De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Vergelijkbare documenten
DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

Beweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: aangesloten makelaar bij de vereniging, kantoorhoudende te D

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid

RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

Biedingsproblematiek. Duidelijk aangegeven dat eindbod verwacht werd of niet? De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. Nieuwbouw. Latere oplevering. Problemen voor koper.

Handel. Oogmerk geen winst maar hulp aan kantoorgenoot. Rood voor Roodregeling.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Aanpassing contractsbepalingen. Terugvorderen van overdrachtsbelasting.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Voormalige echtelijke woning, Instemming echtgenoot met verkoop.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F.H., lid van de vereniging, kantoorhoudende te H., de makelaar.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Verschillende versies van vragenlijst. Perceelsgrens. Meetinstructie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Beweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging. Echtscheidingssituatie. Melden van gebreken en reden van verkoop.

Opname in koopakte van afkoop leasecontract c.v.. Koopovereenkomst ontbonden en nieuwe overeenkomst gesloten met andere regeling over c.v..

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Mislukte aankoop: recht van eerste koop onverwacht uitgeoefend.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Courtage.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

De Raad van Toezicht Noord geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Beweerdelijke onvoldoende onderbouwing van taxatie, onjuiste uitgangspunten en beïnvloeding van betrokkene.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Afbreken onderhandelingen.

CR 13/2476 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

RvT Zwolle. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: S., wonende te Z klager, tegen

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging.

Beweerdelijk te hoge vraagprijs. Brief van makelaar in procedure gebruikt.

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

Beweerdelijk onvoldoende informatie aan huurder. Woning te klein. Restitutie van aan verhuurder betaald bedrag.

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onvoldoende communicatie.

Belangenbehartiging opdrachtgever, (beperkte) aankoopopdracht, te passieve houding makelaar. Mededelings- en onderzoeksplicht (belendende percelen)

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

CR 10/2356 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Aankoop nieuwbouwappartement mislukt. Beweerdelijke toezegging makelaar-verkoper. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van:

Onvoldoende belangenbehartiging. Echtscheiding. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Valsheid in geschrifte.

CR 12/2409 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Perikelen bij echtscheiding.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Oncollegiaal gedrag. Als adviseur van koopster geen contact opgenomen met makelaarverkoper.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

CR 10/2311 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 20 april 2010

Belangenbehartiging opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onzorgvuldig handelen.

De Raad van Toezicht te Hilversum van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM U I T S P R A A K

Belangenbehartiging opdrachtgever. Financiële gegoedheid wederpartij, onderzoek naar.

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

Belangenbehartiging opdrachtgever. Te hoge vraagprijs. Ongepast optreden.

op de klacht van:mevrouw A. C., wonende te Huizen, hierna te noemen: klager

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Optie en bod. Bod onder tijdslimiet. Amsterdams biedsysteem. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Uitspelen van gegadigden.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bestemming object. Mededelingsen onderzoeksplicht. Vergunning Waterschap.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Boeteclausule. Verschuldigdheid courtage na succesvol beroep op ontbindende voorwaarde.

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

Optie en Bod. Onduidelijke biedingsprocedure. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

de heer S. en mevrouw V., wonende [adres], klagers, tegen:

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

De Raad van Toezicht Breda geeft de volgende uitspraak in de zaak van: mevrouw F., wonende te [adres], klaagster, tegen

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Niet solide huurder. Weinig schriftelijk vastgelegd. Onvoldoende communicatie na gerezen problemen.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

CR 10/2306 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 30 juni 2010

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

CR 10/2353 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 10/2364 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

RAAD VAN TOEZICHT WEST VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS NVM

Transcriptie:

ZW 10-516 DE RAAD VAN TOEZICHT ZWOLLE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. ------------------------------------------------------------------------------------------------------- Beweerdelijke onvoldoende belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen niet in overeenstemming met de wens van verkoper. Ongewenste doorverkoop. In de koopovereenkomst van 2006 met een gemeente betreffende een perceel grond is een uitgestelde transportdatum overeengekomen (ca. 3,5 jaar) Na de levering in 2009 conform contract klaagt de verkoper over onvoldoende belangenbehartiging door de door hem ingeschakelde makelaar op 3 punten: klager verwachtte dat de opleveringsdatum gekoppeld was aan de start van geplande bouwactiviteiten, die echter pas geruime tijd na de transportdatum zijn begonnen; klager vond de gerealiseerde koopprijs ( 205.000 op een vraagprijs van 275.000) te laag en hij is het niet eens met de doorverkoop door de gemeente aan een projectontwikkelaar. De raad acht de klacht op alle onderdelen ongegrond, mede omdat klager naast de makelaar ook een andere adviseur had. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: A.H., wonende te H, klager, tegen I.A.E. D., NVM- makelaar, kantoorhoudende te H 1. Verloop van de procedure: 1.1. Klager heeft bij brief van 16 mei 2010 met bijlagen aan de NVM te Nieuwegein een klacht ingediend tegen de makelaar, door de NVM bij brief van 10 september 2010 aan de Raad van Toezicht doorgestuurd. 1.2. Bij brief van 29 september 2010 met bijlagen heeft de makelaar verweer gevoerd tegen de klacht. 1.3. Ter zitting van 8 december 2010 van de Raad van Toezicht zijn verschenen: - klager in persoon - de makelaar in persoon. 1.4. Partijen zijn door de Raad van Toezicht gehoord en hebben hun standpunten nader toegelicht. 2. De feiten:

2.1. Als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de overgelegde bescheiden, voorzover niet betwist, staat tussen partijen het volgende vast. 2.2. Klager was eigenaar van een perceel industriegrond aan de D-weg te C. Al vanaf 1998 was het klagers wens om op dit perceel een woning met bedrijfshal te realiseren. Klager had echter van de gemeente begrepen dat hij alleen toestemming zou krijgen voor het realiseren van een gebouw van 2000 m² met 3 bouwlagen. 2.3. Klager heeft vervolgens besloten het stuk grond te verkopen en op 16 juni 2005 heeft hij de makelaar opdracht gegeven bij die verkoop te bemiddelen. De vraagprijs is bij die gelegenheid bepaald op 275.000,-- inclusief BTW. 2.4. Op 12 juni 2006 is overeenstemming bereikt tussen klager en de gemeente omtrent de aankoop van het perceel voor een koopprijs van 205.000,--. In de koopakte is bepaald dat de levering eerst plaats zou vinden op 15 december 2009 en dat in de tussentijd over de koopsom rente zou worden betaald. Voorts is bepaald dat de gemeente gedoogt dat klager het perceel tot het opleveringsmoment als tuin gebruikt, daarop een mobiel chalet plaatst en een rioolaansluiting realiseert, zodat klager tot het moment van oplevering nog zou kunnen genieten van zijn tuin. Bij oplevering moest klager het perceel echter leeg en ontruimd overdragen aan de gemeente. 2.5. Op 11 juli 2006 heeft klager een brief aan de makelaar gezonden met opmerkingen over de concept koopakte. Klager verwijst daarin naar overleg met zijn adviseur, zonder die met name te noemen. 2.6. Op het perceel is wel een chalet geplaatst, maar een rioolaansluiting is niet gerealiseerd. Uiteindelijk is het perceel op 15 december 2009, conform de overeenkomst, geleverd aan de gemeente als koper. De gemeente heeft de grond vlak daarna doorgeleverd aan het Bouwfonds als projectontwikkelaar. 2

3. De klacht: 3.1. Klager meent dat de makelaar tekort is geschoten in zijn dienstverlening, specifiek op de volgende onderdelen: a. de gerealiseerde verkoopprijs voor het perceel is te laag; b. de afspraken omtrent het voortgezet gebruik van het perceel zijn niet goed vastgelegd; c. het perceel is onmiddellijk doorverkocht aan een projectontwikkelaar. 3.2. Ad a. Ten aanzien van de te lage verkoopprijs merkt klager op dat de oorspronkelijke vraagprijs 275.000,-- was en dat de gerealiseerde verkoopprijs, zijnde 205.000,--, daar wel erg ver onder ligt. Klager merkt op dat de makelaar het perceel eerder had getaxeerd op 260.000,-- tot 280.000,-- en dat daarom de vraagprijs op 275.000,-- was bepaald. 3.3. Ad b. Ten aanzien van de afspraken omtrent het voortgezet gebruik geeft klager aan dat hij het perceel had willen gebruiken tot op het moment waarop daadwerkelijk de bouwactiviteiten zouden beginnen. Dat is echter niet geschied, nu klager het perceel in het kader van de eigendomsoverdracht op 15 december 2009 moest ontruimen, terwijl pas veel later daadwerkelijk met bouwactiviteiten is begonnen. Klager verwijt de makelaar dan ook dat hij zijn wensen in dat opzicht niet juist in de koopovereenkomst heeft verwoord. Klager vindt steun voor zijn opvatting in de koopakte, waarin is vastgelegd dat de akte van levering uiterlijk 15 december 2009 gepasseerd zal worden, of zoveel eerder of later als partijen nader overeenkomen. Klager plaatst die passage in het kader van de gemaakte afspraken, waardoor in zijn opinie sprake was van een flexibele opleverings- en dus ontruimingsdatum, namelijk wanneer de bouwactiviteiten zouden starten. 3.4. Ad c. Klager was niet bereid zijn perceel te verkopen aan een projectontwikkelaar. Nu de gemeente weliswaar koper was, maar het perceel onmiddellijk na aankoop heeft doorverkocht aan het Bouwfonds, is uiteindelijk toch in feite sprake van verkoop aan een projectontwikkelaar. 4. Het verweer: 4.1. De makelaar voert, samengevat en zakelijk weergegeven, het volgende verweer. 4.2. Ad klachtonderdeel a. De makelaar geeft aan dat de koopprijs voor het perceel al lange tijd geleden - namelijk in het kader van de onderhandelingen die hebben geleid tot de 3

koopovereenkomst met de gemeente - is vastgesteld. De makelaar merkt op dat klager in al die jaren geen reden heeft gezien te klagen over die koopprijs. Het is dan ook voor de makelaar een raadsel waarom die koopprijs, die blijkbaar in 2006 en de daarop volgende jaren voor klager aanvaardbaar was, dat in 2010 plotseling niet meer is. Klager kan zich alleen voorstellen dat dat te maken heeft met het feit dat klager zijn perceel in 2009 heeft moeten ontruimen, maar dat is van het begin af aan duidelijk geweest. De overdrachtsdatum staat immers duidelijk vermeld in de ook door klager ondertekende koopakte. De makelaar ontkent het onderhavige perceel getaxeerd te hebben. Hij heeft slechts een waardeoordeel gegeven ten behoeve van het bepalen van de vraagprijs. 4.3. Ad klachtonderdeel b. Ten aanzien van de nadere afspraken over het voortgezet gebruik merkt de makelaar op dat de wijze waarop de overdrachtsdatum in de koopakte is opgenomen, geheel standaard is. De passage dat de overdrachtsdatum in nader overleg tussen partijen kan worden gewijzigd, is gebruikelijk en geenszins specifiek toegesneden op het onderhavige geval. De afspraak omtrent het voortgezet gebruik - die wel afwijkt van hetgeen gebruikelijk is - is in artikel 16 van de koopakte vastgelegd en daar staat duidelijk wat de bedoeling was. In dat kader wijst de makelaar erop dat klager zich, blijkens zijn brief van 11 juli 2006, door een adviseur heeft laten bijstaan, voordat hij tot ondertekening van de koopovereenkomst overging. Het was in ieder geval de makelaar niet duidelijk dat de in de koopakte vastgelegde afspraken niet conform de wens van klager waren en dat was blijkbaar de adviseur van klager ook niet duidelijk. 4.4. Ad klachtonderdeel c. Het was ten tijde van het voeren van de onderhandelingen over de onderhavige verkoop aan alle betrokkenen - ook aan klager - duidelijk dat het Bouwfonds bezig was op het perceel en de daaraan grenzende percelen een nieuwbouwproject te realiseren. Het is dus in het geheel niet verrassend of verwonderlijk dat de gemeente het perceel aan het Bouwfonds heeft doorverkocht. Met deze doorverkoop - die geheel de keuze van de gemeente was - had de makelaar geen enkele bemoeienis. De makelaar geeft aan dat hem door klager nimmer is gevraagd in de koopakte een beding op te nemen dat doorverkoop van het perceel - al of niet aan specifieke gegadigden - niet zou mogen plaatsvinden. 4.5. De makelaar wijst de klacht dan ook op alle onderdelen af en meent dat hij de belangen van klager op juiste wijze heeft behartigd. 5. Beoordeling van het geschil: 5.1. De klacht richt zich tegen makelaar D te H; deze is aangesloten bij de NVM en bij de afdeling Z. De Raad van Toezicht te Zwolle is derhalve bevoegd om van de klacht kennis te nemen. 5.2. De Raad van Toezicht constateert dat klager met name voor wat betreft het 4

voortgezet gebruik van het door hem verkochte perceel grond blijkbaar een andere verwachting had dan op grond van de koopovereenkomst met de gemeente gerechtvaardigd was. Mede uit hetgeen klager ter zitting heeft aangevoerd, maar vooral door het lange stilzwijgen van klager daarover, concludeert de Raad dat de klachtonderdelen a en c afgeleiden zijn van het onderdeel b waar voor klager duidelijk het zwaartepunt ligt. 5.3. De Raad van Toezicht is van oordeel dat de in de koopakte vastgelegde afspraken helder zijn geformuleerd. De Raad van Toezicht beschouwt het verwijt dat de gerealiseerde koopprijs te laag is als ondergeschikt aan het verwijt dat de afspraken omtrent het voortgezet gebruik niet op juiste wijze in de koopovereenkomst zouden zijn verwoord. Indien dit anders zou zijn, had het immers voor de hand gelegen dat klager zijn klacht omtrent de te lage koopprijs in een veel eerder stadium had ingediend. De Raad van Toezicht concludeert dat klager genoegen heeft genomen met deze lagere koopprijs, omdat hem gedurende een aantal jaren het voortgezet gebruik is toegezegd en dat juist het feit dat klager eerder moest ontruimen dan in zijn visie was afgesproken, de aanleiding was voor zijn klacht dat de verkoopprijs te laag was. De Raad van Toezicht meent dan ook dat ten aanzien van de verkoopprijs geen sprake is van enig verwijtbaar handelen aan de zijde van de makelaar. 5.4. De Raad van Toezicht kan niet uitsluiten dat de regeling voor voortgezet gebruik, zoals die in de koopakte is opgenomen, uiteindelijk niet geheel overeenstemt met hetgeen klager wenste hoezeer de tekst van de regeling ook helder is. Daarbij is uiteraard van doorslaggevend belang in hoeverre klager aan de makelaar duidelijk heeft aangegeven wat zijn wensen waren. In dat kader hecht de Raad van Toezicht grote waarde aan het feit dat klager op 12 juli 2006 een brief met opmerkingen op de koopakte heeft gezonden aan de makelaar, welke brief is opgesteld na overleg van klager met een adviseur. Naar het oordeel van de Raad van Toezicht mocht de makelaar erop vertrouwen dat klager de inhoud van de koopakte begreep, althans dat de door klager ingeschakelde adviseur dat deed, en dat klager de door hem en zijn adviseur gewenste wijzigingen uitputtend aan de makelaar had doorgegeven. De Raad van Toezicht weegt daarbij tevens mee dat klager aangeeft zelf zakenman te zijn. De makelaar kon en hoefde dan ook niet te weten dat klager blijkbaar andere verwachtingen had dan op grond van de tekst van de (concept) koopakte was gerechtvaardigd. Naar het oordeel van de Raad van Toezicht treft de makelaar ook in dit opzicht geen verwijt. 5.5. Naar het oordeel van de Raad van Toezicht is afdoende komen vast te staan dat alle betrokkenen in 2006 op de hoogte waren van het feit dat de bedoeling van de gemeente was om een project te realiseren op het perceel van klager en de daaraan grenzende percelen en dat zij niet zelf als projectontwikkelaar zou gaan optreden. Nu nergens uit blijkt dat klager niet wilde dat het onderhavige perceel ooit in handen zou komen van enige projectontwikkelaar in het algemeen of het Bouwfonds in het bijzonder, kan het de makelaar niet verweten worden dat hij 5

geen clausule ter zake in de koopakte heeft opgenomen. Dat de gemeente het onderhavige perceel na korte tijd heeft doorverkocht aan het Bouwfonds, was dus geen verrassing en is geen omstandigheid, die aan de makelaar kan worden verweten. 5.6. De Raad van Toezicht acht de klacht dan ook in al zijn onderdelen ongegrond. 6. Uitspraak: 6.1. Verklaart de klacht ongegrond. Aldus beslist door de Raad van Toezicht te Zwolle, bestaande uit mr. J. van der Hulst, voorzitter, drs. J. Berger MRE, lid en mr. H.R. Quint, lid, secretaris, op 8 december 2010. mr. J. van der Hulst Voorzitter mr. H.R. Quint Secretaris 6