GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN



Vergelijkbare documenten
MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 74. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 104 bladzijden/pages

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 2. Entrent en vigueur le 1 er janvier 2007 :

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

49188 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden.

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

47990 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N Numéro tél. gratuit :

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : Numéro tél. gratuit :

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

62112 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

16002 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

64360 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden.

33662 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

45462 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Percentage betrekkingen toe te wijzen. Pourcentage d emplois à attribuer

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 351 INHOUD SOMMAIRE. 144 bladzijden/pages

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

30548 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

KONINKRIJK BELGIË ROYAUME DE BELGIQUE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 3 MONITEUR BELGE

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Formeel advies van de Planningscommissie Medisch aanbod. Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale

MINISTERE DES FINANCES MINISTERIE VAN FINANCIEN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er septembre 2014.

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

77220 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

36930 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

53438 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages

40816 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

36726 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERE DES FINANCES

SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE

4732 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

22306 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE SERVICES DU PREMIER MINISTRE DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER

74018 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

46866 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

62134 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

13286 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

69668 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

46434 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Transcriptie:

53257 In afwijking van het eerste lid, dient, tot de dag van ontvangst van de aangepaste uitbatingsvergunning, de vestigingsvergunning of de overeenkomst van overdracht in de apotheek te worden bewaard in geval van toepassing van paragraaf 3, 4e lid. De in deze paragraaf bedoelde attesten en vergunningen, dienen op het eerste verzoek aan de ambtenaren van het FAGG te worden voorgelegd. 10. Het FAGG stelt het model van het formulier voor de registraties vast en maakt deze bekend op zijn website. De registraties mogen elektronisch worden ingediend op voorwaarde dat het formulier is ondertekend met een geavanceerde elektronische handtekening overeenkomstig artikel 4, 4, van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten. De Minister kan de elektronische indiening verplicht stellen. Hij stelt hiertoe de nadere regelen vast. De Minister kan, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de registratieverplichtingenbeperken tot de gegevens die niet zijn opgenomen in het Rijksregister van de natuurlijke personen, opgericht bij wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, of de Kruispuntbank van Ondernemingen, opgericht bij wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. Hij stelt hiertoe de voorwaarden en nadere regelen vast. De ambtenaar bedoeld in paragraaf 7 registreert dit geval de gegevens aan de hand van het Rijksregister of de Kruispuntbank van Ondernemingen naar gelang het geval. Art. 20. Artikel 20bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 8 december 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 2001, wordt opgeheven. Art. 21. De minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 19 april 2014. FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX Par dérogation à l alinéa1 er,l autorisation d implantation ou l accord de transfert doivent être conservés dans l officine jusqu au jour de réception de l autorisation d exploitation adaptée, en cas d application du paragraphe 3, alinéa 4. Les certificats et autorisations visés dans ce paragraphe doivent être présentés aux fonctionnaires de l AFMPS à la première demande. 10. L AFMPS fixe le modèle du formulaire pour les enregistrements et le publie sur son site web. Les enregistrements peuvent être introduits par voie électronique à condition que le formulaire ait été signé avec une signature électronique avancée conformément à l article 4, 4, de la loi du 9 juillet 2001 fixant certaines règles relatives au cadre juridique pour les signatures électroniques et les services de certification. Le Ministre peut imposer l introduction électronique. Il fixe les modalités à cet effet. Le Ministre peut, après avoir obtenu l avis de la Commission de la protection de la vie privée, limiter les obligations d enregistrement, aux données qui ne sont pas reprises dans le Registre national des personnes physiques, créé par la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques, ou la Banque-Carrefour des Entreprises, créée par la loi du 16 janvier 2003 portant création d une Banque-Carrefour des Entreprises, modernisation du registre de commerce, création de guichets d entreprises agréés et portant diverses dispositions. Il fixe les conditions et modalités à cet effet. Le fonctionnaire visé au paragraphe 7 enregistre dans ce cas les données au moyen du Registre national ou de la Banque-Carrefour des Entreprises selon le cas.» Art. 20. L article 20bis du même arrêté, inséré par l arrêté royal du 8décembre 1999 et modifié par l arrêté royal du 4 mars 2001, est aboli. Art. 21. Le ministre ayant la Santé publique dans ses attributions, est chargé de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 19 avril 2014. PHILIPPE Par le Roi : La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, Mme L. ONKELINX GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID [C 2014/35451] 21 MAART 2014. Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van taken en kerntaken aan een lokaal bestuur als vermeld in artikel 25, 1, eerste lid, 1, van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, artikel 25 en 56; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 januari 2014; Gelet op advies 55.371/3 van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2014 met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1 agentschap : het Agentschap voor Binnenlands Bestuur van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Binnenlands Bestuur ;

53258 BELGISCH STAATSBLAD 11.07.2014 MONITEUR BELGE 2 decreet van 7 juni 2013 : het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid; 3 minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen. Art. 2. Ter uitvoering van artikel 25 van het decreet van 7 juni 2013 en op voorwaarde dat voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, zal de minister de opdracht om de integratie te ondersteunen, te stimuleren en te begeleiden, vermeld in artikel 17, eerste lid, van het decreet van 7 juni 2013, toewijzen aan de volgende lokale besturen als vermeld in artikel 2, eerste lid, 18, van het decreet van 7 juni 2013: 1 de stad Antwerpen; 2 de stad Gent. De lokale besturen, vermeld in het eerste lid, worden belast met de uitvoering van de kerntaken en taken, vermeld in artikel 17, tweede en derde lid, van het decreet van 7 juni 2013, op hun grondgebied. De volgende diensten kunnen de opdracht, vermeld in het eerste lid, opnemen: 1 gemeentelijke diensten als vermeld in artikel 75 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; 2 een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, opgericht door de stad of waarin de stad deelneemt. In voorkomend geval is titel VII, hoofdstuk II, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 van overeenkomstige toepassing, behalve wat het autonoom gemeentelijk havenbedrijf, vermeld in artikel 226, 3, en artikel 247bis van het voormelde decreet, betreft. Art. 3. Om in aanmerking te komen, dient het lokale bestuur een aanvraag in bij het agentschap. De aanvraag is gedateerd en behoorlijk ondertekend en de volgende stukken zijn erbij gevoegd: 1 de beslissing van het lokale bestuur over de keuze van de diensten, vermeld in artikel 2, tweede lid; 2 het engagement van het lokale bestuur om: a) tegelijk aan de realisatie van de vier kerntaken, vermeld in artikel 17, tweede lid, van het decreet van 7 juni 2013, te werken; b) de opdracht, vermeld in artikel 2, eerste lid, conform artikel 3 en 4 van het decreet van 7 juni 2013 uit te voeren; c) te voorzien in een transitieproces om een vlotte inkanteling van de bestaande werkingen en personeelsleden te garanderen en, in voorkomend geval, cao nr. 32bis van 7 juni 1985 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging van de werkgever ingevolge de overgang van ondernemingen krachtens overeenkomst van toepassing te verklaren; d) met de minister een samenwerkingsovereenkomst als vermeld in artikel 19 van het decreet van 7 juni 2013, te sluiten en daarin bijkomend aan te geven op welke wijze voorzien zal worden in de nodige afstemming met: 1) het EVA, vermeld in artikel 2, eerste lid, 6, van het decreet van 7 juni 2013; 2) het eigen inclusieve lokale integratiebeleid, vermeld in artikel 12 van het decreet van 7 juni 2013. In het tweede lid, punt 2, c), wordt verstaan onder bestaande werkingen in de stad Antwerpen: 1 het erkende lokale integratiecentrum De Acht vzw; 2 het erkende onthaalbureau Stedelijk Onthaalbureau PINA; 3 de Stedelijke Tolk- en Vertaaldienst Antwerpen. In het tweede lid, punt 2, c), wordt verstaan onder bestaande werkingen in de stad Gent: 1 het erkende lokale integratiecentrum Intercultureel Netwerk Gent vzw; 2 het erkende onthaalbureau Centrum voor Anderstalige Nieuwkomers Kom-Pas vzw; 3 Tolk- en Vertaalservice Gent vzw. Art. 4. 1. In dit artikel wordt verstaan onder: 1 besluit van 15 juli 2002 : het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid; 2 besluit van 15 december 2006 : het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid; 3 besluit van 20 december 2013 : het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid en van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 met betrekking tot de uitvoering van het decreet betreffende het Vlaamse integratiebeleid, wat betreft de toekenning van subsidies in het kalenderjaar 2014. 2. Titel IV van het besluit van 15 juli 2002 is van toepassing voor de toekenning van subsidies in het kalenderjaar 2014 aan het erkende lokale integratiecentrum De Acht vzw, vermeld in artikel 3, derde lid, 1, van dit besluit, en het erkende lokale integratiecentrum Intercultureel Netwerk Gent vzw, vermeld in artikel 3, vierde lid, 1, van dit besluit. Conform artikel 13 van het besluit van 20 december 2013 zijn de volgende bepalingen van het besluit van 15 juli 2002 niet van toepassing: 1 artikel 51, tweede en derde lid; 2 artikel 60, derde lid; 3 artikel 66. De subsidie die in het kalenderjaar 2014 is toegekend aan het lokale integratiecentrum wordt uitbetaald in twee voorschotten en een saldo. Het eerste voorschot van 40% wordt bij de aanvang van het werkjaar uitbetaald. Het tweede voorschot van 50% wordt uitbetaald voor 1 juli 2014. Het saldo van 10% wordt uitbetaald voor 1 september 2015 na controle en goedkeuring van het verslag, vermeld in artikel 67, 1, van het besluit van 15 juli 2002. Bij de berekening wordt rekening gehouden met de uitgekeerde voorschotten. Als de uitgekeerde voorschotten hoger zijn dan de subsidie, wordt het verschil teruggevorderd.

53259 Bij overgang van het lokale integratiecentrum naar de gekozen dienst als vermeld in artikel 3, tweede lid, 1, van dit besluit, wordt het definitieve saldo bepaald. Als het definitieve saldo meer bedraagt dan 10% van de subsidie-enveloppe, zal het bedrag dat die 10% overstijgt, voor 1 december 2014 uitbetaald worden aan de stad. Het saldo van 10% zal voor 1 september 2015 uitbetaald worden aan de stad. 3. Hoofdstuk VII van het besluit van 15 december 2006 is van toepassing voor de toekenning van subsidies in het kalenderjaar 2014 aan het erkende onthaalbureau Stedelijk Onthaalbureau PINA, vermeld in artikel 3, derde lid, 2, van dit besluit, en het erkende onthaalbureau Centrum voor Anderstalige Nieuwkomers Kom-Pas vzw, vermeld in artikel 3, vierde lid, 2, van dit besluit. Conform artikel 13 van het besluit van 20 december 2013 zijn de volgende bepalingen van het besluit van 15 december 2006 niet van toepassing: 1 artikel 30, derde lid; 2 artikel 32, vijfde lid; 3 artikel 33. De subsidie in het kalenderjaar 2014 aan het onthaalbureau wordt uitbetaald in twee voorschotten en een saldo. Het eerste voorschot van 40% wordt bij de aanvang van het werkjaar uitbetaald. Het tweede voorschot van 50% wordt uitbetaald voor 1 juli 2014. Het saldo van 10% wordt uitbetaald voor 1 september 2015 na controle en goedkeuring van het verslag, vermeld in artikel 34, 3, van het besluit van 15 december 2006. Bij de berekening wordt rekening gehouden met de uitgekeerde voorschotten. Als de uitgekeerde voorschotten hoger zijn dan de subsidie, wordt het verschil teruggevorderd. Bij overgang van het onthaalbureau naar de gekozen dienst als vermeld in artikel 3, tweede lid, 1, van dit besluit, wordt het saldo bepaald. Als het saldo meer bedraagt dan 10% van de subsidie-enveloppe, zal het bedrag dat die 10% overstijgt, voor 1 december 2014 uitbetaald worden aan de stad. Het saldo van 10% zal voor 1 september 2015 uitbetaald worden aan de stad. Art. 5. De volgende bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid treden in werking: 1 artikel 2, eerste lid, 18 ; 2 artikel 25, 2. Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 21 maart 2014. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE [C 2014/35451] 21 MARS 2014. Arrêté du Gouvernement flamand portant attribution de tâches et de tâches essentielles à une administration locale telle que visée à l article 25, 1 er, alinéa premier, 1, dudécret du 7 juin 2013 relatif à la politique flamande d intégration et d intégration civique Le Gouvernement flamand, Vu le décret du 7 juin 2013 relatif à la politique flamande d intégration et d intégration civique, notamment les articles 25 et 56 ; Vu l accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 30 janvier 2014 ; Vu l avis 55.371/3 du Conseil d Etat, donné le 11 mars 2014, en application de l article 84, 1 er, alinéa premier, 1, des lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; Sur la proposition du Ministre flamand de la Gouvernance publique, de l Administration intérieure, de l Intégration civique, du Tourisme et de la Périphérie flamande de Bruxelles ; Après délibération, Arrête : Article 1 er. Dans le présent arrêté, on entend par : 1 agence : l Agence de l Administration intérieure du Ministère flamand de la Gouvernance publique, établie par l arrêté du Gouvernement flamand du 28 octobre 2005 portant création de l agence autonomisée interne «Agentschap voor Binnenlands Bestuur» ; 2 décret du 7 juin 2013 : le décret du 7 juin 2013 relatif à la politique flamande d intégration et d intégration civique ; 3 Ministre : le Ministre flamand ayant la politique en matière d accueil et d intégration d immigrés dans ses attributions. Art. 2. En exécution de l article 25 du décret du 7 juin 2013 et à condition que les conditions, visées à l article 3, soient remplies, le Ministre attribuera la mission de soutenir et d accompagner l intégration, visée à l article 17, alinéa premier, du décret du 7 juin 2013, aux administrations locales suivantes, telles que visées à l article 2, alinéa premier, 18, dudécret du 7 juin 2013 : 1 la ville d Anvers ; 2 la ville de Gand.

53260 BELGISCH STAATSBLAD 11.07.2014 MONITEUR BELGE Les administrations locales, visées à l alinéa premier, sont chargées de l exécution des tâches essentielles et des tâches, visées à l article 17, alinéas deux et trois, du décret du 7 juin 2013, sur leur territoire. Les services suivants peuvent assumer la mission, visée à l alinéa premier : 1 des services communaux tels que visés à l article 75 du décret communal du 15 juillet 2005 ; 2 une agence communale autonomisée externe, établie par la ville ou à laquelle participe la ville. Le cas échéant, le titre VII, chapitre II, du décret communal du 15 juillet 2005 s applique par analogie, sauf en ce qui concerne la régie portuaire communale autonome, visée à l article 226, 3, età l article 247bis du décret précité. Art. 3. Pour être éligible, l administration locale introduit une demande auprès del agence. La demande est datée etdûment signée, et accompagnée des documents suivants : 1 la décision de l administration locale sur le choix des services, visés à l article 2, alinéa deux ; 2 l engagement de l administration locale à : a) se consacrer en même temps à la réalisation des quatre tâches essentielles, visées à l article 17, alinéa deux, du décret du 7 juin 2013 ; b) exécuter la mission, visée à l article 2, alinéa premier, conformément aux articles 3 et 4 du décret du 7 juin 2013 ; c) prévoir un processus de transition afin de garantir une bonne articulation des activités existantes et des membres du personnel et, le cas échéant, de déclarer d application la CCT n 32bis du 7 juin 1985 concernant le maintien des droits des travailleurs en cas de changement d employeur du fait d un transfert conventionnel d entreprise, en vertu d une convention ; d) conclure avec le Ministre un accord de coopération tel que visé àl article 19 du décret du 7 juin 2013, et d indiquer complémentairement dans cet accord de quelle manière l harmonisation nécessaire sera prévue avec : 1) l AAE, visée à l article 2, alinéa premier, 6, dudécret du 7 juin 2013 ; 2) la propre politique locale d intégration inclusive, visée à l article 12 du décret du 7 juin 2013. Dans l alinéa deux, point 2, c), on entend par activités existantes dans la ville d Anvers : 1 le centre local d intégration agréé a.s.b.l. «De Acht» ; 2 le bureau d accueil agréé «Stedelijk Onthaalbureau PINA» ; 3 le Service communal de Traduction et d Interprétation de la ville d Anvers. Dans l alinéa deux, point 2, c), on entend par activités existantes dans la ville de Gand : 1 le centre local d intégration agréé a.s.b.l. «Intercultureel Netwerk Gent» ; 2 le bureau d accueil agréé a.s.b.l. «Centrum voor Anderstalige Nieuwkomers Kom-Pas» ; 3 a.s.b.l. «Tolk- en Vertaalservice Gent». Art. 4. 1 er. Dans le présent article, on entend par : 1 arrêté du 15 juillet 2002 : l arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2002 relatif à l agrément et au subventionnement des centres et services pour la politique flamande des minorités; 2 arrêté du 15 décembre 2006 : l arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 2006 portant exécution de la politique flamande d intégration civique ; 3 arrêté du 20 décembre 2013 : l arrêté du Gouvernement flamand du 20 décembre 2013 modifiant l arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2002 relatif à l agrément et au subventionnement des centres et services pour la politique flamande des minorités, l arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 2006 relatif à la mise en œuvre de la Politique flamande d intégration civique et l arrêté du Gouvernement flamand du 12 novembre 2010 relatif à l exécution du décret relatif à la politique d intégration flamande, en ce qui concerne l octroi de subventions dans l année calendaire 2014. 2. Le Titre IV de l arrêté du 15 juillet 2002 s applique à l octroi de subventions dans l année calendaire 2014 au centre local d intégration agréé a.s.b.l. «De Acht», visé àl article 3, alinéa trois, 1, duprésent arrêté, et au centre local d intégration agréé a.s.b.l. «Intercultureel Netwerk Gent», visé àl article 3, alinéa quatre, 1, duprésent arrêté. Conformément à l article 13 de l arrêté du 20 décembre 2013, les dispositions suivantes de l arrêté du 15 juillet 2002 ne s appliquent pas : 1 l article 51, alinéas deux et trois ; 2 l article 60, alinéa trois ; 3 l article 66. La subvention qui est octroyée dans l année calendaire 2014 au centre local d intégration est payée au moyen de deux acomptes et un solde. Le premier acompte de 40% est payé au début de l année d activité. Le deuxième acompte de 50% est payé avant le 1 er juillet 2014. Le solde de 10% est payé avant le 1 er septembre 2015 après le contrôle et l approbation du rapport, visé àl article 67, 1 er,del arrêté du 15 juillet 2002. Lors du calcul, il est tenu compte des acomptes versés. Lorsque les acomptes versés sont supérieurs à la subvention, la différence est réclamée. Lors de la transition du centre local d intégration au service choisi tel que visé àl article 3, alinéa deux, 1, du présent arrêté, le solde définitif est déterminé. Lorsque le solde définitif est supérieur à 10% de l enveloppe subventionnelle, le montant dépassant ces 10% sera payéàla ville avant le 1 er décembre 2014. Le solde de 10% sera payé à la ville avant le 1 er septembre 2015. 3. Le Chapitre VII de l arrêté du 15 décembre 2006 s applique à l octroi de subventions dans l année calendaire 2014 au bureau d accueil agréé «Stedelijk Onthaalbureau PINA», visé àl article 3, alinéa trois, 2, duprésent arrêté, et au bureau d accueil agréé a.s.b.l. «Centrum voor Anderstalige Nieuwkomers Kom-Pas», visé à l article 3, alinéa quatre, 2, duprésent arrêté.

53261 Conformément à l article 13 de l arrêté du 20 décembre 2013, les dispositions suivantes de l arrêté du 15 décembre 2006 ne s appliquent pas : 1 l article 30, alinéa trois ; 2 l article 32, alinéa cinq ; 3 l article 33. La subvention dans l année calendaire 2014 au bureau d accueil est payée au moyen de deux acomptes et un solde. Le premier acompte de 40% est payé au début de l année d activité. Le deuxième acompte de 50% est payé avant le 1 er juillet 2014. Le solde de 10% est payé avant le 1 er septembre 2015 après le contrôle et l approbation du rapport, visé à l article 34, 3, de l arrêté du 15 décembre 2006. Lors du calcul, il est tenu compte des acomptes versés. Lorsque les acomptes versés sont supérieurs à la subvention, la différence est réclamée. Lors de la transition du bureau d accueil au service choisi tel que viséàl article 3, alinéa deux, 1, duprésent arrêté, le solde est déterminé. Lorsque le solde est supérieur à 10% de l enveloppe subventionnelle, le montant dépassant ces 10% sera payé àla ville avant le 1 er décembre 2014. Le solde de 10% sera payé àla ville avant le 1 er septembre 2015. Art. 5. Les dispositions suivantes du décret du 7 juin 2013 relatif à la politique flamande d intégration et d intégration civique entrent en vigueur : 1 l article 2, alinéa premier, 18 ; 2 l article 25, 2. Art. 6. Le Ministre flamand ayant la politique en matière d accueil et d intégration des immigrés dans ses attributions, est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 21 mars 2014. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS Le Ministre flamand de la Gouvernance publique, de l Administration intérieure, de l Intégration civique, du Tourisme et de la Périphérie flamande de Bruxelles, G. BOURGEOIS * VLAAMSE OVERHEID [2014/203633] 4 APRIL 2014. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten ter uitvoering van opdracht van de bevoegdheid inzake het voeren van een specifiek grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant aan de Provincie Vlaams-Brabant De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 34, 3, eerste lid, 2 o, vervangen bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, artikel 42, ingevoegd bij het decreet van 24 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 27 maart 2009, 29 april 2011 en 23 december 2011, artikel 64, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006, 29 juni 2007, 29 april 2011 en 31 mei 2013, artikel 79, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006 en 31 mei 2013, en artikel 95, 1, vijfde lid, vervangen bij decreet van 15 december 2006 en gewijzigd bij decreet van 31 mei 2013; Gelet op het decreet van 31 januari 2014 betreffende opdracht van de bevoegdheid inzake het voeren van een specifiek grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant aan de Provincie Vlaams-Brabant; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Inspectie RWO; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006 tot gedeeltelijke operationalisering van het beleidsdomein ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed en houdende aanpassingen van de regelgeving inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006 betreffende de voorwaarden voor de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2007 houdende de voorwaarden betreffende sociale leningen met Gewestwaarborg voor het bouwen, kopen, verbouwen of behouden van woningen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008 betreffende de verzekering gewaarborgd wonen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2011 betreffende de werking en het beheer van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant en tot wijziging van diverse besluiten tot uitvoering van de Vlaamse Wooncode; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011 tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2012 tot vaststelling van nadere regels voor de bijdragen van de sociale woonactoren en de private actoren in de financiering van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2012 tot bepaling van de nadere regeling met betrekking tot het Rollend Grondfonds; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012 tot instelling van een tegemoetkoming voor kandidaat-huurders;