Retributiereglement met betrekking tot het parkeren op de openbare weg Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1: Toepassingsgebied Met ingang van 1 januari 2016 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd 1. op het parkeren van een voertuig daar waar het gebruik van de parkeerschijf verplicht is; 2. op het parkeren van een voertuig op parkeerplaatsen waar betalend parkeren van toepassing is; 3. op het parkeren van een voertuig op parkeerplaatsen voorbehouden voor autodelen. Artikel 2: Retributieplichtige De retributie geldt per geparkeerd voertuig en is verschuldigd door de houder van de nummerplaat. Hoofdstuk 2. Parkeren in een straat of zone waar het gebruik van de parkeerschijf verplicht is Artikel 3: Richtlijnen inzake het gebruik van de parkeerschijf Bij inname van een parkeerplaats waar het gebruik van de parkeerschijf verplicht is, dient de aankomsttijd verplicht aangeduid te worden op de parkeerschijf en dient deze zichtbaar en leesbaar aangebracht te worden achter de voorruit van het voertuig of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. Het gebruik van automatische parkeerschijven is verboden. Het plaatsen van meerdere parkeerschijven in het voertuig is verboden. Artikel 4: Tarieven - gratis voor de parkeertijd die toegelaten is ingevolge de aangebrachte verkeerssignalisatie en op voorwaarde dat de richtlijnen inzake het gebruik van de parkeerschijf werden nageleefd overeenkomstig de bepalingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; - een forfaitair bedrag van 30 euro per kalenderdag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is of wanneer de richtlijnen inzake het gebruik van de parkeerschijf niet werden nageleefd. Artikel 5 : Betaling De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen de vijf kalenderdagen, via storting of overschrijving op de post- of bankrekening van het parkeerbedrijf, overeenkomstig de richtlijnen vermeld op de retributiebon die op het voertuig werd achtergelaten door de met het toezicht belaste functionaris van het Gemeentelijk Autonoom Parkeer- mobiliteitsbedrijf Antwerpen. Hoofdstuk 3. Parkeren op parkeerplaatsen waar betalend parkeren van toepassing is Artikel 6 : Tarieven Tarief 1 of tarief voor langparkeren: 1. 30 euro voor 12 eerstvolgende betalende uren in alle stratenzones Tarief 2 of tarief voor kortparkeren (maximum duurtijd volgens de aanduidingen op de parkeerautomaat): 1. 1,60 euro voor het eerste uur, 2,70 euro voor het tweede uur en 3,80 euro voor het derde uur (met een minimum van 0,20 euro) voor de parkeerautomaten opgesteld in stratenzone A; 2. 0,70 euro voor het eerste uur en 1,10 euro per uur voor de volgende uren (met een minimum van 0,20 euro) voor de parkeerautomaten opgesteld in stratenzone B en C; 3. 0,50 euro per uur (met een minimum van 0,20 euro) voor de parkeerautomaten opgesteld in de stratenzones D en E. Tarief 3 of dagtarief: 1. een ondeelbare betaling van 3,80 euro voor een periode van 10 uur in zone C; 2. een ondeelbare betaling van 2,70 euro voor een periode van 10 uur in zone E.
Tarief 4 of tarief voor maximum 10 minuten parkeren: Gratis voor maximum 10 minuten parkeren in alle stratenzones. Voor elke nummerplaat is het aantal gratis tickets beperkt tot twee tickets per tariefzone zoals bedoeld in artikel 12, per kalenderdag. Het gratis ticket voor maximum 10 minuten parkeren is enkel geldig in de tariefzone waarin het genomen werd. Artikel 7: Betaling De betaling van de retributie dient als volgt te gebeuren 1. Voor tarief 1 (tarief voor langparkeren): binnen de vijf kalenderdagen na inname van de parkeerplaats, via storting of overschrijving op de post- of bankrekening van het parkeerbedrijf, overeenkomstig de richtlijnen vermeld op de retributiebon die op het voertuig werd achtergelaten door de met het toezicht belaste functionaris van het Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen. Een betaald parkeerbewijs dat niet geldig was op het ogenblik van de vaststelling wordt niet in mindering gebracht van het tarief voor langparkeren. 2. Voor tarief 2 (tarief voor kortparkeren) en tarief 3 (dagtarief): bij inname van de parkeerplaats a) ofwel door het inschuiven van muntstukken, op de wijze aangeduid op de parkeerautomaat; b) ofwel door het gebruik van elektronische of digitale betaalmiddelen: - door aanmelding via de telefoon of het gsm-toestel volgens de instructies van de provider of volgens de wijze aangeduid op de parkeerautomaat of op de automaatvervangende parkeerborden die in de betaalzone verspreid opgesteld staan; - door aanmelding via het (al dan niet mobiel) internet volgens de instructies van de provider of volgens de wijze aangeduid op de parkeerautomaat of op de automaatvervangende parkeerborden die in de betaalzone verspreid opgesteld staan. - door het ontwaarden van de waardekaart van de persoonlijke elektronische parkeermeter (Smart Park-toestel); - door het gebruik van een betaalkaart, op de wijze aangeduid op de parkeerautomaat; Indien een bepaalde betalingswijze aan de parkeerautomaat niet mogelijk is, dient een alternatieve betalingswijze te worden gekozen. Niet alle betalingswijzen vermeld onder a) en b) zijn beschikbaar aan alle parkeerautomaten. Bij defect van de parkeerautomaat dient de parkeerschijf te worden gebruikt. Voor tarief 4 (tarief voor maximum 10 minuten parkeren): er is geen retributie verschuldigd. Bij inname van de parkeerplaats dient men een gratis ticket te nemen op de wijze zoals aangeduid op de parkeerautomaat. Artikel 8: Toezicht Wanneer een parkeerticket wordt afgeleverd door de parkeerautomaat (tarieven 2, 3 en 4) moet dit zichtbaar en leesbaar worden aangebracht achter de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. Wanneer de met het toezicht belaste functionaris van het parkeerbedrijf geen geldig parkeerticket aantreft, of wanneer bij afwezigheid van een ticket geen ander geldig parkeerbewijs wordt aangetroffen, wordt geacht dat er wordt gekozen voor tarief 1 (tarief voor langparkeren). Hoofdstuk 4. Parkeren op voorbehouden parkeerplaatsen autodelen Artikel 9: Richtlijnen voor het gebruik van de parkeerplaatsen voorbehouden voor autodelen De parkeerplaatsen voorbehouden voor autodelen worden aangeduid met een onderbord autodelen en mogen enkel worden ingenomen door voertuigen waarvoor een gemeentelijke parkeervergunning voor autodelen werd uitgereikt. Artikel 10: Tarieven De retributie is steeds verschuldigd, 24 uur op 24, ook op zon- en feestdagen.
- gratis voor voertuigen waarvoor een geldige gemeentelijke parkeervergunning voor autodelen werd uitgereikt; - een forfaitair bedrag van 50 euro per kalenderdag wanneer de richtlijnen inzake het gebruik van de gemeentelijke parkeervergunning niet worden nageleefd; Artikel 11: Betaling De betaling van de retributie dient te gebeuren binnen de vijf kalenderdagen, via storting of overschrijving op de post- of bankrekening van het parkeerbedrijf, overeenkomstig de richtlijnen vermeld op de retributiebon die op het voertuig werd achtergelaten door de met het toezicht belaste functionaris van het parkeerbedrijf. Hoofdstuk 5. Stratenzones Artikel 12: Stratenzones De indeling van de straten en gebieden in tariefzones wordt vastgesteld door de het college van burgemeester en schepenen in het besluit parkeerzonering in alle districten. De aanduiding van de dagen en uren waarop de tarieven vermeld in artikel 6 van toepassing zijn alsook de duur van de toegestane parkeertijd, worden vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen in de zonereglementen beperkte parkeertijd. Hoofdstuk 6. Vrijstellingen Artikel 13: Vrijstellingen Tenzij anders geldende bepalingen is op zondag de retributie enkel verschuldigd indien dit vermeld wordt op de signalisatie. Wettelijke feestdagen en 11 juli worden voor de toepassing van dit reglement gelijkgesteld met een zondag. Bewoners in het bezit van een geldige bewonersvergunning zijn de retributie niet verschuldigd voor het parkeren in de woonzone waarvoor de vergunning werd uitgereikt. Deze vrijstelling geldt niet op parkeerplaatsen voorbehouden voor autodelen en plaatsen voorbehouden voor het opladen van elektrische voertuigen. De bepalingen van dit reglement zijn niet van toepassing op de motorvoertuigen gebruikt door personen met een handicap, voor zover de speciale kaart, bedoeld in artikel 27.4.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, zichtbaar en leesbaar achter de voorruit van het voertuig of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig is aangebracht. Deze vrijstelling geldt niet op parkeerplaatsen voorbehouden voor autodelen en plaatsen voorbehouden voor het opladen van elektrische voertuigen. Hoofdstuk 7. Procedure bij niet-betaling Afdeling 1: Invordering in toepassing van artikel 94, lid 2 Gemeentedecreet Artikel 14: Onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen Artikel 94 van het gemeentedecreet voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Artikel 15: Onbetwistbaar en opeisbaar karakter vaststellen Vooraleer de financieel beheerder gebruik kan maken van de bevoegdheid voorzien in artikel 94, lid 2 van het Gemeentedecreet dienen de volgende voorwaarden vervuld te zijn: Er dient een retributiebon op het voertuig te worden achtergelaten waarbij de debiteur om betaling wordt verzocht. In de retributiebon wordt een betalingstermijn van 5 kalenderdagen vooropgesteld. Indien niet betaald wordt binnen de gestelde termijn worden twee herinneringen verzonden per gewone post, met een betalingstermijn van respectievelijk 20 en 10 kalenderdagen.
Indien niet betaald wordt na het verstrijken van de herinneringstermijn(en) wordt een aangetekende aanmaning verzonden waarin de nalatige debiteur andermaal wordt aangemaand om binnen een termijn van 10 kalenderdagen tot spontane betaling van zijn schuld over te gaan. Deze aanmaning vermeldt dat de schuld zal worden ingevorderd door middel van een dwangbevel in toepassing van artikel 94, lid 2 van het Gemeentedecreet indien binnen de vooropgestelde termijn van 10 kalenderdagen geen betaling gebeurt. Wanneer na het verstrijken van deze periode geen betaling is gebeurd kan de gedwongen procedure zoals voorzien in artikel 94, 2de lid van het Gemeentedecreet effectief worden ingezet. Na het verstrijken van de betalingstermijn van de derde aangetekende aanmaning worden eventuele klachten of betwistingen niet meer in behandeling genomen. Artikel 16: Het dwangbevel Het dwangbevel maakt melding van: de juiste schuldenaar de oorzaak en detail van de schuld (deze gegevens worden overgenomen uit de retributiebon) het feit dat het dwangbevel wordt uitgevaardigd in uitvoering van artikel 94, 2 de lid van het Gemeentedecreet uitvoerbaarverklaring door het college van burgemeester en schepenen Het dwangbevel wordt door de financieel beheerder voor echt verklaard en door hem ondertekend. Het dwangbevel wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Het dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot. Dit exploot bevat alle vermeldingen van enig ander deurwaardersexploot. Afdeling 2: Invordering door middel van dagvaarding Artikel 17: Betwiste schuldvorderingen Bij betwisting kan het parkeerbedrijf zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen. Artikel 18: Procedure Er dient een retributiebon op het voertuig te worden achtergelaten waarbij de debiteur om betaling wordt verzocht. In de retributiebon wordt een betalingstermijn van 5 kalenderdagen vooropgesteld. Indien niet betaald wordt binnen de gestelde termijn worden twee herinneringen verzonden per gewone post, met een betalingstermijn van respectievelijk 20 en 10 kalenderdagen. Indien niet betaald wordt na het verstrijken van de herinneringstermijn(en) wordt het dossier overgemaakt aan de deurwaarder voor verdere invordering. Na het verstrijken van de betalingstermijn van de tweede aanmaning worden eventuele klachten of betwistingen niet meer in behandeling genomen. Hoofdstuk 8. Betwistingen Artikel 19: Betwistingen Klachten of betwistingen kunnen per brief, e-mail of telefonisch worden ingediend bij het Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen. Klachten of betwistingen worden enkel in behandeling genomen voor zover de betalingstermijn van de laatste aanmaning nog niet is verstreken. Na ontvangst van het antwoord van het parkeerbedrijf op de klacht of betwisting beschikt de klant nog over een termijn van acht kalenderdagen, te rekenen vanaf datum van verzending van het antwoord van het parkeerbedrijf, om een wederantwoord in te dienen. Na behandeling van dit
wederantwoord van de klant door het parkeerbedrijf wordt de bezwaarprocedure als definitief afgesloten beschouwd. Hoofdstuk 9. Slotbepalingen Artikel 20: Bevoegde rechtbanken Ingeval van betwisting zijn de rechtbanken van Antwerpen bevoegd.