Liturgie voor de doopdienst op zondag 3 september 2017, 10.00 uur in de Hervormde Kerk te Den Ham In deze dienst ontvangt Noah Pasman het teken en zegel van Gods genadeverbond. Voorganger: Ouderling van dienst: Organist: Koster: Ds. H.M. Klaassen Willem Meijer Gijsbert Meuleman Gerrit Kleinjan 1
Orgelspel Afkondigingen Zingen: NLB 283: 1, 2, 3, 4 & 5 1. In de veelheid van geluiden in het stormen van de tijd, zoeken wij het zachte suizen van het woord, dat ons verblijdt. 3. Want wij mensen op de aarde raken van het duister moe. Als uw hart ons niet bewaarde sliepen wij ten dode toe. 2. En van overal gekomen, drinkend uit de ene bron, bidden wij om nieuwe dromen, richten wij ons naar de zon. 4. Laat uw dauw van vrede dalen in de voren van de tijd. Vat ons samen in de stralen van uw goedertierenheid. 5. Die ons naam voor naam wilt noemen, al uw liefde ons besteedt, zingend zullen wij U roemen en dit huis zingt met ons mee! Onze hulp en groet Zingen: psalm 105: 1 & 2 1. Loof God de Heer, en laat ons blijde zijn glorierijke naam belijden. Meld ieder volk en elk geslacht de wonderen die God volbracht. Gij die van harte zoekt de Heer, verblijd u, geef zijn naam de eer. 2
2. Vraag naar des Heren grote daden; zoek zijn nabijheid, zijn genade. Gedenk hoe Hij zijn oordeel velt, zijn wonderen ten teken stelt, volk dat op Abram u beroemt, met Jakobs nieuwe naam genoemd. Geboden van God Zingen: psalm 105: 3 & 4 3. God, die aan ons zich openbaarde, regeert en oordeelt heel de aarde. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht tot in het duizendste geslacht. t Verbond met Abraham zijn vrind bevestigt Hij van kind tot kind. 4. De Heer heeft Izak uitverkoren, aan Jakob zijn verbond bezworen, aan Israël zijn trouw verpand: Uw kinderen breng Ik naar dit land, naar Kanaän dat eeuwig is uw toegemeten erfenis. Gebed om de verlichting met de Heilige Geest Lezen dooponderricht Doopvragen Binnen dragen van de dopeling 3
Zingen: gezang 334: 1 & 3 1. Here Jezus, wij zijn nu in het heiligdom verschenen, met ons kind gaan wij tot U wil uw zegen ons verlenen waar de roepstem wordt vernomen: laat de kindren tot Mij komen. 3. Niemand, die ons helpen kan, niemand kan ons kind beschermen. Wie zijn wij? Neem gij het dan, draag het in uw groot erbarmen. Dat het vroeg U in dit leven ja voorgoed zijn hart mag geven. Bediening van de doop Zingen: OB Psalm 134: 3 3. Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'; Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer; Looft, looft dan aller heren HEER. Kinderen naar de kindernevendienst Schriftlezing: Spreuken 3: 1 7; Johannes 14: 15 21 (HSV) Spreuken 3: 1 7 1 Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen, 2 want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze voor jou vermeerderen. 3 Mogen goedertierenheid en trouw jou niet verlaten. Bind ze om je hals, schrijf ze op de tafel van je hart, 4 vind gunst en goed verstand 4
in de ogen van God en mens. 5 Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. 6 Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken. 7 Wees niet wijs in je eigen ogen: vrees de HEERE en keer je af van het kwade. Johannes 14: 15 21 15 Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. 16 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, 17 namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. 18 Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe. 19 Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar u zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven. 20 Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u. 21 Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. Zingen: psalm 119: 5 & 6 5. Diep in mijn hart berg ik uw heilig woord, opdat geen zonde daar kan binnendringen. Geprezen zijt Gij, Heer, aan ieder oord. Leid mij in t licht van uw verordeningen. Dan zal ik zo dat iedereen het hoort het hoge recht van uw verbond bezingen. 5
6. O God, ik ben van harte zeer verblijd over de weg van uw getuigenissen. In uw bevelen ligt mijn zaligheid, ik zal mij van uw wegen vergewissen. Ik loof U, die mijn grootste rijkdom zijt, laat mij, o Heer, geen van uw woorden missen. Verkondiging Zingen: gezang 326: 1, 4 & 5 1. Een rijke schat van wijsheid schonk God ons in zijn woord. Hebt moed, gij die op reis zijt, want daarmee kunt gij voort. Gods woord is ons een licht, en elk die in vertrouwen daarnaar zijn leven richt, die zal erin aanschouwen des Heren aangezicht. 4. Maar wie op t woord vertrouwen dat uitging uit Gods mond, die kunnen veilig bouwen, hun huis heeft vaste grond. Des Heren woord maakt vrij van dienst aan vreemde machten; in t woord herkennen wij zijn plannen en gedachten. Het rijk is ons nabij! 5. O Gij die wilt ontmoeten wie vragen naar uw wil, zie hoe wij aan uw voeten zitten en luist ren stil. Geef dat tot U, o Heer, 6
t woord van uw welbehagen niet ledig wederkeer, maar dat het vrucht mag dragen, uw grote naam ter eer. Collecten Dankgebed en voorbede Zingen: NLB 416:1, 2, 3 & 4 1. Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn. 2. Ga met God en Hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met je zijn. 3. Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. 4. Ga met God en Hij zal met je zijn tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn. Zegen 7
8