GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REINIGINGSDIENST WAARDLANDEN

Vergelijkbare documenten
GECONSOLIDEERDE VERSIE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BUREAU OPENBARE VERLICHTING (na 3 e wijzigingsbesluit)

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WERKVOORZIENINGSSCHAP ARBEID VOOR ALLEN (WAVA) 2008 PREAMBULE

Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten

CONCEPT V2 - Gemeenschappelijke Regeling WAVA 2015 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WERKVOORZIENINGSSCHAP ARBEID VOOR ALLEN (WAVA) 2015 PREAMBULE

Gemeenschappelijke Regeling WNO-bedrijven 2000.

GECONSOLIDEERDE VERSIE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BUREAU OPENBARE VERLICHTING (na 2 e wijzigingsbesluit)

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Gemeenschappelijke Regeling AV. Inhoudsopgave

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2007 / 108. Naam Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Veluwe (2007) Publicatiedatum 22 augustus 2007

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

Gemeente Heerlen - Wijziging gemeenschappelijke Regeling Rd4

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio en Gemeentelijke Gezondheidsdienst Limburg-Noord (zoals gewijzigd op 11 maart 2016)

is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO OHSAS 18001

RD Maasland. Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking gemeenten

Matrix Gemeenschappelijke Regeling ReinUnie 2010 (eerste wijziging)

Gemeenschappelijke regeling werkbedrijven Kust-, Duin- en Bollenstreek

b e s l u i t e n : Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Hoofdstuk 2 Bestuur

Gemeenschappelijk regeling werkvoorzieningschap Fryslân-West

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar

Wijziging Gemeenschappelijke regeling Inkoopbureau H-10 2 februari 2015

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MEERSCHAP PATERSWOLDE 2016

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Novatec 2006

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

AB punt 12 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MEERSCHAP PATERSWOLDE 2016

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM ALKMAAR

dat op 1 oktober 2010 de Wet veiligheidsregio s in werking is getreden;

WIJZIGINGSBESLUIT Gemeenschappelijke regeling WNO-Bedrijven 2000

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. betreffende het WERKVOORZIENINGSSCHAP SYNERGON WINSCHOTEN

Gemeenschappelijke regeling volwasseneneducatie Rijnmond

Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4

CONCEPT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

De gemeenschappelijke regeling Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard te wijzigen en deze regeling te lezen als volgt:

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

Artikel 4. Samenstelling De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.

Gemeenschappelijke regeling welstandszorg Noord-Brabant

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST DOMMELVALLEI

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OMNIBUZZ

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013

dat het in het kader van het functioneren van deze regeling gewenst is te komen tot een nauwere samenwerking;

OVERWEGENDE GELET OP. de Wet veiligheidsregio s, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet; BESLUITEN

Gemeenschappelijke regeling Regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden 2015

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland te wijzigen.

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Dat het noodzakelijk is de regeling aan te passen aan de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ISZF 2011

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM ALKMAAR

Concept voorstel wijziging gemeenschappelijke regeling Servicedienst Midden Nederland in :

Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers 2011.

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap West-Friesland

dat de Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd waardoor de huidige gemeenschappelijke regeling aangepast moet worden;

Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Westfriesland, wijziging 2016

Gemeenschappelijke Regeling PAUW Bedrijven De Ronde Venen, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Vianen, IJsselstein

Wijzigingsoverzicht gemeenschappelijke regeling Synergon

Gemeenschappelijke regeling Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan (SPOOR-raad)

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, de gemeente Velsen, de gemeente Beverwijk en de gemeente Heemskerk,

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SERVICEPUNT71

Gemeenschappelijke regeling betreffende het Regionaal Sociaal Werkvoorzieningsschap Amersfoort en omgeving RWA te Amersfoort

Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen

in het veiligheids- en gezondheidsdomein is op uitvoerend niveau samenwerking tussen de gemeenten in de regio geboden;

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Artikel Huidige tekst Tekstvoorstel Toelichting/opmerking

Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Reinigingsbedrijf Avalex

Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg.

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

a. afvalstoffenheffing: de belasting die wordt geheven op grond van artikel van de Wet milieubeheer;

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Gemeenschappelijk orgaan

Hoofdstuk 1 Algemeen. Hoofdstuk 2 Omgevingsdienst Midden-Holland

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

Gemeenschappelijke Regeling GEVUDO Gemeenschappelijke Vuilverwerking Dordrecht en omstreken

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING KOEPELORGANISATIE SAMENWERKING KEMPENGEMEENTEN

STAATSCOURANT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. Nr

Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond-Zaanstreek 2007 tweede wijziging

wijziging Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO NOORD-HOLLAND NOORD

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ICT-SAMENWERKING ZUIDWEST-FRYSLAN.

Gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant

Tekst GR AIJZ gewijzigd _ bijlage 1 Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van de gemeente Zaanstad,

Overwegende dat - de gemeenteraden in Regio Rivierenland eind 2014 in meerderheid hebben ingestemd met het voorstel V

Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Delft-Rijswijk

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN

Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Parkstad Limburg

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SOCIALE WERKVOORZIENING "FRYSLÂN"

Transcriptie:

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REINIGINGSDIENST WAARDLANDEN De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Molenwaard en Zederik, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn; BESLUITEN: De Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Waardlanden als volgt te wijzigen: HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. de regeling: de Gemeenschappelijke Regeling; b. gemeente: de aan de regeling deelnemende gemeenten; c. Raad / Raden: de raad / de raden van de deelnemende gemeenten; d. College / Colleges: het college / de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten; e. Gedeputeerde Staten: het College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; f. Bestuur: het Algemeen en Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling en de voorzitter; g. Directeur: de door het Algemeen Bestuur benoemde directeur van het openbaar lichaam; h. Openbaar lichaam: het op artikel 8 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen gebaseerde rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam Reinigingsdienst Waardlanden, i. Ambtenaren: ambtelijk personeel in openbare dienst aangesteld bij het openbaar lichaam; j. reinigingsdienst: openbaar lichaam; k. huisaansluiting: met een huisaansluiting wordt gelijkgesteld elke gebruiker van een perceel die op grond van de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing, als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel 15:33 van de Wet Milieubeheer, van de gemeenten als belastingplichtige voor de afvalstoffenheffing is of kan worden aangemerkt. l. zittingsperiode: de zittingsperiode van de gemeenteraad 1

2. Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt, onverminderd het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen, in die artikelen in plaats van 'de gemeente', 'de raad', 'burgemeester en wethouders' en 'de burgemeester' onderscheidenlijk gelezen: 'reinigingsdienst', 'het Algemeen Bestuur', 'het Dagelijks Bestuur' en 'de voorzitter'. HOOFDSTUK 2 Het openbaar lichaam Artikel 2 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam, genaamd 'Reinigingsdienst Waardlanden ', handelend onder de naam "Reinigingsdienst Waardlanden " dat is gevestigd te Gorinchem. 2. Deze regeling geldt voor het grondgebied van de deelnemende gemeenten. HOOFDSTUK 3 Belang, doelstelling, taken en bevoegdheden Artikel 3 1. Het openbaar lichaam behartigt de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de gemeenten op het gebied van reiniging, inzameling en verwijdering van afval. Het draagt zorg voor een zo doelmatig mogelijke uitvoering van taken en uitoefening van bevoegdheden op de voornoemde terreinen. 2. In het kader van zijn doelstelling heeft het openbaar lichaam tot taak het collectief inzamelen, verwijderen of het collectief doen inzamelen of doen verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen ter voldoening van de bij of krachtens de Wet Milieubeheer aan de gemeente opgelegde wettelijke verplichting. Tot deze taak behoort in ieder geval het dagelijks onderhoud en beheer van opstallen, brengstations en inzamelmiddelen en de zorg voor de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. 3. Het Algemeen en het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, ieder voor zover bevoegd, hebben voorts als taak het op verzoek van een of meerdere deelnemende gemeenten uitvoeren of doen uitvoeren van andere gemeentelijke taken op het gebied van afvalstoffenverwijdering of reiniging, zoals bijvoorbeeld: zwerfafval, gladheidsbestrijding, graffitiverwijdering en ongediertebestrijding. 4. In het kader van zijn doelstelling heeft het openbaar lichaam in ieder geval voorts tot taak het uitvoeren of doen uitvoeren van andere (niet wettelijk verplichte) taken op het gebied van afvalstoffenverwijdering en reiniging, zoals bijvoorbeeld: de inzameling en verwijdering van kantoor, winkel- en dienstenafval (KWD). 5. Aan het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam is het ten behoeve van de in de leden 1 tot en met 4 genoemde taken in ieder geval toegestaan te besluiten tot het oprichten van en deelnemen in andere rechtspersonen, zoals een Besloten Vennootschap voor de inzameling van bedrijfsafval, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. 6. Het besluit, zoals bedoeld in artikel 3, vijfde lid, wordt niet genomen dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het Algemeen Bestuur te brengen. Artikel 4 1. Raden en Colleges dragen, ieder voor zover bevoegd, ter uitvoering van de in artikel 3, eerste, tweede en vierde lid van deze regeling genoemde belangen en taken, hun bevoegdheden, op grond van de Wet Milieubeheer en Gemeentewet, en de daarmee samenhangende wetten en regelingen, volledig over aan het openbaar lichaam en aan Algemeen en Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam. 2

2. Na besluitvorming ten aanzien van de in artikel 3, derde lid van deze regeling genoemde belangen en taken dragen de Raden en Colleges, ieder voor zover bevoegd, hun bevoegdheden, op grond van de Wet Milieubeheer en de Gemeentewet en de daarmee samenhangende wetten en regelingen, in overeenstemming met laatstbedoelde besluitvorming, over aan het bestuur van het openbaar lichaam en het openbaar lichaam. HOOFDSTUK 4 Het bestuur Artikel 5 Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit: a. het Algemeen Bestuur; b. het Dagelijks Bestuur; c. de voorzitter. Paragraaf 1 De samenstelling van het Algemeen Bestuur Artikel 6 1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit evenveel leden als het aantal gemeenten dat aan de regeling deelneemt. Ieder College en iedere Raad worden per gemeente gezamenlijk door één lid vertegenwoordigd. Ieder lid heeft een plaatsvervanger. 2. De leden van het Algemeen Bestuur worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twaalf weken na aanvang van de zittingsperiode van de Raden, door de Raden uit hun midden en/of de colleges, hun voorzitters inbegrepen, benoemd. 3. Indien de leden van het Algemeen Bestuur ophouden lid van de Raad of het College of voorzitter daarvan te zijn, houden zij van rechtswege tevens op lid van genoemd bestuur te zijn. De desbetreffende Raad voorziet zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twaalf weken, in de vacature. 4. Van elke aanwijzing tot lid van het Algemeen Bestuur geeft het College van de betreffende gemeente binnen één week kennis aan de voorzitter van het Algemeen Bestuur. 5. Een lid van het Algemeen Bestuur dat het vertrouwen van de Raad die hem als lid heeft aangewezen, niet meer bezit, kan door die Raad als zodanig worden ontslagen. In dit geval zijn de artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 6. Het bepaalde in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel is mede van toepassing op de plaatsvervangende leden, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Paragraaf 2 De samenstelling van het Dagelijks Bestuur Artikel 7 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit een voorzitter en twee andere leden die door en uit het Algemeen Bestuur worden gekozen. 2. Hij, die ophoudt lid van het Algemeen Bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het Dagelijks Bestuur te zijn. 3. Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur beschikbaar komt, kiest het Algemeen Bestuur ten spoedigste, doch in elk geval binnen twaalf weken een nieuw lid. 3

Onverminderd het bepaalde in lid 2 en lid 5 van dit artikel blijft degene die geen lid meer is van het Dagelijks Bestuur, zijn functie waarnemen totdat zijn opvolger die heeft aanvaard. 4. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn op de leden van het Dagelijks Bestuur, de voorzitter inbegrepen, van overeenkomstige toepassing. Paragraaf 3 De voorzitter en de secretaris Artikel 8 1. Het Algemeen Bestuur benoemt aan het begin van elke zittingsperiode uit de leden van het Dagelijks Bestuur een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. Zij kan er daarbij voor kiezen een rooster van aan- en aftreden in te stellen zodanig dat het voorzitterschap rouleert over de deelnemende gemeenten. De directeur van het openbaar lichaam is tevens ambtelijk secretaris van het Algemeen en Dagelijks Bestuur. HOOFDSTUK 5 De bevoegdheden der bestuursorganen Paragraaf 1 De bevoegdheden van het Algemeen Bestuur Artikel 9 1. Aan het Algemeen Bestuur behoren alle bevoegdheden met betrekking tot de verwezenlijking van het belang en de doelstelling van het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 3 van deze regeling, die niet bij of krachtens deze regeling zijn opgedragen aan het Dagelijks Bestuur. 2. Bij of krachtens de door het Algemeen Bestuur vast te stellen directiestatuut worden regels gesteld omtrent de ambtelijke organisatie, werkwijze en mandatering. 3. Het Algemeen Bestuur kan zijn bevoegdheden, voor zover de aard ervan zich hier niet tegen verzet verlenen aan de directeur van het openbaar lichaam. 4. Het Algemeen Bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeur en de controller. Paragraaf 2 De bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur Artikel 10 1. Aan het Dagelijks Bestuur behoren in elk geval: a. het gevraagd en ongevraagd verstrekken van inlichtingen aan het Algemeen Bestuur; b. het nemen van privaatrechtelijke rechtshandelingen van het openbaar lichaam, met uitzondering van de privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 3, vijfde lid; c. besluiten om namens het openbaar lichaam of het Dagelijks Bestuur of het Algemeen Bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het Algemeen Bestuur, voor zover het het Algemeen Bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist; d. het beheren van en het houden van toezicht op al wat het openbaar lichaam aangaat; e. het voorbereiden van al hetgeen in de vergadering van het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing moet worden gebracht; f. het uitvoeren van besluiten van het Algemeen Bestuur. 2. Het Dagelijks Bestuur oefent voorts, indien het Algemeen Bestuur daartoe besluit en naar door dit bestuur te stellen regelen, de aan het Algemeen Bestuur toekomende bevoegdheden uit. 3. Het Dagelijks Bestuur kan een of meer leden van het Dagelijks Bestuur machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt daartegen verzet. De artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. 4. Het Dagelijks Bestuur kan zijn bevoegdheden, voor zover de aard ervan zich hier niet tegen verzet, bij directiestatuut verlenen aan de directeur van het openbaar lichaam. 4

Paragraaf 3 De bevoegdheden van de voorzitter en de ambtelijk secretaris Artikel 11 1. Aan de voorzitter is de leiding van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur opgedragen. Bij verhindering of ontstentenis vervangt de plaatsvervangend voorzitter de voorzitter. 2. De voorzitter en de ambtelijk secretaris tekenen alle stukken die van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur uitgaan. Het Dagelijks Bestuur kan, onder eigen verantwoordelijkheid, het tekenen van bepaalde stukken, welke van het Dagelijks Bestuur uitgaan, opdragen aan de directeur van het openbaar lichaam respectievelijk de ambtelijk secretaris van het bestuur. 3. De voorzitter vertegenwoordigt het openbaar lichaam in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aangewezen gemachtigde. Indien de door de voorzitter vertegenwoordigde gemeente partij is in het geding waarbij het openbaar lichaam betrokken is, wordt het openbaar lichaam door een ander, door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen lid van het Dagelijks Bestuur vertegenwoordigd. Paragraaf 4 Verantwoordingsplicht, verantwoordelijkheid van de leden van het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur en openbaarheid Artikel 12 1. Het Algemeen Bestuur is verplicht de bestuursorganen van de gemeenten gevraagd en ongevraagd te dienen van bericht en raad en inlichtingen te verschaffen omtrent alle zaken betreffende deze regeling en in ieder geval binnen zes weken nadat de aanleiding hiertoe is ontstaan. 2. Het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur zijn bevoegd gevraagd of ongevraagd aan een of meer bestuursorganen der gemeenten advies te geven of voorstellen te doen, die in verband met deze regeling nodig worden geacht. 3. De leden van het Algemeen Bestuur zijn verplicht de door een of meer leden van de Raad en het College uit wier midden zij zijn aangewezen gevraagde inlichtingen te verstrekken voor zover dat niet strijdig is met het openbaar belang. De gevraagde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk, nadat daarom gevraagd is, aan de desbetreffende Raad en / of het desbetreffende College verstrekt, zulks in overeenstemming met het reglement van orde van de desbetreffende gemeente. 4. Een lid van het Algemeen Bestuur is verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde beleid aan de Raad die hem als lid aangewezen heeft, voorzover zulks niet strijdig is met het openbaar belang. Deze verantwoording wordt zo spoedig mogelijk afgelegd, nadat hem daarom gevraagd is, zulks in overeenstemming met het reglement van orde van de betreffende gemeente. 5. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn gezamenlijk en ieder afzonderlijk verantwoording schuldig aan het Algemeen Bestuur voor het door het Dagelijks Bestuur gevoerde bestuur en geven te dien aanzien alle door het Algemeen Bestuur verlangde inlichtingen; een en ander voor zover zulks niet strijdig is met het openbaar belang en in ieder geval binnen zes weken. 5

HOOFDSTUK 6 Paragraaf 1 De werkwijze van de bestuursorganen Artikel 13 1. Het Algemeen Bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar. Voorts vergadert het Algemeen Bestuur zo dikwijls als de voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt of tenminste drie leden zulks schriftelijk, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, verzoeken. 2. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur vergaderen, met uitzondering van het voorbereiden van de vergaderingen, zoveel mogelijk samen. 3. Artikel 19 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat de openbare kennisgeving door het openbaar lichaam geschiedt. 4. De vergadering van het Algemeen Bestuur wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. 5. De artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikelen 13, vijfde lid en 15. 6. Voor het in het Algemeen Bestuur tot stand brengen van een beslissing bij stemming wordt 75% vereist van het aantal (gewogen) stemmen, zoals bepaald in artikel 15. Artikel 14 1. a. Het Algemeen Bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten wanneer tenminste drie van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt; b. Artikel 25 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. 2. In een besloten vergadering wordt niet beraadslaagd noch een besluit genomen over: a. het vaststellen of wijzigen van de begroting; b. het vaststellen van de rekening. Artikel 15 1. Ter bepaling van het totaal aantal stemmen en het aantal stemmen per deelnemende gemeenten in het Algemeen Bestuur wordt uitgegaan van: a. het totaal aantal huisaansluitingen van de deelnemende gemeenten; b. het aantal huisaansluitingen per deelnemende gemeente. 2. De stemverhoudingen worden voor een periode van vier jaar vastgesteld. Hierbij is bepalend het aantal huisaansluitingen met als peildatum 1 januari van het jaar waarin een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad en het Algemeen Bestuur begint. 3. Bij toetreding van een nieuwe gemeentelijke deelnemer wordt de stemverhouding tussentijds bijgesteld met als peildatum 1 januari van het jaar van toetreding. Paragraaf 2 De werkwijze van het Dagelijks Bestuur Artikel 16 1. Het Dagelijks Bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of één der leden dit nodig oordeelt in welk geval de vergadering binnen veertien dagen plaatsvindt. 2. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur vergaderen, met uitzondering van het voorbereiden van vergaderingen, zoveel mogelijk samen. 3. De artikelen 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 32 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 13, vijfde lid is niet van toepassing op besluitvorming binnen het Dagelijks Bestuur. 4. De secretaris heeft in de vergaderingen een adviserende stem. 5. Het Dagelijks Bestuur kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen vaststellen dat aan het Algemeen Bestuur wordt overgelegd. 6

Paragraaf 3 Adviseurs Artikel 17 Tot de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur kunnen adviseurs worden toegelaten. HOOFDSTUK 7 Commissies Artikel 18 1. Het Algemeen Bestuur kan commissies van advies en commissies ter behartiging van bepaalde belangen instellen. De secretaris heeft in de commissies een adviserende stem 2. Artikel 24 en 25 Wet Gemeenschappelijke Regelingen zijn van overeenkomstige toepassing. De artikelen 82 tot en met 86 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. HOOFDSTUK 8 De directeur en de controller Artikel 19 1. De directeur heeft de dagelijkse leiding over het openbaar lichaam en is bevoegd tot het in dienst nemen, schorsen en ontslaan van werknemers op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, alsook het aanstellen, schorsen en ontslaan van ambtenaren, met uitzondering van de controller. 2. De directeur is secretaris van het Algemeen en Dagelijks Bestuur. Hij woont de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur bij en heeft daarin een adviserende stem. 3. De directeur kan in zijn werkzaamheden worden bijgestaan door één of meer functionarissen. 4. De directeur is bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden. 5. Bij of krachtens het directiestatuut worden op te dragen taken en bevoegdheden nader geregeld. Artikel 20 De controller kan, onverminderd zijn verantwoordelijkheid tot rapportage aan de directeur, rechtstreeks rapporteren aan het Dagelijks en Algemeen Bestuur in die gevallen waarin naar het oordeel van de controller de financiële continuïteit van de onderneming in gevaar dreigt te komen dan wel de algemeen geldende beginselen van behoorlijk (financieel) beheer in ruime mate overschreden worden. Het Algemeen Bestuur kan er voor kiezen om de controllerfunctie intern dan wel extern te laten vervullen. HOOFDSTUK 9 De rechtspositieregeling Artikel 21 De rechtspositieregeling van de gemeente Gorinchem is van toepassing op het personeel in dienst van deze Gemeenschappelijke Regeling. 7

HOOFDSTUK 10 Financiële bepalingen Paragraaf 1 Financieel beheer Artikel 22 1. De geldmiddelen van het openbaar lichaam worden zelfstandig beheerd. 2. Met betrekking tot het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van het openbaar lichaam alsmede de controle met betrekking tot de laatstgenoemde twee onderwerpen, zijn de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Paragraaf 2 Boekjaar Artikel 23 Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Paragraaf 3 De begroting Artikel 24 1. De begroting wordt uiterlijk 1 juli voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt door het Algemeen Bestuur vastgesteld. 2. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting zes weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden toe aan de Raden van de deelnemende gemeenten. 3. De Raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de ontwerpbegroting aan het Dagelijks Bestuur hun zienswijze over de begroting naar voren brengen. 4. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden. 5. Na vaststelling van de begroting zendt het Algemeen Bestuur zo nodig de begroting aan de Raden van de deelnemende gemeenten die terzake bij Gedeputeerde Staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen. 6. Het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. 7. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot wijzigen van de begroting voor zover het af- en overschrijvingen betreft. Het maximum bedrag hiervan wordt door het Algemeen Bestuur bij afzonderlijke verordening vastgesteld. Het Dagelijks Bestuur zendt deze besluiten ter kennisneming aan het Algemeen Bestuur en de Raden van de deelnemende gemeenten. Het bepaalde in lid 5 is op deze besluiten niet van toepassing. 8. De begroting, alsmede de besluiten tot wijziging daarvan, worden binnen veertien dagen na de vaststelling door het Algemeen Bestuur aan Gedeputeerde Staten gezonden. Paragraaf 4 Gemeentelijke bijdragen Artikel 25 1. Iedere deelnemende gemeente verbindt zich jaarlijks een gemeentelijke bijdrage te verlenen. Deze gemeentelijke bijdrage bestaat uit een bedrag dat wordt berekend op basis van de door het Algemeen Bestuur vast te stellen verdeelsleutel terzake. 2. In de begroting wordt aangegeven welke gemeentelijke bijdrage elke afzonderlijke gemeente verschuldigd is voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft. 3. De gemeenten betalen bij wijze van voorschot aan het begin van ieder kwartaal een kwart van de in lid 1 genoemde bijdragen. 8

Artikel 25a 1. Winsten en verliezen van het openbaar lichaam worden in beginsel jaarlijks verrekend met de algemene reserve van het openbaar lichaam. 2. Het Algemeen Bestuur is bevoegd terzake een maximum te stellen aan de hoogte van de algemene reserve. 3. Bij het vaststellen van de jaarrekening kan het Algemeen Bestuur besluiten tot een andere bestemming van de winst of dekking van een verlies dan is bepaald in lid 1 van dit artikel. Artikel 25b Wanneer niet-deelnemende gemeenten gebruik wensen te maken van de diensten van het openbaar lichaam wordt met deze gemeenten een afzonderlijk contract afgesloten, waarbij de kosten van deze diensten aan deze gemeenten worden doorberekend. Paragraaf 5 Rekening Artikel 26 1. Het Dagelijks Bestuur legt uiterlijk 1 april aan het Algemeen Bestuur verantwoording af over het afgelopen jaar in aansluiting aan de posten der begroting, onder overlegging van de door de directeur opgestelde jaarrekening, de daarbij behorende bescheiden en een rekening van de door de gemeenten te betalen bedragen. Het Dagelijks Bestuur voegt daarbij een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door op de op grond van artikel 27 aangewezen registeraccountant. 2. Het Algemeen Bestuur stelt de jaarrekening uiterlijk 1 juli vast. 3. De jaarrekening wordt binnen twee weken na vaststelling door het Algemeen Bestuur aan Gedeputeerde Staten toegezonden, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft. 4. Het besluit van het Algemeen Bestuur houdende vaststelling der rekening strekt, voor zover het de daarin opgenomen baten en lasten betreft, het Dagelijks Bestuur en het rekeningplichtig personeel van het openbaar lichaam tot decharge, behoudens later in rechten gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden. Paragraaf 6 Controle Artikel 27 De controle op de administratie en het beheer van de vermogenswaarde van het openbaar lichaam wordt opgedragen aan een door het Algemeen Bestuur aan te wijzen registeraccountant. Deze controle dient onder meer te waarborgen dat de rechtmatigheid van de administratie en het beheer worden getoetst. Paragraaf 7 Geldmiddelen Artikel 28 De gemeenten waarborgen de voldoening van rente, aflossing en kosten van door het openbaar lichaam te sluiten vaste geldleningen alsmede van gelden die het openbaar lichaam in rekeningcourant of bij wijze van geldlening zal opnemen, naar evenredigheid van het aantal huisaansluitingen, zoals bedoeld in artikel 15. 9

HOOFDSTUK 11 Archief Artikel 29 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van het openbaar lichaam overeenkomstig een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen regeling. 2. De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden. 3. Bij opheffing van de regeling worden de archiefbescheiden geplaatst in het regionaal archief of een door het Algemeen Bestuur aan te wijzen archiefbewaarplaats. 4. De gemeentearchivaris van Gorinchem oefent naar de voor hem gestelde regelingen inspectie uit op het beheer van de archiefbescheiden, als bedoeld in artikel 25, lid 2. van de Archiefwet. HOOFDSTUK 12 Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing Artikel 30 1. Voor de toetreding tot de regeling van een gemeente wordt volstaan met een daartoe strekkend besluit van het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam en van de Raad van elke deelnemende gemeente en de gemeente die wil toetreden. In afwijking van artikel 13, zesde lid is voor toetreding nodig dat ten minste tweederde van het aantal deelnemende gemeenten hiermee instemt. 2. Aan de toetreding kan het Algemeen Bestuur voorwaarden verbinden. 3. Van elk bericht van toetreding van een gemeente wordt kennis gegeven aan de deelnemende gemeenten en Gedeputeerde Staten. Artikel 31 1. Elke gemeente kan bij besluit van de Raad bepalen dat de deelneming aan deze regeling wordt opgezegd ingaande twee kalenderjaren na het verstrijken van het jaar waarin het besluit tot opzegging is genomen. Bedoelde besluiten worden gemotiveerd en per aangetekend schrijven terstond ter kennis gebracht van het Algemeen Bestuur. 2. Het Algemeen Bestuur regelt de financiële verplichtingen alsmede de overige gevolgen van de uittreding. In afwachting van deze regeling zal de uittreding niet worden geëffectueerd. Gedurende de periode tussen opzegging en effectuering daarvan is de opzeggende gemeente gehouden al haar verplichtingen na te komen. 3. Indien het Algemeen Bestuur daartoe besluit, kan in afwijking van de in het eerste lid genoemde termijn een kortere termijn worden toegestaan. 4. Van elk besluit tot uittreding van een gemeente wordt terstond kennis gegeven aan de gemeenten en Gedeputeerde Staten. Artikel 32 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Wijziging of opheffing van de regeling vindt plaats indien de Raden van ten minste tweederde van de gemeenten daartoe besluiten. Een voorstel daartoe kan worden gedaan door het Algemeen Bestuur of door de Raden van ten minste tweederde van de gemeenten. In afwijking van artikel 13, zesde lid is voor wijziging of opheffing nodig dat ten minste tweederde van het aantal deelnemende gemeenten hiermee instemt. 3. Indien een voorstel als bedoeld in het voorgaande lid uitgaat van de Raden van de betreffende gemeenten wordt het bij het Algemeen Bestuur ingediend. Het Algemeen Bestuur legt het voorstel ter beslissing voor aan de Raden en de Colleges van de gemeenten. 10

4. In geval van opheffing van de regeling stelt het Algemeen Bestuur een regeling vast met betrekking tot de gevolgen van de opheffing, daarbij rekening houdend met een minimale opheffingstermijn van 2 kalenderjaren volgend op het jaar waarin de beslissing is genomen. Deze regeling voorziet in elk geval in de verplichting van de deelnemende gemeenten om alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in de regeling te bepalen wijze. 5. Zo nodig blijven de bestuursorganen functioneren tot de liquidatie voltooid is. 6. Van elk besluit tot opheffing of wijziging van deze regeling wordt terstond bericht gezonden aan de gemeenten en Gedeputeerde Staten. HOOFDSTUK 13 Inwerkingtreding Artikel 34 Deze Gemeenschappelijke Regeling treedt in werking op een nader door het Algemeen Bestuur te bepalen datum. HOOFDSTUK 14 Slotbepaling Artikel 35 1. De regeling wordt aangehaald onder de titel 'Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Waardlanden. 2. De deelnemende gemeenten dragen zorg voor de bekendmaking van deze regeling op een in de desbetreffende gemeente gebruikelijke wijze. 3. Het gemeentebestuur van de gemeente Gorinchem is aangewezen als het gemeentebestuur bedoeld in artikel 26 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. 4. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het Dagelijks Bestuur. Aldus vastgesteld in de bestuursvergadering, gehouden op 21 mei 2013 de secretaris de voorzitter T.J.E.P. Versteeg A.J. Rijsdijk 11