De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

Vergelijkbare documenten
Tijdelijke regeling stimulering pilotprojecten maatschappelijke stage

Toelichting bij de Tijdelijke regeling stimulering pilot projecten maatschappelijke stage

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Subsidieregeling abortusklinieken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Regeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal

Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool

Algemene Subsidieregeling 2008

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Gelet op het artikel 90, tweede en derde lid van de Wet raadgevend referendum;

a. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. stichting: Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel.

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEAGENDA CULTUUR MAASTRICHT ( )

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

SUBSIDIEREGELING STUDENTENORGANISATIES van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2019.

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56;

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 november 2016, kenmerk SBH/ ;

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Valkenburg aan de Geul

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

REGELING SUBSIDIES VRIJWILLIGERSACTIVITEITEN WELZIJN EN ZORG 2015

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Gelet op artikel 2, vierde lid en artikel 3, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening gemeente Maastricht 2015;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019.

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Regeling cultuurkaart voortgezet onderwijs

Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Regeling subsidie creativiteitsonderwijs gemeente Oisterwijk 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

GEDEPUTEERDE STATEN VAN FRYSLÂN EN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FRYSLÂN,

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

DIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING. Gedeputeerde Staten van Drenthe,

Gelet op de artikelen 93, 95, 123 en 125 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

gelezen de nota d.d., 5 december 2017, Directie/Samenleven/ Sociale Basisinfrastructuur;

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

SUBSIDIEREGELING KLEINE VERBOUWINGEN, TIJDELIJKE HUISVESTING EN INRICHTING LOKALEN VOORSCHOOLPEUTERSPEELZALEN DEN HAAG 2016

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.


gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

Regeling subsidie bibliotheekwerk gemeente Oisterwijk 2016

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Tijdelijke subsidieregels Innovatiegelden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

SUBSIDIEVERORDENING PEUTERPROGRAMMA GEMEENTE ECHT-SUSTEREN 2013

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Toelichting Algemene subsidieverordening Leusden 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ])

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren primair onderwijs naar voortgezet onderwijs

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies en 32d, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

NADERE REGELS SUBSIDIE WONEN BOVEN WINKELS ARNHEM 2012

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten

1. De minister verstrekt uitsluitend subsidies voor zover de verstrekking past in zijn beleid.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen reglement van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Gelet op artikel 33a van het Besluit bekostiging WPO en artikel 42a van het Besluit bekostiging WEC;

Transcriptie:

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29-04-2008, nr. VO/S&O/6112, houdende regels voor de stimulering van de pilot projecten in het schooljaar 2008-2009 ten behoeve van de invoering van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs (Tijdelijke regeling stimulering pilot projecten maatschappelijke stage) De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; Gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet overige OCW-subsidies; BESLUIT: Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: CPS: Christelijk Pedagogisch Studiecentrum, een instelling als genoemd in de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten; klokuur: uur van 60 minuten van 60 seconden; maatschappelijke stage: vorm van leren buiten de school waarbij leerlingen in het voortgezet onderwijs vanuit de school door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis maken met en een actieve bijdrage leveren aan allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving; Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft landbouwonderwijs, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; penvoerder: school, door het samenwerkingsverband binnen een pilot project maatschappelijke stage aangewezen penvoerende school, welke tevens kassier is van datzelfde pilot project maatschappelijke stage; pilotprojectgebied: gebied waarbinnen een pilot project maatschappelijke stage acteert; ten behoeve van artikel 4, derde lid, van deze regeling worden niet alle scholen binnen een pilot project maatschappelijke stage gerekend tot het pilotprojectgebied, maar slechts de scholen die daadwerkelijk participeren in datzelfde pilot project maatschappelijke stage; pilot project maatschappelijke stage: project in het schooljaar 2008-2009 waarbij de penvoerder van het samenwerkingsverband subsidie verkrijgt van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op grond van deze regeling als onderdeel van de gefaseerde invoering van de maatschappelijke stage die informatie moet opleveren over de haalbaarheid, uitvoerbaarheid en het maatschappelijk rendement van de maatschappelijke stage; samenwerkingsverband: verband van minimaal twee of meer scholen en een of meer stagebieders en één van de hiernagenoemde partijen: een stagemakelaar en/of gemeenten, die aan de hand van een schriftelijke verklaring, kunnen aantonen dat zij samenwerken bij het uitvoeren van een pilot project maatschappelijke stage; school: uit s Rijks kas bekostigde school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, waaronder begrepen het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum, bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 2. Doelomschrijving De Minister stelt een subsidie beschikbaar in het schooljaar 2008-2009 voor samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs die willen participeren in één van de op te richten pilot projecten maatschappelijke stage. Artikel 3. Subsidieplafond 1. Het subsidieplafond voor het schooljaar 2008-2009 ten behoeve van de pilot projecten maatschappelijke stage op grond van deze regeling bedraagt 15.500.000. 2. In het schooljaar 2008-2009 is een subsidiebedrag beschikbaar van 200 per stageleerling. Artikel 4. Criteria subsidiëring pilot projecten maatschappelijke stage 1. Bij een aanvraag voor een subsidie in het kader van de pilot projecten maatschappelijke stage dient de penvoerder van het desbetreffende pilot project maatschappelijke stage voor het gehele desbetreffende samenwerkingsverband een activiteitenplan en een begroting in. 2. De te ontvangen subsidie per samenwerkingsverband wordt berekend aan de hand van het aantal stageleerlingen van de deelnemende scholen binnen dat samenwerkingsverband in het schooljaar 2008-2009. 3. Het aantal deelnemende stageleerlingen per pilot project maatschappelijke stage is een aantal dat gelijk staat aan of groter is dan het aantal leerlingen dat jaarlijks binnen het pilotprojectgebied in het voortgezet onderwijs instroomt. 4. Het aantal uren maatschappelijke stage dat is vereist in het schooljaar 2008-2009, is gelijk aan of meer dan 30 klokuren per stageleerling. 5. De Minister houdt bij de behandeling van de aanvragen rekening met geografische spreiding, combinatie in schoolsoorten, de maatschappelijke breedte in de aangeboden stageplaatsen en de wijze waarop bemiddeling en begeleiding vorm krijgen binnen een pilot project maatschappelijke stage. 6. Het in het eerste lid genoemde activiteitenplan en begroting vormen een integraal deel van de aanvraag. 7. In het eerste lid genoemde activiteitenplan is, in ieder geval, de volgende informatie opgenomen: a. Een overzicht van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeldt per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen; b. naam en adresgegevens van de penvoerder en het aanspreekpunt van het desbetreffende pilot project maatschappelijke stage; c. de namen van de scholen en organisaties die deelnemen aan het desbetreffende pilot project maatschappelijke stage; d. ambitie, doelstellingen en prestaties van het desbetreffende pilot project maatschappelijke stage; e. omvang van het pilot project maatschappelijke stage (aantal stageleerlingen, aantal scholen, aantal stageplaatsen en aantal stagebieders); f. de eventuele inzet van aanvullende middelen (wanneer, hoe en door welke partijen);

g. een gedegen financieel plan waarin, in ieder geval, de begrote kosten per leerling en de kosten voor de scholen, stagebieder(s) en bemiddelaar(s) worden weergegeven. 8. De eveneens in het eerste lid genoemde begroting behelst een overzicht van de voor het schooljaar 2008-2009 geraamde inkomsten en uitgaven van de aanvrager, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Artikel 5. Aanvraag 1. Om voor een subsidie in het kader van de pilot projecten maatschappelijke stage in aanmerking te komen dient de penvoerder van het samenwerkingsverband bij CPS een aanvraag in. 2. De aanvraag dient uiterlijk 1 augustus 2008 om 16:00 uur bij CPS te zijn ontvangen. 3. Aanvragen worden afgewezen indien de termijn, genoemd in het tweede lid, is verstreken. Artikel 6. Beoordelingscommissie 1. Er is een Beoordelingscommissie die tot taak heeft de Minister gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent aanvragen om subsidie op grond van deze regeling. 2. De commissie krijgt een maximale termijn van drie weken na het sluiten van de termijn, genoemd in artikel 5, tweede lid, om een advies aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap te zenden en voornoemde adviezen van de commissie gaan vergezeld van een deugdelijke motivering. Hierin worden ten minste de onderlinge mate van scoring van de aanvragen alsmede de criteria, genoemd in artikel 4, in verwerkt. 3. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste drie andere leden. Als de commissie bestaat uit een even aantal personen en de stemmen staken, heeft de voorzitter van de commissie een doorslaggevende stem. 4. De leden van de commissie zijn deskundig op het terrein waarop de commissie een taak heeft en zijn geen ambtenaren, werkzaam bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. 5. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap benoemt op basis van hun specifieke kennis en deskundigheid de voorzitter en de leden van de commissie voor de duur van de gelding van deze regeling. 6. De commissie stelt in overleg met CPS en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap haar werkwijze vast. 7. CPS coördineert de werkzaamheden van de commissie en zorgt voor secretariële ondersteuning. 8. De leden van de commissie, voor zover geen ambtenaar, ontvangen per vergadering een vergoeding op basis van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen, waarbij de commissie als algemene commissie in de zin van het Vacatiegeldenbesluit 1988 wordt aangemerkt. De vergoeding bedraagt het maximum dat geldt voor een algemene commissie. Artikel 7. Beslissing op de aanvraag (subsidieverlening)

1. De Minister beslist binnen uiterlijk vijf weken na ontvangst van het advies van de Beoordelingscommissie of het desbetreffende project zal starten als een pilot project maatschappelijke stage, onverminderd het bepaalde in artikel 4:5, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 2. Door de Minister wordt op de aanvragen beslist naar mate van scoring van de Beoordelingscommissie, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de datum waarop de aanvraag naar behoren is aangevuld, geldt als datum van ontvangst. Artikel 8. Weigering van de subsidieverlening 1. De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat: a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden; b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn. 2. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager: a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid, of b. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend. Artikel 9. Betaling (voorschotten) subsidie 1. Nadat een aanvraag is ingediend en het verzoek tot aanvraag is goedgekeurd gaat de Minister over tot het verlenen van voorschotten van het subsidiebedrag. 2. De bevoorschotting wordt in drie delen betaald. Het eerste gedeelte wordt betaald binnen vier weken na de subsidieverlening, het daarop volgende gedeelte in januari 2009 en het derde en laatste gedeelte na overlegging en goedkeuring van de eindverantwoording van het desbetreffende pilot project maatschappelijke stage. 3. Het eerste gedeelte bedraagt 60% van het totale subsidiebedrag; het tweede gedeelte bedraagt 20% van het totale subsidiebedrag; het derde en laatste gedeelte bedraagt eveneens 20% van het totale subsidiebedrag. Artikel 10. Terugvordering subsidie Onverminderd het gestelde in artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht kan (gedeeltelijke) terugvordering van het subsidiebedrag plaatsvinden. Artikel 11. Informatielevering

1. De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en ontvangsten kunnen worden nagegaan. 2. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende zeven jaren bewaard. Artikel 12. Verantwoording en verrekening 1. De subsidie wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. Eventueel niet-bestede middelen of overschotten na afloop van de looptijd van deze subsidie zullen worden teruggevorderd. 2. De subsidie wordt uiterlijk aan het einde van het schooljaar 2008/09 besteed. De verantwoording van de subsidie en de eventueel niet bestede middelen geschiedt in de jaarrekening die op dat jaar betrekking heeft. 3. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze subsidie. 4. Het samenwerkingsverband legt inhoudelijke verantwoording af over het ingediende activiteitenplan en de opgestelde bevindingen door middel van een eindrapportage, waarin in ieder geval het aantal feitelijk gerealiseerde stageplaatsen wordt genoemd. 5. De eindrapportage wordt gezonden aan CPS vóór 15 september 2009. 6. Er zal onderzoek worden gedaan naar het bereikte effect /resultaat van deze subsidie. De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de Minister ingestelde onderzoeken die zijn gericht op het verschaffen van nadere informatie over de uitvoering van de subsidieregeling. Daartoe zal vanwege de Minister een of meerdere enquêtes worden gehouden. Artikel 13. Intentieverklaringen 1. De Minister wijst de initiatieven aan die naar hun aard vallen onder de werking van deze regeling en waar de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ten aanzien van die initiatieven intentieverklaringen heeft ondertekend. 2. De Minister stuurt de intentieverklaringen aan de Beoordelingscommissie voor ambtshalve advies. 3. Naast de in het eerste lid genoemde intentieverklaringen stelt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de zojuist genoemde en eventueel toekomstige intentieverklaringen met maatschappelijke organisaties per toegezegde en gerealiseerde stageplaats 10 beschikbaar. 4. Voor de in artikel 13 genoemde intentieverklaringen is een subsidiebedrag beschikbaar van 750.000. Artikel 14. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 november 2010. Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling stimulering pilot projecten maatschappelijke stage. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart