Inspectierapport de Vlinderboom op school B.V. (BSO) Engelandlaan 2 2034NA HAARLEM Registratienummer 143196716 Toezichthouder: GGD Kennemerland In opdracht van gemeente: Haarlem Datum inspectie: 26-09-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Afgesloten
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Veiligheid en gezondheid... 6 Accommodatie en inrichting... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Op 26 september 2016 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van gemeente Haarlem een onaangekondigde inspectie uitgevoerd bij BSO De Vlinderboom in Haarlem. Tijdens dit reguliere inspectiebezoek zijn enkele voorwaarden uit de Wet Kinderopvang getoetst. Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over de buitenschoolse opvang volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. BSO De Vlinderboom is gevestigd in basisschool Rudolf Steiner. Met ingang van 17 augustus 2015 staat de locatie geregistreerd met veertig kindplaatsen (daarvoor met twintig kindplaatsen). De BSO heeft nu twee groepen die elk beschikken over een eigen lokaal. Beide groepen staan, afhankelijk van het kindaantal, dagelijks onder begeleiding van twee beroepskrachten per groep. Tijdens deze inspectie zijn de accommodatie en inrichting en de veiligheid en gezondheid van de tweede (nieuwe) groep meegenomen in de beoordeling. De toezichthouder heeft de oudercommissie een vragenlijst toegestuurd. De oudercommissie heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar mening kenbaar te maken. Kenmerkend aan deze locatie is de antroposofische grondslag. Op dit moment voldoet de buitenschoolse opvang volledig aan de tijdens deze inspectie getoetste voorwaarden uit de Wet Kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2015). De beschrijvingen, die na het onderstreepte sleutelwoord zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van vier basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. De observatie heeft plaatsgevonden tijdens binnenkomst van de kinderen, tijdens vrij spel binnen en buiten en tijdens de lunch. Op buitenschoolse opvang De Vlinderboom worden de emotionele veiligheid, de persoonlijke competentie, de sociale competentie en de overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd. Hieronder volgen twee voorbeelden waaruit dit blijkt. Persoonlijke competentie Responsief De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze correct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Sociale competentie Positieve sfeer De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Ze maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Gebruikte bronnen: Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 4 van 12
Personeel en groepen BSO De Vlinderboom heeft twee groepen met in totaal maximaal veertig kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Er werken bij volle bezetting vier vaste beroepskrachten per dag. Momenteel is er tevens een boventallige stagiaire. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag is gebaseerd op een steekproef. De steekproef is gehouden onder de personen die tijdens het inspectiebezoek aanwezig zijn. Alle medewerkers uit de steekproef en de stagiaire beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificatie is gebaseerd op een steekproef. De steekproef is gehouden onder de beroepskrachten die tijdens het inspectiebezoek aanwezig zijn. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie werd aan de beroepskracht-kindratio voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 12
Veiligheid en gezondheid De inhoud van dit domein belicht de inspectiebevindingen over de onderwerpen Veiligheid en gezondheid. In augustus 2016 heeft een uitbreiding plaats gevonden van twintig naar veertig kindplaatsen. Tijdens deze inspectie is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid van de nieuwe groep getoetst. Per aspect worden de bevindingen beschreven over deze nieuwe groep die is gehuisvest in het kleuterlokaal. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie veiligheid van het tweede lokaal (kleutergroep) is uitgevoerd op 13 december 2015. De meest recente risico-inventarisatie gezondheid van het tweede lokaal(kleutergroep) is uitgevoerd op13 november 2015. Tijdens deze inspectie er inhoudelijk gekeken naar de risico-inventarisaties van het tweede lokaal. De risico-inventarisaties veiligheid en -gezondheid zijn actueel en voldoen aan de eisen. Veel maatregelen zijn in werkinstructies en protocollen vastgelegd. Er is een plan van aanpak. De beroepskrachten zijn geïnformeerd over de risico-inventarisaties en het beleid. Tijdens de inspectie is gebleken dat het veiligheid- en gezondheidsbeleid aan de hiervoor gestelde voorwaarden voldoet. Gebruikte bronnen: Interview anderen (pedagogisch medewerkers) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag Huisregels/groepsregels 6 van 12
Accommodatie en inrichting De inhoud van dit domein belicht de inspectiebevindingen over de onderwerpen Accommodatie en inrichting. In verband met de uitbreiding is dit item getoetst m.b.t. het nieuwe, tweede, lokaal. In dit tweede lokaal worden de kleuters, in de leeftijd van 4 tot 6 jaar, opgevangen. Het lokaal ligt in de directe nabijheid van de andere leefgroep van de BSO waar de kinderen vanaf 6 jaar worden opgevangen. Beide lokalen grenzen aan dezelfde hal, die als gezamenlijke speelruimte voor beide groepen wordt gebruikt. Binnenruimte Er is voldoende binnenruimte voor het aantal op te vangen kinderen en de ruimte is passend ingericht. Gebruikte bronnen: Observaties 7 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 12
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 12
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : de Vlinderboom op school B.V. Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : de Vlinderboom op school B.V. Adres houder : Denys van Hullelaan 28 Postcode en plaats : 2015GN HAARLEM KvK nummer : 60489723 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Kennemerland Adres : Postbus 5514 Postcode en plaats : 2000GM HAARLEM Telefoonnummer : 023-7891613 Onderzoek uitgevoerd door : M. Peeters Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Haarlem Adres : Postbus 511 Postcode en plaats : 2003PB HAARLEM Planning Datum inspectie : 26-09-2016 Opstellen concept inspectierapport : 10-10-2016 Vaststelling inspectierapport : 31-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 31-10-2016 Verzenden inspectierapport naar : 31-10-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 31-10-2016 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12