KOP LINIAIRE KEURING EN BEOORDELING VAN OUESSANT SCHAPEN Algemeen Kop dient wat betreft grootte en uitstraling overeen te komen met de rest van het dier in zijn algemeenheid. Ooi -fijn en regelmatige kop -neusbeen en voorhoofd vormen één rechte lijn Ram -grovere bouw en robuuster in zijn algemeenheid dan ooi -gebogen neusbeen = rammen neus Gebit -totale gebit moet gelijkmatig gevormd zijn en een perfecte stand van de tanden hebben tov de bovenkaak dus geen snoek- of varkensbek fig 1 -tanden moeten allemaal dezelfde maat hebben fig 2
Ogen -deze dienen glinsterend te zijn met een levendige blik -dienen iets uitpuilend te zijn Oren -deze dienen fijn, kort en beweeglijk te zijn -liefst opstaand enige invloed door het oormerk mag Hoornen bij rammen -donker kleurig voor zwarte dieren -licht bij de witte dieren, zwarte lijn toegelaten -doorsnede is driehoekig -de hoornen dienen symmetrisch geplaatst tov de kop -liefst aan de basis voldoende uit elkaar geplaatst -mogen niet te eng afbuigen langs de kaak Lichte fouten bij de kopstudie -kop niet in overeenstemming met de totale bouw van het dier -lichte afwijkingen aan het gebit -tranende ogen of een witte waas voor één of beide ogen doffe ogen -grootte van de oren niet in overeenstemming met grootte van de kop -te enge of te wijde stand van de horens -lichte asymetrische stand van de horens -horens te veel gedraaid Zware fouten bij de kopstudie -zware afwijkingen van het gebit -ontbreken van tanden voor de leeftijd van vier jaar
-ontbreken van alle tanden op een leeftijd van zes jaar -rammenneus bij ooien -vlak neusbeen bij rammen -te smalle aanzet of stand van de hoornen zodat deze zullen ingroeien in nek of kop -zware assymetrie van de horens -Zwarte blokken in de horens bij witte dieren -aanwezigheid van hoornen of zware aanzet bij ooien HALS -goede plaatsing van de hals tussen kop en romp slanke indruk zonden klossen -bij rammen dient een harige kraag en/ of das aanwezig te zijn Lichte fouten bij de hals -aanwezigheid van lelletjes, vanaf 2021 niet meer toegelaten ROMP -een rechte horizontale rug -schofthoogte bij ooien maximum 46 cm Bij rammen maximum 49 cm Dit beiden op een ouderdom van drie jaar. Bij aanbieding van dieren jonger dan drie jaar maar min. twee jaar voor het bekomen van een status is de schofthoogte respectievelijk 44 cm bij ooien en 47 cm bij rammen. Indien deze hoogte reeds is bereikt op de ouderdom van twee jaar dient het dier sowieso terug aangeboden te worden op driejarige leeftijd voor het bekomen van een definitieve status. -totale bouw van de romp moet in overeenstemming zijn met de totale grootte van het dier -het kruis mag niet te plat of te hellend noch te kort zijn ook weer in verhouding van de totale bouw van het dier fig 3
-de rug dient horizontaal te zijn, niet afhellend in zijn totaliteit naar voor of naar achter fig 4 -schoft en schouders goed aansluitend op de middenhand -totaal zijaanzicht van het dier vormt een rechthoek met een normale verhouding tussen lengte en hoogte -staartlengte maximum tot aan de hak. Lichte fouten bij beoordeling van de romp -dier is te lang in verhouding tot de hoogte -dier is te kort in verhouding tot de lengte -staart is langer dan tot aan de hak -lichte zadelrug of licht gebocheld -te platte of te ronde achterhand Zware fouten bij beoordeling van de romp -uitgesproken zadelrug of gebocheld -zeer hoekige of hellende achterhand
LEDEMATEN Fijne pootjes met een gemiddelde lengte in verhouding tot de totale bouw van het gehele lichaam Voorpoten -rechte evenwijdige plaatsing in ruststand bij vooraanzicht fig 6 -in profiel zicht juiste plaatsing in verhouding tot de bouw van het lichaam fig 7 Achterpoten -rechte evenwijdige plaatsing van de achterpoten in ruststand bij achteraanzicht fig 8 -in profiel zicht juiste plaatsing van de achterbenen in ruststand waarbij het kruis en het onderbeen een rechte verticale lijn dienen te vormen. Fig 9
Koten en hoeven -kootstand zowel van voor als achterpoten dient korrekt te zijn en mag niet te steil zijn of door te zakken fig 10 Lichte fouten bij beoordeling van de ledematen -te lange of te korte poten in verhouding tot de bouw van het lichaam -hoeven te lang niettegenstaande een goede verzorging -lichte afwijking kootstand Zware fouten bij de beoordeling van de ledematen -zowel voor als achterpoten vertonen een zware x (koehakkigheid) of o vormige stand -onregelmatige gang ( in lichte of zware vorm gezien vererfelijkheid)
-voorbenen of achterbenen zeer onderstandig of te steil -zeer afwijkende plaatsing van de hoeven -zeer afwijkende plaatsing of stand van de koten KLEUR EN VACHT -erkende kleurslagen bij het BOV - zwart en wit -bij witte dieren die een rode huid hebben kan er om die reden een roodachtige gloed zichtbaar zijn door de vacht -de vacht bedekt de kruin, een deel van de wangen, de romp tot kniehoogte en de staart -op de buik kan de begroeiing met de vacht wel of niet doorlopen -de vacht kan zowel harig als krullend zijn -bij zwarte dieren kan tot de ouderdom van ongeveer twee jaar een kleine witte vlek of enkele witte haren voorkomen of het voorhoofd. bij zwarte dieren aanwezigheid van een verkleurde vlek tot 1cm in diameter, of witte haren op het voorhoofd bij dieren ouder dan 3 jaar Lichte fouten bij kleur en vacht -te korte of overdreven harige wol -Grote fouten bij kleur en vacht -grote anders kleurige vlekken dan de basis kleur in de vacht waardoor een soort bont dier ontstaat -meerdere grote vlekken anders dan de basiskleur over het ganse lichaam verspreidt. UITSLUITINGSFOUTEN OF ERFELIJKE FOUTEN -Ooien met hoornen -Ongelijke teelballen bij rammen -Ontbreken van één teelbal bij rammen
-Uitgeproken varkensbek -Uitgesproken snoekbek -Grove fouten wat betreft pootstand niet ter oorzake van ongeval -Onregelmatige gang zowel licht als zwaar afwijkend