Houtketel CBB. Gebruikershandleiding E

Vergelijkbare documenten
Ketel voor houtblokken met omgekeerde verbranding CBI-II / CBB 15 E. Gebruikershandleiding C

Nederlands 11/10/06 GSR 330 N. Gasketel 30 C. Gebruiksaanwijzing.

Lage-temperatuurketel Condensatie-stookolieketel

SEMPRA PK SEMPRA PK OBC - BORA PU BORA CU SEMPRA PK 260

PK PK PK 550

UNO/2 200, 300, 400, 500 UNO/1 200, 300, 400, 500

AD B

Stookolie-/gasketels BORA CU 150. Montage-instructie

PS 500 / PS / PS / PS / PS 2000 / PS 2500

SWW-toestel voor zonneboiler. Si Gebruikershandleiding L A

Gebruikers handleiding ATMOS. houtvergassings cv-ketel

MCR 24, 24/28MI, 30/35MI, 34/39MI MCR 18S CH

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid

DTG(E)130-35/45/65/90/115 Eco.NOxPlus, MC35E / MC45 / MC65 / MC90 / MC115

Installatie en gebruikshandleiding

Bedieningsvoorschriften

Nederland nl. Installatie- en servicehandleiding. Buffervat Gelaagd buffervat P 750-2, P

Bedieningshandleiding. GeniaUniversal

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Condensatie-gaswandketels

Zonneboiler 220 SHL. Gebruikershandleiding

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren

GEBRUIKERSHANDLEIDING

België - Nederland. RemaSOL. Zonneboiler 150SE-1S. Gebruikershandleiding

Bedieningsvoorschrift

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Bedieningsvoorschriften


VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 4/2007 Bewaren a.u.b.!

RemaSol. Zonneboiler 200SE-2S - 300SE-2S. Gebruikershandleiding L B

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke en vacuüm-buiscollectoren

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

België. Condenserende gaswandketels. Avanta Platinum Plus. Gebruikershandleiding

Nederland. Hoog rendement gaswandketels. Avanta CW6. Gebruikershandleiding AA

/2000 BE (NL)

De Aqua Air Flow is een revolutionaire Hydro -kachel, die tot 50% van zijn geproduceerde warmte-energie aan de centrale verwarming kan afgeven.

Inbedrijfstelling van de installatie

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

MAGASRO HOUTGESTOOKTE CV KETELS

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

* /1 * /1 * x40

Bedieningsvoorschrift

AUSTROFLAMM UNO XTRA. Handleiding

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Stadswarmte in huis. Zo simpel werkt het.

Gebruiksaanwijzing. Zonneboiler voor sanitair warmwater 200 SSL

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

Gebruikershandleiding en installatievoorschrift. Comfort Y1000 D

PLU 153 Condens - PLU 153 F Condens - CLU 153 Condens - CLU 153 F Condens

Installatie en gebruikshandleiding

HSF EcoMechanic Compact

HR-combiketel. Onderhoud / storingen

Hoe werkt uw cv-installatie?

Gebruikshandleiding. 8A /05.08 Wijzigingen voorbehouden.

Stadswarmte in huis. Zo simpel werkt het.

Prijslijst houtkachels 8/2014 Introductie prijzen geldig tot 30/11/2014

Zonneboiler 220 SHL. Gebruikershandleiding

Zonneboiler E200 SHL. Gebruikershandleiding C005098A

HANDLEIDING HAARSTIJLSET HS2N

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Zonnestation DKP 6-8 / DKP Installatie- en servicehandleiding C

Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08

Remeha. Verwarmingsketel gas/stookolie P 320. Installatie- en servicehandleiding A

De Aqua Air Flow is een revolutionaire "Hydro"-kachel, die tot 50% van zijn geproduceerde warmte-energie aan de centrale verwarming kan afgeven.

Bedieningsvoorschrift

GEMEENSCHAPPELIJKE BORDEN

Bedieningshandleiding

Stoken met hout. Robbie Goris

Beantwoordt aan de beperkingen. Beheerste energie BEHEERSTE ENERGIE CONDENSATIETECHNOLOGIE VOOR STOOKOLIE B ESPARING P LANEET R ENOVATIE

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

MONTAGE HANDLEIDNG VOOR POLAR GRILL M8/M6/L8

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT

Innovation Protection Conseil

Stadswarmte in huis. Zo simpel werkt het.

SEMPRA PK 150 SEMPRA PK OBC BORA PU 150

Gebruiks- en montage instructies VERWARMINGSTOESTEL

VRIJSTAANDE TUINKACHEL TYPE: TKA1-2, TKB1-2

Dossier: Afvalverwerking en verwarming

VIESMANN. Montagehandleiding. Accessoires voor gesloten werking. Aanwijzingen voor de installatie. Veiligheidsvoorschriften. Luchttoevoersystemen

Danfoss radiatorthermostaten

Danfoss Radiatorthermostaten RA 2000

VIESMANN. Montage en afstelling. Retourtemperatuurverhoging. Veiligheidsvoorschriften. Productinformatie. voor de vakman

Mod:FABY-2. Production code: FABY-2

HEAT HEAT INSTRUCTIONS. Français : 2 English : 10 Nederlands 18 Italian 26 Spanish 34 SDB-SS 2010 SDB 2000

Hoe werkt uw cv-installatie?

instructieboekje EUROM GS5000 Infraroodstraler op gas

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Bedieningsvoorschrift

VISTRON V120 C.RM VISTRON V150 C.RM. Gebruiksaanwijzing Voor de erkende vakman. 06/2004 Art. Nr

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Alfamix (wasmachines) Handleiding

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Transcriptie:

NL Houtketel Gebruikershandleiding 300008542-001-E

. Inhoud 1 Toegepaste symbolen.....................................................................3 2 Belangrijke instructies....................................................................3 2.1 Ventilatie...............................................................................................3 2.2 Onderhoud.............................................................................................4 2.3 Brandstof..............................................................................................4 3 Beschrijving.............................................................................5 3.1 Verwarmingsinstallatie....................................................................................5 3.2 Veiligheid..............................................................................................6 3.3 Ketel..................................................................................................7 3.4 Bedieningspaneel........................................................................................8 4 Inbedrijfname en aansteken................................................................9 4.1 Eerste inwerkingstelling...................................................................................9 4.2 Ontsteking - 20.....................................................................................10 4.3 Houtblokken bijvullen - 20............................................................................10 4.4 Ontsteking - 30.....................................................................................11 4.5 Houtblokken bijvullen - 30............................................................................11 5 Reiniging en regelmatig onderhoud........................................................12 5.1 20: Reiniging van de ketel (iedere 3 tot 7 dagen)..........................................................12 5.2 30: Reiniging van de ketel (iedere 3 tot 7 dagen)..........................................................13 5.3 Reiniging van de rookgassencollector (ca. 1 per maand).........................................................14 5.4 Controle van de deuren (ca. 1 per maand)....................................................................14 6 Uitschakeling van de verwarmingsketel.....................................................15 7 Bij storing..............................................................................16 2 15/09/2008-300008542-001-E

2. Belangrijke instructies Wij wensen u te feliciteren met de aankoop van een kwaliteitsproduct. Wij raden u sterk aan de volgende instructies te lezen teneinde de optimale werking van uw apparaat te garanderen. Wij zijn ervan overtuigd dat hij u geheel tevreden stelt en aan al uw verwachtingen zal voldoen. 1 Toegepaste symbolen Opgelet gevaar Kans op lichamelijk letsel en materiële schade. Neem altijd de instructies in acht voor de veiligheid van personen en goederen. 2 Belangrijke instructies Bijzondere informatie Hou rekening met de informatie om het comfort te behouden. Verwijzing Verwijzing naar andere handleidingen of andere pagina's van de handleiding. Om de goede werking van het toestel te verzekeren, moet deze handleiding nauwkeurig worden gevolgd. Werkzaamheden aan de installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door deskundig personeel. Als fabrikant kunnen wij geenszins aansprakelijk worden gesteld indien het toestel niet goed wordt gebruikt, niet of slecht wordt onderhouden of niet correct gemonteerd wordt (wat dat betreft moet u zelf zorgen dat de montage aan een erkend installateur wordt toevertrouwd). Houd kinderen uit de buurt van het verwarmingslokaal. Door een verkeerd gebruik of door wijzigingen die zonder toestemming zijn aangebracht in de installatie of aan het apparaat zelf vervalt ieder recht op garantie of ondersteuning. Neem de polen die op het klemmenbord zijn aangegeven in acht : fasegeleider (L), nulgeleider (N) en aardgeleider. In geval van een stroomonderbreking: - Geen brandstof bijvullen. Controleer regelmatig of er water in de installatie staat en of de installatie onder druk staat. Houd tijdens de werking de deuren van de ketel gesloten. Open de deuren van de ketel uitsluitend tijdens de inbedrijfstelling en het bijvullen van brandstof. Verbrand geen ongeschikte brandstof. 2.1 Ventilatie Plaats de luchtinlaten ten opzichte van de hoge ventilatieopeningen, zodat de lucht in het gehele verwarmingslokaal ververst kan worden. De minimumdiameter en de plaats van de verse-luchttoevoer en van de luchtafvoer moeten aan de geldende regelgevingen voldoen. De luchtinlaten in het lokaal niet verstoppen (ook niet gedeeltelijk). Opgelet: Teneinde beschadiging van de ketels te voorkomen, dient vervuiling van de verbrandingslucht door chloor- of fluorverbindingen voorkomen te worden, daar deze uitermate corrosief zijn. Deze verbindingen bevinden zich bijvoorbeeld in spuitbussen, verf, oplosmiddelen, reinigingsmiddelen, waspoeder, wasmiddelen, lijm, pekel, enz... Daarom: - dient geen lucht aangezogen te worden die aangevoerd wordt door ruimtes die deze producten gebruiken: kapsalon, stomerij, industriële ruimtes (oplosmiddelen), ruimtes waar koelinstallaties staan opgesteld (risico van lekkende koelvloeistof), enz... - dienen in de buurt van de ketels dergelijke producten niet opgeslagen te worden. In geval van corrosie van de ketel en/of de randapparatuur door chloor- of fluorverbindingen is de contractuele garantie niet geldig. 15/09/2008-300008542-001-E 3

2. Belangrijke instructies 2.2 Onderhoud - Het onderhoud, een complete reiniging van de ketel en het vegen van de rookgasbuis moeten verplicht minstens 2 keer per jaar door een vakman uitgevoerd worden. - Het is aanbevolen een onderhoudscontract af te sluiten. - De ketel moet iedere 3 tot 7 dagen gereinigd worden. - Controleer 1 keer per maand de afdichting van de deuren van de ketel. - De waterdruk van de installatie regelmatig controleren (> 1 bar) en eventueel bijvullen. De ketel niet plotseling met koud water bijvullen terwijl de ketel warm is. Indien deze handeling meerdere keren per seizoen uitgevoerd moet worden, zoek dan de lekkage en repareer deze. De installatie niet aftappen, tenzij dit absoluut nodig is. Voorbeeld: Meerdere maanden afwezig terwijl er vorstgevaar in het gebouw is. 2.3 Brandstof Te gebruiken - Hard loofhout (eiken-, beuken-, haagbeukhout...) - Zacht loofhout (berken-, wilgen-, lindenhout,...) - Pijnhout (dennen-, sparren-, vuren-, larikshout,...): Af en toe te gebruiken (maximaal 2 tot 3 keer gebruiken en daarna evenveel keer loofhout gebruiken) Eigenschappen van de te gebruiken houtblokken - Droog hout dat (minstens 2 jaar) afgeschermd gelegen heeft, met een laag vochtigheidsgehalte (minder dan 20% over de bruto massa) - Houtblokken met een diameter van maximaal 150 mm - Maximale lengte van de houtblokken: Model 20 30 mm 500 500 - Voor een betere verbranding dient u bij voorkeur gebruik te maken van niet al te lange houtblokken (25-33 cm) die zodanig gespleten zijn dat zij een diameter van maximaal 10 tot 15 cm hebben. - Voor een regelmatigere verbranding, een betere autonomie van de ketel en een beter jaarrendement dient u de houtblokken netjes in de verbrandingskamer te leggen. Verwarmingsvermogen en energieinhoud van de verschillende typen hout Equivalentie tussen de behoeften aan opslagvolume Stookolie: 2000 l 2m 3 (1 m x 1 m x 2 m) = 15 kubieke meter houtblokken 15 m 3 (3 m x 2.5 m x 2 m) Vermenigvuldigd met 2 voor opslag gedurende 2 jaar (Drogen van vers gekapt hout) Niet te gebruiken - Spaanplaat - Geplastificeerd, geverfd of behandeld hout - Hout dat metalen voorwerpen bevat - Hout dat niet gedurende minstens 12 maand afgeschermd opgeslagen is - Alle andere brandstoffen dan hout Type hout Hard loofhout Zacht loofhout en pijnhout Vochtigheid over bruto massa (%) Gemiddeld gewicht van een kubieke meter hout (kg/kubieke meter) Verwarmingsvermogen (kwu/kg) Energieinhoud (kwu/kubieke meter) Equivalentie in liters stookolie (l/kubieke meter) 20 30 20 30 530 600 380 440 3.9 3.3 3.9 3.3 2070 1980 1480 1450 210 200 150 145 4 15/09/2008-300008542-001-E

3 Beschrijving 3. Beschrijving 3.1 Verwarmingsinstallatie Afhankelijk van de verwarmingsinstallatie kunnen sommige componenten weggelaten of toegevoegd worden. Vraag aan de installateur uitleg over uw installatie. Désignation Fonction Ketel op houtblokken met natuurlijke trek Verbrandt op veilige en milieuvriendelijke wijze hout. Haalt de warmte uit de bij het verbranden vrijkomende rookgassen en gebruikt deze voor het verwarmingswater. EA108 Wandmodule voor verhoging van de temperatuur in de retourleiding Zorgt voor een hogere temperatuur in de retourleiding. Blijft gesloten indien de temperatuur in de retourleiding lager is dan 60 C. ML9 Thermostaatmodule voor verhoging van de temperatuur in de retourleiding Voorkomt koud water in de retourleiding van minder dan 60 C in de ketel. Houtblokken De natuurlijke energie van het hout wordt omgezet in warmte door verbranding in de Bioenergie ketel. Buffervat Dient voor de opslag van het uit de ketel met biobrandstof verkregen warme water (max. 85 C). Compenseert eventuele verschillen tussen de productie van, en de behoefte aan warmte. Sanitair-warmwatertoestel Zorgt voor een voorraad sanitair warm water voor het huishouden (bijvoorbeeld voor de douche) met elektrische bijverwarming in de zomer. SV-matic 23 B SV-matic 2233 BFS Regelknop Zorgt optimaal voor de gewenste kamertemperatuur en bespaart brandstof, ongeacht de buitentemperatuur. Radiatoren of vloerverwarming Geven de warmte van het verwarmingswater door aan de vertrekken. Verwarmingspomp Laat het verwarmingswater van de ketel naar de bufferreservoir en van de bufferreservoir naar de radiatoren circuleren en laat dit terugkomen in de ketel, waar het opnieuw verwarmd wordt. Verwarmingswater en verwarmingsleidingen Vervoeren de in de ketel geproduceerde warmte naar de radiatoren. 15/09/2008-300008542-001-E 5

3. Beschrijving Désignation Gemotoriseerde mengkraan Fonction Past de temperatuur in de vertrekleiding van de ketel naar de radiatoren zodanig aan dat de gewenste kamertemperatuur verkregen wordt, ongeacht de buitentemperatuur. Dit gebeurt door het mengen van het water in de vertrekleiding met het koudere water uit de retourleiding van de verwarming. Manometer Geeft de druk in de verwarmingskring aan. Luchtaftapkraan Er kan lucht in de cv-installatie aanwezig zijn. Veiligheidsklep Voorkomt een te hoge druktoename in de installatie. Expansievat Houdt de druk in de installatie constant en absorbeert het water afkomstig van de uitzetting. L33 Bedieningsklep van de veiligheidswisselaar Zorgt voor inschakeling van de veiligheidsaccu die de ketel tegen oververhitting beschermt. 3.2 Veiligheid - Veiligheidsaccu (af fabriek meegeleverd), aan te sluiten op het koude water door middel van een bedieningsklep (optie L33) - Veiligheidsklep (door de installateur te monteren) 6 15/09/2008-300008542-001-E

3. Beschrijving 3.3 Ketel 20 30 1. Bedieningspaneel 2. Laaddeur 3. Afstelluik secundaire lucht 4. Handgreep voor ontassen 5. Inspectieluik (Asbak) 6. Klep voor instelling luchttoevoer 7. Ketting van de klep voor instelling luchttoevoer 8. 20: Afstelling van de schoorsteenklep 30: Rookgasafvoer 9. Vermogensmodulator 10. Veiligheidswisselaar (door de installateur aan te sluiten) 11. Dompelbuis voor bedieningsklep van de veiligheidswisselaar 12. Afstelling van de verhouding primaire lucht / secundaire lucht 13. 30: Handgreep voor rookafvoer 15/09/2008-300008542-001-E 7

3. Beschrijving 3.4 Bedieningspaneel 14. Hoofschakelaar Aan 1 / Uit 0 (Laadpomp) 15. Thermometer ketelwatertemperatuur 16. Thermostaat van de laadpomp van het bufferreservoir (En/of herstellen van de temperatuur in de retourleiding) 8 15/09/2008-300008542-001-E

4 Inbedrijfname en aansteken 4. Inbedrijfname en aansteken 4.1 Eerste inwerkingstelling De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. 1. Controleer de waterdruk van de cv-installatie enkele malen per jaar. Eventueel water bijvullen. 3. Voer de handelingen voor het aansteken van de ketel uit (Zie hoofdstuk: Ontsteking - 20). 4. Stel de vermogensmodulator in op 80 C. 5. Open de klep voor instelling van de luchttoevoer terwijl u de ketting vasthoudt en wacht tot de thermometer 80 C bereikt heeft. 6. Zet de ketting vast voor een opening van 5 mm en merk de schakel. Controleer of de klep voor instelling van de luchttoevoer op de maximale stand gesloten is, indien de ketel 90 C bereikt. 15/09/2008-300008542-001-E 9

4. Inbedrijfname en aansteken 4.2 Ontsteking - 20 1. Zet de Aan/Uitschakelaar op 1. 2. Open de laaddeur. 3. Plaats kleine stukjes hout die snel vlam vatten samen met wat papier op de bodem van de verbrandingskamer. Laat een ruimte van 2 tot 4 cm tussen de houtblokken en de doorvoer van de rookgassen. Plaats de houtblokken en steek de ketel aan. 4. Sluit de laaddeur. 5. Ga, wanneer het hout eenmaal goed brandt (ca 20-30 minuten later), door met het vullen van de verbrandingskamer. Sluit de laaddeur. 4.3 Houtblokken bijvullen - 20 Vul pas houtblokken bij wanneer de vorige lading voor minstens 1/4 van het vulvolume verbruikt is. 1. Open de laaddeur. 2. Doe de houtblokken in de verbrandingskamer. 3. Sluit de laaddeur. Maximale verbrandingsduur van een lading (uren) Model 20 Loofhout 3 Pijnhout 2.5 10 15/09/2008-300008542-001-E

4. Inbedrijfname en aansteken 4.4 Ontsteking - 30 1. Zet de Aan/Uitschakelaar op 1. 2. Trek aan de handgreep voor rookafvoer 3. Open de laaddeur. 4. Plaats kleine stukjes hout die snel vlam vatten samen met wat papier op de bodem van de verbrandingskamer. Laat een ruimte van 2 tot 4 cm tussen de houtblokken en de doorvoer van de rookgassen. Plaats de houtblokken en steek de ketel aan. 5. Sluit de laaddeur. 6. Ga, wanneer het hout eenmaal goed brandt (ca 20-30 minuten later), door met het vullen van de verbrandingskamer. Sluit de laaddeur. 7. Duw de handgreep voor rookafvoer terug 4.5 Houtblokken bijvullen - 30 Vul pas houtblokken bij wanneer de vorige lading voor minstens 1/4 van het vulvolume verbruikt is. 1. Open de laaddeur. 2. Doe de houtblokken in de verbrandingskamer. 3. Sluit de laaddeur. Maximale verbrandingsduur van een lading (uren) Model 30 Loofhout 2.5 Pijnhout 2 15/09/2008-300008542-001-E 11

5. Reiniging en regelmatig onderhoud 5 Reiniging en regelmatig onderhoud Verwijder iedere 3 tot 7 dagen de as uit de ketel, afhankelijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van het gebruikte hout. Maak de rookgassencollector ca. 1 keer per maand schoon. Laat aan het einde van het stookseizoen de ketel volledig reinigen door een erkend installateur. Schakel de ketel uit alvorens hem te reinigen. Zie hoofdstuk: Uitschakeling van de verwarmingsketel 5.1 20: Reiniging van de ketel (iedere 3 tot 7 dagen) Open de laaddeur. Veeg de as weg via de gleuf op de bodem van de vuurhaard. Gebruik de handgreep voor ontassen zodanig dat de as in de asbak valt - Open het onderste inspectieluik en verwijder as en roet. Tijdens het reinigen de vuurvaste elementen niet verwijderen. 12 15/09/2008-300008542-001-E

5. Reiniging en regelmatig onderhoud 5.2 30: Reiniging van de ketel (iedere 3 tot 7 dagen) Open de laaddeur. Veeg de as weg via de gleuf op de bodem van de vuurhaard. Gebruik de handgreep voor ontassen zodanig dat de as in de asbak valt - Open het onderste inspectieluik en verwijder as en roet. Tijdens het reinigen de vuurvaste elementen niet verwijderen. 15/09/2008-300008542-001-E 13

5. Reiniging en regelmatig onderhoud 5.3 Reiniging van de rookgassencollector (ca. 1 per maand) 20: Open het inspectieluik en maak het geheel schoon met een borstel. 30: Verwijder de bevestigingshendels. Verwijder de plaat en de convectieversneller. 5.4 Controle van de deuren (ca. 1 per maand) Controleer 1 keer per maand de afdichting van de deuren van de ketel. Laat, indien nodig, de afdichtingen vervangen door de installateur. Reinigen met behulp van een borstel. - Zet de plaat en de convectieversneller terug. 14 15/09/2008-300008542-001-E

6 Uitschakeling van de verwarmingsketel 6. Uitschakeling van de verwarmingsketel 1. Wacht totdat de houtblokken opgebrand zijn (Wacht 3-4 uur). 2. Zet de Aan/Uitschakelaar op 0. Bijzondere voorzorgen Buiten de verwarmingsperiode: - Zet de circulatiepompen minstens 1 keer per maand gedurende 2 minuten aan. - Maak de verwarmingsoppervlakken van de ketel goed schoon. Te nemen voorzorgsmaatregelen bij kans op vorst Verwarmingskring: Een goed gedoseerd antivriesmiddel te gebruiken om te vermijden dat het verwarmingswater bevriest. Anders de installatie volledig aftappen. In alle gevallen de installateur raadplegen. Sanitair-warmwaterkring: Het reservoir en de sanitair-waterleidingen aftappen. Voorzorgsmaatregelen bij een langdurige uitschakeling (een jaar of langer) - De ketel en de schoorsteen zorgvuldig laten reinigen. - De deur van de ketel sluiten om elke luchtcirculatie binnenin de ketel te vermijden. 15/09/2008-300008542-001-E 15

7. Bij storing 7 Bij storing Uit te voeren controles alvorens uw installateur te bellen: Defecten Mogelijke oorzaak Storing zoeken De ketel schakelt vlak na het aansteken uit. Er ontsnappen rookgassen uit de laaddeur. De radiatoren zijn koud. Er is geen sanitair warm water. Het vuur brandt niet goed (de temperatuur bereikt de richtwaarde niet). De afdichtingen van de deur sluiten niet goed. De schuiven van de vertrek- en retourleiding van de verwarming zijn gesloten. Ketel voorzien van een regelaar: De regelaar is niet goed afgesteld. De ketelthermostaat en/of de afstandsbediening zijn niet goed afgesteld. De waterdruk en/of waterpeil zijn te laag. De radiatorkranen zijn niet open. De circulatiepomp van de verwarming en/of de laadpomp van het bufferreservoir werken niet. De 3-wegklep opent niet automatisch. De laadpomp van het sanitairwarmwatertoestel werkt niet. Er zit lucht in de primaire kring (wisselaar) van het sanitair-warmwatertoestel. Voor alle andere problemen: Neem contact op met de installateur. Alvorens een storing aan de installateur te melden eerst de volgende inlichtingen noteren: - Type product: - Bouwjaar - Serienummer Deze gegevens zijn te vinden op het kenplaatje dat op het zijpaneel van de ketel geplakt is. Steek het vuur weer aan. Zie hoofdstuk: "Ontsteking" Laat de deuren afstellen door de installateur. Laat, indien nodig, de afdichtingen vervangen door de installateur. Open de kranen. De afstellingen checken Zie: Handleiding regelaar Stel ze hoger af. Vul de installatie en ontlucht de radiatoren. Open de kranen. Draai de ontgrendelingsschroef op de as van de pomp met behulp van een schroevendraaier. Open de klep. Neem contact op met de installateur. Draai de ontgrendelingsschroef op de as van de pomp met behulp van een schroevendraaier. Schakel de automatische ontluchter van het sanitairwarmwatertoestel in. 16 15/09/2008-300008542-001-E

7. Bij storing Waarborg U heeft één van onze toestellen verworven en wij danken u voor het vertrouwen dat u ons op deze manier betuigt. Graag vestigen wij uw aandacht op het feit dat dit toestel zijn oorspronkelijke kwaliteiten des te beter zal behouden als het regelmatig gecontroleerd en onderhouden wordt. Uw installateur en heel ons net staan uiteraard tot uw dienst. Garantievoorwaarden Op dit toestel is een contractuele garantie van toepassing tegen alle fabricagefouten; de garantieperiode gaat in op de op de rekening van de installateur vermelde datum van aankoop. De garantieperiode staat vermeld in onze tariefcatalogus. Als fabrikant kunnen wij geenszins aansprakelijk worden gesteld indien het toestel niet goed wordt gebruikt, niet of slecht wordt onderhouden of niet correct gemonteerd wordt (wat dat betreft moet u zelf zorgen dat de montage aan een vakbekwaam installateur wordt toevertrouwd). In het bijzonder kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor materiële schade, immateriële verliezen of lichamelijke ongevallen naar aanleiding van een installatie die niet overeenstemt met: - de wettelijke en reglementaire of door de plaatselijke overheid opgelegde bepalingen - de nationaal of plaatselijk geldende bepalingen en de bijzondere bepalingen met betrekking tot de installatie - onze handleidingen en installatievoorschriften, met name voor wat betreft het regelmatige onderhoud van de toestellen - de regels van goed vakmanschap Onze garantie is beperkt tot de vervanging of reparatie van de door onze technische diensten als defect erkende onderdelen, met uitsluiting van de arbeids-, verplaatsings- en transportkosten. Onze garantie geldt niet voor de vervangings- of reparatiekosten voor onderdelen die defect zijn naar aanleiding van normale slijtage, een verkeerd gebruik, de tussenkomst van nietvakbekwame derden, een gebrekkig of onvoldoende toezicht of onderhoud, een niet-conforme elektrische voeding of het gebruik van ongeschikte brandstof of van brandstof van slechte kwaliteit. Op de kleinere gehelen, zoals motoren, pompen, elektrische afsluiters, enz. is de garantie enkel geldig als deze nooit gedemonteerd werden. Frankrijk De voorgaande bepalingen sluiten de toepassing van de wettelijke garantie, conform de artikelen 1641 tot en met 1648 van het burgerlijk wetboek ten gunste van de koper niet uit. België De voorgaande bepalingen betreffende de contractuele garantie sluiten de toepassing ten gunste van de koper van de wettelijke in België toepasselijke bepalingen op het gebied van verborgen gebreken niet uit. Zwitserland Het gebruik van de garantie is onderworpen aan de voorwaarden voor verkoop, levering en garantie van het bedrijf dat onze producten in de hanel brengt. Andere landen De voorgaande bepalingen sluiten de toepassing ten gunste van de koper van de wettelijke toepasselijke bepalingen op het gebied van verborgen gebreken in het land van de koper niet uit. 15/09/2008-300008542-001-E 17

7. Bij storing 18 15/09/2008-300008542-001-E

7. Bij storing 15/09/2008-300008542-001-E 19

Auteursrechten Alle in deze uitgave vervatte technische en technologische informatie alsmede eventueel door ons ter beschikking gestelde tekeningen en technische beschrijvingen blijven ons eigendom en mogen zonder onze toestemming niet worden vermenigvuldigd. Wijzigingen voorbehouden. 15/09/2008 DE DIETRICH THERMIQUE 57, rue de la Gare F- 67580 MERTZWILLER - BP 30