VR 2015 2003 DOC.0261/2 ~t\ Vlaall!se ~~ \ Regenng Besluit van de Vlaamse Regering houdende de aanpassing van het kaderdecreet en de besluiten van de Vlaamse Regering bedrijvencentra en doorgangsgebouwen, kmo-portefeuille, ecologiepremie, strategische ecologiesteun en strategische transformatiesteun aan de algemene groepsvrijstellingsverordening, de de-minimisverordening, de richtsnoeren inzake milieu en de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun DE VLAAMSE REGERING, Gelet op verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun; Gelet op verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard; Gelet op de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020 van 28 juni 2014; Gelet op de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden van 31 juli 2014; Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 10, artikel 14, eerste lid, artikel 22, 27 en 37 en artikel 38, eerste lid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2007 houdende subsidiëring van bedrijvencentra en doorgangsgebouwen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 december 2014; Gelet op advies 57.048/1 van de Raad van State, gegeven op 3 maart 2015, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Pagina 1 van 8
Overwegende dat de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020 van 28 juni 2014 en de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden van 31 juli 2014 in werking zijn getreden en dat de Vlaamse economische ondersteuningsmaatregelen aangepast moeten worden aan die verordeningen en richtsnoeren; Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofdstuk 1. Wijzigingen aan het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid. Artikel 1. In artikel 3 van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid worden punt 7 tot en met 11 o vervangen door wat volgt "7 regionale steunkaart: een kaart met gebieden die op sociaal-economisch gebied achtergebleven zijn en beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in de Europese richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020 ( Publicatieblad van 23 juli 2013 C 209, blz. 1-45). Die gebieden zijn voor Vlaanderen vastgelegd in de regionale steunkaart van het Vlaamse Gewest, goedgekeurd door de Europese Commissie op 16 september 2014 en door de Vlaamse Regering op 21 november 2014 voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2020. Als de steunkaart wordt herzien door de Europese Commissie of de Vlaamse Regering, wordt de nieuwe steunkaart in aanmerking genomen; 8 algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187, blz. 1-78), en de latere wijzigingen ervan; go de-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2014, L 352, blz. 1-8), en de latere wijzigingen ervan; 10 richtsnoeren inzake milieu: richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020 (Publicatieblad van 28 juni 2014, C 200, blz. 1-55), en de latere wijzigingen ervan; 11 richtsnoeren inzakereddings-en herstructureringssteun: richtsnoeren inzakereddings-en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (Publicatieblad van 31 juli 2014, C 249, blz. 1-28), en de latere wijzigingen ervan;". Art.2. Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6. Voor kleine en middelgrote ondernemingen moet het project betrekking hebben op een initiële investering als vermeld in artikel 2, punt 49, artikel 14, punt 3 en artikel 17, punt 3, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Pagina 2 van 8
Voor grote ondernemingen moet het project betrekking hebben op een initiële investering ten behoeve van een nieuwe economische activiteit als vermeld in artikel Z, punt 50 en 51, en artikel 14, punt 3, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.". Art. 3. In artikel lz, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "artikel 15, punt Z," vervangen doo r de zinsnede "artikel 17, punt 6,". Art. 4. In artikel 13 van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "artikel 17" vervangen door de zinsnede "artikel Z, punt 101 tot en met 131,". Art. 5. In artikel 15 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 o in paragraaf 1 wordt de zinsnede "artikel 18, punt 4," vervangen door de zinsnede "artikel 36, punt 6 tot en met 8,"; zo in paragraaf z, eerste lid, wordt de zinsnede "artikel19, punt 5," vervangen door de zinsnede "artikel 36, punt 6 tot en met 8,"; 3 in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede "artikel ZO, punt 3," vervangen door de zinsnede "artikel 37, punt 4 en 5,"; 4 in paragraaf 4 wordt in punt 1 o de zinsnede "artikel Z1, punt z en 4," vervangen door de zinsnede "artikel 38, punt 4 tot en met 6,"; 5 in paragraaf 4 wordt in punt zo de zinsnede "artikel ZZ, punt Z," vervangen door de zinsnede "artikel 40, punt 5 en 6,"; 6 in paragraaf 4 wordt in punt 3 de zinsnede "artikel Z3, punt 2," vervangen door de zinsnede "artikel 41, punt 7 tot en met 10,". Art. 6. In artikel 19 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 o in het eerste lid wordt de zinsnede "artikel Z6, punt 2, en artikel Z7, punt Z," vervangen door de zinsnede "artikel 18, punt z, en artikel 19, punt 3,"; zo in het tweede lid wordt de zinsnede "artikel Z4, punt Z," vervangen door de zinsnede "artikel 49, punt 3 en 4,". Art. 7. Artikel ZO van hetzelfde decreet wordt opgeheven. Art. s. In artikel Zl van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "artikel z, 18, 19 en zoo; vervangen door de zinsnede "artikel Z, punt 3, 4 en 99,". Art. 9. In artikel 23, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "artikel 39, punt 4," vervangen door de zinsnede "artikel 31, punt z en 3,". Art. 10. In artikel Z4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht 1 de woorden "specifieke en algemene" worden opgeheven; zo de zinsnede "artikel 39, punt 2," wordt vervangen door de zinsnede "artikel 31, punt 4 en 5,". Art. 11. In artikel 38 van hetzelfde decreet wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "De Vlaamse Regering kan op voorwaarde van aanmelding of kennisgeving bij de Europese Commissie steun verlenen aan ondernemingen. Die steun is rechtstreeks gebaseerd op respectievelijk artikel 107 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie en de Pagina 3 van 8
algemene groepsvrijstellingsverordening, als die steun niet ressorteert onder de categorieën van steun, vermeld in dit decreet.". Hoofdstuk 2. Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2007 houdende subsidiëring van bedrijvencentra en doorgangsgebouwen Art. 12. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2007 houdende subsidiëring van bedrijvencentra en doorgangsgebouwen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 o punt 5 wordt vervangen door wat volgt: "5 decreet: het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;"; 2 in punt 16 worden de woorden "decreet van 31 januari 2003" vervangen door de woorden "decreet van 16 maart 2012". Art. 13. In hoofdstuk 1, van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 3, die bestaat uit de artikelen 2/1 tot en met 2/2, ingevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 3. - Europese regelgeving Art. 2/1. Deze regelgeving valt onder de toepassing van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard ( Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187, blz. 1-78), en de latere wijzigingen ervan ("de algemene g roepsvrijstell i ngsverorden i ng "). Art. 2/2. De onderneming mag op de indieningsdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.". Art. 14. In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie wat betreft uitbreiding van het toepassingsgebied tot steun voor onderzoek en ontwikkeling" vervangen door de woorden "de algemene groepsvrijstellingsverordening". Art. 15. In hetzelfde besluit wordt een artikel 28/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 28/1. Er wordt geen subsidie uitbetaald aan ondernemingen die een procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.". Hoofdstuk 3. Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten Art. 16. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten, vervangen door het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 2. De grootte van de onderneming, bepaald in de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen, vermeld in bijlage I van de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenig baar worden verklaard, wordt vastgesteld op basis van Pagina 4 van 8
een verklaring op erewoord van de onderneming en op basis van de bepalingen van artikel 3 en 4.". Art. 17. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "Art. 5. Deze regelgeving valt onder de toepassing van de de-minimissteun, vermeld in de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352, blz. 1-8), en de latere wijzigingen ervan.". Hoofdstuk 4. Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest Art. 18. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 o punt 1 /1 wordt vervangen door wat volgt: "1 /1 algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard ( Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187, blz. 1-78), en de latere wijzigingen ervan;"; 2 in punt 10 wordt de zinsnede "artikel 17, punt 1," vervangen door de zinsnede "artikel 2, punt 101,"; 3 in punt 16 wordt de zinsnede "artikel 17, punt 3," vervangen door de zinsnede "artikel 2, punt 103,". Art. 19. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De onderneming mag op de indieningsdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.". Art. 20. Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 11. De toegekende steun moet een stimulerend effect hebben. Dat betekent dat de ecologie-investeringen op zijn vroegst mogen starten na de indieningsdatum van de steunaanvraag. De steun vervalt volledig als de ecologie-investeringen starten voor of op de indieningsdatum. ". Art. 21. In artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, wordt het derde lid opgeheven. Art. 22. In hetzelfde besluit wordt een artikel 24/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: Pagina 5 van 8
"Art. 24/1. Er wordt geen subsidie uitbetaald aan ondernemingen die een procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.". Hoofdstuk 5. Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest Art. 23. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor strategische ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 o punt 2 wordt vervangen door wat volgt: "2 algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187, blz. 1-78), en de latere wijzigingen ervan;"; 2 in punt 6 wordt de zinsnede "artikel17, punt 1," vervangen door de zinsnede "artikel 2, punt 101,"; 3 in punt 14 wordt de zinsnede "artikel 17, punt 3," vervangen door de zinsnede "artikel 2, punt 103,". Art. 24. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De onderneming mag op de indieningsdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.". Art. 25. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "Art. 10. De toegekende steun moet een stimulerend effect hebben. Dat betekent dat de ecologie-investeringen op zijn vroegst mogen starten na de indieningsdatum van de steunaanvraag. De steun vervalt volledig als de ecologie-investeringen starten voor of op de indieningsdatum.". Art. 26. In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt het derde lid opgeheven. Art. 27. In hetzelfde besluit wordt een artikel 37/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 37/1. Er wordt geen subsidie uitbetaald aan ondernemingen die een procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.". Hoofdstuk 6. Wijzigingen aan het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest Art. 28. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest wordt punt 3 vervangen door wat volgt: Pagina 6 van 8
"3 algemene vrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Publicatieblad van 26 juni 2014, L 187, blz. 1-78), en de latere wijzigingen ervan;". Art. 29. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De onderneming mag op de indieningsdatum van de steunaanvraag geen achterstallige schulden hebben bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, punt 18, van de algemene vrijstellingsverordening, en geen procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.". Art. 30. In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 13, 2," vervangen door de zinsnede "artikel 14, punt 5,". Art. 31. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "Art. 13. De toegekende steun moet een stimulerend effect hebben. Dat betekent dat de opleidingen op zijn vroegst mogen starten op de indieningsdatum van de steunaanvraag. De steun vervalt volledig als de opleidingen starten voor de indieningsdatum.". Art. 32. In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 o het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan steun worden verleend aan kleine en middelgrote ondernemingen in het Vlaamse Gewest voor initiële investeringen als vermeld in artikel 6, eerste lid, van het decreet van 16 maart 2012 die verband houden met het ingediende transformatieproject, onder de voorwaarden, vermeld in artikel 10 tot en met 12 van het decreet van 16 maart 2012 en dit besluit."; 2 tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan steun worden verleend aan grote ondernemingen in het Vlaamse Gewest voor initiële investeringen ten behoeve van een nieuwe economische activiteit als vermeld in artikel 6, tweede lid, van het decreet van 16 maart 2012. Die investeringen moeten gebeuren in de regionale steungebieden en moeten verband houden met het ingediende transformatieproject, onder de voorwaarden, vermeld in artikel 10 tot en met 12 van het decreet van 16 maart 2012 en dit besluit.". Art. 33. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "Art. 28. De toegekende steun moet een stimulerend effect hebben. Dat betekent dat de investeringen op zijn vroegst mogen starten op de indieningsdatum van de steunaanvraag. De steun vervalt volledig als de investeringen starten voor de indieningsdatum.". Art. 34. In hetzelfde besluit wordt een artikel 41/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 41/1. Er wordt geen subsidie uitbetaald aan ondernemingen die een procedure op basis van Europees of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende steun wordt teruggevorderd.". Pagina 7 van 8
Art. 35. In artikel 43 van hetzelfde besluit wordt in punt 2 de zinsnede "artikel 13, 2," vervangen door de zinsnede "artikel 14, punt 5, ". Hoofdstuk 7. Slotbepalingen Art. 36. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015. Artikel 32 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2014. Art. 37. De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie,_ Innovatie en Sport, Philippe MUYTERS Pagina 8 van 8