Inspectierapport BSO Grote Beemd (BSO) Dalemdreef 29e 5035LZ Tilburg Registratienummer 330664414 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Tilburg Datum inspectie: 07-11-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 20-11-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risico gestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risico gestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risico gestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Beschouwing Algemeen BSO Grote Beemd is ondergebracht in het multifunctionele gebouw Grote Beemd in Dalem Zuid. In het gebouw zijn diverse organisaties vertegenwoordigd in de vorm van een Brede School: de basisscholen, kinderdagverblijf, peuteropvang, GGD en Thebe. Er worden maximaal 80 kinderen in de basisschoolleeftijd opgevangen verdeeld over vier leeftijdsgebonden basisgroepen. Inspectiegeschiedenis Februari 2013: jaarlijks onderzoek: overtreding 'informatie aan ouders' en 'beroepskrachtkind ratio'. April 2013: nader onderzoek: overtreding 'informatie aan ouders' is opgelost. Overtreding 'Beroepskrachtkind ratio' is niet opgelost. November 2014: jaarlijks onderzoek: aan alle getoetste voorwaarden wordt voldaan. Oktober 2015: jaarlijks onderzoek: aan alle getoetste voorwaarden wordt voldaan. December 2016: jaarlijks onderzoek: overtreding 'pedagogisch beleid'. Februari 2017: nader onderzoek: overtreding 'pedagogisch beleid' is opgelost. Inspectie dinsdag 7 november 2017 Er heeft een onaangekondigde, risicogestuurde inspectie plaatsgevonden. Er is geobserveerd op alle groepen op de pedagogische praktijk, een aantal documenten zijn doorgenomen en er heeft een gesprek plaatsgevonden met de aanwezige beroepskrachten en de manager. De pedagogische praktijk laat een ontspannen beeld zien. De kinderen vertonen betrokken spel en zichtbaar is dat er aandacht is voor alle kinderen. De kinderen weten zichtbaar welke regels er gelden op de BSO, ze houden zich hier ook aan. Er is een ontspannen contact tussen de beroepskrachten en de kinderen. Conclusie BSO Grote Beemd voldoet aan alle, tijdens dit risicogestuurde onderzoek, getoetste voorwaarden zoals genoemd in de Wet Kinderopvang. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit domein is beoordeeld of het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de gestelde voorwaarden en/of de beroepskrachten handelen conform dit opgestelde pedagogisch plan. Er is een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep(en). Het oordeel is tot stand gekomen door middel van observatie in de praktijk en door gesprekken met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie en/of het pedagogisch beleidsplan is uitgegaan van de 4 basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. Het bieden van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. BSO Grote Beemd voldoet aan alle onderzochte voorwaarden van het onderdeel pedagogisch klimaat. Pedagogisch beleid Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan van kinderopvangorganisatie Kinderstad wat van toepassing is voor BSO Grote Beemd. Daarnaast is er een locatiespecifiek plan. Beide plannen vormen het pedagogisch beleid. In het pedagogisch beleid wordt beschreven: de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen wordt aantoonbaar extra aandacht besteed aan de omgang met de basisgroep. in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Opmerking: De groepsgrootte is beschreven met maximaal 40 kinderen per basisgroep. De manager geeft aan dit een fout is en herstelt de informatie per direct. De groepsgrootte is maximaal 20 kinderen per basisgroep. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleid Uit observatie en interview met de beroepskrachten blijkt het pedagogisch beleid in de praktijk duidelijk te zijn en te worden toegepast. 4 van 11
Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (schuin gedrukt) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Er is geobserveerd op de groep tijdens eet- en drinkmoment, vrij spel, een georganiseerde knutselactiviteit, ophalen van de kinderen en tijdens een georganiseerde activiteit in de gymzaal. Waarborgen van emotionele veiligheid De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Praktijk: een kind wil graag even apart zitten in de gymzaal. Hij is nog vrij nieuw en de beroepskracht gaat erbij zitten, ze slaat een arm om hem heen en samen kijken ze naar de spelende kinderen. De beroepskracht stelt na verloop van tijd voor dat ze samen mee gaan spelen. Het kind pakt haar hand en samen nemen ze deel aan de activiteit. Een ander kind heeft verdriet omdat haar vriendinnetje al naar huis is. De beroepskracht begeleidt haar en vervolgens sluit ze aan bij spel bij een groepje kinderen. Het kind speelt mee en heeft weer zichtbaar plezier. Stimuleren van persoonlijke competentie De beroepskrachten hebben een herkenbaar programma, waarbij (veel) ruimte is of gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. Praktijk: standaard in het programma is opgenomen dat er een knutselactiviteit, een kookactiviteit en een buiten/gymzaal activiteit wordt aangeboden. Kinderen zijn vrij om hiervoor te kiezen of vrij te spelen. Tijdens de knutselactiviteit overleggen de kinderen met elkaar en met de beroepskracht hoe ze hun werkje aan zullen pakken, welke kleuren ze kiezen, wat ze mooi vinden en wat juist niet, enzovoorts. Stimuleren van sociale competentie Kinderen krijgen informatie en hulp om contact met groepsgenootjes te maken en te onderhouden. De beroepskrachten stimuleren de interactie tussen kinderen. Praktijk: in de gymzaal spelen de kinderen in groepjes een spel, ze worden gestimuleerd om samen te werken. Tijdens het eet- en drinkmoment vinden er diverse gesprekjes plaats aan tafel. De beroepskrachten richten de aandacht van de kinderen op elkaar, ze stimuleren de kinderen naar elkaar te luisteren. Overdracht van normen en waarden De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn. Het is voor kinderen duidelijk wat de consequenties zijn als zij de afspraken negeren of overtreden. Praktijk: de beroepskracht herhaalt regelmatig de geldende regels, zoals netjes eten, niet de hele appel tegelijk in je mond. Niet praten met volle mond, naar elkaar luisteren. Ze benoemt tevens de reden van deze afspraken/regels. Een kind maakt een radslag binnen, de beroepskracht zegt dat dat niet de bedoeling is binnen, omdat je iemand anders kunt raken, buiten mag dit wel. Voor het gedrag van de 8+er worden in specifieke situaties of momenten, aangepaste regels gehanteerd. Praktijk: de zelfstandigheid wordt zoveel als mogelijk gestimuleerd. Ze mogen bijvoorbeeld zelf hun drinken pakken, een meisje wordt gevraagd of zij de toezichthouder de weg wil wijzen naar de gymzaal. Voor de oudere kinderen is schriftelijk vastgelegd waarvoor ouders wel/niet toestemming voor geven. Onder anderen voor zelfstandig buiten spelen, zelf naar huis gaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 11
Personeel en groepen Binnen dit onderdeel is gecontroleerd of de beroepskrachten in het bezit zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Daarbij is gecontroleerd of men in het bezit is van een passende beroepskwalificatie. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Het kindercentrum voldoet aan alle onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten beschikken over een verklaring omtrent het gedrag (VOG) welke voldoet aan de gestelde eisen. De VOG's zijn op locatie aanwezig in een map op het kantoor van de manager en ze zijn digitaal inzichtelijk. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. Opvang in groepen Bij BSO Grote Beemd worden maximaal 80 kinderen opgevangen in de leeftijd van 4-13 jaar. Er wordt opvang geboden in de volgende 4 basisgroepen: Groep Draken 1 met maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar Groep Draken 2 met maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-7 jaar Groep Bikkels 1 bovenbouw groep met maximaal 20 kinderen vanaf 7 jaar. Groep Bikkels 2 bovenbouw groep met maximaal 20 kinderen vanaf 7 jaar. Beroepskracht-kindratio Uit de genomen steekproef van de aanwezigheidslijsten van de kinderen en het rooster van de beroepskrachten van week 44-2017 en op de dag van inspectie blijkt dat de beroepskrachtkindratio op alle groepen voldoet. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 11
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de (spel)activiteiten die kinderen buiten de basisgroepen kunnen verrichten. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 en art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 6 en 7 en art 7 lid 1c Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 10, art 7 lid 1 sub g en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 9, art 7 lid 1 sub g en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 11
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 11, art 7 lid 1 sub f en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 11
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Grote Beemd Website : http://www.kinderstadtilburg.nl Aantal kindplaatsen : 80 Gegevens houder Naam houder : KC Grote Beemd B.V. Adres houder : Piushaven 6 Postcode en plaats : 5017AN Tilburg KvK nummer : 62841831 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : M. van de Laar Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Tilburg Adres : Postbus 90155 Postcode en plaats : 5000LH TILBURG Planning Datum inspectie : 07-11-2017 Opstellen concept inspectierapport : 13-11-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 20-11-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 24-11-2017 Verzenden inspectierapport naar : 24-11-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 15-12-2017 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11