GEMEENTEBLAD 1998 nr. 9

Vergelijkbare documenten
Verordening op het beheer en het gebruik van de gesloten gemeentelijke begraafplaatsen

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraaf- en gedenkplaatsen 2008

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen

MODEL-BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Delfzijl 2010

Artikel 1. Begripsbepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2011

BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het burgemeester en wethouders van 17 december 2013, nummer 6,

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraaf- en gedenkplaatsen 2017

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nuenen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2011

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet; BESLUIT

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Hilversum 2010

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015

Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS DRONTEN 2015

Hoofdstuk II. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Berg en Dal 2017

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente IJsselstein 2018

Nr. besluit vast te stellen: de navolgende verordening : Verordening op het gebruik en beheer van de begraafplaats te Aadorp

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van ; gelet op het besprokene in de commissievergadering van ;

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Drechterland 2010

VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS te ONSTWEDDE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2011;

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 14 december 1993 (De Zeekant van PUBLICATIEDATUM)

Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer 2016

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS VAN DE HERVORMDE GEMEENTE TE OOSTERHOUT (N.B.) vastgesteld op 9 november 1992

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Neerijnen

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Lemsterland 2013

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Dronten houdende Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Valkenswaard 2011

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Neder-Betuwe

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Landsmeer 2010

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2011 en 27 september 2011;

BEHEERVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN GELDERMALSEN. gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011

VERORDENING op het beheer en het gebruik van de algemene

BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Haren 2011

BEHEERVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN

Stichting Hervormde Begraafplaats Wilsveen REGLEMENT voor het beheer van de Begraafplaats Wilsveen.

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Geertruidenberg

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2018;

Beheersverordening. Begraafplaatsen. Gemeente Westland 2013

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Plaatselijk reglement voor het beheer van de. Bijzondere Begraafplaatsen. te Aalsum en Wetsens. Van de Protestantse Gemeente Dokkum-Aalsum-Wetsens

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene

Beheersverordening begraafplaats en crematorium IJsselhof

Gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen.

BEHEERSVERORDENING ALGEMEEN BEGRAAFPARK TEN BOER

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Tekstuitgave van de beheerverordening begraafplaatsen Krimpen aan den IJssel 2003

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 13 oktober 2005, nr. B E S L U I T:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

BEHEERVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN KRIMPEN AAN DEN IJSSEL 2015

verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Gennep 2010

Uitvoeringsbesluit, openstelling, graven, asbezorging en grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Stein

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Midden-Drenthe

Heerjansdam / Kijfhoek

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010;

BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN MONTFERLAND Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop deze verordening is gebaseerd

REGLEMENT BEGRAAFPLAATS LEDEVAERT

Protestantse Gemeente te Delfzijl

BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN DE MARNE 2014

Plaatselijk reglement voor het beheer van de kerkelijke begraafplaats van de Protestantse Gemeente te Pingjum.

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

VERORDENING OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN 2011

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Leeuwarden 2015

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Lingewaard 2015

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE TE WARNS, SKARL EN LAAXUM

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS RINSUMAGEAST

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE TE FIJNAART, HEIJNINGEN EN STANDDAARBUITEN

Verordening op het gebruik en beheer van de begraafplaats te Aadorp

PLAATSELIJK REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE BEGRAAFPLAATS BIJ DE DORPSKERK TE WASSENAAR

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Jaffa, Iepenhof en Kanaalweg te Delft

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Grubbenvorst gemeente Horst aan de Maas

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen, graven en asbezorging 2014

Hervormde Gemeente Eethen en Drongelen College van Kerkrentmeesters

Besluitnr.: Onderwerp: Wijziging verordening gemeentelijke begraafplaatsen van Albrandswaard.

gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 3 september 2013;

NADERE REGELS GRAVEN EN GRAFBEDEKKING GEMEENTE ZUIDPLAS

PLAATSELIJK REGLEMENT. Van de begraafplaatsen te G O U T U M en S W I C H U M. GOUTUM Kerkhof Agneskerk Buorren BB Goutum

Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen, de graven en asbezorging.

GEMEENTE BORSELE. Nadere regels voor graven, asbezorging en grafbedekkingen voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Borsele 2012.

Reglement beheer Protestantse begraafplaats Broekerhaven

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013 nr /31380;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening:

REGLEMENT VOOR HET BEHEER VAN DE KERKELIJKE BEGRAAFPLAATS IN SUMAR

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD 1998 nr. 9 De raad der gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 februari 1993; bijl. nr. 3.15; overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats; gelet op artikel 35, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging en artikel 168 van de gemeentewet: besluit: vast te stellen de volgende: VERORDENING op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats. HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN. Artikel 1 Beheer en begripsomschrijvingen. 1A. Het beheer van de begraafplaats berust bij burgemeester en wethouders. 1B. Deze verordening verstaat onder: 1. Begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats aan de Willem de Zwijgerstraat. 2. Familiegraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as. 3. Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten en waarvan de uitgiftetermijn is vastgesteld op 10 jaar; dit zonder een mogelijkheid tot een verlenging. 4. Kindergraf: een algemeen graf, bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaren. 5. Eigen graf: een graf overeenkomende met de rechten van een familiegraf waarvoor tot 29 januari 1975 aan een natuurlijk of rechtspersoon het recht voor onbepaalde tijd tot het begraven in het graf is verleend. 6. Urnennis: een nis in de urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met urn. 7. Urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen. 8. Asbus: een bus ter berging van as van een overledene. 9. Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid. 10. Grafbedekking: gedenkteken (en/of grafbeplanting) op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats. 11. Gedenkplaats: een plaats ingericht om een overledene of overledenen te

gedenken. 12. Uitvoerend beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding op de begraafplaats of degene die hem vervangt. 13. Beheerder: de chef van de afdeling groenvoorziening van de sector stads- en milieubeheer of degene die hem vervangt. 14. Rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf, een familiegraf, gedenkplaats of een urnennis. Artikel 2 Uitbreiding begrippen familie- en algemeen graf. 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang en het tegendeel niet blijkt onder "familiegraf" mede verstaan: urnennis, gedenkplaats en eigen graf. 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder "algemeen graf" mede verstaan: kindergraf en gedenkplaats. HOOFDSTUK 2 OPENINGSTIJDEN, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS. Artikel 3 Openstelling begraafplaats. 1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend. 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kan de toegang tijdelijk worden gesloten. 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. Artikel 4 Ordemaatregelen. 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op die begraafplaats te verrichten. 2. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden: a. anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen; b. sneller dan 10 km. per uur. 3. De uitvoerend beheerder kan namens het college van burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in lid 1 en lid 2, sub a. 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de uitvoerend beheerder. 5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de uitvoerend beheerder van de begraafplaats verwijderen. Artikel 5. 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de burgemeester onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de uitvoerend beheerder. 3. De burgemeester kan in het belang van de orde, rust en netheid op de begraafplaats, de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aktiviteiten aan 2

beperkingen onderwerpen dan wel verbieden. 4. Het is verboden op de begraafplaats: a. rijwielen, bromfietsen of motorrijwielen te berijden of mede te voeren; b. honden mede te voeren anders dan als blindegeleidehond; c. op de grafruimten te lopen of te zitten of de begraafplaats te verontreinigen; d. bloemen of andere waren te koop aan te bieden of aanbiedingen te doen met betrekking tot grafbedekkingen; e. op enigerlei wijze reclame te maken. Artikel 6 Opgraven van stoffelijke overschotten en ruimen van graven. Het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven is niet toegestaan indien daarbij andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. Artikel 7 Gebruik van gebouwen en geluidsinstallatie. 1. Het gebruik van de ontvangstruimte, de aula alsmede van het orgel en de geluidsinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ontvangstruimte, de aula, het orgel en/of geluidsinstallatie gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. 2. Namens het college van burgemeester en wethouders kunnen aan de toestemming voorwaarden worden verbonden. HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING. Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf. 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2. Het stoffelijk overschot, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats. 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door medewerkers van de afdeling groenvoorziening van de sector stads- en milieubeheer op aanwijzingen en onder toezicht van de uitvoerend beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de uitvoerend beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de uitvoerend beheerder op te volgen. Artikel 9 Over te leggen stukken. 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de uitvoerend beheerder. 2. Indien begraving of bezorging van as in een familiegraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de uitvoerend beheerder te worden overgelegd; deze machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet. 3

3. Begraving of bijzetting in een familiegraf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum duur van de grafrust afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum duur van de grafrust. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede lid. 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren. 5. De uitvoerend beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken. Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging. 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 10.00 tot 15.00 uur; op zaterdag van 09.00 tot 12.00 uur. 2. Op zondagen en algemeen erkende feestdagen en buiten de in lid 1 gestelde uren mag niet begraven worden of as worden bezorgd, tenzij met toestemming van de burgemeester. HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN. Artikel 11 Indeling ten behoeve van graven en asbezorging. 1. De begraafplaats biedt, voorzover de ruimte daarvoor toereikend is, de volgende mogelijkheid tot begraving of asbezorging c.q. tot het oprichten van een gedenkteken: a. familiegraven en algemene graven; b. urnennissen; c. gedenkplaatsen; d. verstrooiingsplaats. 2. Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de familiegraven en algemene graven en hoeveel verstrooiingen van as onder de grafbedekking of in de familiegraven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de familiegraven, urnennissen en gedenkplaatsen. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging. Artikel 12 Volgorde van uitgifte. De familiegraven worden slechts voor direkte begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. Artikel 13 Termijnen familiegraf e.d. 1. Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een familiegraf en een gedenkplaats, alsmede tien jaar voor een urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het hiervoor bedoelde recht is uitgegeven. 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde rechten worden op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits het verzoek binnen twee jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Met dien verstande dat de totale tijdsduur van het recht met inbegrip van een termijn van 10 jaar grafrust nimmer meer dan 50 jaar beloopt. 3. Verlenging kan uitsluitend worden geweigerd, als het verzoek tot verlenging 4

plaatsvindt buiten de periode van twee jaar voor het verstrijken van de termijn. Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken. 4. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 15, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Artikel 14 Grafkelder. Burgemeester en wethouders kunnen voor zover daartoe feitelijk ruimte aanwezig is aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden. Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten. 1. Het recht op een familiegraf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner danwel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen kan, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan, worden geweigerd. 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op een familiegraf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner danwel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het familiegraf te doen vervallen 4. Als dit geen onoverkomenlijke bezwaren tot gevolg heeft, kunnen burgemeester en wethouders, in afwijking van de in het tweede lid genoemde termijn van één jaar, het familiegraf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een familiegraf dat inmiddels is geruimd. Artikel 16 Afstand doen van graven. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van al de in deze verordening genoemde rechten. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de voormalige rechthebbende. Artikel 17 Sluiting van graven. 1. Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, danwel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd. 2. Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard. HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN. 5

Artikel 18 Vergunning grafbedekking. 1. Voor het hebben van een grafbedekking is schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders. 2. Omtrent de wijze van aanvrage van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen. 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels. 4. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien: a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. 5. Het hebben van een vergunning betekent niet dat de gemeente verantwoordelijk is voor de graven die zich op de begraafplaats bevinden. Schade aan grafbedekking wordt door de gemeente niet vergoed tenzij deze is ontstaan door toedoen of nalaten vanwege de gemeente. Artikel 19 Grafbeplanting. Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de uitvoerend beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de uitvoerend beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe van tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de uitvoerend beheerder. Artikel 20 Verwijdering grafbedekking. 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn vanwege de gemeente worden verwijderd. 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend. 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 18 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn. 4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien: a. geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken; b. de grafbedekking niet binnen twaalf weken nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald. Artikel 21 Onderhoud door de rechthebbende. 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. 2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan de beheerder de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter 6

beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht. Artikel 22 Onderhoud door de gemeente. Burgemeester en wethouders voorzien in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van de gedenktekens.een en ander wordt omschreven in de door burgemeester en wethouders vast te stellen nadere regels. HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN. Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as. 1. Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maken zij hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief hun voornemen bekend. 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van stoffelijke overschotten en de as worden begraven in een knekelgraf c.q. verstrooid. 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders. Dit voor de duur van de wettelijke termijn. 4. De rechthebbende op een familiegraf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen danwel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien. 5. Bij een ruiming worden de eventuele overblijfselen van kisten, grafstenen etc. van gemeentewege verwijderd. HOOFDSTUK 7 GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP. Artikel 24 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven. 1. Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid en 18, tweede lid van deze verordening. 2. Het bestuur van een kerkgenootschap kan burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan een kerkgenootschap ter beschikking is gesteld. 7

3. Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van een kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld. HOOFDSTUK 8 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING. Artikel 25 Lijst. 1. Burgemeester en wethouders houden als zij daartoe aanleiding achten een lijst bij van gedenkplaatsen en graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan. HOOFDSTUK 9 INRICHTING REGISTER. Artikel 26 Register. 1. Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven stoffelijke overschotten en de bezorgde as. 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder. HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN. Artikel 27 Overgangsbepaling. De rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de ingevolge artikel 29 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan. Artikel 28 Strafbepaling. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, en de artikelen 4 en 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie. Artikel 29 Slotbepaling. 1. De verordening kan worden aangehaald als: Beheersverordening Begraafplaats Maassluis 1993. 2. Deze verordening treedt op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen dag in werking, met ingang van welke datum: de Verordening regelende de indeling en het gebruik van de Algemene Begraafplaats in Maassluis d.d. 3 december 1974 vervalt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Maassluis, gehouden op 23 februari 1993. De secretaris, De voorzitter, 8

F. Zandman (loco) drs. J. Sterkenburg-Versluis. In deze verordening zijn de volgende wijzigingen verwerkt. 1 e wijziging vastgesteld op 3 maart 1998, in werking getreden op 4 april 1998. 9

REGELS VOOR GRAVEN, ASBEZORGING EN GEDENKPLAATSEN. Burgemeester en wethouders van Maassluis; gelet op artikel 11 van de Beheersverordening Begraafplaats Maassluis 1993; b e s l u i t e n : vast te stellen de volgende: NADERE REGELS voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Deze nadere regels verstaan onder: 1. Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten en waarvan de uitgiftetermijn is vastgesteld op 10 jaar; dit zonder een mogelijkheid tot een verlenging. 2. Kindergraf: een algemeen graf bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar. 3. Familiegraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: - het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten; - het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; - het doen verstrooien van as. 4. Eigen graf: een graf overeenkomende met de rechten van een familiegraf waarvoor tot 29 januari 1975 aan een natuurlijk of rechtspersoon het recht voor onbepaalde tijd tot het begraven in het graf is verleend. 5. Urnennis: een nis in de urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met urn. 6. Urn: een voorwerp ter berging van een asbus. 7. Asbus: een bus ter berging van as van een overledene. 8. Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid. 9. Gedenkplaats: een plaats ingericht om een overledene of overledenen te gedenken. Artikel 2 Indeling en uitgifte der graven. A. Algemene graven: - graven waarin gelegenheid wordt gegeven om stoffelijke overschotten te begraven voor de tijd van 10 jaar; - maximale afmetingen van voorwerpen waarin mag worden begraven is 2.10 x 0,60 m.; - in een algemeen graf worden niet meer dan drie stoffelijke overschotten begraven. B. Kindergraven: in een kindergraf kunnen meer dan drie stoffelijke overschotten worden begraven, indien deze zich bevinden in voorwerpen van kleinere afmetingen dan die van een grafkist van normale afmeting. 10

C. Familiegraven: - graven, uitgegeven voor de tijd van 20 jaar, bestemd voor het begraven van ten hoogste drie stoffelijke overschotten dan wel voor het plaatsen van vijf asbussen met of zonder urnen of voor het verstrooien van as van vijf overledenen; - de maximale afmeting van voorwerpen waarin mag worden begraven is 2,10 x 0,60 m. D. Eigen graven: - graven, uitgegeven voor onbepaalde tijd; deze worden sinds 29 januari 1975 niet meer uitgegeven; - voor bijzettingen in eigen graven gelden verder dezelfde regels als voor familiegraven. Artikel 3 De bezorging van as. A. Urnennis: - een nis in de urnenmuur, uitgegeven voor de tijd van tien jaar, bestemd voor het bijzetten van één asbus; - de sierurn ter berging van de asbus wordt door de gemeente beschikbaar gesteld. B. Verstrooiingsplaats: plaats op de algemene begraafplaats waar de uitvoerend beheerder, op verzoek van de nabestaande, de as van de overledene uitstrooit. Artikel 4 Gedenkplaatsen. Een gedenkplaats is een algemeen- of familiegraf en hiervoor gelden dezelfde voorschriften, zoals vermeld in artikel 2 en 3, voor zover van toepassing. Artikel 5 Slotbepaling. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: "Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen Maassluis 1993". Maasssluis, 14 januari 1993. Burgemeester en wethouders van Maassluis, de secretaris, de burgemeester, F. Zandman (loco) drs. J. Sterkenburg-Versluis. 11

VOORSCHRIFTEN GRAFBEDEKKINGEN. Burgemeester en wethouders van Maassluis; gelet op artikel 12 van de Beheersverordening begraafplaatsen Maassluis 1993; b e s l u i t e n : vast te stellen de volgende: NADERE REGELS voor grafbedekkingen op de algemene begraafplaats. Artikel 1 Inleiding. De verordening verstaat onder: A. Grafbedekking: gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting. B. Gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken. C. Grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht. Artikel 2 Aanvraag vergunning. A. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening te worden overgelegd. B. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen: 1. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen; 2. de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal; 3. de vermelding of de letters en figuraties ingehakt, opgehakt of van afwijkend materiaal zijn; 4. de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s); 5. de constructie van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop. Artikel 3 Gedenkteken. A. voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of verduurzaamd hout. B. Gedenktekens op algemene graven (en kindergraven) mogen niet groter zijn dan 40 x 40 cm. en niet hoger zijn dan 60 cm. Het gedenkteken, behorende bij het eerste gedolven graf, moet aan de achterzijde van het graf worden geplaatst. C. Gedenktekens op familiegraven mogen niet groter zijn dan 80 x 180 cm. en niet hoger zijn dan 100 cm. D. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden. Artikel 4 Losse bloemen en planten. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in de daarvoor door de gemeente beschikbaar gestelde vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen éénjarige gewassen worden geplant. 12

Artikel 5 Winterharde gewassen. De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. Artikel 6 Schoonhouden door de gemeente. Onder het onderhoud door de gemeente, zoals vermeld in artikel 22 van de Beheersverordening wordt begrepen: - het jaarlijks schoonmaken en het na verzakking opnieuw stellen van gedenktekens; - het uitvoeren van herstellingen, het aanbrengen en vernieuwen van planten worden onder dit onderhoud niet begrepen evenmin als het schilderen, het vergulden of verzilveren van letters, hekwerken en dergelijke. Artikel 7 Slotbepalingen. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als : "Voorschriften grafbedekkingen Maassluis 1993". Maassluis, 14 januari 1993 Burgemeester en wethouders van Maassluis, de secretaris, de burgemeester, F. Zandman (loco) drs. J. Sterkenburg-Versluis. 13