Vitodens 300-W type B3HA, Vitodens 333-F type B3TA, Vitodens 343-F type B3UA De gaswandketels Vitodens van de reeks 300, type B3XX zijn uitgerust met een debietsensor. Dit geeft nieuwe mogelijkheden om de hydraulische configuratie te optimaliseren. Tevens heeft de regeling enkele bijkomende functies die af fabriek voorzien zijn. Hetgeen hierna volgt is een poging om deze bijkomende functies beter aanschouwelijk te maken, zodat U hiervan ten volle gebruik kan maken. 1. Hydraulische kenmerken : 1.1. Ingebouwde debietsensor werkingsprincipe: Onder een minimaal debiet : brander uitgeschakeld Gevolg = minder starts/stops Besparing op gasverbruik + verminderde slijtage onderdelen Bij een te beperkt debiet wordt de brandermodulatie geblokkeerd het ketelvermogen blijft begrensd op het minimumvermogen Stabielere watertemperatuurregeling Stabielere kamertemperatuurregeling Langere branderlooptijden aan gemiddeld lagere keteltemperatuur Betere condensatiewerking besparing in gasverbruik
1.2. Pompkarakteristieken: Restopvoerhoogte Vitodens 300-B3XX 11/19 kw pomptype VIUPM2 RLE 50 Maximale pompsnelheid: instellen met codeeradres E6 Restopvoerhoogte Vitodens 300-B3XX 26/35 kw pomptype VIUPM2 RLE 70 Maximale pompsnelheid: instellen met codeeradres E6 1.3. Fabrieksinstelling maximale pompsnelheid Ketelvermogen Maximaal pomptoerental (in%- Codeeradres E6) 1,9 11 kw 45 % 1,9 19 kw 65 % 4 26 kw 65 % 4 35 kw 80 %
1.4. Maximaal keteldebiet: Ketelvermogen Maximaal keteldebiet = grens evenwichtsfles 1,9 11 kw 1000 1,9 19 kw 1200 4 26 kw 1400 4 35 kw 1600 1.5. Elektricteitsverbruik Ketelvermogen Stroomverbruik Totaal Hiervan pompverbruik min-max-fabrieksinstelling (W) 1,9 11 kw 35 W 5 37 14 W 1,9 19 kw 58 W 5 37 24 W 4 26 kw 76 W 5 70 39 W 4 35 kw 122 W 5 70 60 W 1.6. Productie Sanitair warm water : aandachtspunt: In rusttoestand staat de 3-wegkraan van de Vitodens 300 steeds in de richting Sanitair Warm Water. Indien de ketel hoger gemonteerd wordt dan de boiler is het dan ook mogelijk dat door natuurlijke circulatie een circulatie op gang komt tussen beide installatiedelen. Om dit te voorkomen in het sterk aan te raden een terugslagklep in te bouwen in het boilercircuit!
2. Nieuwe features nieuwe mogelijkheden voor aansturingen 2.1. Bijkomende interne stekker voor aansluiting pomp/zoneventiel Stekker 28 naast aansluiting interne ketelpomp. Functie kan ingesteld worden aan de hand van codeeradres 39 (in codeergroep Algemeen ): Werking Codering (fabrieksinstelling) CA39 = 0 Tapwatercirculatiepomp CV-pomp kring A1 CA39 = 1 Boilerlaadpomp CA39 = 2 Het blijft mogelijk een interne H1 aan te sluiten voor bijkomende functies (2 e pomp / storingsmelding/ - instelling via codeeradres 53) 2.2. Spanningsloos contact Externe warmtevraag / Extern blokkeren : via stekker 96 A : Potentieel vrij contact : bij sluiten contact kan een van volgende functies gerealiseerd worden: Werking Externe vraag met minimale temperatuur ketel warmt op naar temperatuur ingesteld op 9b Externe blokkering bij gesloten contact is de brander geblokkeerd Codering In algemeen CA4b = 1 In algemeen CA9b = gewenste minimale keteltemperatuur In algemeen CA 3F = 2 Ketelpomp bij externe vraag ingeschakeld In verwarmingskring : CA d7 = Instellen invloed op de kringpompen In algemeen CA 4b = 2 Invloed op de werking van de kringpompen : instellen met CA d6 (onder verwarmingskring ) 2.3. Af fabriek ingebouwd : Draadloze ontvanger voor communicatie met draadloze buitensensor / draadloze afstandsbediening Communicatieprint voor aansluiting Vitocom 100 LAN (voor bediening via internet / Smartphone)
3. Principeschema s 3.1. 1 verwarmingskring zonder mengkraan: a.) 2-pijps radiatorkring: Het debiet dat door de radiatorkring gestuurd wordt, wordt automatisch aangepast in functie van de buitentemperatuur (= besparing in elektriciteit). Als alle thermostatische radiatorkranen gesloten zijn, is de brander automatisch vergrendeld geen pendelen tijdens verwarmingsvraag (= besparing in gasverbruik). b.) 1-pijps radiatorkring: Voor de goede werking is steeds een minimumdebiet noodzakelijk. Vooraleer de ketel te installeren dient nagekeken te worden of de maximale opvoerhoogte van de interne pomp voldoende is voor het overwinnen van de kringweerstand. (ca 500 mbar voor de toestellen tot 19 kw 700 mbar voor de toestellen 26 en 35 kw). Als de maximale opvoerhoogte van de ketelpomp onvoldoende is, dient extern een evenwichtsfles + bijkomende circulatiepomp geïnstalleerd te worden. Het kan dus beter zijn een ketel te kiezen met een hoger vermogen om zo het bijplaatsen van een externe pomp te vermijden. Het meerverbruik (door het kleinere modulatiebereik) is verwaarloosbaar t.o.v. de besparing in elektriciteitsverbruik en de kostprijs van de bijkomende pomp + evenwichtsfles. Bij de opstart van een installatie kunnen het minimale en het maximale keteldebiet als volgt ingesteld worden: Minimumdebiet o Codeeradres E6 en E7 (maximum en minimum pompsnelheid) op 30 instellen. o Alle radiatoren afsluiten + warmtevraag creëren o In de diagnose aflezen of het keteldebiet voldoende is voor een goede doorstroming o Zoniet : codeeradres E7+E6 verhogen o Test opnieuw Maximumdebiet o Alle radiatoren openen o In de diagnose aflezen of het keteldebiet voldoende is voor het volledige vermogen (debiet berekenen met T <= 15K) o Debiet (in l/h) > = P (in W) /(1,163* 15) o Codeeradres E6 (maximaal pompdebiet) verhogen tot gevraagde maximale debiet bereikt is
c.) 1 verwarmingskring zonder mengkraan vloerverwarming Aangezien voor vloerverwarming met veel lagere watertemperaturen wordt gewerkt, is het hier noodzakelijk de T te beperken tot maximaal 8 K. Voor een vloerverwarmingskring moet voor hetzelfde vermogen het pompdebiet dus minimaal verdubbelen t.o.v. een radiatorkring. Aangezien voor de Vitodens het maximum keteldebiet niet mag overschreden worden, wordt het maximaal aansluitbaar vermogen hierdoor beperkt. Ketelvermogen Maximaal keteldebiet = grens evenwichtsfles Maximaal direct aansluitbaar vermogen in vloerverwarming Beschikbare opvoerhoogte (mbar) bij maximum keteldebiet 1,9 11 kw 1000 9,3 kw 250 mbar 1,9 19 kw 1200 11,1 kw 150 mbar 4 26 kw 1400 13 kw 250 mbar 4 35 kw 1600 14,9 kw 200 mbar 6 1 Vitodens 300 B3HA 26 of 35 kw 2 Buitenvoeler 3 Vloerverwarmingskring 4 Boiler voor SWW-productie 5 Boilersensor 6 Veiligheidsaquastaat voor ketelblokkering bij te hoge watertemperaturen (ingesteld op 50 C) (contact 6 aansluiten op stekker 96 klemmen 1 + 2) Belangrijke opmerking: vooraleer de vloerverwarming rechtstreeks aan te sluiten dient de benodigde opvoerhoogte van de pomp gecontroleerd te worden (zie pompgrafieken in punt 1.2.) zo nodig een evenwichtsfles / een ketel met groter vermogen (en dus zwaardere pomp) plaatsen! Vereiste coderingen: In Algemeen : CA 4b = 2 (Externe blokkering van contact 6 via stekker 96) In Verwarmingscircuit 1 : CA C6 = 45 (maximale vertrektemperatuur CV elektronisch begrensd op 45 C)
d.) 1 weersafhankelijk geregelde verwarmingskring zonder mengkraan + zone badkamer (apart gestuurd) Variant 1 met 1 zoneventiel badkamerradiator warmt bij warmtevraag van de andere kringen steeds mee op 1 Vitodens 300 B3HA 2 Buitenvoeler 3 Boiler 7 4 Boilertemperatuursensor 5 Hoofdverwarmingskring 6 Badkamerradiator 7 Zoneventiel hoofdkring Principe : Vaak is het zo dat de badkamer steeds mag opwarmen tegelijkertijd met de andere radiatoren. Enkel in het tussenseizoen, staat de hoofdverwarming vaak uit en wil men enkel een bijverwarming voor de badkamer. De hoofdverwarmingskring 5 wordt weersafhankelijk geregeld met ruimtecompensatie via een afstandsbediening Vitotrol 200/300 Bij warmtevraag wordt zoneventiel 7 geopend (gestuurd door stekker 28 in ketelbord) bij voldoende debiet schakelt de brander in Voor de zone badkamer wordt een aparte kamerthermostaat gebruikt met spanningsloos contact. Bij warmtevraag wordt via stekker 96 de ketel in externe warmtevraag geschakeld en zal de ketel opwarmen naar de hoogst gevraagde watertemperatuur. Om te hoge kamertemperaturen in de hoofdkring te vermijden is het aangewezen codeeradres B5 voor deze kring te activeren (inschakelen pomplogica). Vereiste coderingen: In Algemeen : CA 39 = 1 (Sturing zoneventiel 7 vanuit stekker 28 in ketelbord) In Algemeen : CA 3F = 2 (tijdens externe vraag moet de ketelpomp inschakelen) In Algemeen : CA 4b = 1 (Externe vraag via stekker 96) In Algemeen : CA 9b = 55 (Minimale keteltemperatuur tijdens externe vraag) In Verwarm.Circuit 1 : CA B5 = 5 (Als de gemeten kamertemperatuur in de hoofdkring hoger wordt dan gewenst, zal zoneventiel 7 sluiten)
e.) 1 weersafhankelijk geregelde verwarmingskring zonder mengkraan + zone badkamer (apart gestuurd) Variant 2 met 2 zoneventielen de badkamer warmt enkel op tijdens warmtevraag van de badkamerthermostaat Principe : 1 Vitodens 300 B3HA 2 Buitenvoeler 3 Boiler 4 Boilertemperatuursensor 5 Hoofdverwarmingskring 6 Badkamerradiator 7 Zoneventiel hoofdkring 8 Zoneventiel badkamerradiator met eindeloopcontact In dit schema zal de badkamerradiator enkel opwarmen tijdens vraag van de kamerthermostaat. Om ook in de winterperiode de badkamerradiator voldoende vermogen te geven moet in dit geval de gevraagde keteltemperatuur bij vraag van de badkamerthermostaat voldoende hoog zijn (bijvoorbeeld 70 C). De hoofdverwarmingskring 5 wordt weersafhankelijk geregeld met ruimtecompensatie via een afstandsbediening Vitotrol 200/300 Bij warmtevraag wordt zoneventiel 7 geopend (gestuurd door stekker 28 in ketelbord) bij voldoende debiet schakelt de brander in Voor de zone badkamer wordt een aparte kamerthermostaat gebruikt met spanningsloos contact. Bij warmtevraag wordt zoneventiel 8 geopend. Bij volledige opening schakelt het eindeloopcontact van zoneventiel 8 via stekker 96 de ketel in externe warmtevraag en zal de ketel opwarmen naar de hoogst gevraagde watertemperatuur. Om te hoge kamertemperaturen in de hoofdkring te vermijden is het aangewezen codeeradres B5 voor deze kring te activeren (inschakelen pomplogica). Vereiste coderingen: In Algemeen : CA 39 = 1 (Sturing zoneventiel 7 vanuit stekker 28 in ketelbord) In Algemeen : CA 3F = 2 (tijdens externe vraag moet de ketelpomp inschakelen) In Algemeen : CA 4b = 1 (Externe vraag via stekker 96) In Algemeen : CA 9b = 70 (Minimale keteltemperatuur tijdens externe vraag) In Verwarm.Circuit 1 : CA B5 = 5 (Als de gemeten kamertemperatuur in de hoofdkring hoger wordt dan gewenst, zal zoneventiel 7 sluiten)
3.2. 2 verwarmingskringen afzonderlijk regelbaar met onderbouwkit (Vitodens 300- W B3HA) of bovenbouwkit (Vitodens 333-F B3TA of 343-F B3UA) Inregelen keteldebiet werkwijze : Aandachtspunten: Maximum overdraagbaar vermogen vloerverwarming = 14 kw Tijdens de indienststelling moeten de regelkranen op de verwarmingscircuits correct ingesteld worden. Het minimale keteldebiet verhogen (CA E7), zodat ook als de directe kring niet in vraag is het debiet over de platenwisselaar voldoende blijft Bereken debiet kring 1 + kring 2 (primair van platenwisselaar) met een T van 15 K o Debiet (in l/h) = over te dragen vermogen (in Watt)/ (1,163 x 15) Stel codeeradres E6 = E7 = 60 % Open (manueel) zoneventiel directe kring + alle radiatorkranen Meet keteldebiet (onder diagnose Algemeen) voldoende voor kring 1 + 2 samen? o Zo nodig E6 + E7 aanpassen Sluit zoneventiel directe kring Meet keteldebiet (onder diagnose Algemeen) o Stel regelkraan vloerverwarming in zodat keteldebiet voldoende is voor kring 2 Open het zoneventiel opnieuw (+ alle radiatoren) en controleer of het totale keteldebiet nog steeds voldoende is voor kring 1 + 2 samen. o Zo nodig E6 + E7 verhogen (en opnieuw controleren) Stel de minimale pompsnelheid (codeeradres E7) maximaal 30 % lager in dan de maximale pompsnelheid Vereiste coderingen: In Algemeen : CA 39 = 1 (Sturing zoneventiel M van kring 5 vanuit stekker 28 in ketelbord) In Verwarm.Circuit : CA E6 (maximaal debiet) en E7 minimaal debiet instellen zoals beschreven
3.3. 2 (of 3) verwarmingskringen achter de evenwichtsfles Dit is het standaardschema instellen codeeradressen zoals in het document Toepassingsvoorbeelden versie 01-2013 Aandachtspunt : Zorg ervoor dat het keteldebiet niet meer dan 20% lager is dan het de som van de kringdebieten inregelkranen op de verschillende kringen kunnen helpen dit evenwicht te bewaren! Van het ogenblik dat er een evenwichtsfles is aangesloten, draait de ketelpomp op een constante snelheid. Deze kan ingesteld worden aan de hand van codeeradres 31. 3.4. 2 (of 3) verwarmingskringen zonder evenwichtsfles af te raden! In zulke schema s zijn hydraulische problemen praktisch voorgeprogrammeerd
Aandachtspunten linkse schema Het debiet van het verwarmingscircuit zonder mengklep moet minstens 30 % groter zijn dan het debiet van het verwarmingscircuit met mengklep. Als het mengcircuit gebruikt wordt voor een kring met vloerverwarming is dit praktisch nooit het geval!! De ketelpomp zal altijd een bepaalde druk uitoefenen op de primaire zijde van de mengkraan, met lekverliezen en onstabiele watertemperaturen als gevolg. We kunnen door de ketelpomp op een lager toerental in te stellen en door het instellen van de regelkranen deze druk wel verminderen, maar dan is de kans zeer reëel dat de opvoerhoogte niet meer volstaat voor de direct aangesloten kring. Aandachtspunten rechtse schema De debieteis uit vorig schema valt weg Het probleem van druk op de primaire zijde van de mengkraan wordt hier gedeeltelijk opgelost als we de ketelpomp op haar minimale snelheid programmeren. Als de ketel in de kelder staat (laagste punt van de installatie) zal bij het uitschakelen van pomp 6 van kring 1 (5) de ketelpomp vaak blijven functioneren (vraag van kring 2 7). De druk van de ketelpomp kan voldoende zijn om de terugslagklep van pomp 6 te open te duwen. De radiatoren warmen nu op in thermosifon, hetgeen niet de bedoeling kan zijn. Bijkomend probleem: bij de Vitodens 300 B3HA moet het expansievat ofwel in de vertrekaansluiting van de ketel ofwel rechtstreeks op de INOX-RADIAL warmtewisselaar gemonteerd worden in ieder geval in de drukzijde van de ketelpomp. Hier wordt nu een 2e circulatiepomp geplaatst in de vertrekaansluiting naar verwarmingscircuit 1. Het expansievat (hydraulisch nulpunt) staat dus tussen 2 circulatiepompen! Maatschappelijke zetel/siège social: Viessman Belgium bvba-sprl BTW/TVA: BE0402.475.962 Tel: +32 2712 0666 Fax:+32 27251239 RPR Brussel/Bruxelles Opmerkingen : SmiJ@viessmann.com