De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over budgetplafonds die de vrije artsenkeuze inperken (2015Z23118).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 september 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2016 Betreft nader standpunt health checks

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 19 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 december 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 maart 2015 Betreft Evaluatie Wbmv. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 13 november 2017 Betreft Kamervragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over toestemmingsvereisten zorgverzekeraars

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 april 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 mei 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Slob (CU) over contant betalen bij de apotheek (2013Z00311).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 juli 2016 Betreft Beleidskader van de ACM voor de zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

ZIP 2015/182 Art. - OverdeWetbijzonderemedische verrichtingen en hetnieuwezorgstelsel

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 november 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over spoed-ambulances die vaak te laat komen (2016Z08663).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 april 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over onoorbare praktijken van de IVF-kliniek Geertgen (2011Z23737).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over omzetplafonds in de zorg (2014Z22725).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 maart 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 maart 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Van Gerven (SP) over de vergoeding van een morfinepomp (2016Z00850).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 december 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 oktober 2016 Betreft Bestuurlijke afspraken Zvw-pgb

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 februari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zorgverzekeraars Nederland mr. A. R. Datum 24 oktober 2014 Betreft Zorgpunten ten aanzien van de overhevelingen naar de Zorgverzekeringswet in 2015

Evaluatie Wet op bijzondere medische verrichtingen (Wbmv) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 april 2012 Betreft Zesde voortgangsrapportage Wtcg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 april 2018 Betreft ongecontracteerde zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 december 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 november 2011 Betreft Kamervragen. Geachte Voorzitter,

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 maart 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 16 september 2016 Betreft Beleidsdoorlichting artikel 2.2. Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 maart 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over het testen van erfelijke ziekten via de huisarts (2018Z09228).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 juni 2014 Betreft Spreiding algemene ziekenhuizen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 december 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) over Nederlandse patiëntgegevens in Belgische gevangenis (2016Z01580).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bouwmeester (PvdA) over besparingen in de zorg (2012Z19125).

SGE70\'DHEID ^ SEP.20B SCANPLAZA

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Evaluatie van de WBMV

Datum 5 februari 2016 Betreft Commissiebrief Eerste Kamer inzake Vragen nav voortgangsrapportage Kwaliteit Loont.

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk 1007120-154223-CZ Bijlage(n) - Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekomst van de Wet op bijzondere medische verrichtingen Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. Geachte voorzitter, Betaalbaarheid van zorg vereist een kritische blik op de zorguitgaven. Er zijn signalen dat de introductie van dure, innovatieve zorgvoorzieningen (medische apparatuur) in de Nederlandse zorg niet altijd doelmatig is verlopen. Daarom is in het Hoofdlijnenakkoord over de medisch specialistische zorg 2014-2017 afgesproken nader onderzoek te doen naar manieren om zeer dure innovaties op zorgvuldige wijze te introduceren en daarbij rekening te houden met bestaand instrumentarium, zoals de Wet op bijzondere medische verrichtingen (hierna: Wbmv). Leeswijzer In deze brief beschrijf ik achtereenvolgens de onderbouwing van regulering van dure, innovatieve zorgvoorzieningen en waarom dat binnen de reikwijdte van de Wbmv kan passen, de knelpunten in de praktijk van de uitvoering van de Wbmv en de nieuwe werkwijze die ik voornemens ben te gaan volgen. Voor de volledigheid wil ik erop wijzen dat deze brief niet gaat over de beheersbaarheid van dure geneesmiddelen. Daarover heb ik mijn visie uiteengezet in de Geneesmiddelenvisie. 1 Dure zorg, doelmatigheid en de Wbmv In het Nederlandse zorgstelsel onderhandelen zorgverzekeraars met zorgaanbieders om zorg tegen de beste prijs-/kwaliteit- verhouding voor hun verzekerden in te kopen. Meestal leidt dit tot doelmatige uitkomsten. Een hoge mate van onzekerheid over de daadwerkelijke vraag naar nieuwe zorgvoorzieningen kan er echter toe leiden dat de gereguleerde concurrentie tussen zorgverzekeraars niet per se tot een optimale inzet van middelen leidt. Hierdoor kan dure overcapaciteit ontstaan, waardoor de kosten van de zorg onnodig toenemen. Het omgekeerde kan zich ook voordoen, namelijk dat niemand het risico durft te nemen, zolang er geen zekerheid over de toekomstige omzet is. Daar komt bij dat verzekeraars begrensd zijn in hun mogelijkheden om onderling afspraken te maken over een beperking van de inkoop van bepaalde zorg. 1 Kamerstukken II, 2015/16, 29 477, nr. 358. 1

Dergelijke omstandigheden kunnen een rechtvaardiging zijn om dure overcapaciteit via een vergunningenstelsel, zoals de Wmbv, te voorkomen. De Wbmv is in 1997 in werking getreden. Deze wet biedt een aantal instrumenten om, op basis van gewichtige belangen, het aanbod van bepaalde medische verrichtingen of apparatuur ten behoeve van het uitvoeren van medische verrichtingen te beheersen, te beperken of zelfs geheel te verbieden. Tot dusver heb ik onder gewichtig belang in ieder geval verstaan: kwaliteit, toegankelijkheid, ethische aspecten en gepast gebruik. 2 De reikwijdte van de Wbmv maakt het mogelijk dat het instrumentarium uit deze wet ook wordt toegepast ten behoeve van een beheerste introductie van dure, innovatieve zorgvoorzieningen in de Nederlandse zorg. Immers: deze wet heeft niet alleen tot doel om - op grond van een gewichtig belang - het aanbod van bepaalde verrichtingen, maar ook de aanschaf of het gebruik van apparatuur ten behoeve van het uitvoeren van medische verrichtingen te reguleren. Een eventuele toepassing van de Wbmv op dure, innovatieve zorgvoorzieningen vereist slechts dat ook doelmatigheid als gewichtig belang in de zin van de Wbmv wordt beschouwd. Een wetswijziging is hiervoor verder niet vereist. Hierbij wil ik er overigens op wijzen dat de Wbmv in het Nederlandse zorgstelsel een last resort-functie heeft. Regulering via de Wbmv komt pas aan de orde, indien zonder overheidsinterventie een onwenselijke situatie zou ontstaan en bovendien blijkt dat zelfregulering niet tot stand komt of leidt tot maatschappelijk of ethisch ongewenste ontwikkelingen. 3 Wbmv in de praktijk In het voorgaande is aangegeven dat er in principe een rechtvaardiging is voor regulering door de overheid van de introductie van dure, innovatieve zorgvoorzieningen en dat de Wbmv hiervoor in beginsel een instrument biedt. Uit mijn eerste analyse volgt echter ook dat we er hiermee nog niet zijn. In de praktijk wordt nu al een aantal knelpunten bij de werking en uitvoering van de Wbmv ervaren, zowel bij de instroom in de Wbmv, als bij de uitstroom, dat wil zeggen: bij het opheffen van de vergunningsplicht. Het onderbrengen van het doelmatigheidsaspect in de Wbmv zal daaraan enkele knelpunten toevoegen. Hieronder treft u deze aan. A) Instroom De Wbmv betreft bijna per definitie nieuwe ontwikkelingen en nieuwe verrichtingen waarover weinig tot geen objectieve kwaliteits- en doelmatigheidsinformatie voorhanden is. Bij de introductie van protonentherapie is er bijvoorbeeld onzekerheid over het aantal patiënten dat baat kan hebben bij protonentherapie, omdat voor de zogenoemde model based-indicaties nog nader onderzoek nodig is. Nu wordt de informatie van betrokken beroepsgroepen en zorgaanbieders gebruikt bij het opstellen en actualiseren van de inhoudelijke criteria ten behoeve van planningsbesluiten en vergunningen. Zij stellen zelf de benodigde kwaliteitsstandaarden en volumenormen op. Tegelijkertijd zijn dit ook de partijen die zelf meestal grote belangen hebben bij de vergunningverlening, zoals een gegarandeerde patiëntenstroom. De benodigde countervailing power in 2 Kamerstukken II, 2001/02, 28 480, nr. 1, p. 1. 3 Kamerstukken II, 2001/02, 28 480, nr. 1, p. 2. 2

de tegenmacht in de vorm van een objectieve adviseur- mist hier op dit moment, waardoor de minister van VWS zijn rol niet optimaal kan spelen in de vergunningverlening. B) Uitstroom Het feit dat er hoofdzakelijk uitgegaan wordt van de adviezen van de beroepsgroepen en dat de minister van VWS objectief advies ontbeert, heeft ook tot gevolg dat discussie over de uitstroom van verrichtingen uit de Wbmv mogelijk niet louter op basis van medisch inhoudelijke argumenten gevoerd wordt en soms onnodig lang duurt. In de evaluatie van de wet is dit ook geconstateerd. 4 Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan de dotterbehandeling (Percutane Coronaire Interventies (PCI)). Deze verrichting wordt nu meer dan 30 jaar toegepast en er zijn in feite geen redenen meer om de vergunningplicht voor deze verrichting te handhaven. Verdere objectivering van het oordeel over uitstroom acht ik noodzakelijk. Dit vergt in ieder geval criteria om vast te stellen wanneer de introductie beheerst is verlopen en dus wanneer er geen reden meer is de vergunningplicht onder de Wbmv te continueren. De toetreding van andere aanbieders mag immers niet onnodig lang onmogelijk worden gemaakt. Ik vind het daarbij belangrijk om vast te houden aan het principe dat de Wbmv een last resort-functie heeft: uitstroom is op zijn plaats, zodra overheidsinterventie niet meer nodig is. C) Wbmv-praktijk bij dure, innovatieve zorgvoorzieningen Naast de dilemma s die al spelen bij de huidige uitvoering van de Wbmv, roept het onderbrengen van het doelmatigheidsaspect in de Wbmv nieuwe vragen op. Een eerste vraagstuk betreft de definitie van dure, innovatieve zorgvoorzieningen. Die definitie moet zodanig worden gekozen, dat het overheidsingrijpen geen disproportionele verstoring teweeg brengt. Daarnaast betekent het ook dat ik telkens een actueel overzicht moet hebben van alle dure innovatieve voorzieningen die de Nederlandse zorg binnen een á twee jaar kunnen bereiken. Op dit moment is er hiervoor geen voorziening. Een ander dilemma is dat het beperken van overcapaciteit van dure zorgvoorzieningen via de Wbmv alleen behulpzaam is, als de overheid ingrijpt voordat ondoelmatige investeringen zijn gedaan. Het is daarom zaak dat ik - voordat zorgvoorzieningen worden aangekocht - kan beslissen of het aanbod beperkt dient te worden met behulp van het Wbmv-vergunningensysteem. Dat is in de praktijk erg complex. Niet in de minste plaats doordat daarvoor snel en eenduidig toe te passen beoordelingscriteria moeten worden ontwikkeld. In die criteria moet een zorgvuldige balans gekozen worden tussen enerzijds het niet afremmen van innovatie en anderzijds overheidsingrijpen met het oog op doelmatigheid. Een volgend vraagstuk is aan de hand van welke criteria ik objectief kan (laten) vaststellen wanneer de inzet van dure apparatuur doelmatig is. Daarnaast ontbreekt er op dit moment een beoordelingskader dat aangeeft hoe ik vergunningsaanvragen voor dure, innovatieve zorg vervolgens objectief en transparant moet behandelen. 4 Evaluatie van de WBMV, Significant, Barneveld: 2012, p. 11. 3

Naar een nieuwe werkwijze bij de Wbmv De reikwijdte van de huidige Wbmv maakt het mogelijk dat het instrumentarium uit deze wet ook wordt toegepast ten behoeve van een beheerste introductie van dure, innovatieve zorgvoorzieningen in de Nederlandse zorg. Een wetswijziging is hiervoor niet nodig. Maar in de praktijk wordt nu al een aantal knelpunten bij de werking en uitvoering van de Wbmv ervaren. Daarnaast zal de toevoeging van de vergunningverlening voor dure, innovatieve zorgvoorzieningen daaraan een aantal knelpunten toevoegen. Dat betekent dat het noodzakelijk is om het beleidskader, dat dient ter uitvoering van de wet, nader te expliciteren. Ik heb het voornemen dit te doen met behulp van een beleidsregel. Hierin worden (besluitvormings)procedures over de totstandkoming van vergunningen en planningsbesluiten voor de in- en uitstroom in de Wbmv vastgelegd. Deze beleidsregel heeft hoofdzakelijk tot doel om te komen tot meer objectieve kwaliteits- en doelmatigheidsinformatie bij het opstellen en actualiseren van de inhoudelijke criteria ten behoeve van planningsbesluiten en vergunningen. Dit geldt dus zowel voor de instroom in de Wbmv, als voor de uitstroom. Ik heb in elk geval het voornemen om in de beleidsregel vast te leggen dat het Zorginstituut een adviserende rol krijgt op diverse punten bij de vergunningsverlening, zodat bij de toepassing van de Wbmv gewerkt kan worden met meer objectieve informatie. Het gaat dan bijvoorbeeld om adviezen over de beoordeling of zorgvoorzieningen al dan niet onder de Wbmv gebracht dienen te worden, over de inhoudelijke eisen (behoeftenraming, volumenormen en kwaliteitsstandaarden) en adviezen over of de uitstroom uit de Wbmv al gerechtvaardigd is. Tevens zal in de beleidsregel worden opgenomen dat (huidige en nieuwe) Wbmvvergunningen slechts nog voor bepaalde tijd zullen worden afgegeven. Uit het oogpunt van verdergaande ontwikkeling van de zorg is het onwenselijk dat Wbmvvergunningen voor onbepaalde tijd gelden. Voor deze transitie van de huidige vergunningen zullen deugdelijke overgangstermijnen gehanteerd worden. Daarnaast had ik reeds aangekondigd dat eventuele nieuwe vergunningplichten voor een periode van maximaal vier jaar zullen worden ingesteld. 5 Tot slot zal in de beleidsregel geborgd moeten worden dat er met enige regelmaat een horizonscan plaatsvindt naar medische hele dure innovatieve zorgvoorzieningen die in de nabije toekomst (1-5 jaar) mogelijk een grote impact zullen hebben op de kosten van de (ziekenhuis)zorg. Dit zou inzicht moeten bieden in welke voorzieningen het concreet betreft, binnen welke tijdspanne de introductie ervan in Nederland te verwachten is, welke kosten daarmee gepaard zullen gaan en welke toepassing en vraag er in ons land voor deze apparatuur is. Aan de hand daarvan kan bepaald worden of dergelijke voorzieningen in de Wbmv vergunningplichtig moeten worden. 5 Kamerstukken II, 2014/15, 33 693, nr. 2, p. 7. 4

Tot slot: vervolgstappen Het opstellen van de inhoud van de voorgenomen beleidsregel zal enige tijd in beslag nemen, omdat de Wbmv per definitie nieuwe ontwikkelingen en nieuwe verrichtingen betreft. Die context maakt het complex om de geest van de wet en de praktijk goed bij elkaar te laten aansluiten. Dat is immers het doel. Ook wil ik over de beleidsregel zorgvuldig met betrokken partijen overleggen. Ik ben voornemens u in het voorjaar van 2017 een brief te sturen, waarin ik u op de hoogte stel van de voortgang van mijn voornemens. Hoogachtend, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. drs. E.I. Schippers 5