VERORDENING HUISVESTINGSVOORZIENINGEN MENALDUMADEEL - B IJ L A G E I 2.4.1 Criteria voor beoordeling van aangevraagde voorziing Per onderwijssector per voorziing word hieronder opgesomd de nadere voorwaard waaronder behouds de financiële toets de voorziing voor bekostiging in aanmerking komt. De criteria voor beoordeling van aangevraagde voorziing vall uite in twee del: deel A: lesgebouw; deel B: voorziing voor lichamelijke oefing. DEEL A Lesgebouw 1 Basisonderwijs De voorziing goemd onder 1.2, 1.3.1, 1.3.2a, 1.3.2b 1.10 d word niet noodzakelijk geacht voor dislocaties met e permante bouwaard. Slechts in bijzondere omstandighed is dat wel het geval, zulks na overleg met het bevoegd gezag ter beoordeling van het college. 1.1 Nieuwbouw De noodzaak van nieuwbouw blijkt uit: a het feit dat de minister de desbetreffde school voor het eerst voor bekostiging in aanmerking brgt; b1 het feit dat de te huisvest groep leerling aanwezig zijn of zull zijn dat voor e voor blijvd gebruik bestemde voorziing, de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar deze groep leerling kunn word verwacht of b2 het feit dat de te huisvest groep leerling aanwezig zijn of zull zijn dat voor e voor tijdelijk gebruik bestemde voorziing, de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vier jar deze groep leerling kunn word verwacht c het afwezig zijn van e beschikbaar (komd) geschikt of geschikt te mak gebouw alsmede van mogelijkhed om door medegebruik binn 2000 meter over de veilig beloopbare weg gemet e passde huisvesting voor de school te realiser. 1.2 Vervangde bouw De noodzaak van vervangde bouw blijkt uit: a het in zo n slechte / matige conditie zijn van voldode voldode zwaarwegde gebouwelemt volgs de bouwkundige opname als bedoeld in artikel 7, tweede lid onder c, zodat onderhoud / of aanpassing ge redelijk resultaat oplever (in kost t opzichte van de levsduurverlging); b1 het feit dat de te huisvest groep leerling aanwezig zijn (of zull zijn) dat voor e voor blijvd gebruik bestemde voorziing de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar deze groep leerling kunn word verwacht of b2 het feit dat de te huisvest groep leerling aanwezig zijn dat voor e voor tijdelijk gebruik bestemde voorziing, de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vier jar deze groep leerling kunn word verwacht c het afwezig zijn van e beschikbaar (komd) geschikt of geschikt te mak gebouw alsmede van mogelijkhed om door medegebruik binn 2000 meter over de veilig beloopbare weg gemet e passde huisvesting voor de school te realiser. Daarnaast kan sprake zijn van vervangde bouw als: a vervanging per saldo ge meerkost met zich meebrgt, zulks ter beoordeling van het college; b vervanging van e gebouw noodzakelijk is als gevolg van e herschikkingsoperatie; c vervanging in verband met ontwikkeling in de ruimtelijke ording noodzakelijk is. Indi het voor de realisering van de vervangde bouw noodzakelijk is dat het oude gebouw moet word gesloopt, vindt toekning van sloopkost plaats. 1.3 Uitbreiding 1.3.1 Uitbreiding met e of meer leslokal De noodzaak voor uitbreiding met e of meer leslokal blijkt uit: a het feit dat er t minste één groep leerling extra bov de capaciteit van het gebouw of de gebouw als vastgesteld op grond van bijlage III, deel A, aanwezig is; b1 het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar voor e voor blijvd gebruik bestemde uitbreiding deze groep() leerling kan (kunn) word verwacht of b2 het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste 1
b3 c d vier jar voor e voor tijdelijk gebruik bestemde uitbreiding deze groep() leerling kan (kunn) word verwacht of het feit dat de laatste teldatum voor het indi van de aanvraag aantoont, dat er e of meer groep leerling aanwezig zijn die niet voor maximaal vier jar binn het gebouw of de gebouw kunn word gehuisvest het afwezig zijn van e beschikbaar (komd) geschikt of geschikt te mak gebouw alsmede van mogelijkhed om door medegebruik binn 2000 meter over de veilig beloopbare weg gemet e passde extra huisvesting voor de school te realiser, terwijl evmin teg redelijke kost, zulks ter beoordeling van het college, de mogelijkheid bestaat door gebruikmaking van e bestaand verschil in oppervlakte tuss de feitelijk aanwezige bruto oppervlakte de gormeerde bruto oppervlakte, zoals is vastgesteld op grond van bijlage III, deel A, geheel of gedeeltelijk inpandig e of meer bodigde leslokal te mak. 1.3.2 Uitbreiding met e tweede speellokaal De noodzaak voor uitbreiding met e tweede speellokaal blijkt uit: a het feit dat de basisschool t minste vijf groep jongste leerling (van vier vijf jaar oud) van t minste 20 leerling telt dat de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vier jar voor e voor tijdelijk gebruik bestemde voorziing voor t minste vijfti jar voor e voor blijvd gebruik bestemde voorziing deze groep leerling kunn word verwacht terwijl b voor het spel van (e deel van) de vier vijfjarig ge gebruik kan word gemaakt van e gymnastiekruimte of van e speellokaal van e andere basisschool of school voor speciaal onderwijs binn 300 meter over de veilig beloopbare weg gemet. 1.4 Ingebruikneming van e bestaand gebouw De noodzaak van ingebruikneming blijkt uit: a1 het feit dat de minister de desbetreffde school voor het eerst voor bekostiging in aanmerking brgt of a2 het feit dat het huidige gebouw voor vervanging of uitbreiding in aanmerking komt, terwijl b1 de te huisvest groep leerling aanwezig zijn of zull zijn dat voor e voor blijvd gebruik bestemde voorziing de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar deze groep leerling kunn word verwacht of b2 de te huisvest groep leerling aanwezig zijn of zull zijn dat voor e voor tijdelijk gebruik bestemde voorziing de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vier jar deze groep leerling kunn word verwacht c er binn 2000 meter over de veilig beloopbare weg gemet ge mogelijkhed zijn om door medegebruik e passde huisvesting voor de school te realiser; d er ge ander, beter geschikt of beter geschikt te mak gebouw aanwezig is of op korte termijn beschikbaar komt e de kost van ingebruikneming inclusief aanpassing in redelijke verhouding, zulks ter beoordeling van het college, staan t opzichte van de kost van vervangde bouw of uitbreiding. 1.5 Verplaatsing bestaande noodlokal De noodzaak van verplaatsing van noodlokal blijkt uit het feit dat: a er op basis van e prognose die voldoet aan de eis uit bijlage II e tijdelijke behoefte aan huisvesting voor t minste vier jar is, waarin beschikbare lege of leegkomde noodlokal op e afstand van meer dan 2000 meter over de veilig beloopbare weg gemet kunn voorzi, terwijl b er binn 2000 meter over de veilig beloopbare weg gemet ge mogelijkhed zijn om door medegebruik e passde huisvesting voor de school te realiser c de kost van verplaatsing redelijk zijn t opzichte van de kost van e nieuwe tijdelijke voorziing voor hetzelfde aantal groep dezelfde tijdsduur, zulks ter beoordeling van het college. 1.6 Terrein De noodzaak van verwerving of uitbreiding van (e deel van) e terrein blijkt uit het feit dat voor nieuwbouw, uitbreiding, ingebruikneming of verplaatsing van noodlokal toestemming wordt gegev verwerving of uitbreiding van (e deel van) e terrein noodzakelijk is om deze toestemming te effectuer, zodanig dat de oppervlakte van het terrein voldoet aan de eis gesteld in bijlage III, deel D. 1.7 Eerste inrichting onderwijsleerpakket De noodzaak voor de eerste aanschaf van onderwijsleerpakket blijkt uit het feit dat de school, op grond van de de meest recte teldatum voorafgaand aan de indiing van de aanvraag, uitgebreid wordt met t minste één groep leerling, voor zo n uitbreiding in de periode vanaf 1 augustus 1985 nog niet eerder bekostiging heeft plaatsgevond. Bij fusie van schol kan er alle sprake zijn van extra onderwijsleerpakket, indi het aantal groep gewog 2
leerling van de school na fusie groter is dan dat van de aan de fusie deelnemde schol. De noodzaak voor e toeslag tweede speellokaal onderwijsleerpakket blijkt uit het feit dat e basisschool uitgebreid wordt met e tweede speellokaal. 1.8 Eerste inrichting meubilair De noodzaak voor eerste aanschaf van meubilair blijkt uit het feit dat de school, op grond van de meest recte teldatum voorafgaand aan de indiing van de aanvraag, uitgebreid wordt met t minste één groep leerling, voor zo n uitbreiding in de periode vanaf 1 augustus 1985 nog niet eerder bekostiging heeft plaatsgevond. Bij fusie van schol kan er alle sprake zijn van extra meubilair, indi het aantal groep ongewog leerling na fusie groter is dan dat van de aan de fusie deelnemde schol. De noodzaak voor e toeslag tweede speellokaal meubilair blijkt uit het feit dat e basisschool uitgebreid wordt met e tweede speelokaal. 1.9 Medegebruik De noodzaak van medegebruik blijkt uit het feit dat er t minste één groep leerling extra bov de capaciteit van het gebouw als vastgesteld op grond van bijlage III, deel A, aanwezig is. 1.10 Aanpassing De voorziing aanpassing bestaat uit: a wijziging bij ingebruikneming van e gebouw indi het gebouw anders niet geschikt is voor het basisonderwijs, gelet op de eis gesteld in bijlage III, del A D; b e integratieverbouwing om e ander gebouw te kunn afstot; c creër (extra) leslokaal binn het gebouw; d creër speellokaal binn het gebouw; e voorziing in verband met eis voortkomd uit de wet- regelgeving; f vervang van oliegestookte verwarmingsinstallaties; g het terrein toegankelijk mak voor rolstoelgebruikers / of het aanbrg van e traplift bij meerlaagse schoolgebouw. h aanpassing als gevolg van onderwijskundige vernieuwing. Ad a De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat ingebruikneming van het desbetreffde gebouw op basis van de beoordelingscriteria, zoals goemd onder 1.4, noodzakelijk is, doch het gebouw niet voldoet aan de huisvestingseis voor het basisonderwijs, terwijl deze wel teg redelijke kost, zulks ter beoordeling van het college, te verwezlijk zijn. Ad b De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat door terugloop van het aantal groep leerling het gebruik van e gebouw kan of moet word beëindigd omdat binn e of meer andere gebouw in gebruik bij de school voldode ruimte aanwezig is, terwijl deze niet zijn ingericht voor het onderwijs aan vier vijfjarig of zes tot twaalfjarig. Ad c De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat er meer groep leerling aanwezig zijn dan waar het gebouw, als vastgesteld op grond van bijlage III, deel A, ruimte voor biedt, terwijl er tevs sprake is van e bruikbaar verschil tuss de feitelijke bruto oppervlakte de gormeerde bruto oppervlakte dat het mogelijk maakt inpandig e of meer noodzakelijke extra leslokal te creër. Bovdi di er ge medegebruiksmogelijkhed aanwezig te zijn binn e afstand van 2000 meter over de veilig beloopbare weg gemet. Indi het inpandig creër van e leslokaal meer kost dan uitbreiding, op grond van bijlage IV, deel A, wordt beslist alsof uitbreiding de gevraagde voorziing is. Ad d De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat de school niet beschikt over e speellokaal er ge ruimte groter dan 56 m2 aanwezig is er bovdi ge medegebruik van e speellokaal van e school binn 300 meter over de veilig beloopbare weg gemet, mogelijk is. Ad e De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het niet overekom van het gebouw met de geldde wet regelgeving, terwijl dat verschil op korte termijn moet word opgehev. 3
Ad f De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat de oliegestookte verwarmingsinstallatie in e zo slechte conditie verkeert dat vervanging noodzakelijk is. Ad g De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit de aanwezigheid van e gehandicapte leerling of leraar waarvoor vanwege de handicap de betreffde voorziing noodzakelijk is. Voorzover het betreft het aanbrg van e traplift, dit het tevs niet mogelijk te zijn om zodanige organisatorische maatregel te treff dat het volledige onderwijsproces op de begane grond kan word gevolgd, respectievelijk kan word gegev. Ad h De noodzaak van deze aanpassing blijkt uit het feit dat: a de aanpassing nog niet eerder is toegekd, b bij de bouw van het gebouw ge reking is gehoud met onderwijskundige vernieuwing, c het e permant gebouw betreft, d het om e bouwkundige aanpassing van het gebouw gaat. Bovstaande aanpassing kunn plaatsvind indi zij noodzakelijk zijn indi de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar voldode leerling om de school in stand te kunn houd, kunn word verwacht. Indi de betreffde aanpassing absoluut noodzakelijk is voor de voortgang van het onderwijs, terwijl volgs de prognose onvoldode leerling word verwacht, wordt de aanpassing slechts goedgekeurd als er ge andere, goedkopere, voorziing mogelijk is. 1.11 Onderhoud De voorziing onderhoud bestaat uit: a onderhoud aan de buitzijde van het gebouw voor zover omschrev in het overzicht onderhoud primair onderwijs ; b (algehele) vervanging van binnkozijn binndeur (inclusief hang sluitwerk); c algehele vervanging van radiator, convector leiding voor de ctrale verwarming. De noodzaak van onderhoud blijkt uit het feit, dat het gevraagde bouwelemt of e gedeelte daarvan t minste in e matige conditie verkeert volgs de bouwkundige opname zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder c, terwijl regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat. Gehuurde gebouw kom niet in aanmerking voor onderhoud. Noodzakelijk onderhoud aan permante gebouw komt voor bekostiging in aanmerking indi op basis van e prognose, die voldoet aan de in bijlage II gestelde vereist, het gebouw nog t minste vier jaar voor de school nodig is. Noodzakelijk onderhoud aan noodlokal komt voor bekostiging in aanmerking indi: a het noodlokaal op basis van e prognose, die voldoet aan de in bijlage II gestelde vereist, nog t minste vier jaar voor de school nodig is; b voor de aanwezige groep leerling ge gebruik kan word gemaakt van medegebruik binn e straal van 2.000 meter hemelsbreed. 1.12 Herstel van constructiefout De noodzaak van herstel van constructiefout blijkt uit e bouwkundige rapportage waarin wordt vastgesteld dat het gaat om (herstel van) e constructiefout. 1.13 Vervanging of herstel van schade aan gebouw, onderwijsleerpakket meubilair in geval van bijzondere omstandighed De noodzaak van herstel of vervanging blijkt uit het feit dat door de opgetred bijzondere omstandigheid het onderwijs in het desbetreffde gebouw wordt gehinderd. 2 (Voortgezet) speciaal onderwijs 3 Voortgezet onderwijs 4
DEEL B Voorziing voor lichamelijke oefing 1 Basisonderwijs 1.1 Nieuwbouw De noodzaak van nieuwbouw blijkt uit: a het feit dat de minister de desbetreffde school voor het eerst voor bekostiging in aanmerking brgt b het afwezig zijn van mogelijkhed om binn 1 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 20 klokur, 3,5 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 15 klokur of 7,5 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 5 klokur gebruik te mak van e of meer gymnastiekruimt dan wel van binn e redelijke termijn beschikbaar komde gymnastiekruimt c het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar de groep leerling waarvoor het door de gemete vastgestelde aantal klokur noodzakelijk is aanwezig (zull) zijn. 1.2 Vervangde bouw De noodzaak van vervangde bouw blijkt uit: a het in zo n slechte / matige conditie zijn van voldode voldode zwaarwegde gebouwelemt volgs de bouwkundige opname zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid onder c, dat onderhoud / of aanpassing ge redelijk resultaat oplever (in kost t opzichte van de levsduurverlging) b het afwezig zijn van mogelijkhed om binn 1 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 20 klokur, 3,5 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 15 klokur of 7,5 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 5 klokur gebruik te mak van e of meer gymnastiekruimt dan wel van binn e redelijke termijn beschikbaar komde gymnastiekruimt c het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar de groep leerling waarvoor het door de gemete vastgestelde aantal klokur noodzakelijk is aanwezig (zull) zijn. 1.3 Uitbreiding De noodzaak van uitbreiding van de oefruimte blijkt uit: a het feit dat de oppervlakte van de zaal (oefvloer) kleiner is dan 140 m2 het effectief gebruik van de gymnastiekruimte daardoor belemmerd wordt b het afwezig zijn van mogelijkhed om binn 1 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 20 klokur, 3,5 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 15 klokur of 7,5 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 5 klokur gebruik te mak van e of meer gymnastiekruimt dan wel van binn redelijke termijn beschikbaar komde gymnastiekruimt c het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar de groep leerling waarvoor het door de gemete vastgestelde aantal klokur noodzakelijk is aanwezig (zull) zijn. 1.4 Ingebruikneming van e gymnastiekruimte De noodzaak van ingebruikneming blijkt uit: a1 het feit dat de minister de school voor het eerst voor bekostiging in aanmerking brgt of a2 het feit dat het huidige gebouw voor vervanging, conform het gestelde bij 1.2 onder a, in aanmerking komt b het afwezig zijn van mogelijkhed om binn 1 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 20 klokur, 3,5 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 15 klokur of 7,5 km hemelsbreed bij noodzakelijk gebruik van t minste 5 klokur gebruik te mak van e of meer gymnastiekruimt dan wel van binn e redelijke termijn beschikbaar komde gymnastiekruimt c het feit dat de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar het door de gemete vastgestelde aantal klokur aanwezig (zull) zijn d de kost van ingebruikneming inclusief aanpassing in redelijke verhouding, zulks ter beoordeling van het college, staan t opzichte van de kost van vervangde bouw. 1.5 Terrein De noodzaak van verwerving of uitbreiding van (e deel van) e terrein blijkt uit het feit dat voor de realisering van de nieuwbouw of de uitbreiding ge dan wel onvoldode terrein aanwezig is. 5
1.6 Eerste inrichting onderwijsleerpakket De noodzaak van eerste inrichting onderwijsleerpakket blijkt uit: a het feit dat nieuwbouw van e gymnastiekruimte voor de desbetreffde school is of wordt goedgekeurd b het feit dat voor de desbetreffde groep leerling nog niet eerder eerste inrichting onderwijsleerpakket voor bewegingsonderwijs is verstrekt. 1.7 Eerste inrichting meubilair De noodzaak van eerste inrichting meubilair blijkt uit: a het feit dat nieuwbouw van e gymnastiekruimte voor de desbetreffde school is of wordt goedgekeurd b het feit dat voor de desbetreffde groep leerling nog niet eerder eerste inrichting meubilair voor bewegingsonderwijs is verstrekt. De noodzaak van aanvullde eerste inrichting meubilair blijkt uit: a het feit dat uitbreiding of ingebruikneming van e gymnastiekruimte voor de desbetreffde school is of wordt goedgekeurd b het feit dat voor de desbetreffde groep leerling nog niet eerder (e deel van) het noodzakelijke meubilair is verstrekt. 1.8 Medegebruik De noodzaak van medegebruik blijkt uit het feit dat het door de gemete vastgestelde aantal klokur gymnastiek noodzakelijk is waarvoor binn de momteel in gebruik zijnde gymnastiekruimte(n) ge plaats is. 1.9 Aanpassing De aanpassing bestaan uit: 1 het mak van voldode wasgelegheid waar deze bij de gymnastiekruimte ontbreekt dit belemmerd werkt op het effectief gebruik, dan wel de mogelijkhed tot medegebruik, van de gymnastiekruimte; 2 het mak van voldode kleedgelegheid waar deze bij de gymnastiekruimte ontbreekt dit belemmerd werkt op het effectief gebruik, dan wel de mogelijkhed tot medegebruik, van de gymnastiekruimte; 3 wijziging bij ingebruikneming van e gebouw indi het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs gelet op de eis gesteld in bijlage III, del A D; 4 voorziing voor eis voortkomd uit wet regelgeving; 5 vervang van oliegestookte verwarmingsinstallaties. Ad 1 De noodzaak blijkt uit het feit dat er ge twee wasgeleghed zijn. Ad 2 De noodzaak blijkt uit het feit dat er ge twee kleedruimt zijn. Ad 3 De noodzaak blijkt uit het feit dat ingebruikneming van het desbetreffde gebouw op basis van de beoordelingscriteria, zoals goemd onder 1.4, noodzakelijk is, doch het gebouw niet voldoet aan de inrichtingseis voor gymnastiekruimt voor het basisonderwijs, terwijl deze wel teg redelijke kost, zulks ter beoordeling van het college, te verwezlijk zijn. Ad 4 De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het niet overekom van het gebouw met de geldde wet regelgeving, terwijl onontkoombaar is dat dit verschil op korte termijn moet word opgehev. Ad 5 De noodzaak voor deze activiteit blijkt uit het feit dat de oliegestookte verwarmingsinstallatie in e zo slechte conditie verkeert dat vervanging noodzakelijk is. Bovstaande aanpassing kunn plaatsvind indi zij noodzakelijk zijn indi de prognose, die voldoet aan de vereist uit bijlage II, aantoont dat gedurde t minste vijfti jar voldode leerling om de school in stand te kunn houd, kunn word verwacht. Indi de betreffde aanpassing absoluut noodzakelijk is voor de voortgang van het onderwijs, terwijl volgs de prognose onvoldode leerling word verwacht, wordt de aanpassing slechts goedgekeurd, als er ge andere, goedkopere, voorziing mogelijk is. 6
1.10 Onderhoud De voorziing onderhoud bestaat uit: a onderhoud aan de buitzijde van het gebouw voor zover omschrev in het overzicht onderhoud primair onderwijs ; b (algehele) vervanging van binnkozijn binndeur (inclusief hang sluitwerk); c algehele vervanging van radiator, convectors leiding voor ctrale verwarming. De noodzaak van onderhoud blijkt uit het feit dat het gevraagde gebouwelemt of e gedeelte daarvan t minste in e matige conditie verkeert volgs de bouwkundige opname zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid onder c, terwijl regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat. Gehuurde gebouw kom niet in aanmerking voor onderhoud. Noodzakelijk onderhoud aan permante gebouw komt voor bekostiging in aanmerking indi op basis van e prognose, die voldoet aan de in Bijlage II gestelde vereist, het gebouw nog t minste vier jaar voor de school nodig is. 1.11 Herstel constructiefout De noodzaak van het herstel van constructiefout blijkt uit e bouwkundige rapportage waarin wordt vastgesteld dat het gaat om (herstel van) e constructiefout. 1.12 Herstel of vervanging van schade aan gebouw, onderwijsleerpakket meubilair in geval van bijzondere omstandighed De noodzaak van herstel of vervanging blijkt uit het feit dat door de opgetred bijzondere omstandigheid het onderwijs in het desbetreffde gebouw wordt gehinderd. 2 (Voortgezet) speciaal onderwijs 3 Voortgezet onderwijs I 1 Overzicht Onderhoud PO Activiteit die behor tot het onderhoud: Vervang dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklicht. Vervang buitberging c.q. dak buitberging. Vervang rijwielstalling c.q. rijwielstaanders. Vervang brandtrap. Vervang erfscheiding. Vervang / herstell riolering / bestrating schoolplein. Vervang binnkozijn inclusief hang sluitwerk (rovatie activiteit). Vervang buitkozijn inclusief hang sluitwerk (rovatie activiteit). Vervang radiator, convector, leiding (rovatie activiteit). Vervang dakpann inclusief houtwerk, dakrand got. Vervang boeiboord. I 2 I 3 Overzicht Activiteit VO binnzijde Overzicht aanpassing VO buitzijde 7