Aanvulling op Programma van Toetsing en Afsluiting Leerjaar 4

Aanvulling op Programma van Toetsing en Afsluiting Leerjaar 4 Bovenbouw PCC Fabritius Mavo+ COHORT 2012-2014

1. Voorwoord pagina 2 2. Schoolexamen 2013 2014 pagina 3 3. Centraalexamen 2014 pagina 4 4. Examencommissie pagina 5 5. Examens pagina 6 6. Cijferbepaling en uitslagregeling pagina 8 7. Herkansingsregeling pagina 9 8. Toegestane hulpmiddelen pagina 9 9. Programma van Toetsing en Afsluiting schoolexamen pagina 12 Nederlands pagina 13 Frans pagina 14 Engels pagina 15 Aardrijkskunde pagina 16 Wiskunde pagina 17 Economie pagina 18 Intersectoraal pagina 19 1

1. VOORWOORD Geachte ouder(s)/verzorger(s), beste leerling, Dit boekje bevat aanvullende gegevens die de leerlingen van klas 4 nodig hebben ter voorbereiding op het School Examen en het Centraal Examen. In de derde klas kregen de leerlingen in de loop van het jaar toetsen en practica die meetellen voor het Schoolexamen. Dit geldt ook voor leerjaar 4. In november is voor deze leerlingen het derde Schoolexamen. In januari volgt dan het vierde en in maart het vijfde en laatste Schoolexamen, waarna het Centraal Examen in mei volgt. Ik doe een dringend beroep op jullie om de inhoud van dit boekje zorgvuldig te bestuderen en het daarna samen met het PTA dat vorig jaar is uitgedeeld goed te bewaren. Dit boekje is een aanvulling op het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) van vorig jaar. Op onderdelen zal het bij bepaalde vakken afwijken van wat er vorig jaar vermeld stond. De wijzigingen staan in rood. Deze aanvulling is ter inzage ook op de website en op Magister geplaatst. Mede namens alle collega s wens ik alle leerlingen veel succes met de voorbereiding op de komende examens. Alle ouders/verzorgers wens ik veel succes met de ondersteuning en begeleiding van uw zoon/dochter op weg naar zijn/haar diploma. Dhr. R. Melchers Examensecretaris 2

2. SCHOOLEXAMEN 2013-2014 De schoolexamens worden afgenomen in twee perioden in de loop van het derde schooljaar en drie in de loop van het vierde schooljaar. In de week waarmee iedere periode wordt afgesloten, nemen alle kandidaten deel aan het schoolexamen, maar ook in de loop van de betreffende periode kunnen handelingsdelen worden afgenomen en praktische opdrachten worden gemaakt. Het inhaalmoment zal plaats vinden op de eerstvolgende dinsdag na de betreffende examenperiode. De herkansing is uiterlijk 3 weken na het inhaalmoment. LEERJAAR 4 Schoolexamen 3: Schoolexamenweek : ma. 4 november 2013 - vr. 8 november 2013 Inhaalmoment : woensdag 13 nov. tussen 15.00 en 17.00 uur Herkansing (mits aangegeven) : dinsdag 19 nov. tussen 14.00 en 16.00 uur Schoolexamen 4: Schoolexamenweek : ma. 20 januari 2014 - di. 28 januari 2014 Inhaalmoment : dinsdag 28 jan. tussen 14.00 en 16.00 uur Herkansing (mits aangegeven) : vrijdag 07 febr. tussen 08.30 en 10.30 uur Schoolexamen 5: Schoolexamenweek : do. 24 maart 2014 wo. 28 maart 2014 Inhaalmoment : dinsdag 8 apr. tussen 14.00 en 16.00 uur Herkansing (mits aangegeven) : dinsdag 16 apr. tussen 14.00 en 16.00 uur 3

3. CENTRAAL EXAMEN 2014 1E TIJDVAK DATA in 2014 tijd CENTRAAL EXAMEN GL/TL Maandag 12 mei Ocht. Mid. Dinsdag 13 mei Ocht. Beeldende vakken Mid. Nask-2 Woensdag 14 mei Ocht. Mid. Nederlands Donderdag 15 mei Ocht. Duits Mid. Biologie Vrijdag 16 mei Ocht. Mid. Economie Maandag 19 mei Ocht. Geschiedenis Mid. Wiskunde Dinsdag 20 mei Ocht. Maatschappijleer-2 Mid. Engels Woensdag 21 mei Ocht. Aardrijkskunde Mid. Frans Donderdag 22 mei Ocht. Mid. Nask-1 Ocht. Mid. De tijden in deze periode: s morgens van 09.00 11.00 uur (11.30)** s middags van 13.30 15.30 uur (16.00)** **(dyslecten krijgen 30 minuten verlenging van de examentijd, mits op tijd aanwezig) ( Kijk voor meer info over Centraal examens op : www.examenblad.nl )!! De diplomering vindt komend jaar plaats op: Donderdag 3 juli 2014. 4

CENTRAAL EXAMEN 2014 2E TIJDVAK (HERKANSING CENTRAAL EXAMEN) Het tweede tijdvak zal zijn op: 16 en 17 juni 2014 (schriftelijke examens) In maart 2014 wordt bekendgemaakt welke examens op welke dagen en tijdstippen in het tweede tijdvak worden afgenomen. Kijk ook op www.examenblad.nl De examenafname door de staatsexamencommissie van de aangewezen vakken zal op 21 juni plaatsvinden. Het besluit welke vakken dit zijn wordt in maart 2013 gepubliceerd. 4. DE EXAMENCOMMISSIE: Voorzitter: Secretaris: Examinatoren: Adres: mevr. K. Cozijn-Keder dhr. R. Melchers docenten die lesgeven in enig jaar waarover het schoolexamen zich uitstrekt. Fabritiusstraat 1, 1816 EA ALKMAAR Tel.: 072-5181818 Fax.: 072-5181819 Het dagelijks bestuur van de examencommissie: De voorzitter en de secretaris van de examencommissie. Adres: zie boven De commissie van beroep: Dhr. T. Heinen (College van Bestuur) Mevr. R. Jonkers (voorzitter medezeggenschapsraad) Adres: Vondelstraat 41, 1813 BA, Alkmaar Tel.: 072-5112283 5

5. EXAMENS Het schoolexamen: 1. De voorzitter en secretaris van de examencommissie vormen samen het dagelijks bestuur. 2. Het dagelijks bestuur oordeelt, nadat de betrokken kandidaat en de examinator zijn gehoord, over het alsnog afleggen van een gemiste toets, herkansing en herziening van een SE-cijfer. 3. Tegen het besluit van het dagelijks bestuur kan beroep worden aangetekend bij de commissie van beroep. Als herkansing of herziening van een SE-cijfer is toegestaan en heeft plaatsgevonden, is geen beroep meer mogelijk. 4. De aanvulling op het programma van toetsing en afsluiting wordt in leerjaar 4 in de eerste week van oktober uitgereikt. In deze aanvulling staat aangegeven: i. welke onderdelen van het examenprogramma in het SE zijn aangepast, ii. op welke data de verschillende vakken het centraal examen worden afgenomen, iii. mogelijke aanpassingen in hulpmiddelen, iv. wijzigingen in de slaag/zak regelingen, v. de datum van de diplomering. vi. opnieuw vermelding van (verkort) examenreglement) 5. Na elke SE-periode ontvangen de kandidaten een cijferoverzicht. 6. Leerlingen in klas 3 krijgen één overzicht aan het eind van het schooljaar. 7. De kandidaat die te laat komt voor een schriftelijk tentamen wordt tot 15 minuten na het tijdstip van aanvang toegelaten bij een toetsduur van 50 of 60 minuten en tot 30 minuten bij een toetsduur van 75 of 100 minuten. 8. Afwezigheid door ziekte dient vóór 09.00 uur telefonisch gemeld te worden. Voor minderjarige kandidaten dienen de ouders contact met de school op te nemen. 9. Wanneer het resultaat van een gemaakte toets door overmacht beneden verwachting is, kan de kandidaat binnen drie dagen een verzoek tot herkansing indienen bij de examensecretaris. Het dagelijks bestuur beslist. Het centraal examen: 1. Indien een kandidaat om een geldige reden in het eerste tijdvak één of meer toetsen niet kan maken, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het CE in ten hoogste twee vakken te voltooien. 2. De kandidaat heeft het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van het CE in één vak. In dit geval geldt het hoogste cijfer behaald in het eerste of tweede tijdvak. 3. Een kandidaat die te laat komt, wordt tot uiterlijk een half uur na aanvang van het CE tot het examenlokaal toegelaten. 4. Binnen één uur na aanvang van de zitting en gedurende het laatste kwartier mag een kandidaat het examenlokaal niet verlaten. 5. Deelname aan een schoolexamen of Centraal Examen betekent dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. 6

Onregelmatigheden: 1. Onregelmatigheden worden behandeld door de vestigingsdirecteur, deze maakt een proces verbaal van elke onregelmatigheid. 2. Indien een kandidaat zich aan enig deel van het examen onttrekt of zich aan onregelmatigheden schuldig maakt of zich onttrekt aan het volgen van de lessen volgens het lesrooster, kan de vestigingsdirecteur besluiten maatregelen te nemen. 3. De maatregelen kunnen zijn: i. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het SE of het CE; ii. het ontzeggen van deelname of verdere deelname aan een of meer zittingen van het SE of het CE; iii. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE of het CE; iv. er moet opnieuw examen worden gedaan in door de vestigingsdirecteur aan te wijzen onderdelen. 4. Ontzegging van verdere deelname van het SE houdt ontzegging van deelname aan het CE in. 5. De vestigingsdirecteur stelt de kandidaat en zijn/haar ouder(s)/verzorger(s) zo spoedig mogelijk in kennis van de genomen beslissing. Ook informeert zij de Inspectie en de centrale directie. 6. De kandidaat kan binnen drie schooldagen schriftelijk bezwaar aantekenen bij het dagelijks bestuur van de examencommissie. Binnen vijf dagen na ontvangst van het bezwaarschrift deelt het dagelijks bestuur de uitslag schriftelijk mede. 7. De kandidaat kan binnen vijf dagen na ontvangst van de beslissing van het dagelijks bestuur in beroep gaan bij de commissie van beroep. Deze bestaat uit de voorzitter van de centrale directie en de voorzitter van de medezeggenschapsraad. 8. De commissie van beroep beslist binnen twee weken en deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, ouders/verzorgers en inspectie. Slotbepalingen: 1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, zowel ten aanzien van het SE als van het CE, beslist de vestigingsdirecteur. 2. Het hier gepresenteerde reglement is een verkorte weergave van het volledige examenreglement. Dit examenreglement ligt voor iedereen ter inzage bij de vestigingsdirecteur. Elke kandidaat wordt geacht dit (verkorte)reglement te kennen. 7

6. CIJFERBEPALING EN UITSLAGREGELING: 1. De weging van de cijfers voor de verschillende onderdelen staat vermeld bij het programma van toetsing en afsluiting van vorig jaar en t.a.v. de aanvulling op blz. 13 en verder. 2. De examinator drukt zijn eindoordeel voor het SE in elk vak uit in een cijfer afgerond op één decimaal. De vakken CKV en LO-1 worden beoordeeld met de kwalificatie voldoende of goed. 3. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een afgerond cijfer zonder decimalen. Geslaagd is een kandidaat die: Ten eerste, a) minimaal een 5,5 heeft voor het gemiddelde van de niet afgeronde CE cijfers*; b) voor het vak Nederlands als eindcijfer tenminste een vijf (5) heeft behaald. Daarna uit het gemiddelde van SE cijfer en CE cijfer, c) geen cijfer lager dan een zes heeft; d) voor één vak het eindcijfer vijf heeft behaald en voor de andere vakken een zes of hoger; e) voor twee vakken het eindcijfer vijf heeft behaald en voor de andere vakken een zes of hoger, waarvan tenminste één zeven of hoger; f) voor één vak het eindcijfer 4 heeft behaald en voor de andere vakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één zeven of hoger; g) voor de vakken CKV en LO en voor het Sectorwerkstuk de kwalificatie voldoende of goed is behaald. *Een kandidaat die voor het gemiddelde van de niet afgeronde CE cijfers lager heeft dan 5,5 is gezakt en vervallen de punten b t/m f.(zie noot hieronder) Noot: Aangescherpte exameneisen Vanaf 1 augustus 2011 zijn de aangescherpte exameneisen voor het voortgezet onderwijs van kracht. Leerlingen moeten voor het centraal examen gemiddeld een voldoende halen om te kunnen slagen. Deze aanscherping leidt tot de nodige vragen bij vo-scholen en vavoinstellingen. In 2008 heeft de toenmalige staatssecretaris Marja van Bijsterveldt (vanaf oktober 2010 minister) besloten om de zak/slaagregeling voor het voortgezet onderwijs op verschillende punten aan te scherpen. In de oude situatie was het mogelijk dat een leerling met onvoldoendes voor alle centraal examenvakken met hoge schoolexamencijfers kon slagen. Dit leidde teveel tot calculerend gedrag van jongeren. De zak/slaagregeling wordt als volgt aangescherpt: Het gemiddeld centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn De eis van een gemiddeld centraal examencijfer van een 5,5 of hoger geldt voor alle leerlingen die vanaf schooljaar 2011-2012 examen doen. De eis geldt dus ook voor de leerlingen die in 2010-2011 gezakt zijn. Bij de berekening van het gemiddeld centraal examencijfer dient u uit te gaan van het onafgeronde cijfer. Een leerling moet ten minste een 5,5 halen (de eerste decimaal moet een 5 zijn), daarna gelden de overige uitslagbepalingen. Een leerling die gemiddeld een 5,45 gehaald heeft, is per definitie gezakt. 8

7. DE HERKANSINGSREGELING a) De kandidaat heeft het recht één toets uit een SE periode te herkansen, mits dit is aangegeven in het PTA van het betreffende vak en alle handelingsdelen met een voldoende zijn afgesloten; het hoogste cijfer telt. b) Uitgezonderd voor herkansing zijn: practica, verslagen, scripties, werkstukken en excursies. Ziekte bij herkansing (zowel bij SE als CE) Bij ziekte dient de kandidaat direct na herstel, schriftelijk een verzoek in te dienen, welke is getekend door één van de ouders, bij de examensecretaris voor een nieuwe herkansmogelijkheid. Het dagelijks bestuur van de examencommissie beslist of er sprake is van overmacht. Zo ja, dan mag de leerling alsnog herkansen. 8. TOEGESTANE HULPMIDDELEN BIJ SCHOOL- EN CENTRAAL EXAMEN VMBO 2014 Alle vakken Vak Hulpmiddelen Basispakket, bestaande uit: - Schrijfmateriaal incl. millimeterpapier - tekenpotlood - blauw en rood kleurpotlood - liniaal met millimeterverdeling - passer - geometrische driehoek - vlakgum - elektronisch rekenapparaat Alle schriftelijke examens Woordenboek Nederlands Moderne vreemde talen wiskunde nask 1, nask 2 Cspe beroepsgericht en cpe beeldend BB en KB (cspe), GL en TL (cpe beeldend) Woordenboek naar en vanuit de vreemde taal. Naast of in plaats van de geometrische driehoek: een windroos. Roosterpapier in cm2 Door CvE goedgekeurd informatiemateriaal, Binas 2 e editie De informatie over de benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen bij de praktische opdrachten van het cspe wordt elk jaar in de instructie door de examinator meegedeeld. Het gebruik van een woordenboek Nederlands is bij deze praktische examens niet toegestaan 9

8.1 Toelichting bij de tabel a) woordenboek Nederlands Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens ; dus NIET: bij cspe s (ook niet bij de minitoetsen) en bij het cpe beeldend GL/TL WEL: bij cse's beroepsgericht in de gemengde leerweg en bij het cse beeldend GL/TL. In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat). Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. Waar de spelling van het Nederlands wordt beoordeeld, zijn alleen schrijfwijzen volgens de huidige officiële spellingsregels toegestaan. Het woordenboek kan een natuurlijk en vanzelfsprekend hulpmiddel zijn dat de kandidaat zekerheid verschaft bij een enkel woord; het kan ook leiden tot bijvoorbeeld tijdnood als een kandidaat zekerheidshalve te veel woorden opzoekt. Bij vakspecifieke termen kan het woordenboek ook aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een woordenboek. In situaties zoals het voorbeeld bij het vak muziek is de vakinhoudelijke omschrijving de geldige; voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend. b) woordenboek bij de moderne vreemde talen Bij de moderne vreemde talen is een woordenboek naar én een woordenboek vanuit de moderne vreemde taal toegestaan, in één band of in twee afzonderlijke delen. Een woordenboek naar de vreemde taal is zinvol bij centrale examens die een onderdeel schrijfvaardigheid bevatten. c) rekenmachine Bij wiskunde GL/TL, nask 1 en nask 2 GL/TL moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen tevens beschikken over toetsen voor pi, x tot de ye macht, x kwadraat, 1/x en sin/cos/tan in graden (en hun inversen). Bij de overige vakken en bij alle vakken BB zijn de grondbewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen voldoende. Meer mogelijkheden mag,maar: de rekenmachine mag niet één of meer van de volgende eigenschappen hebben: lichtnetaansluiting tijdens het examen, opladen tijdens het examen, schrijfrol, alarm of ander geluid, alfanumeriek (letters op scherm)*, grafieken weergeven, zend- of ontvanginstallatie. Meerregeligheid van het scherm wordt in de criteria niet genoemd. Dit houdt in dat een meerregelige machine niet is verboden als hij aan de overige criteria voldoet. Wel is het zo dat de meerregelige machines mogelijkheden hebben die bij de eenregelige ontbreken, zoals het maken van tabellen. Bij de huidige centrale examens is niet gebleken is dat die extra mogelijkheden de kandidaat voordeel bieden. Ook bij de digitale centrale examens is de rekenmachine een toegestaan hulpmiddel. * Bedoeld is dat er geen teksten kunnen worden ingevoerd of uitgelezen, zoals bijvoorbeeld met de mobiele telefoon wel kan. De letters sin als afkorting van sinus worden in dit verband dus niet als alfanumeriek beschouwd. d) informatieboekje bij nask 1 en nask 2 Bij het centraal examen nask 1 en nask 2 in de gemengde en theoretische leerweg heeft de kandidaat op het centraal examen informatiemateriaal nodig. Goedgekeurd zijn: Voor GL/TL: Binas vmbo kgt, 2 e editie. Informatieboekje voor nask 1 en nask 2. (1 e editie is niet meer toegestaan) 10

8.2 Aanvullende opmerkingen: a) Formules wiskunde Bij de exameneenheid Meetkunde van het Centraal examen wiskunde in GL/TL moet de kandidaat enkele oppervlakte- en inhoudsformules kunnen toepassen, de kandidaat hoeft deze formules echter niet te kennen. Bij deze Centrale examens GL/TL worden alle formules opgesomd in één tabel in het examen. b) Computer Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor speciale groepen kandidaten bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten. Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen (zoals een digitale atlas of een digitaal woordenboek), en moet ook o.m. de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden geregeld. Bij gebruik van de computer als schrijfgerei hoeft de spellingscontrole niet te worden uitgeschakeld. De computer kan tenslotte worden gebruikt als hulpmiddel voor kandidaten met een beperking; bijvoorbeeld voor audio (Daisy of spraaksynthese), of voor vergroting ''op maat'' van de pdf van het examen op het beeldscherm. Ook dan mag de kandidaat geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen. Bij elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van toegestane hulpmiddelen. Met andere woorden: ook naast een computerexamen of voor een kandidaat die schrijft op de computer, is o.m. een (papieren ) woordenboek toegestaan. Uit een kleine praktijkproef is gebleken dat deze op het eerste gezicht wellicht anachronistische oplossing goed uitvoerbaar is. c) Aanpassingen voor kandidaten met een beperking Dit overzicht regelt niet de toegestane hulpmiddelen voor kandidaten met een beperking. Daarover beslist de directeur aan de hand van het deskundigenrapport omtrent de beperking van de kandidaat. Als bijvoorbeeld de kandidaat recht heeft op audio, dan is een hulpmiddel dat voor de audio zorgt (daisyspeler, computer of leespen) een toegestaan hulpmiddel; waarbij niet-toegestane hulpmiddelen zoals een digitaal woordenboek ontoegankelijk moeten zijn gemaakt. Het is mogelijk dat er spanning is tussen de toegestane hulpmiddelen en wat voor de kandidaat op grond van zijn beperking gewenst is. In dat geval verstaat de directeur zich met de inspectie. d) Noodzakelijk of toegestaan? De lijst geeft een opsomming van de toegestane hulpmiddelen. Een kandidaat die bij een vak een voor dat vak toegestaan hulpmiddel gebruikt, is niet in overtreding. Een kandidaat die zonder het hulpmiddel aan het examen wenst deel te nemen, mag echter niet op grond van het ontbreken van het hulpmiddel de toegang worden ontzegd. De mate waarin een toegestaan hulpmiddel ook noodzakelijk is, varieert tussen vakken, hulpmiddelen en kandidaten. Een feitelijk noodzakelijk hulpmiddel is de Binas bij nask 1 en nask 2: het lijkt niet aannemelijk dat een kandidaat alle informatie heeft gememoriseerd. Bij het verklarend woordenboek Nederlands is de behoefte en noodzaak kandidaat-afhankelijk: de een kent meer woorden dan de ander, de een heeft ook meer behoefte aan de zekerheid van het woordenboek dan de ander. Bij examens moderne vreemde talen zonder schrijfvaardigheid is een woordenboek naar de vreemde taal eigenlijk overbodig het is slechts toegestaan om de regelgeving eenvoudig te houden (bij examens met schrijfvaardigheid is het immers weer wel zinvol), en ter voorkoming van veronderstelde rechtsongelijkheid ten opzichte van kandidaten die beschikken over beide delen in één band. 11

9. REKENTOETS Vanaf schooljaar 2013-2014 wordt de rekentoets verplicht bij de examens VO. Dit betekent dat naast de Centraal examens er een aparte rekentoets wordt afgenomen. Deze toets wordt medio maart van het lopende jaar door de school afgenomen. Deze rekentoets wordt officieel in het vierde leerjaar afgenomen. De kandidaten dienen tenminste een 5.0 te behalen. In juni 2014 is de herkansing van de rekentoets. In het jaar van invoering (2013/2014) en het jaar daarna, weegt het cijfer van de rekentoets nog niet mee in de uitslagregeling (zie par. 6). 10. PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA) Op de volgende bladzijden staan per vak de PTA s beschreven. Aangeven wordt de te behandelen oefenstof per periode, de weging per periode en de totale weging in het betreffende leerjaar. Indien een handelingsdeel van toepassing is, staat omschreven hoe en wanneer een handelingsdeel ingeleverd dient te worden. Indien de inleverdatum wordt overschreden, dan zal de kandidaat op de dinsdagmiddag(en) alsnog het ontbrekende deel moeten afronden. De (grootste) wijzigingen t.o.v. het PTA welke in leerjaar 3 is uitgedeeld zijn aangegeven in Rood. Dit neemt niet weg het volledige PTA van vorig jaar en deze aanvulling goed te kennen. 12

Vak: Nederlands Leerjaar 4 Cohort 2011-2013 Handelingsdeel Nederlands klas 4 Uit te voeren opdrachten: Afrondingsdatum (inleverdatum): Beoordelingscriteria: Bespreking van twee fictiewerken naar keuze uit de door de docent verstrekt lijst. Deze opdrachten worden gemaakt volgens de door de vakgroep Nederlands opgegeven richtlijnen en ingeleverd via Magister. fictiewerk 4 : Vóór 20 oktober. fictiewerk 5 : Vóór 15 december. Indien het werk niet op tijd is ingeleverd, gaat er per dag 1 punt van het te behalen cijfer af. A. volledigheid, B. plagiaat C. de inleverdatum. Als aan de criteria is voldaan krijgt de leerling per verslag maximaal 0,2 punt extra voor het cijfer van het mondeling examen over het fictiedossier. Een leerling die een goede reden heeft om zijn verslag later in te leveren moet dit via een schriftelijke verklaring van ouder(s)/verzorger(s) kenbaar maken. 13

Vak: Frans Leerjaar: 4 Cohort: 2012 2014 SE Periode Stofaanduiding Toetsvorm Tijdsduur (in min.) Gewicht SE. Herkansbaar Beoordeling (C of v/g) Opmerkingen 3 Schrijfvaardigheid (brief) Schriftelijk 60. 30% ja C Toegestaan: Woordenboek NE/FA en FA/NE De kandidaat dient deze zelf mee te nemen. 4 Spreek- en Gespreksvaardigheid Mondeling 20 30% Nee C Individueel gedeelte: voorlezen voorbereide tekst, spreken over onderwerpen die in klas zijn voorbereid. (30 minuten per twee leerlingen) 5 Kijk/luistertoets van CITO Schriftelijk 60. 30% Nee C Totale gewicht SE 4 e jaar 90% 14

Vak: Engels Leerjaar: 4 Cohort: 2012 2014 SE Periode Stofaanduiding Toetsvorm Tijdsduur (in min.) Gewicht SE. Herkansbaar Beoordeling (C of v/g) Opmerkingen 3 Schrijfvaardigheid (brief) Schriftelijk 60. 10% ja C Toegestaan: woordenboek NE EN De kandidaat dient deze zelf mee te nemen 4 Werkstuk Praktisch n.v.t. 10% Nee C De kandidaat schrijft (met een medekandidaat) een werkstuk a.d.h.v thema s gelinkt aan de Engelse Taal en Cultuur. De thema s worden gekozen in overleg met de docent. Spreek- en gespreksvaardigheid Mondeling 20. 25% Nee C In de eerste 10 minuten bespreekt de kandidaat het werkstuk en fictiedossier. In het tweede deel van het SE gaat de kandidaat in gesprek met een medeleerling waarin dagelijks situaties als uitgangspunt dienen. 5 Fictie-/leesdossier Schriftelijk n.v.t 10% Nee C keuze van het leesboekje en / of verhalen geschiedt in overleg met de docent. Luistervaardigheid. Schriftelijk 60. 25% Nee C Kijk-Luister Cito toets Beoordelingscriteria: Fictie-/leesdossier: Totale gewicht SE 4 e jaar 80% Het fictiedossier wordt beoordeeld op; A. op tijd ingeleverd, B. opgegeven richtlijnen en C. inhoud. Het tweede deel van het dossier bestaat uit een toets met open en gesloten vragen. Het gemiddelde van de beoordeling van de fictiedossiers telt voor 10% mee. 15

Vak : AARDRIJKSKUNDE COHORT 2012 2014 SE Periode Stofaanduiding Toetsvorm Tijdsduur (in min.) Gewicht SE. Herkansbaar Beoordeling (C = cijfer) Opmerkingen 3 Weer en klimaat Schriftelijk 75. 20% Ja C Tijdens SE-3 4 Bevolking en ruimte Schriftelijk 75. 20% Ja C Tijdens SE-4 5 Water Schriftelijk 75. 20% Ja C Tijdens SE-5 Totale gewicht SE 4 e jaar 60% 16

Vak : WISKUNDE COHORT 2012-2014 SE Periode 3 4 5 Stofaanduiding Toetsvorm Tijdsduur (in min.) Gewicht SE. Herkansbaar Beoordeling (C= Cijfer) Getal en Ruimte 4 VMBO KGT : Schriftelijk 100. 20% Ja C Hoofdstuk 1, 2, 3. Getal en Ruimte 4 VMBO KGT : Schriftelijk 100. 20% Ja C Hoofdstuk 4, 5, 6. Getal en Ruimte 4 VMBO KGT : Schriftelijk 100. 20% Ja C Hoofdstuk 1 t/m 8. Schriftcijfer (zie onder) Schriftelijk n.v.t. 10% Nee C Opmerkingen Tekeningen dienen gemaakt te worden met potlood en liniaal of geodriehoek. Tekeningen dienen gemaakt te worden met potlood en liniaal of geodriehoek. Tekeningen dienen gemaakt te worden met potlood en liniaal of geodriehoek. Totale gewicht SE 4 e jaar 70% Schriftcijfer: Het gemaakte werk in het schrift van de leerling wordt beoordeeld. Het betreft: H1, H2, H4, H6 en H7. Ieder hoofdstuk voor 2% De inleverdata van het schrift worden bij aanvang van het hoofdstuk meegedeeld. Er wordt een beoordeling gegeven op grond van: verzorging van het werk wiskundige juistheid volledigheid op tijd ingeleverd 17

Vak: Economie Leerjaar: 4 Cohort: 2011 2013 SE Periode 3 4 5 Stofaanduiding Toetsvorm Tijdsduur (in min.) Gewicht SE. Herkansbaar Beoordeling (C = Cijfer) H. 1 : Waar blijft je geld? H. 2 : Kom je ermee uit? Schriftelijk 75. 20% Ja C H. 3 : Kies je voor zeker? Schriftcijfer H.1 t/m H.3 Schriftelijk n.v.t. 4% Nee C H. 4 : Hoe wordt er gewerkt? H. 5 : Aan de slag! Schriftelijk 75. 20% Ja C H. 6 : Kan de overheid dat regelen? Schriftcijfer H.4 t/m H.6 Schriftelijk n.v.t. 3% Nee C H. 7 : De overheid en ons inkomen H. 8 : Hoe groot is jouw wereld? Schriftelijk 75. 20% Ja C Opmerkingen Schriftcijfer H.7 t/m H.8 Schriftelijk n.v.t. 3% Nee C Beoordeling schrift Het gemaakte werk in het schrift van de leerling wordt beoordeeld. Dit geldt voor alle tien de hoofdstukken van het leerboek. Er wordt een beoordeling gegeven op grond van: -Volledigheid, -Vakinhoudelijke juistheid -Verzorging -Op tijd ingeleverd Totale gewicht SE 4 e jaar 70% 18

Vak: Intersectoraal Leerjaar: 4 Cohort: 2012 2014 SE Periode Stofaanduiding Toetsvorm Tijdsduur (in min.) Gewicht SE. Herkansbaar Beoordeling (C = Cijfer) Opmerkingen 3 Opdrachten bij module 1 Schriftelijk n.v.t. 15% Nee C De te maken opdrachten zijn afhankelijk van de keuze voor de uitstroomvariant. 4 Opdrachten bij module 2 en 3 Schriftelijk n.v.t. 25% Nee C Zie periode 3. Beide modulen tellen even zwaar. 5 Opdrachten bij module 4 Schriftelijk n.v.t. 15% Nee C Opdrachten ict-vaardigheden Praktisch 100 min 10% Nee C Opdrachten ict worden uitgewerkt op de computer. Daarna geprint en ingeleverd bij docent/examinator Totale gewicht SE 4 e jaar 65% 19