op een pijl/keystone-toetsen van de afstandsbediening of projector (Omhoog /, Omlaag / ) om de pagina Keystone te openen. ii. Zie stap iii hieronder voor het verdere verloop. Via het OSD-menu i. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Weergave is geselecteerd. ii. Druk op om Keystone te selecteren en druk op MODE/ENTER. De keystonecorrectiepagina wordt weergegeven. iii. Druk op de knop waarvan het keystone-pictogram de tegengestelde vorm heeft als het geprojecteerde beeld. Blijf op deze knop of op de andere knoppen drukken totdat u tevreden bent met de vorm van het beeld. De waarden op het onderste deel van de pagina veranderen tijdens het indrukken. Als door herhaaldelijk op de knoppen te drukken de maximale of minimale waarde wordt bereikt, verandert de vorm van het beeld niet verder. U kunt het beeld niet verder in die richting veranderen. Druk op /. Druk op /. De projector gebruiken 29

De vooraf ingestelde en door de gebruiker ingestelde modi gebruiken Een vooraf ingestelde modus selecteren De projector beschikt over verschillende ingestelde beeldmodi waaruit u eentje kunt kiezen die past bij uw besturingssysteem en het beeldtype van het ingangssignaal. Een toepasselijke voorinstelling kiezen: 1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Beeld is geselecteerd. 2. Druk op om Voorinstellingmodus te selecteren. 3. Druk op / Totdat de gewenste modus is geselecteerd. Deze standen bestaan uit vooringestelde waardes die geschikt zijn voor diverse projectieomstandigheden die hieronder worden beschreven: Bioscoop: Met goed gebalanceerde kleurtinten en contrast bij lage helderheid, is dit met name geschikt voor het genieten van films in een volledig donkere omgeving (zoals in een bioscoop). Dynamisch: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer. Standaard: Is iets helderder dan Bioscoop en geschikt voor gebruik in kamers met een klein beetje omgevingslicht. 3D: Het is geoptimaliseerd om 3D-effecten zichtbaar te maken van 3D-beeldmateriaal. Deze modus is uitsluitend beschikbaar als de 3D-functie is ingeschakeld. Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3: Roept aangepaste instellingen op. Zie "De modus Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3 instellen" op pagina 30 voor details. Gebruiker 3 is uitsluitend beschikbaar als de modus 3D is ingeschakeld. De geselecteerde beeldmodus verfijnen De vooraf ingestelde beeldmodus kan worden aangepast via de beschikbare items in de menufs Beeld. De beeldmodus verfijnen: 1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Beeld is geselecteerd. 2. Druk op om het item dat u wilt aanpassen te selecteren en druk op / om de gewenste waarde in te stellen. De selectie wordt automatisch op de projector opgeslagen en geassocieerd met dat ingangssignaal. Zie "De beeldkwaliteit fijn afstellen" op pagina 31 en "Geavanceerde aanpassing van beeldkwaliteit" op pagina 33 voor details. Telkens wanneer u de beeldmodus verandert, past de projector tevens de instelling aan op een instelling die het laatste voor de betreffende beeldmodus is ingesteld op die betreffende ingang. Als u het ingangssignaal verandert, wordt de laatst gebruikte beeldmodus en instelling hersteld voor die ingang en resolutie. De modus Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3 instellen Er zijn drie door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve Gebruikersmodus) en de instellingen aanpassen. 1. Selecteer in het menu Beeld de optie Voorinstellingmodus en druk op / om de modus Gebruiker 1, Gebruiker 2, of Gebruiker 3 te kiezen. 2. Druk op om Gebruikermod.beheer te selecteren. 30 De projector gebruiken