Flexcon M-K/C Installatie- en bedieningsinstructies



Vergelijkbare documenten
ENA Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

ENA Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

Flamco-Fill NFE+MVE. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

Flamco Fill-PE. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco

Installatiehandleiding

Waterontharder VT1000. Gebruikers handleiding

Focus LCD Electronic (PPE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL

2Power opslagtank. Installatie instructies

Flamco. Flexcon M. Montage- en bedieningshandleiding Flamco

INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

Gebruikers- en service-instructie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

Installatie & Onderhoudsinstructies

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

Installatie & onderhouds instructies KAPTIV. Niveau gestuurde condensaat aftap zonder persluchtverlies 09/09

Focus LCD PRO Electronic (PPVE) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER

INSTALLATIE INSTRUCTIES 6/2019

AQUASNAP Bedieningspaneel

D-LUX. Veiligheid. Onderbreek de stroomtoevoer alvorens dit product te installeren of onderhouden!

Calortrans CT3845(M) Handleiding.

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

MS Semen Storage Pro

Handleiding AZEZ. Type Eenheid

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13

Installatie instructies

Bedienings- en servicehandleiding

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14

Elektrische Doorstroomverwarmer cv t.b.v. Ecolution All Electric systeem

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

TOEPASSING. TECHNISCHE HANDLEIDING AsBN

GEBRUIKSAANWIJZING HD Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

Elektrische Doorstroomverwarmer

Gebruikershandleiding

Sinthesi Deuropenermodule

Gebruikershandleiding

Elektrische Doorstroomverwarmer cv t.b.v. Ecolution All Electric systeem

Gumax Terrasverwarmer

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Bedieningsinstructie

INSTALLATIE INSTRUCTIES

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1,

Handleiding: instelling en werking LCD display t.b.v. ombouwset 007 en prolithium Daily Driver, Juice, Stick, Heavy Duty, Hammer en Monster

TECHNISCHE HANDLEIDING

Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG

Montage- en gebruiksaanwijzing

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

GA-2 Alarmtoestel vetafscheider met twee sensoren Installatie- en bedieningsinstructies

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Gebruikershandleiding

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

KAPTIV-CS SERVICE KIT

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

Gumax Terrasverwarmer

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Gebruiksaanwijzing Teller serie DC50 Versie 2.0 ISO 9001

Gebruikshandleiding E515

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

Technisch Bureau Nico Veeken. Industrial Air Filtration

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

INSTALLATIE INSTRUCTIES

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

Gebruiksaanwijzing Mini - Ampèretang PCE-DC3

Flamco. Flamcovent. Montage- en bedieningshandleiding. Flamcovent microbellen luchtafscheiders /A/2002, Flamco

AT1G rev Toegangscontrole Module AT1G Handleiding. thinks outside the box!

ELECTRISCHE CV DAT kop 6,9,12kW. Beknopte handleiding

Elektrische Doorstroomverwarmer cv t.b.v. Ecolution All Electric systeem

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

code Foutmelding Omschijving en Mogelijke oplossingen

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

1 BESTURING EN INSTELLING 2 DISPLAY STRUCTUUR 2 DAG EN TIJD INSTELLING 3 TIJDSINSTELLING PROGRAMMEREN 4 TEMPERATUUR PROGRAMMEREN

Handleiding voor VAT810-CO2/SD-B Luchtkwaliteit monitor

Introductie: Technische gegevens:

Installatie instructie

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Bedieningsmodule Type ABS CP

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M B D

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

MONTAGE VOORSCHRIFT. voor hydraulisch weegsysteem model STH / R320. met uitleesinstrument R320. September 2014

Gebruikershandleiding

Transcriptie:

EXPNSIEUTOMTEN Flexcon M-K/C Flamco www.flamcogroup.com

Inhoudsopgave Pagina 1 lgemeen 3 1.1 Over deze handleiding 3 1.2 Overige documentatie 3 1.3 Het gebruik van Flamco producten 3 1.4 Nadere hulp en informatie 3 2 Veiligheid 3 2.1 eoogd gebruik 3 2.2 elangrijke informatie 3 2.3 Symbolen in deze handleiding 3 2.4 Specificaties 3 2.5 Veiligheidsvoorzieningen 3 2.5.1 Het voorkomen van een te hoge druk 3 2.5.2 Het voorkomen van een te hoge temperatuur 3 2.6 Symbolen op de automaat 4 3 eschrijving 5 3.1 Overzicht, Flexcon M-K/C expansie automaat 5 3.2 esturing SCU 230 V 1~ 6 4 Transport en opslag 7 4.1 Transport 7 5 Montage 8 5.1 Voorbereide werkzaamheden voor het installeren 8 5.2 Omgevingsvoorwaarden 8 5.3 Plaatsen van de automaat 8 5.4 Hydraulisch aansluitenn 9 5.5 Elektrisch aansluiten 9 5.6 Standaard elektrische aansluitingen 230V 1~ 10 5.7 Elektrisch aansluiten accessoires 11 6 esturing opstarten 12 6.1 Menustructuur besturing 12 6.2 Menusymbolen 12 6.3 Werkingsprincipe besturing 13 6.4 Ingangssignalen besturing 14 7 utomaat vullen 15 7.1 Vulprocedure 15 7.2 Vulvoorbeelden 16 8 Onderhoud en storingsdiagnose 17 8.1 Foutmeldingen 18 9 Verwijdering 19 10 Technische gegevens 20 Flamco b.v. Postbus 115 2800 C Gouda - Holland Tel.: 0182 591800 Fax: 0182 522557 info@flamco.nl www.flamco.nl 11 Voorbeeld van hydraulische en pneumatische uitrusting 21 Flamco Jozef van Elewijckstraat 59 1853 Grimbergen - elgië Tel.: 02 4760101 Fax: 02 4760199 info@flamco.be www.flamco.be 2

1 lgemeen 1.1 Over deze handleiding Deze handleiding omvat technische gegevens, instructies en toelichtingen die bijdragen aan het veilig gebruik van deze automaat. Lees en begrijp alle instructies voordat u de automaat transporteert, installeert, in gebruik neemt, opnieuw opstart, bedient of onderhoudt. 1.2 Overige documentatie lgemene informatie over extra componenten, zoals de compressor en de sensoren, is in deze handleiding opgenomen. ls extra documentatie is geleverd, volg dan die instructies. 1.3 Het gebruik van Flamco producten Overeenkomstig de bestelling of de uitvoering kan extra documentatie worden meegeleverd. Houd de volgorde aan zoals in de officiële papieren is vermeld. 1.4 Nadere hulp en informatie Neem contact op met uw leverancier voor extra diensten zoals: Training, Serviceovereenkomsten, Levering van onderdelen, Reparaties en verbeteringen. 2 Veiligheid 2.1 eoogd gebruik Het doel van de automaat is het handhaven van de werkdruk in gesloten verwarmings- en koelinstallaties. 2.2 elangrijke informatie De automaat is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen om lichamelijk letsel te voorkomen. Gebruik de automaat op de volgende wijze: Laat het installeren uitvoeren door gekwalificeerd personeel. Houd u aan de lokale wetgeving en richtlijnen. Voer geen modificaties uit aan de automaat zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Flamco. Zorg ervoor dat alle deksels en flenzen zijn gesloten wanneer de automaat wordt gebruikt. Raak geen spanningvoerende delen aan. De sensoren, membraanbreuksensor en de drukopnemers werken op een extra lage veiligheidsspanning. Flamco is niet aansprakelijk voor enig verlies als gevolg van het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften of het niet naleven van standaard veiligheidsmaatregelen tijdens uit uitvoeren van handelingen zoals het transporteren, installeren, in gebruik nemen, opnieuw starten, bedienen, onderhouden, testen en repareren, zelfs indien dergelijke voorschriften niet uitdrukkelijk in deze instructies zijn opgenomen. 2.3 Symbolen in deze handleiding Duidt op een gevaar dat kan leiden tot lichamelijk letsel inclusief de dood, milieuvervuiling en/of schade aan de automaat en aan andere uitrusting. arding Duidt op een elektrisch gevaar dat kan leiden tot lichamelijk letsel inclusief de dood, milieuverontreiniging en/of schade aan de automaat en aan andere uitrusting. elangrijke informatie. 2.4 Specificaties De constructie van de automaat voldoet aan de richtlijn drukapparatuur 97/23/EC. 2.5 Veiligheidsvoorzieningen Zorg ervoor dat de installatie waarin de automaat is geplaatst de toegestane werkdruk en temperatuur niet kan overschrijden. Het gascompartiment is uitgerust met een veiligheidsventiel. Dit ventiel voorkomt niet een te hoge werkdruk in het verwarmingssysteem. 2.5.1 Het voorkomen van een te hoge druk Gebruik om een te hoge druk in de installatie te voorkomen veiligheidsventielen die: niet later openen dan wanneer de maximum toelaatbare werkdruk is bereikt. In staat zijn voordat 1,1 maal de maximum toelaatbare werkdruk is bereikt de volledige volumestroom van de warmtebron (ketel) af te voeren. Hun betrouwbaarheid hebben bewezen of zijn gecertificeerd. Vernauw in- of uitlaatleidingen bij het veiligheidsventiel niet. 2.5.2 Het voorkomen van een te hoge temperatuur Systemen met een retourleidingtemperatuur van meer dan 70 C hebben een koelvat (bijvoorbeeld Flexcon VSV/V-) tussen de installatie en de aansluiting op de automaat. ctiveer de druk- en temperatuurbeveiligingen en controleer regelmatig of deze correct werken. 3

2.6 Symbolen op de automaat De symbolen op de automaat vormen een onderdeel van de veiligheidsvoorzieningen. edek of verwijder de symbolen niet. Controleer regelmatig of de symbolen aanwezig en leesbaar zijn. Vervang of herstel symbolen die onleesbaar of beschadigd zijn. Op de automaat kunt u de volgende productinformatie vinden: Contactinformatie Waarschuwingssticker C Typeplaat chtung, gefährliche Spannung! Nur vom Fachpersonal zu öffnen. Vor dem Öffnen des Gerätes spannungsfrei schalten. ttention, high voltage! Opening by qualified personnell only. Disconnect the unit from the power supply before opening it. Der Kompressormotor ist thermisch gesichert und starter automatisch, nach dem Rücksetzen dieser Sicherung. The compressor motor is thermally protected and will automatically restart when protector resets. C H G C D E F Op de typeplaat kunt u de volgende productinformatie vinden: Type van het product Serienummer van het product C ouwjaar D In de fabriek ingestelde druk E Toelaatbare werkdruk F Maximum membraantemperatuur G Toelaatbare systeemtemperatuur H Nominaal volume Gebruik de automaat niet wanneer de gegevens op de typeplaat afwijken van de order. Verwijder de transportvergrendeling nog niet. Raadpleeg hoofdstuk 5,3. Remove the Transport Lock! TRNSPORTSICHERUNG entfernen! Enlever le dispositif protecteur de la transportation! 4

3 3.1 eschrijving Overzicht, Flexcon M-K/C expansie automaat 13 12 1 14 11 10 9 2 3 15 8 22 4 5 6 7 Nr. Naam 1 Hoofdschakelaar 2 eschermkap 3 eschermkap - borging 4 Typeplaat 5 Stalen expansievat 6 Kabelgeleiding 7 Spanband 8 Hoogteverstelling voet 9 Flexibele verbindingsslang 10 Compressor 11 Luchtfilter, compressor 12 Deksel besturing 13 esturing, 230 V, 50 Hz 14 Magneet drukontlastklep 15 Condensator (PE) 16 Transportbeveiliging 17 Inhoudsensor 18 Membraanbreuksensor 19 Magneet drukhoudklep 20 Veiligheidsventiel 21 Druksensor 22 ansluiting gascompartiment 21 20 16 19 18 17 5

M Flexcon M-K/C INSTLLTIE- EN EDIENINGSINSTRUCTIES 3.2 esturing SCU 230 V 1~ 1 2 3 4 Nr. Naam 1 edieningspaneel, grafisch display, LED voor foutmeldingen, keuzeknop (klikken en rollen). 2 Hoofdschakelaar. N, rood verlicht. 3 Pico-zekering F1, motor 1, T16 250 V. 4 Pico-zekering F2, klep 1.1 en 2, T16 250 V. 7 6 5 5 Serienummer van besturing (menu E2a 1). 6 Klemmenstrook, voeding, in- en uitgangen. 7 Seriële interface, RS485 3.3 Werkingsprincipee C D K E J I F G H Indien de temperatuur in een gesloten verwarmingsof koelsysteem (K) verandert, verandert het volume van het water in het systeem. ls gevolg hiervan verandert het niveau in het watercompartiment () van de automaat (D). Dit heeft een drukverschil in het gascompartiment (C) tot gevolg. De druksensor (G) registreert de gasdruk in het gascompartiment en zendt de actuele drukwaarde naar de besturing (H). De besturing vergelijkt de gemeten waarde met de geprogrammeerde nominale waarde. Eventueel wordt de compressor (I) of de magneet drukhoudklep (F) geactiveerd. De inhoudsensor (E) is gemonteerd om de hoeveelheid water in de automaat te bewaken. 6

4 Transport en opslag 4.1 Transport De verladingsdocumenten benoemen alle onderdelen, zoals uitrusting en documentatie. Controleer of de levering compleet en onbeschadigd is. De automaten worden horizontaal op pallets verpakt en zijn volledig gemonteerd. ccessoires kunnen afzonderlijk of als onderdeel van de automaat zijn verpakt. Stel vast of onderdelen ontbreken of niet correct zijn geleverd. Lees de algemene voorwaarden in de verladingsdocumenten. Vervoer de pallets verticaal. Hef niet onnodig hoog. Het zwaartepunt van de automaat bevindt zich boven het midden. Voorzichtig dat de automaat niet kantelt. Controleer of het hijstoestel de automaat kan dragen. Raadpleeg voor het gewicht en de afmetingen hoofdstuk 10: Technische gegevens. MX 4.2 Opslag Zorg ervoor dat de opslagplaats voldoet aan de omgevingsvoorwaarden. Raadpleeg hoofdstuk 5,2. Zorg ervoor dat de vloer vlak is. Stapel automaten niet op. 7

5 5.1 Montage Voorbereide werkzaamheden voor het installeren Informeer de test- of certificatie-instanties voordat de automaat wordt geïnstalleerd. Volg de instructies van deze instanties op. Ook: evestig de automaat niet op de vloer. Giet geen beton of gips over de voeten van de automaat. Zorg ervoor dat lasmateriaal niet in of in aanraking komt met onderdelen van de automaat. N N N Controleer of de vloer het maximum gewicht van de automaat inclusief het kan dragen. Zie hoofdstuk 10. 5.2 Omgevingsvoorwaarden +5 C..+40 C < 80 % > 0,5 m > 1 m Zorg ervoor dat de automaat wordt geïnstalleerd in een gesloten, droge en vorstvrije ruimte en houd de aangegeven minimum afstanden aan; dat de atmosfeer geen elektrisch geleidende gassen of hoge concentraties stof en damp bevat. Kans op explosie bij ontbrandbare gassen; dat de ruimte schoon en goed verlicht is. - Relatieve luchtvochtigheid: niet condenserend. - Vrij van trillingen. - Vrij van hitte- en zonnestraling. dat op de automaat geen bijkomende lasten inwerken. 5.3 Plaatsen van de automaat 1 2 3 4 8

5.4 Hydraulisch aansluitenn S Sluit de flexibele slang aan op de automaat. Gebruik voor het aansluiten alleen de meegeleverde flexibele slang. Sluit de expansieleiding aan. Raadpleeg hoofdstuk 11 voor een installatievoorbeeld. Monteer een afsluiter () met een aftapkraan (). 5.5 Elektrisch aansluiten UIT UIT Controleer of de hoofdschakelaar UIT staat. Ontkoppel de spanningstoevoer. In het deksel is de indeling van de klemmenstrook afgebeeld. 9

5.6 Standaard elektrische aansluitingen 230V 1~ Nominaal voltage 230 V: +6%; -10% 50 Hz: +1%; -1% IP beveiliging IP54 (level sensor IP65) SELV: Extra lage veiligheidsspanning * anbevolen waarde; veiligheidsautomaat, karakteristiek C Nominaal vermogen [kw] Nominale stroom [] Fuse wiring connector []* 0.25 2.7 6 SELV RS485 28 29 30 31 32 33 34 35 36 10 11 12 13 14 15 16 17 18 RS485 27 26 25 24 23 22 21 20 19 9 8 7 6 5 4 3 2 1 C SELV F Verzamelstoormelding 230 V 50 Hz SELV E Membraanbreuksensor D Magneet drukhoudklep Compressor Magneet drukontlastklep C D E F 10

0 0000 000 Flexcon M-K/C INSTLLTIE- EN EDIENINGSINSTRUCTIES 5.7 Elektrisch aansluiten accessoires X 230 V 50 Hz D,E Verzamelstroommelding (),,C () SELV Navulunit, type NFE 1...(3) - MVE 2, 230 V 1~ Voorziet de installatie van drinkwater. Zorg ervoor dat de drinkwaterdruk 1,2 bar hoger is dan de werkdruk van de installatie. De inhoudsensor en de navultijd sturen de eenheid aan. Ontgassen / EN, 230 V 1~ Voor het ontluchten van de installatie. Kan worden gecombineerd met een navuleenheid. C Flamco-Fill PE navulautomaat, 230 V 1~ Voorziet de installatie van water via een atmosferische breaktank en een pomp. De inhoudsensor en de navultijd sturen deze automaat aan. D E Easy contact 3.0 Wordt gebruikt voor het op afstand signaleren van storingen: min/max waterniveau, min/max werkdruk,motorbeveiliging, membraanbreuk. Voor elke storingsmelding wordt een rode LED en een relais met een potentiaalvrij wisselcontact geactiveerd. LON-standaard communicatie-interface SDS-module 40 Wordt gebruikt voor datatransfer voor visualisatie in LON-netwerken en LON-gebouwenbeheersystemen. 11

6 6.1 esturing opstarten Menustructuur besturing Procesdisplay Procesdisplay Systeem (symbolen) Fout Handbediening ct. druk ctuele vultijd, ct. niveau hoeveelheid (symbolen)* Foutlijst, actief (kwiteren) Keuzemenu Lezen Invoer Terug Codemenu Start Keuzemenu 1 Modus Data Service Terug SYSTEEMCLSSIFICTIE Servicemenu Projectnummer Softwareversie Start Onderhoud Foutlijst (passief) Waarden statistiek edrijfsuren Navul statistiek Wijzig toegangscode Terug SYSTEEMDT Datamenu Systeemdruk Niveau ijvulling ijvulling mode Tijd, datum nders Terug ccessoires SYSTEEMCONFIGURTIE Installatiemenu ID-nummer Taal freg., inhoud edrijfsmodus ijvulling Sensor Motorbeveiliging Min. drukbegrenzer Ontlastventiel Verzamelstoringen Terug 6.2 Menusymbolen ID Geen identificatienummer beschikbaar. esturing niet geconfigureerd. Geweigerd, niet geïnstalleerd. uiten limieten parameter. Geen afstelling bij opstarten uitgevoerd. Geen vaste meetwaarde. uiten betrouwbare limieten parameter. Invoer bevestigd. Code vereist. Programmeermodus, toegang. fstelling in fabriek heeft niet plaatsgevonden. Testmodus. Modus handbediening. Waarschuwing. Geen tussenkomst mogelijk. Opslagfout. Instellingen niet opgeslagen. edrijfsmodus, alleen lezen. Wacht. 12

6.3 Werkingsprincipe besturing eginnen Schakel een geïnstalleerd navulsysteem uit. Sluit de afsluiters. esturing inschakelen (D). Display Storings-LED C Navigatie draai/drukknop D N/UIT-schakelaar besturing Navigeer met de knop (C) door de menu s en bevestig de keuze. Het display () toont de menu s. In geval van storingen brandt de storings-led (). C D 2 sec... Houd, ongeacht de plaats van de cursor, de navigatiedraaiknop twee seconden ingedrukt om naar het procesdisplay te gaan. Fout In geval van storingen schakelt het procesdisplay van [SYSTEEM] naar [FOUT] en brandt de LED. De storingsmeldingen, minimum waterniveau... minimum drukalarm worden bij het voor het eerst opstarten weergegeven. Het is mogelijk de draaiknop tussen [SYTEEM] en [FOUT] te draaien. Druk op de draaiknop wanneer [FOUT] wordt weergegeven om naar de storingslijst te gaan. Scroll door de storingen in geval van meer dan één storing. lle storingen worden weergegeven in de volgorde van gebeurtenis. Druk op de draaiknop wanneer [SYSTEEM] wordt weergegeven om naar het menu met opties te gaan. 13

6.4 Ingangssignalen besturing System View Enter ack 2 Code 000000 000001 000001 Save ack Save ack Save ack Taal Nul-instelling Taal Mode Data Service ack D 1 ID-number Language djust,content djustment,valve G 2 Deutsch Nederlands English Slovensky G2a 1 Svenska Norsk Italiano cesky G2 17 Norsk Italiano cesky ack G2 18 Datum/Tijd Systeemdruk Nul-instelling ID-number Language djust,content djustment,valve Factory settings Operational sett. ack 123 kg 124 Start ack G 3 G3 2 G3b 1 123 kg 124 Start ack G3b 2 P.min prot. Relief valve Common failure ack G 11 Factory settings Operational sett. ack G3 3 Systeemdruk X,x bar X,x+Psteam+0,5bar Mode Data Service ack D 2 System press. Level Filling control Filling F 1 Nom. sys. press 2,0 bar F1a 1 Nom.sys.press 5,4 2,6 bar 0,5 Save ack Datum/Tijd (3 sec) Time, date Other ack F 5 ack F1 24 Nom.sys.press 2,6 bar F1 1 5,4 2,6 bar 0,5 Save ack 19.05.07 10:15:00 Save ack 30.07.07 13:36:00 Save ack 30.07.07 13:36:00 Save ack 30.07.07 13:36:00 Save ack (3 sec) Wanneer de programmeermodus wordt geactiveerd, blijft de regeling voor drukhouding actief. De code blijft 5 minuten na de laatste invoer actief. Verwijder alle niet toegestane belastingen, neergelegde voorwerpen of zijdelingse belastingen van de automaat Voer een nul-afstelling uit. De nul-afstelling corrigeert afwijkingen van de testtoleranties en stelt de niveauparameter op 0% in. Wanneer de programmeerprocedure is voltooid, zijn de elektrische onderdelen van de compressie-expansieautomaat gereed voor bedrijf. ij aflevering staat de automaat onder druk. De normale voordruk bedraagt 1,0 bar. Op verzoek van de klant kan de voordruk lager worden ingesteld. De informatie over de voordruk wordt weergegeven op de besturing. Indien de omgevingstemperatuur verandert, kunnen variaties in de in de fabriek ingestelde druk optreden. Na het instellen wordt een waarde voor het niveau en de druk op het display weergegeven. 14

7 7.1 utomaat vullen Vulprocedure Vul de automaat niet voordat de benodigde startmaatregelen zijn uitgevoerd. Zet de hoofdschakelaar van externe vulsystemen uit. Controleer of alle afsluiters in de leiding tussen de toevoer van het expansievat en de retouraansluiting () zijn gesloten. C (12%) utomatisch vulsysteem: Het vulsysteem, type FlamcoFill ST, PE, NFE-MVE2, begint het expansievat tot 12% te vullen nadat de besturing is ingeschakeld. Handmatig vullen: gebruik de vulkraan () voor het vullen van de automaat. Vul het hydraulisch compartiment van de automaat tot 12...20% (). Sluit de vulkraan () na de vulprocedure, zie hoofdstuk 7.2. Zorg ervoor dat de druk niet hoger wordt dan de nominale werkdruk. Zorg ervoor dat de waterdruk minimaal 1,2 bar bedraagt. Een te hoog geprogrammeerde druk maakt de watertoevoer onmogelijk. Voltooi de procedure om de verwarmings- of koelinstallatie in te schakelen. Vul het systeem volledig. Ontlucht het systeem volledig. Zorg ervoor dat de beschikbare elektrische installatie gereed is. esturing en accessoires inschakelen. Open langzaam de afsluiter in de expansieleiding Voer het startprotocol uit. Raadpleeg hoofdstuk 6.4. Zie voor correcties tijdens de werkzaamheden hoofdstuk 6.4. 15

7.2 Vulvoorbeelden Vulvoorbeeld I: Maximum ontwerptemperatuur: 50 C Maximum vulniveau: 92% Waterbalg (minimum watertoevoer), navulniveau: 12% Minimum ontwerptemperatuur: 10 C ctuele temperatuur: 44 C Uitlezing vulniveau = 74% Vulvoorbeeld II: Maximum ontwerptemperatuur: 80 C Maximum vulniveau: 92% Waterbalg (minimum watertoevoer), navulniveau: 12% Minimum ontwerptemperatuur: 10 C ctuele temperatuur: 44 C Uitlezing vulniveau = 37% V [%] 0 12 % 10 min. 10 C 20 30 40 50 60 Streef vulniveau 12 % min. 10 C ~37 % 44 C ~74 % 44 C 70 80 Vulvoorbeeld I 92 % 90 max. 50 C 100 10 20 30 40 50 60 70 80 92 % max. 80 C T [ C] ctuele temperatuur: Vulvoorbeeld II Vulvoorbeeld III: Maximum ontwerptemperatuur: 25 C Maximum vulniveau: 92% Waterbalg (minimum watertoevoer), navulniveau: 12% Minimum ontwerptemperatuur: 6 C ctuele temperatuur: 22 C Uitlezing vulniveau = 73% Vulvoorbeeld IV: Maximum ontwerptemperatuur: 40 C Maximum vulniveau: 92% Waterbalg (minimum watertoevoer), navulniveau: 12% Minimum ontwerptemperatuur: 6 C ctuele temperatuur: 22 C Uitlezing vulniveau = 35% 12 % min. 6 C V [%] 0 10 20 12 % min. 6 C ~73 % 22 C Streef vulniveau 30 40 50 60 70 80 ~35 % 22 C Vulvoorbeeld III 92 % 90 max. 25 C 100 5 10 15 20 25 30 35 40 92 % max. 40 C T [ C] ctuele temperatuur: Vulvoorbeeld IV 16

8 Onderhoud en storingsdiagnose De temperatuur van het water en de contactoppervlakken kan 70 C of meer zijn. Draag zo nodig veiligheidskleding. De vloer kan nat of vet zijn. Draag veiligheidsschoenen. Maak het gascompartiment en het watercompartiment voordat onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd drukloos. 8.1 Stroomuitval De geprogrammeerde parameters van de besturing veranderen niet bij een stroomstoring. Controleer na een stroomstoring de staat van de expansieautomaat. 8.2 Onderhoudsinterval Interval Onderdeel ctiviteit Jaarlijks Compressor olievrij Werking controleren (schakelen mogelijk door de nominale druk te veranderen, let op werkdrukverschil; handmatige bediening van SCU-besturing). Module luchtkanaal Werking controleren (zie compressor). Veiligheidsklep controleren m.b.v. kleplichter. Compressor olievrij Filterunit, filterhuis, inlaatopening reinigen. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed droog gemonteerd worden! Vat(en) Condenswater aftappen. Samenstel ansluitingen automaat fsluiters fdichting van alle aansluitingen op het drukgedeelte van het gas- en watercompartiment controleren (visuele controle). Uitwendige staat op beschadiging, vervorming en corrosie controleren. Iedere 5 jaar Inwendige controle Drukcompartiment op corrosie, vervorming en beschadiging controleren. Iedere 10 jaar Druktest Pers de automaat af met water. 17

8.1 Foutmeldingen Fout nr. eschrijving Opmerking Reset Maatregel 1 Min. alarmgrens druk De geprogrammeerde waarde F1 6 is bereikt of overschreden. Compressor testen (zekering). Interpretatie, controleer parameterkeuze. 2 Max. alarmgrens druk De geprogrammeerde waarde F1 7 is bereikt of overschreden. Ventiel controleren (zekering). Interpretatie, controleer parameterkeuze. 3 Min. alarmgrens niveau De geprogrammeerde waarde F2 6 is bereikt of overschreden. Uitrusting zonder vulcommando of vulcommando met Voeg water toe, zie fout - nr.5. Onjuiste interpretatie of eerste vulling. Controleer expansievolume. onvoldoende stroming. 4 Max alarmgrens De geprogrammeerde waarde F2 7 is bereikt of overschreden Tap water af, zie fout - nr.5. Onjuiste interpretatie of niveau (druk niet gehandhaafd). eerste vulling. Controleer expansievolume. 5 Navulhoeveelheid De geprogrammeerde hoeveelheid per dag is bereikt (waarde ttentie! Lekkende of defecte installaties veroorzaken F2 5). Te hoog vulcommando. waterschade en hoge kosten. Controleer de installatie. 7 Werktijd compressor De geprogrammeerde waarde F1 12 is bereikt of Test compressor, luchtfilter. overschreden. Flamco Service. 8 (Drink)watertoevoer De geprogrammeerde waarde F4 6 is bereikt of overschreden. Membraandruk te laag, controleer watertoevoer. 9 Fout ventiel 3 Ventiel 3 van navulsysteem is niet gesloten. Controleer ventiel 3. Reinig of vervang zo nodig het ventiel. 10 Cyclustijd De geprogrammeerde waarde F4 3 is bereikt of overschreden. Controleer navulsysteem. Controleer op lekkage. 11 Cycli De geprogrammeerde waarde F4 4 is bereikt of overschreden.,c Controleer navulsysteem. Controleer op lekkage. 12 Kwantiteitslimiet De geprogrammeerde waarde F4 1 is bereikt of overschreden. Controleer navulsysteem. Controleer op lekkage. 13 Werktijd De geprogrammeerde waarde F4 2 is bereikt of overschreden. Controleer navulsysteem. Controleer op lekkage. 14 Waterzuivering De geprogrammeerde waarde F4 7 is bereikt of overschreden. Controleer navulsysteem. Controleer op lekkage. 15 Pmin beveiling Pmin beveiling geactiveerd Controleer of een drukbeveiliger is geïnstalleerd. Ja: controleer de druk. Nee: controleer de instelling bij G8. Let erop dat de drukbeveiliger niet geactiveerd is. 16 Membraanbreuk Signaal membraanbreuksensor staat aan (druk niet gehandhaafd). Controleer het membraan op scheuren. (Continue waterlekkage na openen condenswaterkraan [36]). Flamco Service. 17 Onderhoud uitvoeren De geprogrammeerde waarde F6 10 is bereikt of Voer voorgeschreven onderhoud uit. overschreden. 21 Min. spanning sensor De minimum spanning voor de sensor is niet bereikt. Signaalstroom moet > 20 m bedragen. Start besturing opnieuw. 22 Sluiting, drukmeting Het ingangssignaal vanaf de druksensor is te hoog (> 20 m). Overmatige druk op de sensor, onjuiste installatie, kortsluiting Installatie van de sensoren, controleer de leveringsomvang. van de kabels. (Uitwendige invloeden). 23 Kabelbreuk, Het ingangssignaal van de druksensor is (< 4 m) of niet Installatie van de sensoren, controleer de drukmeting beschikbaar. Sensorkabel defect, niet geïnstalleerd (sensor leveringsomvang. defect). 24 Sluiting, niveaumeting Het ingangssignaal vanaf de druksensor is (< 20 m) of niet beschikbaar. Sensorkabel defect, niet geïnstalleerd (sensor Installatie van de sensoren, controleer de leveringsomvang. defect). 25 Kabelbreuk, niveaumeting Het ingangssignaal vanaf de druksensor is (< 4 m) of niet beschikbaar. Sensorkabel defect, niet geïnstalleerd. (sensor Installatie van de sensoren, controleer de leveringsomvang. defect). 26 Spanning RTC De steunspanning voor de clock/timer wordt niet bereikt. Tijd, datum controleren (opnieuw invoeren). 27 Flash schrijffout Fout uitlezen uit flashgeheugen. Flamco Service. 28 Flash schrijffout Fout schrijven in flashgeheugen. Flamco Service. 29 Flash schrijffout Fout programmeren in flashgeheugen. Flamco Service. Resetten mogelijk bij normaal gebruik(besturing start opnieuw na resetten). Geen handeling, automatische reset bij normaal gebruik. C Zie instrukties navulsysteem. 18

9 Verwijdering Houd u aan de locale wetgeving. UIT UIT 1 2 Controleer of de hoofdschakelaar UIT staat. Ontkoppel de spanningstoevoer.. Controleer of de hoofdschakelaar UIT staat. 4 Sluit de verbinding met het systeem () af. Verwijder de systeemverbinding. Tap al het water af. Maak het vat drukloos. 5 Open het veiligheidsventiel van het gascompartiment om alle druk te laten wegstromen. 19

10 Technische gegevens L Ø D Ø d S H3 H1 H2 elangrijkste afmetingen (nominaal) Diameter Steekcirkel Hoogte reedte Lengte automaat voeten minimaal Tolerantie: DIN28011; 28013; 28005-1; DIN7168-1sg. Nominale bedrijfswaarden van de drukunit Nominale Werkdruk Werktemperatuur Cont. inhoud temperatuur bij membraan Systeemverbindingen ISO228-1. D d H1 H2 1 L S [liter] [bar] [ C] [ C] [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] Korte code 110 6 120 70 484 360 1160 1235 518 500 500 G 1 DN25 200 6 120 70 600 450 1335 1410 518 500 500 G 1 DN25 350 6 120 70 790 610 1400 1475 518 500 500 G 1 DN25 425 6 120 70 790 610 1555 1630 518 500 500 G 1 DN25 Totaal gewicht systeem. (nominaal gewicht, corrosietoeslag: 0 mm, zonder water. Nominale inhoud Massa Met water gevulde automaat Maximum gewicht per voet [liter] [kg] [N - per voet] 110 39 470 200 73 890 350 83 1380 425 93 1670 20

T D Flexcon M-K/C INSTLLTIE- EN EDIENINGSINSTRUCTIES 11 Voorbeeld van hydraulische en pneumatische uitrusting I < = 105 C C H J < = 70 C F G m 3 T P P VI K E I II III IV V VI VII D utomaat I 230 V, 50 Hz L N PE Compressor II RS485a interface C Flexcon M-K/C besturing III RS485b interface D ftapkraan condenswater IV lgemene storing Cap valve V ansluiting pulswatermeter (teller) F (Drink)watertoevoer VI ansluiting Flamco Fill, 230 V G Flamco-Fill NFE 1.1-MVE2 VII lternatieve VI, spanningvrij (P contact): H HVC-installatie Flamco Fill-P, EN 5...(30) I anvoerleiding systeem J Retourleiding systeem K Expansieleiding 21