I

Vergelijkbare documenten
Raadsbesluit. j. passagiersschip: een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig. Sr n? gemeen te ALIKI\1AAR.

Verordening havengelden 2011

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

gelet op artikel 229,eerste lid,aanhef en onderdelenaenb,van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegelden 2015

Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig-, kade- en opslaggelden 2018

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2016

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017 De raad van de gemeente Haarlem;

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van Havengeld 2019

Beoogd resultaat Vaststellen van de verordening zodat in 2010 de belastingheffing plaats kan vinden.

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2019

VERORDENING HAVENGELDEN 2017

Verordening liggelden Colijnsplaat 2010 Raadsbesluit: 5 november 2009

CVDR. Nr. CVDR603868_1. Verordening scheepvaartrechten 2018

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening havengelden Leeuwarden 2019

Verordening scheepvaartrechten 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade- en opslaggelden 2019

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. );

Onderwerp : Verordening binnenhavengelden De raad van de gemeente Beverwijk;

Artikel 1 Inleidende bepaling

Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld Vlissingen 2019

GEMEENTEBLAD. Verordening op de heffing en invordering van liggeld pleziervaartuigen Maassluis 2015

VERORDENING HAVENGELDEN 2016

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELD 2016 (VERORDENING HAVENGELD 2016)

Verordening liggelden Colijnsplaat 2017, gemeente Noord-Beveland

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet, en 229a van de Gemeentewet; besluit:

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengelden 2016

Verordening op de heffing en de invordering van havengeld Onderwerp: Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2017

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HAVEN- EN KADEGELD

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening havengelden Leeuwarden 2016

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten c.a. 2015, versie 2

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2015 (versie geldig vanaf )

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING PRECARIOBELASTING 2016.

Gemeente Tiel Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Gemeenteraad: 15 december Commissie: Samen Leven 1 december 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2013; b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019.

een schip dat is bestemd of geschikt is voor de vaart op zee;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2017 (versie geldig vanaf )

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr , d.d. 27 september 2016;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN 2018

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN 2019

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2019

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2017 (Verordening precariobelasting Wassenaar 2017)

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2015

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGS-RECHTEN

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Overige relevante gemeentelijke regelingen die betrekking hebben op dit onderwerp

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening haven- en kadegelden 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2016;

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

VERORDENING HAVEN- EN KADEGELD 2007

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 oktober 2018, nr. ;

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad,

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

Verordening op de heffing en invordering van de precariobelasting 2016

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten 2019

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING RECLAMEBELASTING 2017.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van21 november 2016

De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer ; gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

Transcriptie:

gemeente Goeree-Overflakkee Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus 1 3240 AA MIDDELHARNIS 111111111111111111111111111111111111111111111I1111111111111111111 Registratienummer Agendanummer Portefeuillehouder Raadsvergadering Behandelaar Bijlage(n) Onderwerp Datum Z -14-35648 I 3977 20 Wethouder Trouwborst 18 december 2014 A.M. van Dam vaststellen verordening haven- en kadegeld 2015 9 december 2014 Geachte raad, Beslispunten Vaststellen van de verordening haven- en kadegeld 2015 met bijbehorende tarieventabel. Inleiding De verordening haven- en kadegeld met bijbehorende tarieventabel bevat de grondslag voor het heffen van publiekrechtelijke tarieven voor door de gemeente geleverde diensten en producten in een aantal gemeentelijke havens. Doelstelling Door redactionele en enkele juridische aanpassingen moet de verordening haven- en kadegeld worden geactualiseerd. Door deze actualisatie beschikt de gemeente over een goede rechtsgrond voor het opleggen van de aanslagen haven- en kadegeld. Door deze aanpassingen wordt ervoor gezorgd dat de verordening aansluit bij de huidige praktijk. Argumenten Met ingang van 1 januari 2014 is er een (geharmoniseerde) verordening haven- en kadegeld van kracht. Met het vaststellen van deze verordening was destijds ook een bezuinigingsopdracht gekoppeld. Deze bezuinigingsopdracht met een extra opbrengst van totaal 50.000,- was gekenmerkt met een ingroeimodel tot en met 2016. Vorig jaar is ingestemd om het ingroeien van 2014 en 2015 in één keer te doen (in totaal 36.000,-) en het restant in 2016. Dit betekent dat er voor het belastingjaar 2015 geen tariefsaanpassingen hoeven plaats te vinden. Kanttekeningen Tegen het extra verhogen van de tarieven per 1 januari 2014 is veel weerstand gekomen. Dit heeft geleid tot ca. 70 bezwaarschriften tegen de aanslagen havengeld (ligplaatshouders uit het havenkanaal Middelharnis). De grieven in deze bezwaarschriften zijn dusdanig van aard dat duidelijk naar voren komt dat er al heel wat jaren onredelijkheid wordt ervaren. Maar ook andere zaken rondom de ondernemers, watersportvereniging en de woonbooteigenaren in het havenkanaal van Middelharnis behoeven de aandacht. De verantwoordelijke afdelingen zijn op diverse onderdelen bezig om de aandachtspunten in het havenkanaal op orde te krijgen. Gezien de complexiteit is een gedegen aanpak van groot belang. Koningin Julianaweg 45, 3241 XB Middelharnis, Postbus 1, 3240 AA Middelharnis T. 140187. info@goeree-overflakkee.ni.iban NL08BNGH028.51.57.221. KvK 56710240. BTW NL 823658727801

Bij de inhoudelijke behandeling van de ingekomen bezwaarschriften is gebleken dat er inderdaad sprake is van onredelijkheid als het gaat om het aantal in de heffing te betrekken belastingplichtigen. Gelijke gevallen moeten tenslotte gelijk behandeld worden. Om dit op een juiste wijze aan te pakken zijn gesprekken gevoerd en brieven gestuurd om het eventueel ontstane opgewekt vertrouwen te doorbreken. Vanaf 1 januari 2015 zullen deze belastingplichtigen dan ook in de heffing worden betrokken. De inkomsten van het havengeld zullen naar verwachting toenemen met ca 35.000,-. Daarnaast is ook gebleken bij de inhoudelijke behandeling van de bezwaarschriften dat enkele begrippen in de verordening verwarrend zijn en verkeerd worden geïnterpreteerd. Om deze onduidelijkheid meer zuiver te maken, is een aantal redactionele aanpassingen noodzakelijk. Financiële consequenties Kosten, baten en dekking: In de begroting 2015 is rekening gehouden met een bedrag van 219.600 voor inkomsten uit haven- en kadegelden en dan met name de inkomsten uit verhuurde ligplaatsen en havengeld passanten. Naar aanleiding van bovenstaande ziet de ontwikkeling van de begrotingspost havengelden er als volgt uit: Ontwikkeling begrotingspost Havengeld (begrotingsjaar 2015 169.600 36.000 14.000 219.600 Per saldo wordt de raming voor 2015 wel m.i.v. 2016 -/- 14.000 +/+ 35.000 240.600 Per saldo zouden de begrote opbrengsten uit havengelden verhoogd kunnen worden met 21.000,- Voorgesteld wordt deze aanpassing niet te doen en het begrote bedrag, ad 219.600,-, te handhaven in de begroting. Zoals ook aangegeven onder "risico's" zijn er een tweetal factoren welke van invloed zijn op het behalen van de raming. Met name de inkomsten uit passantengelden fluctueren jaarlijks, mede hierdoor zijn bij de najaarsnota de geraamde inkomsten 2014 met 25.000,- naar beneden bijgesteld. Het lijkt dan ook beter de inkomsten uit havengelden in 2015 te monitoren en indien noodzakelijk bij de najaarsnota 2015 de raming bij te stellen. Risico's: Risico (1): Wanneer de belastingverordening 2015 niet voor het einde van het jaar 2014 wordt vastgesteld, blijft de huidige belastingverordening van kracht. Risico (2): Het behalen van de inkomsten, staat of valt met het aantal verhuurde ligplaatsen en het aantal passanten welke de haven op jaarbasis bezoeken. Kader Met het vaststellen van de verordening haven- en kadegelden wordt voldaan aan de grondslag tot het heffen van deze rechten op grond van artikel 229 van de Gemeentewet. Planning De belastingverordening dient voor aanvang van het belastingjaar te worden vastgesteld en via de wettelijk vereiste wijze te worden gepubliceerd. Pagina 2 van 12

Bijlagen: Intern - 32475 - bijlage kaart behorende bij verordening haven- en kadegeld 2015 Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee, secretaris, locoburgemeester, drs. B. Marinussen F.J. Tollenaar Pagina 3 van 12

gemeente Goeree-Overflakkee Raadsvergadering : Registratienummer: Besluitnummer 18 december 2014 Z -14-35648!3977 20 Onderwerp vaststellen verordening haven- en kadegeld 2015 De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 december 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van haven- en kadegeld Goeree- Overflakkee (Verordening haven- en kadegeld Goeree-Overflakkee 2015) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Haven- en kadegeld Krachtens deze verordening worden geheven: a. havengeld; b. kadegeld. Artikel 2 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: beroepsvaartuig: vaartuig dat wordt gebruikt voor het vervoer van personen of goederen tegen betaling, waaronder coasters, binnenvaartschepen, tankschepen en (beroeps )vissersschepen; dag: een periode van 24 uren, aanvangende bij binnenkomst in de haven, of een gedeelte daarvan; goederen: alle zaken die in het economisch verkeer een waarde bezitten; haven: het voor de openbare dienst bestemde, uit land en water bestaande gemeentelijk gebied (zoals aangegeven op de in bijlage 1 behorende bij deze verordening opgenomen kaart), met werken en voorzieningen ten behoeve van het vervoer over water, het meren van vaartuigen of het laden, lossen of opslaan van goederen; Pagina 4 van 12

laadvermogen: de maximale belasting van het schip, uitgedrukt in tonnen, zoals blijkt uit de bij het schip behorende meetbrief of ambtshalve wordt vastgesteld als geen meetbrief wordt overgelegd of als deze niet de vereiste gegevens vermeldt; lengte: de grootste van de drie afmetingen van het vaartuig inclusief vaste uitstekende delen (de lengte over alles), uitgedrukt in strekkende meters (m'), zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief of ambtshalve wordt vastgesteld als geen meetbrief wordt overgelegd of als deze niet de vereiste gegevens vermeldt; meetbrief: de meetbrief die voldoet aan de eisen, neergelegd in het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, Londen 1969 (Traktatenblad 1979, nummers 122 en 194); oppervlakte: het product van de lengte over alles en de grootste breedte inclusief vaste uitstekende delen, uitgedrukt in vierkante meters (m 2 ), zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief of ambtshalve wordt vastgesteld als geen meetbrief wordt overgelegd of als deze niet de vereiste gegevens vermeldt; overige vaartuigen: kraanschepen, baggermateriaal, heistellingen en soortgelijke objecten; passagiersschip: een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van ten minste twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen; pleziervaartuig: een vaartuig dat wordt gebruikt voor vermaak, ontspanning of amateurvisserij, zoals kano's, roeiboten, pleziermotor- en zeiljachten en soortgelijke vaartuigen voor vermaak of ontspanning; rechten: het havengeld en het kadegeld; schipper: degene die over een vaartuig het gezag voert of die feitelijk met het gezag is belast of, bij afwezigheid van deze gezagvoerder, de eigenaar van het vaartuig of degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, dan wel degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt. ton: een massa van 1.000 kilogram; vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen; week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen of een gedeelte daarvan; woonboot: een vaartuig dat zodanig is ingericht dat men erop kan wonen en waarvan de primaire functie ook wonen is; zeeschip: een vaartuig dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor drijven in zee is bestemd; historisch vaartuig: een vaartuig dat meer dan 65 jaar oud is, vaart onder Nederlandse vlag, langer is dan 15 m" een historische uitstraling heeft, en niet bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd; vaste ligplaats: een gedeelte van de haven bestemd om gedurende langere tijd een eenzelfde pleziervaartuig te kunnen laten afmeren of ter anker leggen. Pagina 5 van 12

Hoofdstuk 2 Havengeld Artikel 3 Belastbaar feit Onder de naam havengeld wordt een recht geheven voor het gebruik van de haven met een vaartuig of voor het genot van door of vanwege de gemeente in verband hiermee verleende diensten. Artikel 4 Belastingplicht Belastingplichtig voor het havengeld is de schipper van het vaartuig. Artikel 5 Vrijstellingen Het havengeld wordt niet geheven voor: a. vaartuigen welke dienst doen als roeiboten en behoren bij binnenvaartuigen waarvoor reeds havengeld ingevolge deze verordening is verschuldigd; b. vaartuigen van de gemeente, de politie, het leger, de marine, de provincie en rijkswaterstaat, het loodswezen, of vaartuigen voor de betonning, bebakening en verlichting van vaarwater; c. beroepsvaartuigen welke door ijsgang, storm, ondiepte of dergelijke redenen van overmacht gedwongen zijn in de haven te blijven; d. baggermachines met bijbehorende sleepboot en vaartuigen, die gebezigd worden voor vervoer van specie, gedurende de tijd dat zij in de haven gebruikt worden. e. schepen die ter reparatie liggen bij de ondernemers langs het havenkanaal, gedurende de eerste zes onafgebroken weken. Deze vrijstelling geldt éénmaal per kalenderjaar. Artikel 6 Maatstaven van heffing en tarieven 1. Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Wanneer een vaartuig kennelijk niet meer overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming wordt gebruikt, wordt bij de toepassing van de tarieven uitgegaan van de feitelijke omstandigheden. 3. Bij de berekening van het havengeld wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde tijdseenheid of tonnen-, lengte- of oppervlaktemaat als een volle eenheid aangemerkt. 4. De in de tarieventabel opgenomen tarieven gelden per dag, per week of per kalendermaand van het belastingtijdvak. Artikel 7 Belastingtijdvak 1. Het belastingtijdvak is de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet, overeenkomstig de door belastingplichtige vooraf of bij de aanvang van die periode verstrekte opgave. Pagina 6 van 12

2. Indien na afloop van de door belastingplichtige opgegeven periode het gebruik en genot van de haven wordt voortgezet, vangt met ingang van de dag waarop die voortzetting plaatsvindt een nieuw belastingtijdvak aan. Artikel 8 Vaste ligplaatsen 1. In afwijking van artikel 7 is het belastingtijdvak voor het gebruik van een vaste ligplaats een kalenderjaar. 2. Indien de ligplaatshouder het vaartuig in de loop van het belastingjaar vervangt door een langer vaartuig, wordt voor de resterende periode voor het hogere aantal strekkende meters van de lengte havengeld verschuldigd, berekend overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.3 van de tarieventabel. 3. Indien het vervangende vaartuig een geringere lengte heeft, wordt teruggave verleend voor het verschil in tarief dat wordt geheven in de oorspronkelijke lengte en het tarief dat verschuldigd is in het lagere aantal strekkende meters, berekend overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.3 van de tarieventabel. 4. Indien de vaste ligplaats in de loop van het belastingjaar wijzigt, heeft dit geen gevolgen voor de heffing van havengeld. 5. In afwijking van artikel 7 is het belastingtijdvak voor het gebruik van een ligplaats uitsluitend gedurende de winterperiode 1 november tot en met 31 maart, het tijdvak van 1 november tot en met 31 maart. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en ontheffing 1. Het havengeld is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak, dan wel bij de aanvang van het gebruik van de haven of het genot van de dienstverlening. 2. Indien een vaste ligplaats in de loop van het belastingjaar wordt opgezegd, bestaat voor het havengeld bedoeld in artikel 2.3. van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel kalendermaanden van die periode als er na de opzegging van de vaste ligplaats nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 15,00. 3. Indien de vaste ligplaats gedurende de winterperiode 1 november tot en met 31 maart wordt opgezegd, bestaat voor het havengeld bedoeld in onderdeel 2.4 en 3.3 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel kalendermaanden van die winterperiode als er na de opzegging van de vaste ligplaats nog volle kalendermaanden in die periode overblijven. Pagina 7 van 12

Hoofdstuk 3 Kadegeld Artikel 10 Belastbaar feit Onder de naam kadegeld wordt een recht geheven voor het gebruik van de haven voor het laden, lossen of opslaan van goederen of voor het genot van door of vanwege de gemeente in verband hiermee verleende diensten. Artikel 11 Belastingplicht Belastingplichtig is degene die van de haven gebruik maakt om goederen te laden, te lossen of op te slaan. Artikel 12 Maatstaven van heffing en tarieven 1. Het kadegeld wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Bij de berekening van het verschuldigde kadegeld wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde tijdseenheid of tonnen- of oppervlaktemaat als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 13 Ontstaan van de belastingschuld Het kadegeld is verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de haven of het genot van de dienstverlening. Hoofdstuk 4 Heffing en invordering Artikel 14 Wijze van heffing De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Artikel 15 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9 van de Invorderingswet moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen vier weken na de dagtekening van de kennisgeving. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor voorlopig gevorderde, dan wel nagevorderde bedragen. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de termijnen van betaling. Pagina 8 van 12

Artikel 16 Kwijtschelding Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 17 Nadere regels door burgemeester en wethouders Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten. Artikel 18 Overgangsrecht De Verordening haven- en kadegeld 2014 van de gemeente Goeree-Overflakkee wordt ingetrokken. met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 19, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan. Artikel 19 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015. Artikel 20 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening haven- en kadegeld Goeree- Overflakkee 2015. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de g meente Goeree-Overflakkee op 18 december 20 4 voor i e~ drs.. ~mpen e Pu licatiedatum: Inwerkingtreding: 1 januari 2015 Pag;na 9 van 12

Tarieventabel behorende bij de Verordening haven- en kadegeld Goeree-Overflakkee Hoofdstuk Algemeen 1 1.1 De bedragen in deze tabel zijn inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting. 1.2 De in deze tabel genoemde havens zijn aangegeven op de in bijlage 1 behorende bij deze verordening opgenomen kaart. Hoofdstuk Maatstaven van heffing en tarieven van het havengeld in de haven 2 'Middelharnis' 2.1 Het havengeld in de haven 'Middelharnis' bedraagt voor: 2.1.1 een pleziervaartuig, per m' van de lengte, per dag 1,65 met dien verstande dat het havengeld pas verschuldigd is na 16.00 uur; 2.1.2 een passagiersschip, per m1 van de lengte, per dag 0,93 2.1.3 een woonboot, per m' van de oppervlakte, per week 0,25 2.1.4 een beroepsvaartuig: 2.1.4.1 dat is bestemd om in de haven geheel of gedeeltelijk geladen of 0,14 gelost te worden, per ton laadvermogen, per week 2.1.4.2 in andere gevallen dan bedoeld in 2.1.4.1, per ton laadvermogen, per 0,014 dag met een maximum van 7 dagen Vanaf de Se dag tot maximaal 21 dagen 0,010 2.1.5 overige vaartuigen, per vaartuig, per m' van de oppervlakte, per week 0,25 2.2 Het havengeld bedraagt voor het te water laten of uit het water halen 15,00 van een vaartuig vanaf een openbare kade in de haven, per m' van de lengte: 2.3 Het havengeld bedraagt voor een vaste ligplaats: 2.3.1 per vaartuig, per m' van de lengte, per kalendermaand: 4,50 2.4 Het havengeld voor historische vaartuigen wordt geheven over maximaal 17 m' lengte. 2.5 Het havengeld bedraagt voor een ligplaats voor een pleziervaartuig 500,00 uitsluitend gedurende de winterperiode 1 november tot en met 31 maart, per winterperiode: 2.6 Het elektraverbruik bedraagt voor het leveren van stroom uit de daarvoor aangewezen stroomkasten: 2.6.1 per kwh 0,22 P::Inin::l 1n v.::in 17

Hoofdstuk Maatstaven van heffing en tarieven van het havengeld in de 3 overige havens 3.1 Het havengeld in de overige havens bedraagt voor: 3.1.1 een pleziervaartuig, per m' van de lengte, per dag 0,65 met dien verstande dat het havengeld pas verschuldigd is na 16.00 uur; 3.1.2 een passagiersschip, per m' van de lengte, per dag 0,93 3.1.3 een woonboot, per m L van de oppervlakte, per week 0,25 3.1.4 een beroepsvaartuig: 3.1.4.1 dat is bestemd om in de haven geheel of gedeeltelijk geladen of 0,10 gelost te worden, per ton laadvermogen, per week 3.1.4.2 in andere gevallen dan bedoeld in 3.1.4.1, per ton laadvermogen, 50% van het onder 3.1.4.1 genoemde tarief; 3.1.5 overige vaartuigen, per vaartuig, per m L van de oppervlakte, per week 0,25 3.2 Het havengeld bedraagt voor het te water laten of uit het water halen 15,00 van een vaartuig vanaf een openbare kade in de haven, per m 1 van de lengte: 3.3 Het havengeld bedraagt voor een vaste ligplaats: 3,01 Voor een pleziervaartuig, een passagiersschip per vaartuig, per m' van de lengte, per kalendermaand: 3.4 Het havengeld voor historische vaartuigen wordt geheven over maximaal 17 m1 lengte. 3.5 Het havengeld bedraagt voor het beschikbaar stellen van een vaste 500,00 ligplaats voor een pleziervaartuig uitsluitend gedurende de winterperiode 1 november tot en met 31 maart, per winterperiode: 3.6 Het elektraverbruik bedraagt voor het leveren van stroom uit de daarvoor aangewezen stroomkasten: 3.6.1 per kwh 0,22

Hoofdstuk Maatstaven van heffing en tarieven van het kadegeld in de haven 4 'Middelharnis' 4.1 Het kadegeld in de haven 'Middelharnis' bedraagt voor: 4.1.1 het laden en lossen van goederen, per week, per ton 0,216 4.1.2 het gebruik van de laad- en loswal anders dan bedoeld onder 4.1.1, 1,55 per m 2, per dag 4.2 Het elektraverbruik bedraagt voor het leveren van stroom uit de daarvoor aangewezen stroomkasten: 4.2.1 per kwh 0,22 Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Goeree-Overflakkee van 18 december 2014. De griffier,