Boedelpapieren Overschie

Boedelpapieren Overschie 1647 1679 (GA Rotterdam Ambacht Overschie inv. 437) Teun van der Vorm (versie 1.0 d.d. 14-4-2010)

Inleiding In het Gemeentearchief Rotterdam bevinden zich in het archief Ambacht en Gemeente Overschie (toegang: 7.01) onder inv. 437 een aantal dossiers (no. 88 t/m 118) met boedelpapieren, zowel rekeningen als inventarissen. De aanhef en aftekening van alle stukken in elk dossier zijn door mij op foto gezet (dus niet integraal) en zijn door mij gebruikt om deze bewerking te maken. Hierbij heb ik zoveel mogelijk de genealogisch relevante informatie over genomen. Het kan zinvol zijn het het originele dossier te raadplegen, omdat daar andere (genealogisch) interessante vermeldingen in kunnen staan die niet in aanhef of aftekening voorkomen. Voor vragen, opmerkingen en correcties kunt u contact opnemen met de bewerker, Teun van der Vorm, Zoetermeer (t.vandervorm@planet.nl). 2

Bewerking 88. Michiel Pouwelsz. x Radewijtge Maertensdr. (1647-1673) N.B. Zie ook dossier nr. 133 in Amb. Overschie inv. 438. 13-12-1647: Rekening, bewijs en reliqua die Hadewijtgen Maertensdr. wed. Michiel Pouwelsz. doet van de ontvangst en uitgaven van desselfs boedel en goederen volgens de inventaris daarvan gemaakt. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendante op 13-12-1647 aan schout en schepenen van Overschie ten overstaan van Pouwels Vrancken grootvader en voogd, vervangende Vranck Pouwelsz. zijn mede-voogd, ook mede present Jan Maertensz. Bleijswijck en Pieter Claesz. Bleijswijck als assistenten van de weduwe in de tekst. ] - Aangaande alle de meubele goederen, zo van kleren, linnen, wol en anders, zijn tussen de moeder en de voogden van haar weeskind gedeeld, behalve de vier vette beesten met een os die op de markt verkocht zijn. 17-3-1649: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pouwels Vrancken als grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtgen Maertensdr. doet van desselfs weeskinds goederen door overlijden van desselfs vader zal. opgekomen en aangedeeld volgens de scheiding op 13-12-1647 voor schout en schepenen van Overschie jegens des voorsz. kinds moeder gedaan. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op 17-3-1649, present de weduwe des kinds moeder, item Jan Maertensz. Bleijswijck als oom en voogd vervangende Vranck Pouwelsz. zijn mede-voogd. ] 12-5-1651: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pouwels Vrancken als grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtgen Maertensdr. doet van desselfs weeskinds goederen door overlijden van desselfs vader zal. opgekomen en aangedeeld volgens de rekening op 17-3-1649 voor schout en schpenen van Overschie gedaan. [ in de marge: Overgeleverd aan schout en schepenen van Overschie op 12-5-1651, present Jacob Cornelisz. Verhoock als getrouwd met des kinds moeder en Vranck Pouwelsz. als voogd vervangende Jan Maertensz. Bleijswijck. ] Aldus gedaan gerekend en gesloten op de woning van de grootvader ten overstaan en ten dage als in het hoofd van deze. [ bijgeschreven: Is met Jaco Cornelisz. Verhoock als getrouwd met des kinds moeder veraccordeerd dat hij hetzelve kind zal onderhouden voor de tijd van drie jaren, per jaar voor 70 gld. ] 1-6-1654: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pouwels Vrancken en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtgen Maertensdr. doet van desselfs kinds goederen door overlijden van desselfs vader zal. opgekomen en aangedeeld volgens de rekening op 12-5-1651 voor schout en schepenen van Overschie gedaan. ] [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op 1-6-1654 aan schout en schepenen, ten overstaan van Jacob Cornelisz. Verhoock als getrouwd hebbende des weeskinds moeder. ] - Des weeskinds moije Marijtgen Pouwelsdr. overleden wezende heeft haar vrienden gemaakt al de kleren tot haar lijf behorende hebbende. Komt daarvan [na verkoop] voor des weeskinds 5 e part: 34:10-8. - Jacob Cornelisz. Verhoock heeft het voorsz. weeskind weder aangenomen voor de tijd van drie eerstkomende jaren, per jaar voor 69 gld. ingaande mei 1654. 3

25-5-1657: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pouwels Francken grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtgen Maertensdr. gehad heeft van het voorsz. weeskinds goederen hetzelve door overlijden van zijn vader zal. opgekomen en aanbedeeld volgens de laatste rekening voor schout en schepenen van Overschie gedaan op 1-6-1654. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op 25-5-1657 aan schout en schepenen van Overschie. In bijwezen van Jacob Cornelisz. Verhoock als getrouwd hebbende des weeskinds moeder. ] - Ontvangen van Hadewijtgen Philpsdr. wed. Jan Floren in plaats van de voorsz. stadsmetselaar [zie vorige post in origineel] de som van 5 gld. over de helft van twee jaren rente tot 5 gld. s jaars die de gemelde Hadewijtgen Philpsdr. heeft bekend en verklaard dat het voorsz. weeskind zijn competerende uit de rentebrief van 400 gld. kapitaal bij Maertie Jansdr. wed. Aren Arensz. Blomvlas op 13-11-1655 voor schepenen der stad Rotterdam verleden ten behoeve van de voorn. Hadewijken Philpsdr. volgens de notariële akte daarvan zijnde verschenen den [dag en maand niet ingevuld] 1655 en 1656 daarvan de wederhelft het voorsz. weeskinds moeder toekomt. - Op het doen van deze rekening heeft Jacob Cornelisz. Verhoek het voorsz. weeskind weder aangenomen ter schole te laten gaan en voorts in kost, drank en kleren te onderhouden voor de tijd van 3 jaren, per jaar voor 57-10-0, ingaande 1-5-1657. 12-5-1660: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pouwels Francken grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtien Maertensdr. gehad heeft van het voorschreven weekinds goederen, hetzekve door overlijden van zijn vader zal. opgekomen en aanbedeeld volgens de laatste rekening voor schout en schepenen van Overschie gedaan op 25-5-1657. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant aan schout en schepenen van Overschie op 12-5- 1660. Present Jacob Cornelisz. Verhoek als getrouwd hebbende des weeskinds moeder en Franck Pouwelsz. oom van het voorsz. weeskind. ] - Ontvangen van Hadewijtien Philipsdr. wed. Jan Floren in plaats van de stadsmetselaar tot Rotterdam [ ] het voorsz. weeskind competerende uit de rentebrief van 400 gld. kapitaal bij Maertie Jansdr. we. Aren Arensz. Blomvlas op 13-11-1655 voor schepenen van Rotterdam tot haar behoeve verleden en gepasseerd volgens notariële akte daarvan zijnde verschenen [dag en maand niet ingevuld] 1657, 1658 en 1659 daarvan de wederhelft het voorsz. weeskinds moeder toekomt. - Jacob Cornelisz. Verhoek heeft het voorsz. weeskind weer aangenomen voor 3 jaren te onderhouden. 12-6-1664: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Franck Pouwelsz. als oom en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtgen Maertensdr. gehad heeft van het voorsz. weeskinds goederen, hetzelve door overlijden van zijn vader zal. opgekomen en aanbedeeld volgens de laatste rekening voor schout en schepenen van Overschie d.d. 12-5-1660. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant aan schout en schepenen van Overschie d.d. 12-6-1664. Present Jacob Cornelisz. Verhoek als het voorsz. weeskinds moeder getrouwd hebbende en verders Jan Vechtersz. en Pieter Abramsz. van den Berhc des voorsz. weeskinds omen. ] - Pouwels Vranckensz. zal. het weeskinds grootvader, voorgaande rendant, is bij slot van zijn laatst gedane rekening als meer ontvangen dan uitgegeven hebbende schuldig gebleven de som van 128 gld. 11 st. 14 pen. 4

4-9-1666: Liquidatie tussen Franck Pouwelsz., Jan Vegtersz. in huwelijk hebbende Celijken Pouwelsdr., Pieter Abramsz. van den Berch in huwelijk hebbende Claesie Pouwelsdr. en Michiel Michielsz. nagelaten zoon van Michiel Pouwelsz. zal., alle kinderen en kindskind van Pouwels Vrancken zal. en zulks ieder voor een vierde part erfgenamen van dezelve Pouwels Vrancken haar vader en grootvader respectievelijk. - Verwijst naar testament van voorn. Pouwels Vrancken en Lijsbet Michielsdr. zijn huisvrouw gemaakt en gepasseerd voor Adriaen Sprockenburch den Oude notaris en zekere getuigen te Overschie d.d. 24-3-1652 en bij haarluiden met de dood geconfirmeerd en bevestigd. Na de dood van de eerst overledene zijn van de vijf kinderen Maertie en Heijndrick Pouwels mede overleden. <met handmerk Vranck Pouwelsz.> 12-11-1667: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Franck Pouwelsz. als oom en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtie Maertensdr. gehad heeft van het voorsz. weeskinds goederen, hetzelve door overlijden van zijn vader, oom en grootvader zal. opgekomen en aanbedeeld volgens de laatste rekening voor schout en schepenen van Overschie op 12-6-1664 gedaan. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant aan schout en schepenen van Overschie d.d. 12-11-1667. Present Jacob Cornelisz. Verhoek als het weeskinds moeder getrouwd hebbende, alsmede het weeskind zelf en verder Jan Vechtersz. des voorsz. weeskinds oom. ] 18-9-1671: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Franck Pouwelsz. als oom en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtie Maertensdr. gehad heeft van het voorsz. weeskinds goederen, hetzelve door overlijden van zijn vader, oom en grootvader zal. opgekomen en aanbedeeld volgens de laatste rekening voor schout en schepenen van Overschie op 12-11-1667 gedaan. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant aan schout en schepenen van Overschie d.d. 18-9-1671. Present het weeskind zelf en Jan Vechtersz. als mede-voogd. ] - Schout en gerecht hebben in plaats van Jacob Cornelisz. Verhoek, overleden, tot medevoogd over het voorsz. weeskind gesteld neffens de rendant, Jan Vechtersz. op Schieveen, komt voor de acte van voogdij en die in het weesboek te stellen te samen 2 gld. 10 st. 13-11-1673: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Franck Pouwelsz. als oom en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Michiel Pouwelsz. gewonnen bij Radewijtge Maertensdr. gehad heeft van het voorsz. weeskinds goederen, hetzelve door overlijden van zijn vader, oom en grootvader zal. opgekomen en aanbedeeld volgens de laatste rekening voor schout en schepenen van Overschie op 18-9-1671 gedaan. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant aan schout en schepenen van Overschie d.d. 13-11-1673. Present Jan Vechtersz. als mede-voogden het weeskind zelf. ] Aldus gedaan, gehoord, gerekend en gesloten ten dage als in het hoofd van deze, ten overstaan van Maerten Abramsz. van der Hooch en Cornelis van Rijn <ondertekenen beide> schepenen van Overschie en Hogenban, voor dewelke de voorn. Michiel Michielsz. comparerende verklaarde nu 26 jaar en zulks mondig te zijn geworden, derhalve zijn voogdij op te zeggen en de voogden daarvan te ontslaan. 89. Cornelis Cornelisz. alias Cornelis Chielen x Neeltgen Ariensdr. (1648-1656) 6-4-1656: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Arendt Sijmonsz. als oom en administrerende voogd van de twee nagelaten weeskinderen van zal. Annetien Cornelisdr. huisvrouw was van Jacob Cornelisz. Verhoek gehad heeft van der zelve kinderen goederen haar opgekomen door overlijden van Cornelis Chielen zal. haar grootvader daarvan de laatste rekening is gedaan 28-11-1650. 5

[ in de marge: Overgebracht bij de rendant op 6-4-1656 aan Cornelis Cornelisz. de Jonge als oom en voogd, item Jacob Cornelisz. Verhoeck als vader en voogd, Claes Pouwelsz. als getrouwd hebbende Aeltien Jacobsdr. een van de voorsz. weeskinderen, ten overstaan van Pieter Harmensz. en Dirck Gerritsz. schepenen. ] (ongedateerd): Inventaris gedaan maken bij Neeltgen Ariensdr. wed. van zal. Cornelis Cornelisz. Gielen den Ouden en dat van al de goederen zulks die bij de voorsz. Cornelis Gielen met de dood ontruime en achtergelaten zijn. - eerst een huis en erve staande en gelegen over de Schie aan de Coninckstraat binnen de stad Schiedam belend N Jan Corsz. en Z Jan Doom marckschipper op Amsterdam, strekkende van de straat tot achter in de Doelsloot toe, - nog 3 morgen land leggende gemeen in 18 morgen in de Noordkethel bij de voorsz. Gielen in zijn leven verkocht aan Arent Sijmonsz. onder conditie dat na desselfs Gielen dood de koop eerst volkomen effect zou sorteren en dat hij alsdan gehouden zoude zijn aan desselfs erfgenamen te betalen voor de morgen 600 gld., bedragende 1800 gld. 14-4-1648: Staat in het kort van de boedel van zal. Cornelis Cornelisz. anders Cornelis Chielen mitsgaders scheiding en deling tussen de kinderen en erfgenamen van dezelve Cornelis Chielen ter eenre en Neeltgen Arijensdr. wed. van dezelve Cornelis Chielen ter andere zijde. - eerst wordt tot inkomste gebracht het huis en erve in de boedel dat in het openbaar verkocht is voor 400 gld. - de 3 morgen land leggende gemeen in 18 morgen in de Noordkethel zijn verkocht aan Arent Sijmonsz. van Dijck voor 1800-0-0. - Cornelis Cornelisz. den Jongen komt van arbeidsloon bij accoord met zijn vader gedaan de som van 72-0-0. Vereffent komt de boedel nog zuiver 3624-15-0. Die verdeelt aan tweeën komt elke helft te bedragen 1812-7-8. Zulks dat de weduwe voor haar helft mag trekken 1812-7-8. En de erfgenamen gelijke 1812-7-8. Daar bij gedaan 200 gld. die Arent Sijmonsz. nomine uxoris moet inbrengen over zij huwelijksgoed komt te samen ter somme van 2012-7-8. Die verdeeld over drie handen komt dat elke hand voor zijn derde part mag trekken 670-15- 13. En worden de weeskinderen van zal. Annetgen Cornelisdr. aangewezen haar derde part te ontvangen van Arent Sijmonsz. tot gelijke 670-15-13. De doodschulden bedragen in het geheel 99-0-0 en elk derde part 33-0-0. Dus netto 637-15- 13. Aldus gedaan, geschift en gescheiden op 14-4-1648 in presentie en ten overstaan van de ondergeschreven schepenen van Overschie bij de weduwe van de voorsz. Cornelis Chielen ter eenre, item Cornelis Cornelisz. de Jonge en Arent Sijmonsz. nomine uxoris en nog dezelve als omen en voogden van de drie nagelaten weeskinderen van zal. Annetgen Cornelisdr. gewonnen bij Jacob Cornelisz. Verhoock mede present, te samen erfgenamen voor een derde part ter andere zijde. 90. Marijtgen Claesdr. Braeck x Cornelis Florisz. (1648) 13-5-1648: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Arijen Arijensz. doet van de boedel en goederen van zal. Marijtgen Claesdr. wed. was van Cornelis Florisz. volgens de inventaris van desselfs boedel en goederen gemaakt. - Vereffend komt nog tot ontvangst dat de rendant schuldig blijft 2027 gld. 10 pen. 6

Aldus gedaan, gerekend en gesloten ten overstaan van de ondergeschreven schepenen in presentie van de vrienden en erfgenamen van de voorsz. Marijtgen Claesdr. zal. op 13-5- 1648. 13-5-1648: Scheiding en deling van het slot van de voorsz. rekening. Het voorsz. slot van de rekening verdeeld aan zes handen komt dat elke hand zuiver mag trekken 337 gld. 16 st. 12 pen. De zes handen zijn: - Cornelis Goversz. getrouwd met Claesgen Cornelisdr. enige dochter van Cornelis Claesz. Braeck. - Arijen Dircxsz. getrouwd met Marijtgen Boonen en Jan Leendertsz. getrouwd met Ariaentgen Boonen, kinderen van Boon Claesz. - Jacob Andriesz. Braeck en het weeskind van zal. Aeltgen Andriesdr. te samen voor een hand, kinderen en kindskind van Andries Claesz. Braeck. - Leendert Jansz. getrouwd met Ariaentgen Pietersdr. en Maerten Pietersz. samen voor een hand, kinderen van Pieter Claesz. Braeck. - Arijen Huijsman getrouwd met Marijtgen Gerritsdr., Joris Jochumsz. getrouwd met Aeffgen Gerritsdr., Jacob Gerritsz. voor hem zelf, kinderen van Gerrit Claesz. Braeck met hun drieën voor een hand. - Arijen Arijensz. den Ouwen, Arijen Arijensz. den Jongen en de kinderen van Cornelis Arijensz. zal. met haar drieën voor een hand, kinderen van Arijen Claesz Braeck. 91. Marijtgen Jorisdr. x1 Huijch Jansz. en x2 Gerrit Aertsz. Vervliet (1646-1648) 21-2-1648: Inventaris gedaan maken ten verzoek van Gerrit Aertsz. wedr. van Marijtgen Jorisdr. van al de goederen zulks hij die bij zijn zal. huisvrouw bezeten en bij haar met de dood nagelaten heeft. - Eerste een huis en erve staan en gelegen tot Overschie in de poorterie der stad Delft strekkende voor van de straat tot achter in de Schie, belend Z Jacob Davidtsz. en N Jan Jansz. schuijtvoerder. Gedaan op aangeven van voorsz. Gerrit Aertsz. 15-3-1648: Comp. Sijmon Matheusz. backer voor hem zelf voor een vierde part, Jacob Cornelisz. voor hem zelf, item Michiel Jacobsz. metselaer op Sluijs als getrouwd hebbende Grietgen Cornelisdr., item nog dezelve Jacob Cornelisz. en Michiel Jacobsz. als voogden van Jannetgen Jansdr. onmondige dochter van Jan Cornelisz. zal. en Louris Jansz. mondige zoon van dezelve Jan Cornelisz. te samen voor gelijk vierde part, voor de ene helft, item nog de voorsz. Sijmon Matheusz. als getrouwd hebbende Neeltgen Dircksdr., Arijen Dircksz. voor hem zelf, Arris Jansz. als getrouwd hebbende Geertgen Hendricksdr. een dochter van zal. Marijtgen Dircksdr. vervangende en hen sterk makende en de rato caverende voor de kinderen van zal. Geertgen Dircksdr. voor de andere helft, te samen erfgenamen van zal. Marijtgen Jorisdr. huisvrouw was van Gerrit Aertsz. en hebben geconstitueerd bij deze Adriaen Sprockenburch secretaris van Overschie speciaal om in het openbaar te verkopen het huis en erve bij de voorsz. Marijtgen Jorisdr. nagelaten vaarvan de voorsz. Gerrit Aertsz. het vruchtgebruik komt, en dat met consent en ten overstaan van dezelve Gerrit Aertsz., staande en gelegen tot Overschie in de poorterie van Delft, strekkende van de straat tot achter in de Schie, belend ZW Jacob Davidtsz. en NO Jan Jansz. schuijtvoerder. Gevolgd door condities van verkoop. Gekocht voor 700 car. gld. door Pieter Michielsz. (handtekening) wonende tot Overschie. Borg Jan Vrericxsz. (handmerk) zijn schoonvader. Ten oorkonde getekend op 25-3-1648. 21-7-1646: Op de navolgende condities en huwelijkse voorwaarden zullen in de echtelijke staat vergaderen Gerrit Aertsz. wedr. toekomende bruidegom ter eenre en Marijtgen Jorisdr. wed. Huijch Jansz. toekomende bruid ter andere zijde. Hij brengt in de som van 500 gld. die 7

onder Cornelis Hendricksz. laeckencooper tot Rotterdam op interest staat. Zij brengt in alzulke goederen als haar volgens de scheiding tussen haar en haar zal. mans vrienden en erfgenamen zijn aangedeeld, daarvan de principale scheiding berust onder de secretaris van Overschie. De langstlevende zal in lijftocht blijven bezitten alle ingebrachte kapitalen en goederen van de eerststervende.met diverse condities. Gepasseerd ten huize van de bruis ten bijwezen van Arijen Huijbrechtsz. (handtekening) en mij notaris (A. Sprockenburch; handtekening), op 21-7-1646. < merk Gerrit Aertsz. + ; merk van Marijtgen Jorisdr. > 19-8-1648: Staat in het kort van de boedel van Gerrit Aertsz. Vervliet wedr. van Marijtgen Jorisdr. tot Overschie, getogen uit de rekening op 19-8-1648 door Adriaen Sprockenburcg secretaris aan rendant voor schepenen van Overschie, mitsgaders dezelve Vervliet en de erfgenamen van Marijtgen Jorisdr. voorsz. gedaan. - Cornelis Heijndricxsz. laeckencooper tot Rotterdam is schuldig als rest van een obligatie 300 gld. - Leendert Fransz. Wassenaer backer wonende tot Overschie is schuldig over geleend geld. (gemaakt voor not. Christiaen van Vliet te Delfshaven) 19-8-1648: Alzo kwesties en geschillen waren ontstaan tussen de voorsz. Gerrit Aertsz. Vervliet wedr. ter eenre en de erfgenamen van de voorn. Marijtgen Jorisdr. als daar zijn Sijmon Mattheusz. Pruijmboom zo voor hem zelf als mede nomine uxoris, item Jacob Cornelisz. vleeshouwer mede voor hem zelf en Leendert Fransz. Wassenaer als last hebbende van Louweris Jansz., erfgenamen respectievelijk van de voorsz. Marijtgen Jorisdr. wonende tot Overschie Rotterdam etc. vervangende en hun sterk makende voor hun mede absente erfgenamen ter andere zijde nopende de schifting en scheiding van de bovenstaande boedel [ ]. <met diverse handmerken en handtekeningen> (voor Christaen van Vliet notaris te Delfshaven) 19-8-1648: Hebben ondergeschreven arbiters bij arbitrage uitgesproken en verklaart dat de voorsz. Gerrit Aertsz. Vervliet aan de voorn. erfgenamen uit de penningen staande onder handen van de voorsz. Adriaen Sprockenburch met de erste gelegenheid zal voldoen en betalen door handen van hem Sprockenburch ter somme van 400 gld. om edzelve te verdelen aan de voorsz. erfgenamen naar inhoud van het testament bij haar Marijtgen Jorisdr. voor notaris en getuigen verleden en nagelaten, en daarboven te betalen ter som van 50 gld. gelegateerd en besproken bij het voorn. testament aan Nelletgen Sijmonsdr. een dochter van de voorgemelde Sijmon Matheusz. Pruijmboom, en dat de zilveren onderriem in het voorsz. testament begrepen mede zal moeten gaan en getrokken worden volgens de dispositie voorgemeld. Etc. Door Jan Jansz Bacx, Jan Jacobsz. van Dijck, A. Sprockenburch, Chr. van Vliet. 21-8-1648: Verdeling tussen de erfgenamen van de voorsz. Marijtgen Jorisdr. zal. van de voorsz. 400 gld. haar bij de voorsz. uitspraak toegevoegd, daarbij gedaan 80 gld. die boven de onkosten van het boelhuis vrou en anders van Marijtgen Jorisdr. kleren geprocedeerd zijn, maken te samen 480 gld. - Waar in Sijmon Matheusz. backer voor hem zelf mag trekken eerste een gerecht vierde part tot 120 gld. en nog uit de naam van zijn huisvrouw een gerecht achtste part tot 60 gld. Te samen 180 gld. Ontvangen 21-8-1648. <met zijn handmerk> - Jacob Cornelisz. voor hem zelf, item Michiel Jacobsz. metselaer op Sluijs uit naam van zijn huisvrouw, en de kinderen van Jan Cornelisz. elk voor een derde part in een vierde part tot 120 gld., en elk derde part 40 gld. Ontvangen 21-8-1648. <met handmerken en handtekeningen> - Arijen Dircxsz. schuijtvoerder voor een achtste part, item Arris Jansz. getrouwd hebbende de dochter van Marijtgen Dircksdr. voor gelijk achtste part, en de kinderen van zal. Geertgen Dircksdr. met name Claes Jansz., Arijen Jansz. en Jacob Hendricksz. schuijtvoerder uit 8

naam van zijn huisvrouw [=Jannetgen Jansdr.] voor gelijk achtste part tot 60 gld. Ontvangen 21-8-1648. <met handmerken en handtekeningen> - Ik Nelletgen Sijmonsdr. geass. met Sijmon Matheusz. backer mijn vader beken uit handen als voren ontvangen te hebben de som van 50 gld. in voldoening van het legaat bij zal. Marijtgen Jorisdr. mij gemaakt en besproken in de voorsz. uitspraak verhaald. Ontvangen 21-8-1648. <met handmerken Zijmon Meteuse en handtekening Neltgen Sijmens.> 19-8-1648: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Adriaen Sprockenburch secretaris van Overschie gehad heeft van de boedel en goederen van zal. Marijtgen Jorisdr. huisvrouw was van [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op 19-8-1648 aan Jan Jansz. Bacx en Jan Jacobsz. van Dijck schepenen van Overschie ten overstaan van Gerrit Aertsz. wedr. en boedelhouder van zal. Marijtgen Jorisdr. geass. met Christiaen van Vliet notaris op Delfshaven, item Sijmon Matheusz. backer voor hem zelf en nomine uxoris, Jacob Cornelisz. vervangende zijn mede-erfgenamen en Lenert Fransz. als last hebbende van Louris Jansz. mede-erfgenamen van zal, Marijtgen Jorisdr. vervangende te samen haar mede-erfgenamen en haar daarvoor sterk makende. ] 27-3-1648: Deze navolgende goederen bevonden in het huis van zal. Marijtgen Jorisdr. huisvrouw was van Gerrit Aertsz. door een uitdraagster in persentie van twee schepenen van Overschie gepreiseerd als volgt [ ]. Door Thoontgen Pijeterstraet uitdraagster tot Delft. (z.d.): Memorie van onnutte kosten bij Gerrit Aertsz. na het overlijden van zijn huisvrouw als maken van de inventaris gedaan. 30-3-1648: Zijn deze navolgende goederen wegens Gerrit Aertsz. wedr. Marijtgen Jorisdr. door de boelhuisvrouw op boelhuisrecht verkocht. 92. Grietgen Arijensdr. x Jan Goversz. Visser (1648) 20-10-1648: Staat in het kort van de boedel en goederen van zal. Grietgen Arijensdr. getrouwd geweest met Jan Goversz. Visser. Somma 540-0-0 verdeeld over negen handen. - Cors Anthonisz. - Melis Arijensz. - Sijbrant Fransz. - Jan Arijensz. - Evert Arijensz. - Hendrick Cornelisz. - Cornelis Huijbrechtsz. - Het weeskind van Marchus Arijensz. zal. - Het weeskind van zal. Trijntgen Arijensdr. Nota: deze 2 partijen berusten onder mij secretaris en zal interest betalen tegen 4 ten 100 vanaf mei 1649. 93. Lijsbet Willemsdr. x Pieter Gerritsz. Slot (1649-1651) N.B. Zie ook nr. 107. 9-6-1649: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Arijen Willemsz. als oom en administrerende voogd van de nagelaten weeskinderen van zal. Lijsbet Willemsdr. gewonnen bij Pieter Gerritsz. Slot doet van desselfs kinderen moederlijke goed, mitsgaders van de erfenis dezelve kinderen opgekomen door overlijden van zal. Leentgen Jacobsdr. haar grootmoeder was. 9

[ in de marge: Overgeleverd aan schout en schepenen van Overschie op 9-6-1649 ten overstaan van Pieter Gerritsz. Slot als vader en Jan Jansz. van Rotteveen coornmolenaer als oom en voogd. ] 23-6-1651: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangste en uitgaven die Arijen Willemsz. als oom en administrerende voogd van de nagelaten weeskinderen van zal. Lijsbeth Willemsdr. gewonnen bij Pieter Gerritsz. Slot doet van desselfs goederen volgens de rekening voor schout en schepenen van Overschie op 9-6-1649. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant aan schout en schepenen op 23-6-1651 ten overstaan van Pieter Gerritsz. Slot als vader, item Jan Jansz. Rotteveen coornmolenaer als oom en voogd en Pieter Arentsz. Laensloot als getrouwd hebbende Marijtgen Pietersdr. een van de voorsz. weeskinderen. ] - de 4 hond in Matenes voor deze kinderen portie is verkocht aan Jan Jansz. Rotteveen haar oom voor 550 gld., komt elke helft 275 gld. en zal de portie of helft van het jonge kind op interest houden jegens 4 ten 100 in te gaan 1-5-1651. - de 2 hond die het weeskind komt uit land in de Hogenban zal de zwager gebruiken voor 8 gld. 6 st. s jaars ingaande St. Pieter 1651. 23-6-1651: Comp. Pieter Arentsz. Laensloot als getrouwd hebbende Marijtgen Pietersdr. en verklaarde zijn huisvrouwen voogdij op te zeggen. 94. Eust Claesz., kleermaker x Thoontgen Jansdr. (1650-1652) 17-6-1650: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Arent Jansz. Coninenburch als voogd van het nagelaten weeskind van zal. Eust Claesz. cleermaker en Thoontgen Jansdr. van desselfs kinds goederen door overlijden van desselfs ouders opgekomen als van desselfs kinds grootmoeder van moederszijde gehad heeft. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op 17-6-1650 aan schout en schepenen ten overstaan van Jan Claesz. cleermaker tot Alkmaar als mede-voogd. ] <handmerk Jan Claesz.> 8-11-1652: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Arent Jansz. Conijnenburch als administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Eust Claesz. kleermaker van desselfs kinds goederen gehad heeft sedert datum van de laatste rekening op 17-6-1650 voor schout en schepenen van Overschie gedaan. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op 8-11-1652 aan Christiaen van Groenewegen schout en Wigger Arijensz. Beus schepen, ten overstaan van Evert Arijensz. Koijman als last hebbende van Jan Claesz. mede-voogd en Arijen Cornelisz. cleermaker als getrouwd hebbende Maertgen Eusten, weeskind in deze. ] 95. Jan Arijensz. Hoffwech x Aechgen Vrericx (1650-1655) 17-9-1650: Inventaris gedaan maken ten verzoek van de voogden van de onmondige weeskinderen van Jan Arijensz. Hoffwech en Aechgen Vrericx zal. ten aangeven van de oudste dochter van al de goederen zoals in de voorsz. boedel is nagelaten. - Eerst een kamp land van 2,5 morgen leggende in de polder van Schoeveen strekkende uit het westen van Cornelis Jansz. Versijdens land af oostwaarts tot de Watering toe, belend N Arent Pietersz. en Huijbrecht Jansz. en Z de Molesloot. Aldus gedaan en geinventariseerd ten overstaan van Wiggert Arijensz. Beus als schepen d.d. 17-9-1650. 11-5-1655: Rekening, bewijs en reliqua die Trijntien Jansdr. wed. van Adriaen Sprockenburch in zijn leven secretaris alhier doende is van de ontvangst en uitgaven die 10

haar voorn. man zal. gehad heeft als voogd over de nagelaten kinderen van zal. Jan Arijensz. Hoffwech en dat van derzelve weeskinderen goederen sedert de laatste voorgaande rekening tot datum dezes inclusief. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant aan schout en schepenen van Overschie d.d. 11-5-1655, present Jacob Maertsz. Sprockenburch als oom en voogd van de weeskinderen in de tekst geroerd van vaderszijde, item Jan Jansz. Jongejan als oom en voogd van moederszijde. ] 19-10-1665: Rekening die Jan Jansz. Jongejan doende is van ontvangst en uitgaven bij hem gehad als voogd over de nagelaten kinderen van zal. Jan Arijensz. Hoffwech sedert de laatst voorgaande rekening op 11-5-1655 voor schout en schepenen alhier gedaan. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant aan Pieter Leendertsz. Post en Sibrant Hubrechtsz. van Adrichem schepenen van Overschie, in presentie van Hilletgen Jansdr. een van de kinderen zijnde nu mondig geworden, mitsgaders Jan Gerritsz. in huwelijk hebbende Trijntie Jansdr. zijnde een mede kind, present mede. <noemt meer namen; onleesbaar op foto; checken in origineel> -.. boven de doodschulden van Grietie Jansdr. der kinderen zuster. - Mr. Heindrick Blijvenburch betaald over schoolgeld van Trijntie Jansdr. - Sijbrandt Huibrechtsz. schoenmaker - Betaald aan zolen, klompen, schortekleed en anders voor beide kinderen - Pieter Jansz. van der Meer betaald over enig kostgeld van Trijntie Jansdr. Aldus gedaan, gehoord, gerekend en gesloten ten dage en bijwezen als in het hoofd van deze, en compareerde mede voor schepenen voorn., de voorn. Hilletie Jansdr. <handmerk> nu zijnde mondig geworden, mitsgaders Jan Gerritsz. <handmerk> in huwelijk hebbende Trijntie Jansdr. de welke verklaarden haar voogdij op te zeggen, en de voorn. Jan Jansz. Jongejan haar oom en voogd daarvan te ontslaan, bedankende hem voor zijn administratie. 96. Marijtgen Theunisdr. x Harmen Dircxsz. stierman (1651) 28-8-1651: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Dirck Harmensz. gehad heeft van de boedel en goederen van zal. Marijtgen Theunisdr. wed. was van zal. Harmen Dirxsz. stierman zijn ouders zal. nagelaten volgende de inventaris daar van zijnde. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant aan Jan Jansz. Bacx en <niet ingevuld> schepenen van Overschie op 28-8-1651. Ten overstaan en bijwezen van Arijaentgen Harmensdr. bejaarde dochter voor een derde part, neffens de rendant en Jacob Willemsz. als voogd beneffens de voorsz. rendant van de twee nagelaten weeskinderen van zal. Thonis Harmensz. voor gelijke derde parten. ] 97. Berber Hubertsdr. x Pieter Huijch Jansz. (1652) 23-8-1652: Comp. [voor Johan Schoormans Henricxsz. notaris binnen Dodrecht] de eerbare Berber Herbertsdr. wed. Pieter Huijch Jansz. wonende in Krimpen aan de Lek, redelijk gezond van lichaam naar haar ouderdom, en maakt haar testament. Eerst diverse prelegaten o.a.: Prelegateert aan Cleijsgen Pietersdr. haar dochter wed. van Cornelis Foppen 13,5 hond land gelegen in Nieuw-Rijderwaart aan het Dijckxgen [ ]. Nog aan Neeltgen Cornelisdr., Jan Cornelisz. en Anneken Corssen, kinderen van Soetgen Pietersdr. haar dochter en tegenwoordig huisvrouw van Jan Lambertsz. omtrent 2 morgen land gelegen in Ouderkerk aan de IJssel en in het Langelant in vier percelen [ ]. Nog prelegateert zij aan de kinderen van Arijaentgen Pietersdr. haar dochter zal. daar vader van is Pieter Gerritsz. van Holst secretaris in Krimpen 1,5 morgen land genaamd de Oostergraaf gelegen aan het einde van Krimpen en nog 7,5 hond leggende daar omtrent in Floorenweer [ ]. Nog prelegateert zij aan de kinderen van Maricken Pietersdr. haar dochter zal. haar testatrices huising en erve met de toebehoren en aankleven vandien met omtrent 2,5 morgen land en de dijk daaraan 11

behorende [ ]. Voorts prelegateert zij aan Volckgen Cornelisdr. en Neeltgen Cornelisdr. kinderen van de voorsz. Maricken Pietersdr. elk een zilveren onderriem met zilveren kettingen. Aan Anneken Cornelisdr. mede dochter van de voorsz. Maricken Pietersdr. de som van 50 gld. Zij stelt tot haar erfgenamen haar kinderen en kindskinderen bij representatie. Tot executeurs en voogden over de minderjarige erfgenamen: Bastiaen Arijensz. haar neef, Cornelis Willemsz. haar zwager en Pieter Cornelisz. desselfs zoon. 98. Jan Allertsz., korenmolenaar x Annetge Claesdr. (1653) 15-2-1653: Inventaris gedaan maken ten verzoeke van Annetgen Claesdr. wed. Jan Allertsz. coornmolenaer van alle des boedels goederen zulks zij die met haar zal. man bezeten en tegenwoordig in wezen zijn. [ in de marge: Kinderen, Meijnsgen 28 jaar, Claes Jansz. mondig en getrouwd, Jan Jansz. oud 25, Huijch Jansz. oud 17 jaar. ] - Eerst een huis, erve en korenmolen gelegen in het ambacht van Overschie in de heerlijkheid der stad Delft, strekkende van de Schiewech tot het land van Arijen Huijbrechtsz., belend Z de wed. van Dirck Pietersz. Cater. - Nog 5 morgen land leggende in de polder Schieveen, belend Z Jan Vuijck en N Huijbrecht Jansz. Aldus gedaan, geinventariseerd en beschreven door aangeven van de voorsz. weduwe en boedelhoudster op 15-2-1653. 99. Pieter Vrancken x Neeltgen Sijmonsdr. (1655-1656) 12-3-1653: Staat, scheiding en verdeling van al de goederen die de kinderen en erfgenamen van zal. Pieter Vrancken en Neeltien Sijmons in het gemeen op- en aangekomen zijn, zowel door overlijden van de voorn. Neeltie Sijmonsdr. haar moeder, alsmede van haar grootvader Vranck Dircxsz., en van haar gedeelte erfenis van haar oud-oom Pieter Dircxsz. overleden tot Rotterdam, alsmede nog hetgeen dezelve van haar bestemoeder geerfd hebben. - Eerstelijk de goederen die de voorsz. kinderen door overlijden van haar voorn. moeder zijn aangekomen. Een huis en erve staande en gelegen alhier tot Overschie in de Drogenhouck in de poorterie der stad Delft, welke huising in het openbaar opgeveild zijnde is daar van koopster gebleven Maritien Pietersdr. dochter van de voorn. Neeltien Sijmonsdr. voor 740 gld. - Volgt nu hetgeen de voorn. kinderen van haar grootvader Vranck Dircxsz. is aangekomen. Van de voorn. Francq Dircxsz. boedel en goederen is zuiver geprocedeerd 511 gld. 8 st. 8 pen. op de stad Delft zuiver is beleid de som van 500 kapitaal [ ]. - Volgt nu hetgeen de kinderen voor overlijden van haar oud-oom Pieter Dirxsz. zal. is aangekomen. Van der erfenis van de voorn. Pieter Dircxsz. is zuiver gekomen met de winst 220 gld. 2 st. volgende de memorie bij de secretaris van Overschie daarvan gehouden. - Volgt nu hetgeen de kinderen door overlijden van Maertie Cornelisdr. Langelaen haar grootmoeder is aangekomen. Bij de scheiding en deling met de andere erfgenamen is voor deze kinderen ontvangen van de goederen van haar grootmoeder zal., zowel van de verkochte woning als landen als obligaties en andersinds, na aftrek van kosten, voor iedere hand of staak de som van 939 gld. Het totaal verdeeld over zes handen die daarin moeten trekken, voor elke hand 307 gld. 4 st. 4 pen. Genoemde handen die al eerder iets gehad hebben: Dirck Pietersz., Sijmon Pietersz., Pieter Pietersz. Aldus gedaan bij Jacob Witte <handmerk> in huwelijk hebbende Maritie Pietersdr. en Dirck Pietersz. <handmerk> beide kinderen van de voorn. Neeltie Sijmonsdr., ter presentie van mr. Cornelis Patijn en Sijbrant Huibrechtsz. van Adrichem voogden over de andere kinderen, in de herberg van de Schenckan op 18-3-1655. 12

18-3-1655: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die mr. Cornelis Patijn als administrerende voogd van de nagelaten weeskinderen van zal. Pieter Vrancken en Neeltgen Sijmonsdr. gehad heeft van de nagelaten boedel en goederen van de voorsz. Neeltie Sijmonsdr. zal., item van de kinderen grootvader Vranck Dircksz. zal. erfenis, en van haar gedeelte erfenis van haar oud-oom Pieter Dircksz. overleden tot Rotterdam, alsmede nog hetgeen dezelve van haar bestemoeder geerfd hebben. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant in presentie en ten overstaan van Sijbrant Huibrechtsz. als testamentaire voogd, item mede present Jacob Witte in huwelijk hebbende Maritien Pietersdr. oudste dochter, nog Dirck Pietersz. en ten overstaan van mij not. Joannes van Lodensteijn. ] - Eerstelijk heeft de rendant aan Sijmon Pietersz. gegeven om uit dijken te varen 1 gld. - Aan Maertie Pietersdr. betaald over Sijmons kostgeld. - Nog heeft de rendant gegeven aan Dirck Pietersz. om in Zeeland voor de voorn. Sijmon Pietersz. zeegoed te kopen en hem verder op de reis te helpen 12 gld. boven nog 12 st. tot een fooi. [verderop in de tekst: Sijmon Pietersz. gaat naar Oost-Indië.] - Met handtekening Jacob Witten en Dirck Pietersz. 1-1-1656: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die mr. Cornelis Patijn als administrerende voogd van de nagelaten weeskinderen van zal. Pieter Vrancken en Neeltgen Sijmonsdr. gehad heeft van dezelve kinderen goederen. [in de marge: Overgeleverd bij de rendant in presentie en ten overstaan van Sijbrant Huibrechtsz. als testamentaire voogd, mitsgaders Dirck Pietersz. een van de kinderen, item ter presentie van Jacob Witte in huwelijk gehad hebbende Maritien Pietersdr., ten overstaan van mij not. Joannes van Lodensteijn.] - Hetgeen de alsnog in leven zijnde kinderen van Pieter Vrancken en Neeltien SIjmonsdr. is competerende, zo over de erfenis van Cornelis en Fijtie Pieters, als andersinds. [ Alleen nog in leven zijn blijkbaar Dirck Pietersz., Sijmon Pietersz. en Pieter Pietersz. ] 100. Claes Gerritsz. x Mattie Claesdr. (1655-1664) 23-10-1655: Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Gerrit Arensz. Duivesteijn en Gerrit Dircxsz. Jongste doende zijn als voogden over Arij, Belitie, Maertie, Claes, Cornelis en Aeltie Claes, alle kinderen van Claes Gerritsz. geprocreerd bij Matie Claesdr. tegenwoordig huisvrouw van Arij Willemsz. van den Bosch, zo van hetgeen dezelve kinderen zijn competerende over haar vaderlijk bewijs als hetgeen haar is opgekomen door overlijden van Aeltien Ariensdr. haar meuij en Gerrit Claesz. haar broeder zal. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant op 23-10-1655 aan Pieter Harmansz. en Dirck Gerritsz. schepenen ten overstaan van Arij Willemsz. van den Bosch, der kinderen schoonvader. ] - Uitkoop gedaan d.d. 9-6-1642. - Bijgeschreven: Op 30-5-1657 heeft Jan Abrahamsz. Buijck getrouwd zijnde met de voorn. Belitien Claesdr. zijn huisvrouwen voogdij en administratie opgezegd. - Verwijst naar haar portie in de erfenis van Gerrit Claesz. haar halve broeder zal. 31-7-1660: Rekening, bewijs en reliqua die Gerrit Arentsz. Duivesteijn en Gerrit Dircxsz. Jongste doende zijn als voogden over Maertgen, Claes, Cornelis en Aeltgen Claes, alle kinderen van Claes Gerritsz. geprocreerd bij Mattie Claesdr. tegenwoordig huisvrouw van Arij Willemsz. van den Bos, en dat van de ontvangste van derzelve kinderen goederen bij haar gehad sedert de laatste rekening voor schout en schepenen alhie gedaan op 23-10- 1655. 13

[ in de marge: Overgebracht bij de rendanten op 31-7-1660 aan Pieter Harmansz. en Dirck Gerritsz. schepenen ten overstaan van Arij Willemsz. van den Bos der kinderen schoonvader, present mede al d ekinderen in de tekst gemeld. ] - Verwijst naar uitkoopbrief s.s. 4-6-1641. 10-12-1664: Rekening, bewijs en reliqua die Gerrit Arentsz. Duivesteijn en Gerrit Dircxsz. Jongste doende zijn als voogden over Cornelis en Aeltie Claes, kinderen van Claes Gerritsz. geprocreerd bij Mattie Claes in haar leven wed. van Arij Willemsz. van den Bos, en dat van de ontvangste van derzelve kinderen goederen bij haar gehad sedert de laatste rekening voor schout en schepenen alhier gedaan op 31-7-1660. [ In de marge: Overgebracht bij de rendanten den 18-12-1664 aan Maerten Willemsz. en Pieter Leendertsz. Post schepenen ten overstaan van de kinderen in de tekst gemeld. ] - De portie van de voorn. Cornelis Claesz. in de gemeen goederen als mede in de goederen achtergelaten bij Arij Claesz. zal. is begrepen in zekere obligatie sprekende tot last van Dammis Pietersz. Sloof groot in kapitaal de som van 1000 gld. - Op het doen dezer rekening hebben de voorn. Cornelis en Aeltie Claes als nu mondig geworden zijnde haar voogdij opgezegd. 101. Claes Laurisz., metselaar x Maertie Willemsdr. (1657) 22-6-1657: Staat, scheiding en verdeling van al de goederen mitsgaders van de schulden en lasten bij Claes Laurisz. metselaer met de dood ontruimd en nagelaten, gemaakt en gedaan bij Maertie Willemsdr. desselfs weduwe voor de ene helft, mitsgaders Lauris Claesz. metselaer en Job Arensz. in huwelijk hebbende Neeltie Claesdr., te samen kinderen van de voorn. Claes Laurisz. zal. in die kwaliteit voor de andere helft. - Huising en erve bij de voorn. Claes Laurisz. nagelaten staande en gelegen in de Drogenhouck tot Overschie onder de poorterie der stad Delft, daarvan is het achterste gedeelte bij de voorn. weduwe en kinderen verkocht en opgedragen aan Arij Cornelisz. de Loose voor de som van 200 gld. - Aldus gedaan bij de voorn. weduwe (stelt merk) geass. met Cornelis Pietersz. Post (handtek.) haar zwager en Cornelis Willemsz. schout in de Ketel (handtek.) ter eenre en Lauris Cornelisz. metselaer (handtek.) neffens Job Arentsz. (handtek.) geass. met Leendert Claesz. (handmerk) wonende tot Schiedam en mr. Cornelis Patijn (handtek.) ter presentie van mij secretaris van Overschie (Lodensteijn; handtek.) op 22-6-1657. 102. Jacob Adriaensz. Edelman x Maritie Cornelisdr. (1658) 12-6-1658: Rekening, bewijs en reliqua die Dirck Gerritsz. Bruiser wonende in de polder Schieveen onder Overschie doende is van de ontvangst en uitgaven bij hem gehad voor Maertie en Adriaen Jacobsz. Edelman beide nagelaten weeskinderen van Jacob Adriaensz. Edelman en Maritie Cornelisdr., en dat van de goederen de voorn. kinderen opgekomen en aanbestorven door overlijden van Marijtie Dircxsdr. haar grootmoeder zal. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op 12-6-1658 aan Dirck Aelbrechtsz. Vredenburch mede-voogd, ter presentie van Arij Jacobsz. Edelman een van de voorsz. kinderen, ten bijwezen van mij Joannis van Lodensteijn notaris en secretaris tot Overschie. ] - Verwijst naar slot voorgaande rekening d.d. 15-3-1657. - Ondertekent door Dirck gerritsz., Dirck Aelbrechtsz. Vredenburch en Arij Jacobsz. Edelman. - 12-6-1658: Arij Jacobsz. Edelman (handtek.) is nu getrouwd en zegt de voogdij op. - Vermeld Cornelis Jacobsz. Edelman - Vermeld Neeltgen Jacobsdr. de zuster van voorn. Maertgen Jacobsdr. 14

- 12-6-1658: Maertgen Jacobsdr. (handtek.) zegt de voogdij op. Daarbij wordt verwezen naar Neeltgen Jacobsdr. en haar man Cornelis Joppen. - (achterzijde) Jacob van den Broeck den backer? en Jacob Jacobsz. van Wou als voogden over Dirck Jacobsz. van Wou getrouwd hebbende Maertie Jacobsdr. Edelman. 103. Huibrecht Claesz. (1659) 21-3-1659: Rekening, bewijs en reliqua die Cornelis Huijbrechtsz. van Adrichem doende is van de ontvangst en uitgaven bij hem gehad over Maertgen, Claes en Thonis Huibrechts zijn halve zuster en broeders en dat van al de goederen zulks dezelve zijn nagelaten en de voorsz. kinderen aanbestorven door overlijden van Huibrecht Claesz. haar vader zal. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op 21-3-1659 aan schout en schepenen van Overschie ten bijwezen van Sijbrant Huibrechtsz. die neffens de rendant een halve broeder is over de voorsz. weeskinderen en nog Lucas Lucasz. in huwelijk hebbende Maertie Cornelisdr. die een voordochter was van Bettie Theunis in haar leven huisvrouw van de voorn. Huibrecht Claesz. Present mede Claes Huibrechtsz. een van de voorsz. kinderen. 104. Maertie Feuijten x Jan Gerritsz. Pannevis (1660) 4-9-1660: Staat, scheiding en verdeling van al de goedern zulks dezelve bij Maertien Feuijten in haar leven weduwe van Jan Gerritsz. Pannevis met de dood ontruimd zijn en nagelaten, gemaakt en gedaan bij Gerrit Jansz. Pannevis, Heijndrick Jansz. Pannevis, Maertie Jansdr. Pannevis bejaarde ongetrouwde dochter, en wijders de voogden over de kinderen van Jacob Jansz. Pannevis zal. zijnde vier in getal en de kinderen van Pietertgen Jansdr. Pannevis zal. zijnde drie in getal geprocreerd bij Maerten Cornelisz. Bijl derzelve kinderen vader, alle kinderen en kindskinderen van de voorn. Maertgen Feuijten haar moeder en grootmoeder zal., ten overstaan van Pieter Harmansz. en mr. Cornelis Patijn schepenen van Overschie. - De onkosten van de begrafenis van de voorn. overledene ten behoeve van de kerk bedragen te samen de som van 8 gld. - De voorn. Maerten Cornelisz. Bijl komt voor het maken en leveren van de doodskist van de voorn. Maertgen Feuijten de som van 5 gld. Aldus gedaan, geschift, gescheiden en gedeeld bij de voorsz. kinderen en erfgenamen ten bijwezen en overstaan van de voorsz. schepenen d.d. 4-9-1660. 105. Cornelis Sijmonsz. (1662-1666) 16-5-1662: Rekening, bewijs en reliqua die Jan Sijmonsz. doende is van de ontvangst en uitgaven bij hem gehad van de boedel en goederen van achtergelaten bij Cornelis Sijmonsz. zijn broeder zal. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant op 16-5-1662 aan Sijmon Cornelisz. voor hem zelf en neffens de rendant voogd over Trijntie en Cornelis Cornelisz., item Claes Cornelisz. en Cornelis Arentsz. in huwelijk hebbende Neeltie Cornelisdr., alle kinderen en erfgenamen van Cornelis Sijmonsz. zal. ] - De voorn. Cornelis Sijmonsz. zal. heeft nog nagelaten zekere huising en erve staande en gelegen bij het Zestienhovense Verlaet, welke voorsz. huising en erve hij Cornelis Sijmonsz. bij zijn leven op 8-8-1661 heeft verkocht aan Willem Dircxsz. Kets coijman voor de som van 450 gld. - Nog 2 morgen land gelegen in de polder van Zestienhoven. - Neeltie Cornelisdr., dochter van de overledene, getrouwd zijnde met Cornelis Arentsz. is bij testamentaire dispositie bij de overledene op 19-2-1661 voor Joannes van Lodensteijn notaris tot Overschie gepasseerd en bij hem met de dood geconfirmeerd, geprelegateerd de som van 200 gld. 15

- Trijntie Cornelisdr. 300 gld. - Cornelis Cornelisz. 300 gld. - Sijmon Cornelisz. oudste zoon 50 gld. - Het jongste kind is Cornelis Cornelisz. - Met verdeling over de 5 kinderen. Aldus gedaan, gerekend en gescheiden bij de presenten hiervoor in het hoofd dezer rekening gemeld. <Met handmerken van Jan Sijmonsz., Claes Cornelisz., Sijmon Cornelisz., Cornelis Arentsz.; met handtekeningen van Dirck Gerritsz. en Maerten Willemsz. schepenen> 20-12-1666: Rekening die Jan Sijmonsz. wonende op Zestienhoven doende is als administrerende voogd over de twee weeskinderen van Cornelis Sijmonsz. zal., met namen Trijntie en Cornelis Cornelis, en dat van de goederen de voorsz. kinderen door overlijden van de voorn. haar vader aanbestorven. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant aan Sijmon Cornelisz. zijn mede-voogd, present mede Jacob Claesz. in huwelijk hebbende de voorsz. Trijntie Cornelisdr. alsmede de voorn. Cornelis Cornelisz. ] - Op 20-12-1666 zijnde de dag van het doen dezer rekening heeft Jacob Claesz. in huwelijk hebbende de voorn. Trijntie Cornelisdr. zijn voogdij opgezegd en de voogden bedankt. <met handtekening Jacob Clasen. > - Op 18-1-1670 zegt Cornelis Cornelisz. de voogdij op. <zet handtekening> 106. Jan Engelsz. Schouten (1662) 17-6-1662: Staat en massa van de goederen Jan Engelsz. Schouten zal. aangekomen uit hoofde van zijn moeder Marijtie Jansdr. lest. wed. Engel Leendertsz. Schouten, getrokken uit de scheiding van de voorsz. Marijtgen Jansdr. goederen, gedaan 9-3-1662 mitsgaders schifting, scheiding en deling vandien tussen zijn erfgenamen wezende volgens het testament van de voornoemde Maritgen Jansdr. gepasseerd voor not. Niclaes Vrijenberch d.d. 25-10-1657 zodanig als zij bij het voorsz. testament aldaar heeft genomineerd en geïnstitueerd, te weten: Leendert Engelsz. Schouten voor een vierde part, de kinderen van Cornelis Adriaensz. Bleijswijck mede voor een vierde part, Adriaen Jansz. enige nagelaten zoon van Trijntgen Adriaensdr. insgelijks voor een vierde part, en laatstelijk nog Engel Cornelisz. van Leeuwen zoon van Maritgen Engelsdr. geprocreerd bij Cornelis Pietersz. van Leeuwen voor het laatste vierde part. Met enkele condities. - De helft van 2 morgen 1 hond 25 roeden hooiland in de heerlijkeid van Bleiswijk bestaande in twee partijen. Op 17-6-1662 verklaarde Leendert Engelsz. Schouten voor hem zelf, mitsgaders Cornelis Cornelisz. Groen nevens de voorn. Leendert Engelsz. testamentaire voogd over al de minderjarige erfgenamen van de voorn. Jan Engelsz. zal., alsmede Leendert Pleunen van Hoeven haar geassumeerde mede-voogd, item Franchoijs Bleijswijck brouwer in de Drie Halve Manen als actie en transport bekomen hebbende van Cornelis Ariaensz. Bleijswijck met den anderen al de goederen van moederszijde van de voorn, Jan Engelsz. zal. in manier als hier voren gedeeld en geschieden te hebben. Ten overstaan van Adriaen van Groenewegen schout, mr. Cornelis Patijn en Pieter Leendertsz. Post schepenen. 17-6-1662: Staat en massa van de goederen Jan Engelsz. Schouten zal. aangekomen uit den hoofde van zijn vader Engel Leendertsz. Schouten getrokken uit de rekening daarvan bij Leendert Engelsz. Schouten als administrerende mede-voogd van dezelve Jan Engelsz. en zijn goederen op 13-4-1662 gedaan, mitsgaders schifting en scheiding vandien tussen de voornoemdes Jan Engelsz. erfgenamen ab intestato, namelijk de voornoemde Leendert Engelsz. Schouten en Engel Cornelisz. van Leeuwen zoon van Maritgen Engelen geprocreerd bij Cornelis Pietersz. van Leeuwen, volle broeder en zusterskind van de voorsz. 16

Jan Engelsz. zal. voor de ene helft en nog dezelve Leendert Engelsz. voor een vierde part, de voorsz. Engel Cornelisz. van Leeuwen mede voor een vierde part, Cornelis Adriaensz. Bleijswijck mede voor een vierde part en Adriaen Jansz. enige nagelaten zoon van Trijntgen Adriaensdr. voor het resterende vierde part in de wederhelft. Op 17-6-1662 verklaarde Leendert Engelsz. Schouten voor hem zelf, mitsgaders Cornelis Cornelisz. Groen nevens de voorn. Leendert Engelsz. voogd over al de minderjarige erfgenamen van de voorn. Jan Engelsz. zal., alsmede Leendert Pleunen van Hoeven haar geassumeerde mede-voogd, item Franchoijs Bleijswijck brouwer in de Drie Halve Manen als actie en transport hebbende van Cornelis Adriaensz. Bleijswijck, met elkaar al de goederen van vaderszijde bij de voorn. Jan Engelsz. zal. nagelaten in manier als voren gedeeld en gescheiden te hebben. Ten overstaan van Adriaen van Groenewegen schout, mr. Cornelis Patijn en Pieter Leendertsz. Post schepenen. 107. Pieter Gerritsz. van Sloth x1 Lijsbet Willemsdr. x2 Neeltie Ariensdr. (1663-1667) N.B. Zie ook nr. 93. 7-5-1663: Rekening, bewijs en reliqua die [niet ingevuld] doende is van de ontvangst en uitgaven bij hem gehad over de boedel en goederen van Pieter Gerritsz. van Sloth zal. - De 3 morgen land bij de voorn. Pieter Gerritsz. nagelaten gelegen in de Hogenban of Spaanse polder zijn op 6-1-1663 openbaarlijk geveild en verkocht aan Sijmon Meesz. Maen. - De huising en erve genaamd Rustwath mede bij de voorn. Pieter Gerritsz. zal. nagelaten is insgelijks openbaarlijk verkocht. - Claes Pietersz. van Sloth is schuldig over koop van enige mest. - Neeltien Ariensdr. wed. van de voorn. Pieter Gerritsz. zal. verklaart sedert de dood van haar man etc. - Fop Leendertsz. van Dijcq - Wordt nog als uitgave gebracht de som van 300 gld. die Neeltien Ariensdr. wed. bij de voorn. Pieter Gerritsz. zal. desselfs man is geprelegateerd boven haar kindsgedeelte volgende de testamentaire dispositie bij de voorn. overledene gemaakt en gepasseerd voor Joannis van Lodensteijn notaris tot Overschie op 9-11-1662 de som van 300 gld. - De twee jongste kinderen van de voorn. Pieter Gerritsz. zal. zijn bij de voorsz. testamentaire dispositie insgelijks geprelegateerd te samen met een som van 500 gld. - Pieter Leendertsz. de Raet in huwelijk hebbende Neeltie Pietersdr. zegt dat de voorn. Pieter Gerritsz. zal. voor zijn overlijden heeft gewild dat zijn voorsz. huisvrouw voor haar bruidstuk zoude aftrekken de som van 50 gld. die hij sustineert dat hem behoord te volgen, waar tegen de andere kinderen het contrarie sustineren [ ]. - De totale som zal onder de zeven kinderen en de weduwe die ook voor een kindsgedeelte komt, zijnde te samen acht handen: 1. Aldert Pietersz. (merk) 2. Gerrit Pietersz. 3. Claes Pietersz. 4. Pieter Arentsz. Laensloot (handtek.) in huwelijk hebbende Maertie Pietersdr. 5. Pieter Leendertsz. de Raet (merk) in huwelijk hebbende Neeltie Pietersdr. 6. Neeltien Ariensdr. wed. (merk) voor haar prelegaat en kindsgedeelte 7/8. de twee jonge kinderen komen voor haar prelegaat en erfportie. Ook ondertekent door de twee voogden van de jonge kinderen t.w. Cornelis Patijn en Louweris Gillisz. 29-1-1665: Rekening, bewijs en reliqua die Lourens Gillisz. van Anckeren doende is van de ontvangst en uitgaven bij hem gehad als voogd over de twee onmondige kinderen van Pieter Gerritsz. van Sloth zal. daar moeder af is Neeltien Ariensdr., en dat van de goederen de voorsz. kinderen aangekomen door overlijden van de voorn. haar vader zal. [ in de marge: Overgebracht bij de rendant aan Frans Arensz. van der Hoeff als getrouwd hebbende Neeltien Ariensdr. die mede present was als moeder van de kinderen in de tekst gemeld, ten overstaan van Cornelis Jansz. Cool en Pieter Leendersz. Post schepenen d.d. 29-1-1665. ] 17