Kwartels en manna. Wat was de reden dat Gods volk in de woestijn zaten te mopperen? Exodus 16:1-2 1 Zij braken op uit Elim en heel de gemeenschap van de Israëlieten kwam in de woestijn Sin, die tussen Elim en de Sinaï ligt. Dat was op de vijftiende dag van de tweede maand nadat zij uit het land Egypte waren vertrokken. 2 En heel de gemeenschap van de Israëlieten morde tegen Mozes en tegen Aäron in de woestijn. Tot nu toe hadden ze nog geen honger geleden; in hun huidige behoeften was voorzien, maar ze vreesden voor de toekomst. Ze konden niet begrijpen hoe deze talrijke menigte onderhouden kon worden op haar reis door de woestijn, en in hun verbeelding zagen ze reeds hoe hun kinderen omkwamen van gebrek.
Welke situatie werd door vele mensen verheerlijkt en waar waren zij bang voor? Exodus 16:3 3 De Israëlieten zeiden tegen hen: Och, waren wij maar door de hand van de HEERE gestorven in het land Egypte, toen wij bij de vleespotten zaten en brood aten tot verzadiging toe! Want u hebt ons uitgeleid naar deze woestijn om heel deze gemeente van honger te laten sterven.
Wat zei God tegen Mozes vanwege het ongeloof en de ondankbaarheid van de Israëlieten? Exodus 16:4-5 4 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen. Het volk moet eropuit gaan en de per dag benodigde hoeveelheid verzamelen, zodat Ik het op de proef kan stellen of het naar Mijn wet wandelt of niet. 5 En op de zesde dag moet het zó zijn dat zij bereiden wat zij binnenbrengen, en dat zal het dubbele zijn van wat zij dagelijks verzamelen.
Welke boodschap moest Mozes van God brengen? Exodus 16:9-10 9 Daarna zei Mozes tegen Aäron: Zeg tegen heel de gemeenschap van de Israëlieten: Kom naar voren, voor het aangezicht van de HEERE, want Hij heeft uw gemor gehoord. 10 Terwijl Aäron tot heel de gemeenschap van de Israëlieten sprak en zij zich naar de woestijn keerden, gebeurde het dat, zie, de heerlijkheid van de HEERE in de wolk verscheen.
Wat kreeg het volk te horen? Exodus 16:11-12 11 En de HEERE sprak tot Mozes: 12 Ik heb het gemor van de Israëlieten gehoord. Spreek tot hen en zeg: Tegen het vallen van de avond zult u vlees eten, en in de morgen zult u met brood verzadigd worden. Dan zult u erkennen dat Ik de HEERE, uw God, ben.
Wat gebeurde tegen de avond? Exodus 16:13, eerste deel 13 En tegen de avond gebeurde het dat er kwartels kwamen aanvliegen, die het kamp overdekten,
Wat gebeurde in de ochtend? Exodus 16:13, laatste deel en 14-15, eerste deel en in de ochtend was er een laag dauw rondom het kamp. 14 Toen de laag dauw opgetrokken was, zie, over de woestijn lag iets fijns, iets vlokkigs, fijn als de rijp op de aarde. 15 Toen de Israëlieten dat zagen, zeiden zij tegen elkaar: Wat is dat? Want zij wisten niet wat het was.
Welk antwoord gaf Mozes? Exodus 16:15, laatste deel Mozes zei tegen hen: Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft.
Welke advies gaf Mozes, werd deze raad opgevolgd en wat gebeurde er toen velen ongehoorzaam waren? Exodus 16:19-21 19 En Mozes zei tegen hen: Niemand mag ervan overlaten tot de volgende morgen. 20 Maar zij luisterden niet naar Mozes en sommige mannen lieten ervan over tot de volgende morgen. Toen zat het vol wormen en stonk het. Daarom was Mozes erg kwaad op hen. 21 Zo verzamelden zij het elke morgen, ieder naar wat hij eten kon, want zodra de zon heet werd, smolt het weg.
Wat gebeurde er op de zesde dag en wat staat voor God centraal? Exodus 16:22 22 Op de zesde dag gebeurde het dat zij een dubbele hoeveelheid brood verzamelden, twee gomers voor één persoon. Al de leiders van de gemeenschap kwamen dat aan Mozes vertellen. In de omstandigheden, verbonden met het geven van het manna, hebben we een duidelijk bewijs dat niet, zoals velen beweren, de sabbat werd ingesteld bij de wetgeving op de Sinaï. Eer de Israëlieten aankwamen bij de Sinaï, begrepen ze dat de sabbat voor hen een verplichting was. Door de verplichting om elke vrijdag een dubbele hoeveelheid manna te verzamelen om dit klaar te maken voor de sabbat, waarop geen manna zou vallen, werd de heiligheid van de rustdag hun voortdurend voor ogen gehouden.
Wat vertelde Mozes hen en wat was opmerkelijk? Exodus 16:23-24 23 Hij zei toen tegen hen: Dat is het wat de HEERE gesproken heeft. Morgen is het de rustdag, de heilige sabbat voor de HEERE! Wat u bakken wilt, bak het, en kook wat u koken wilt, en laat alles wat er overblijft voor uzelf liggen om het tot de volgende morgen te bewaren. 24 Zij lieten het staan tot de volgende morgen, zoals Mozes geboden had, en nu stonk het niet en waren er geen maden in.
Is het voor God belangrijk dat wij de Sabbat eren? Exodus 16:25-28 25 Toen zei Mozes: Eet dit vandaag, want vandaag is het de sabbat voor de HEERE. U zult het vandaag buiten niet vinden. 26 Zes dagen moet u het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat. Dan zal het er niet zijn. 27 Het gebeurde echter op de zevende dag dat sommigen van het volk erop uit gingen om brood te verzamelen, maar zij vonden niets. 28 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Hoelang weigert u nog Mijn geboden en Mijn wetten in acht te nemen?
Welke voorziening had God getroffen voor Sabbat? Exodus 16:29-31 29 Zie, omdat de HEERE u de sabbat gegeven heeft, daarom geeft Hij u op de zesde dag brood voor twee dagen. Ieder moet op zijn plaats blijven! Niemand mag er op de zevende dag vanuit zijn verblijfplaats op uit gaan! 30 Zo rustte het volk op de zevende dag. 31 Het huis van Israël gaf het de naam manna. Het was wit als korianderzaad, de smaak ervan was als van een honingkoek. God eist dat Zijn heilige dag nu nog even nauwgezet gevierd moet worden als in de tijd van Israël. Het bevel dat de Hebreeën kregen, behoort door alle christenen beschouwd te worden als een bevel van Jehova voor hen. De dag die aan de sabbat voorafgaat, moet een dag van voorbereiding zijn, opdat alles gereedgemaakt kan worden voor de geheiligde uren. Onder geen voorwaarde mogen onze eigen zaken heilige tijd in beslag nemen.
Hoe lang zou God zijn volk voorzien van voeding en verwijst dit leven in de woestijn naar het leven van Gods volk in de eindtijd? Exodus 16:35 35 De Israëlieten aten veertig jaar lang het manna, totdat zij in bewoond gebied kwamen. Zij aten manna, totdat zij aan de grens van het land Kanaän kwamen. De geschiedenis van het woestijnleven van Israël is vermeld voor het welzijn van het Israël Gods in de laatste dagen. De wisselende ervaring van de Hebreeën was een opleidingsschool voor het hun beloofde tehuis in Kanaän. Het is de bedoeling van God dat Zijn volk in deze tijd met een nederig hart en een bereidwillige geest de beproevingen nagaat die het oude Israël moest ondergaan, opdat ze weten hoe ze zich moeten voorbereiden op het hemels Kanaän.