se Jeugdmonitor 2007 E n q u ê t e 1 2 - t / m 1 8 - j a r i g e n Gemeente:
Leeswijzer In de tabellenset op de volgende pagina s worden de resultaten uit de se Jeugdmonitor 2007 weergegeven. De enquête is in het najaar van 2007 uitgevoerd, meer dan 11.000 jongeren in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar uit de GGD-regio hebben de vragenlijst ingevuld (een respons van 57%). Voor een goede interpretatie van de cijfers volgen hieronder enige aandachtspunten. In tabel 1 worden de kernvariabelen weergegeven; deze variabelen geven de belangrijkste resultaten uit het onderzoek weer. Wanneer er sprake is van een subcategorie is dit in de lay-out terug te vinden. Bijvoorbeeld obesitas staat ingesprongen; dit betekent dus dat obesitas een subcategorie is van de bovengenoemde categorie overgewicht en dat die percentages (hoofd- en subcategorie) dus niet opgeteld kunnen worden. Bij onderwijs staat 'niet schoolgaand, in bezit startkwalificatie' ingesprongen. Dit betekent dat 20% van de jongeren uit de totale regio die niet meer naar school gaan, geen startkwalificatie heeft. In de cel daarboven staat dat 3% van het totaal aantal jongeren in de regio 'niet meer op school zit'. Dus 20% van 3% van het totaal aantal jongeren heeft geen startkwalificatie (= 0,6%). Van de 16- t/m 18-jarigen heeft 26% van 5% geen startkwalificatie (= 1,3%). In de eerste kolom staat de omschrijving van de kernvariabelen, in de tweede kolom wordt het percentage gegeven dat geldt voor de gemeente, in de derde kolom staan de percentages die gelden voor de regio als totaal en in de andere kolommen worden de regionale gegevens uitgesplitst naar respectievelijk geslacht en leeftijd. Voor een aantal onderwerpen wordt een top 3 gepresenteerd. Dit is de top 3 zoals die geldt in de gemeente. Voor de regio zijn alleen de cijfers weergegeven die behoren bij de antwoorden van de top 3 van de gemeente. In de regio kan de volgorde van de drie belangrijkste antwoorden anders zijn. In tabel 2 wordt een vergelijking gemaakt met 2003. Omdat in 2003 de 18-jarigen geen vragenlijst hebben ingevuld, hebben we voor een goede vergelijking bij de groep uit 2007 een selectie van de 12- t/m 17-jarigen gemaakt. Daarnaast heeft de gemeente s- Hertogenbosch in 2003 niet deelgenomen. De regiocijfers die in tabel 2 gepresenteerd worden zijn dus exclusief de gegevens van s-hertogenbosch. Daarom kunnen de percentages van 2007 in tabel 2 afwijken van de percentages in tabel 1. In de eerste kolom staat de omschrijving van de kernvariabelen, in de tweede en derde kolom staan de percentages die gelden voor de gemeente, in respectievelijk 2003 en 2007. In de vierde en vijfde kolom staan deze percentages voor de regio als totaal. Ook in tabel 2 wordt voor een aantal onderwerpen een top 3 gepresenteerd. Deze top 3 geldt voor de totale regio in 2007. De cijfers in de kolommen van de gemeente en de regio in 2003 behoren bij de antwoorden van de top 3 van de regio in 2007. In tabel 3 staan alle vragen uit de enquête met de antwoordpercentages. In de eerste kolom staat de omschrijving van de kernvariabelen, in de tweede kolom wordt het percentage gegeven dat geldt voor de gemeente en in de derde kolom staan de percentages die gelden voor de regio als totaal. Alle gepresenteerde cijfers zijn met behulp van zogenaamde weegfactoren gecorrigeerd voor de werkelijke leeftijds- en geslachtsopbouw in de regio. De cijfers geven dan ook een beeld dat representatief is voor de regio. Alle percentages zijn afgerond, behalve bij percentages onder de 1; deze worden met één cijfer achter de komma gepresenteerd. Door afronding kan een totaal boven of onder de 100 procent uitkomen. Bovendien kan een totaal boven de 100 procent uitkomen, wanneer jongeren meer dan één antwoord mochten geven. Vetgedrukte cijfers geven aan of een verschil statistisch significant (niet op toeval berustend) is. Voor elke afzonderlijke kernvariabele zijn verschillen tussen de gemeente en de regio, verschillen tussen jongens en meisjes, en de verschillen tussen de twee leeftijdscategorieën op significantie getoetst (tabel 1). In tabel 2 zijn de verschillen tussen 2003 en 2007 afzonderlijk getoetst voor de gemeente en de regio. Met andere woorden voor iedere afzonderlijke kernvariabele is getoetst of er een verschil bestaat tussen 2003 en 2007 voor de gemeente en of er een verschil bestaat tussen 2003 en 2007 voor het werkgebied van de GGD.
Steekproefgrootte en respons per gemeente 12- t/m 18-jarigen Steekproef Respons Gemeente aantal aantal aantal percentage 2728 674 403 59,8 Boekel 901 538 306 56,9 Boxmeer 2691 672 415 61,8 Boxtel 2838 676 395 58,4 Cuijk 2103 650 352 54,2 Dongen 2214 654 379 58,0 Gilze en Rijen 2251 656 399 60,8 Goirle 1957 642 384 59,8 Grave 1148 576 323 56,1 Haaren 1355 598 363 60,7 s-hertogenbosch 10649 1388 679 48,9 Heusden 4155 704 385 54,7 Hilvarenbeek 1509 612 365 59,6 Landerd 1352 598 363 60,7 Lith 633 478 240 50,2 Loon op Zand 2084 648 371 57,3 Maasdonk 1164 578 310 53,6 Mill en St. Hubert 1006 556 331 59,5 Oisterwijk 2523 666 385 57,8 Oss 6707 1380 706 51,2 Schijndel 2088 648 366 56,5 Sint Anthonis 1173 578 351 60,7 Sint-Michielsgestel 2626 670 398 59,4 Sint-Oedenrode 1617 620 369 59,5 Tilburg 16019 686 368 53,6 Uden 3556 694 413 59,5 Veghel 3453 692 399 57,7 Vught 2334 660 375 56,8 Waalwijk 3915 700 386 55,1 Onbekend 0 1 Totaal 88749 19892 11280 56,7
Tabel 1. Resultaten Jeugdmonitor - en de regio. Tabel 1. Kernindicatoren Regio Totaal Totaal jongens meisjes 12-15 16-18 n=403 n=11280 n=5201 n=6022 n=6803 n=4413 A. Algemene kenmerken Geslacht Jongen 51 51 100-51 51 Meisje 49 49-100 49 49 Leeftijd 12 t/m 15 jaar 57 57 57 57 100-16 t/m 18 jaar 43 43 43 43-100 Lengte / gewicht Overgewicht 11 11 12 10 11 12 Obesitas 1 1 2 1 1 2 Gezinssituatie Vader en moeder 88 80 81 79 82 77 Vader/moeder en partner 4 6 5 6 5 6 Co-ouders 0,8 2 2 2 2 1 Eenoudergezin 6 10 9 10 8 11 Pleeg/adoptief ouders 0,2 0,3 0,3 0,2 0,4 0,2 Woont in internaat of tehuis 0,2 0,4 0,5 0,2 0,2 0,5 Zelfstandig wonend 0 0,8 0,5 1 0 2 Anders 0,8 1 1 2 0,9 2 Etniciteit Autochtoon 92 89 89 89 89 89 Westers allochtoon 4 3 3 4 3 4 Niet-westers allochtoon 3 8 8 8 8 8 Subjectieve beleving etniciteit Autochtoon 99 95 95 95 95 95 Wester allochtoon 0 0,6 0,7 0,5 0,4 0,9 Niet-westers allochtoon 1 4 4 4 4 4 Opleiding ouders Ouders laag opgeleid (geen/basisonderwijs) 3 5 5 5 5 5 Ouders ten hoogste MBO-kort 25 22 24 21 21 24 Werksituatie ouders Geen werkende ouder / verzorger 1 3 3 3 3 3 Eén of beide ouders werkloos, arbeidsongeschikt en/of langdurig ziek 7 7 7 7 6 8 Gevoelens afgelopen 3 maanden (heel) blij 67 66 67 66 70 62 Beetje blij-neutraal 31 30 30 30 28 33 Beetje tot erg somber 2 3 3 4 2 5 Resultaten Jeugdmonitor 12- t/m 18-jarigen 2007.
Tabel 1. Kernindicatoren B. School Regio Totaal Totaal jongens meisjes 12-15 16-18 Soort onderwijs basisonderwijs 2 3 4 2 5 0,2 basisvorming 4 6 6 6 10 1 VMBO, IVBO, Praktijkonderwijs, MAVO 28 24 25 24 34 11 MBO, Leerlingwezen/MKBO 14 14 13 16 0,1 33 HAVO, VWO, HBO, Universiteit 46 46 45 47 46 47 Speciaal onderwijs 0,6 1 2 0,7 2 0,9 Anders 3 2 3 2 2 3 Niet meer op school 2 3 3 3 2 5 Niet schoolgaand, in bezit startkwalificatie 22 20 14 27 2 26 Ziekteverzuim Heeft afgelopen 4 weken wegens ziekte verzuimd van school 28 31 27 35 29 34 Spijbelen Heeft afgelopen 4 weken gespijbeld van school 12 10 10 11 3 20 Schoolbeleving Vindt school niet leuk/ vreselijk 4 4 4 3 3 4 Pesten Is afgelopen 3 maanden regelmatig gepest 5 5 5 4 6 3 Heeft afgelopen 3 maanden regelmatig anderen gepest 2 3 4 2 4 2 C. Gezondheid Ervaren gezondheid Vindt eigen gezondheid matig/slecht 11 14 11 17 10 18 Aandoening / handicap Heeft één of meer chronische aandoeningen vastgesteld door een arts 19 20 17 22 18 22 Wordt erg belemmerd door chronische aandoening 4 3 3 4 3 5 Allergieën Heeft één of meer allergieën vastgesteld door een arts 17 18 18 17 16 20 Ongevallen Is medisch behandeld voor letsel in de afgelopen 3 maanden 16 18 20 16 18 19 Letsel ontstaan door sporten 10 12 14 9 12 11 Letsel ontstaan in het verkeer 1 1 1 1 1 1 Resultaten Jeugdmonitor 12- t/m 18-jarigen 2007.
Tabel 1. Kernindicatoren Regio Totaal Totaal jongens meisjes 12-15 16-18 Ervaren geestelijke gezondheid Vindt eigen geestelijke gezondheid slecht 13 14 9 19 11 18 Suïcide Heeft afgelopen 12 maanden suïcide overwogen 10 9 7 10 8 9 Heeft afgelopen 12 maanden suïcidepoging ondernomen 0,4 1 0,8 1 1 1 Mantelzorg Geeft mantelzorg 10 9 7 11 8 10 Vindt mantelzorg geven zwaar 0,3 0,2 0,1 0,3 0,2 0,3 Life events Heeft één of meer problemen met ingrijpende gebeurtenis 20 20 16 24 18 24 D. Leefstijl Voeding Niet dagelijks groente 62 62 64 59 59 66 Niet dagelijks fruit 75 74 78 69 71 77 Minder dan 2 stuks fruit per dag 89 89 91 87 89 89 Minder dan 5x per week ontbijten 14 16 16 17 11 22 Roken Niet-rokers 90 87 88 87 95 77 Dagelijkse rokers 6 8 7 8 3 15 Passief roken Is in de afgelopen 7 dagen in huis aan rook blootgesteld 29 35 34 35 31 40 Alcoholconsumptie Heeft alcohol gedronken in afgelopen 4 weken 56 49 48 49 25 80 Drinkt meer dan 20 glazen alcohol per week 6 5 8 2 0,5 12 Heeft in afgelopen 4 weken bij één gelegenheid 5 glazen of meer gedronken 40 34 36 31 13 61 Is in de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest 25 22 23 20 6 42 Leeftijd eerste glas alcohol: - jonger dan 12 jaar 6 6 7 6 7 5-12-13 jaar 24 21 21 21 21 21-14-15 jaar 32 28 27 30 12 50-16 jaar of ouder 5 6 6 5 0 13 - niet van toepassing, drinkt niet 33 39 40 38 60 12 Resultaten Jeugdmonitor 12- t/m 18-jarigen 2007.
Tabel 1. Kernindicatoren Regio Totaal Totaal jongens meisjes 12-15 16-18 Druggebruik afgelopen 4 weken wiet of hasj 2 4 5 3 1 8 XTC 0,3 0,4 0,5 0,3 0 0,9 hallucinogene paddenstoelen 0 0,1 0,2 0,1 0 0,3 amfetamines 0,8 0,2 0,2 0,2 0 0,4 cocaine of heroine 0,6 0,4 0,4 0,3 0 0,8 gelijktijdig drugs en alcohol 3 3 4 3 0,7 7 Beweging Sport of beweegt (minimaal één uur per dag) minder dan 7 dagen per week 75 76 75 78 73 81 E. Vrijetijdsbesteding en internet Wekelijks Gokt of speelt om geld 7 5 9 1 2 9 Doet vrijwilligerswerk 9 8 8 8 6 10 Vrijetijdsinvulling Lid van een club 88 80 84 76 86 73 Lid van sportclub / sportschool 80 70 74 65 77 60 Internet Kan thuis internetten 100 99 99 99 99 99 Privé internetgebruik meer dan 16 uur/week 20 20 21 19 17 23 Is in het afgelopen jaar digitaal gepest 5 4 4 4 5 2 Heeft in het afgelopen jaar anderen digitaal gepest 3 3 3 2 3 2 F. Ouders Ouders Relatie met ouders minder goed 21 18 17 20 15 23 Rapportcijfer vader 6 of hoger 96 95 96 94 96 93 Rapportcijfer moeder 6 of hoger 99 98 98 98 99 97 G. Seksualiteit en veilig vrijen Seksualiteit en veilig vrijen Heeft wel eens geslachtsgemeenschap gehad 23 23 20 25 4 47 Leeftijd bij eerste geslachtsgemeenschap: - jonger dan 12 jaar 0 0,2 0,2 0,2 0,1 0,4-12-13 jaar 0,5 1 1 1 0,7 2-14-15 jaar 9 9 7 11 3 17-16-17 jaar 13 11 9 12 0 25-18-19 jaar 1 0,9 1 0,7 0 2 - niet van toepassing 77 77 80 75 96 53 Heeft wel eens onveilig gevreeën 14 13 9 18 1 30 Seksuele ervaring tegen de zin in 6 7 4 9 4 10 Resultaten Jeugdmonitor 12- t/m 18-jarigen 2007.
Tabel 1. Kernindicatoren H. Problemen Regio Totaal Totaal jongens meisjes 12-15 16-18 Problemen Zonder problemen 27 27 33 21 30 23 Heeft alleen regelmatig problemen 59 60 58 63 59 62 Heeft één of meer problemen die dag en nacht spelen 14 13 9 16 11 15 Top drie problemen: 1. Problemen met schoolprestaties 38 37 34 40 36 37 2. Problemen met uiterlijk 31 29 19 39 28 30 3. Problemen met relaties 21 22 19 25 17 29 I. Hulpvraag Hulpvraag Zoekt nooit informatie/hulp 2 2 4 1 2 3 Zoekt alleen informatie/hulp bij directe omgeving 52 51 50 53 50 53 Zoekt (ook) informatie/hulp bij professional 44 44 45 44 46 43 Top 3 onbekende hulpverleners: 1. COC 70 69 69 64 72 59 2. Novadic/Kentron 62 63 63 60 68 53 3. Jongeren Informatie Punt (JIP) 52 53 53 44 56 39 Top 3 bekende hulpverleners: 1. Leerlingbegeleider/mentor 97 97 96 98 97 97 2. Huisarts 96 95 94 97 94 96 3. Kindertelefoon 96 94 91 97 93 95 Heeft recent hulp gezocht bij één of meer hulpverleners 37 37 35 40 35 40 Top 3 recente hulpverleners: 1. Leerlingbegeleider/mentor 24 24 22 26 24 25 2. Huisarts 16 15 13 18 12 20 3. Vertrouwenspersoon school 7 7 6 8 8 6 Momenteel behoefte aan professionele hulp 2 2 1 3 1 3 J. Voorzieningen gemeente Buurt Rapportcijfer 6 of hoger voor de buurt 93 91 90 92 93 89 (veel) te weinig leuke dingen voor jongeren georganiseerd in buurt 35 46 47 46 46 46 Mist één of meer ontmoetingsplaatsen in de buurt 44 49 53 45 53 45 Resultaten Jeugdmonitor 12- t/m 18-jarigen 2007.
Tabel 1. Kernindicatoren K. Veiligheid Regio Totaal Totaal jongens meisjes 12-15 16-18 Gevoelens van onveiligheid Wel eens een onveilig gevoel 27 29 18 39 28 30 Onveilig gevoel op straat in eigen woonbuurt 11 13 8 19 13 14 Onveilig gevoel thuis 3 2 2 3 3 2 Onveilig gevoel op school 6 7 6 8 7 7 Onveilig gevoel tijdens het uitgaan 14 13 12 14 6 22 Onveilig gevoel bij sportaccommodaties 0,7 1 1 2 2 1 L. Strafbare feiten Slachtoffer Afgelopen 12 maanden slachtoffer misdrijf geweest 26 26 28 23 21 31 Top 3 slachtoffer van: 1. Spullen vernield 11 9 11 7 8 10 2. Bestolen van fiets 9 9 9 8 5 13 3. Bestolen anders 7 8 9 7 7 10 Dader Afgelopen 12 maanden ongewenst gedrag vertoond (in overtreding geweest) 62 60 66 54 53 69 Top 3 dader van ongewenst gedrag: 1. Verkeersovertreding 39 38 43 34 34 44 2. Vuurwerk illegaal afsteken 21 18 29 7 18 18 3. Gevecht 18 15 18 11 11 19 Resultaten Jeugdmonitor 12- t/m 18-jarigen 2007.
Tabel 2. Vergelijking Jeugdmonitors - en de regio. Tabel 2. Kernindicatoren A. Algemene kenmerken Totaal Totaal 2003 2007 2003 2007 n=402 n=358 n=12297 n=9355 Geslacht Jongen 51 50 51 51 Meisje 49 50 49 49 Leeftijd 12 t/m 14 jaar 50 50 51 49 15 t/m 17 jaar 50 50 49 51 Lengte / gewicht Overgewicht 11 11 10 11 Obesitas 2 1 2 1 Gezinssituatie Tweeoudergezin 90 91 85 85 Nieuw gevormd gezin 5 4 6 6 Eénoudergezin 5 5 8 9 Zelfstandig wonend 0 0 0,8 0 Etniciteit Autochtoon 92 93 88 90 Westers allochtoon 6 4 5 3 Niet-westers allochtoon 3 3 7 7 Werksituatie ouders Geen werkende ouder / verzorger 0,5 1 4 3 Eén of beide ouders werkloos, arbeidsongeschikt en/of langdurig ziek 4 6 8 6 Gevoelens afgelopen 3 maanden Beetje tot erg somber 2 1 4 3 B. School Soort onderwijs Niet meer op school 0,7 1 1 2 Basisonderwijs 12 2 13 4 Speciaal onderwijs 3 2 3 3 Basisvorming (1e twee leerjaren VO) 21 31 20 28 VMBO (vanaf leerjaar 3) 22 18 25 21 MBO 6 10 7 10 HAVO+ (vanaf leerjaar 3) 36 36 30 33 Spijbelen Heeft afgelopen 4 weken gespijbeld van school 13 10 14 7 Vergelijking Jeugdmonitors 12- t/m 17-jarigen 2003 en 2007.
Tabel 2. Kernindicatoren C. Gezondheid Totaal Totaal 2003 2007 2003 2007 Ervaren gezondheid Vindt eigen gezondheid matig/slecht 14 9 16 13 Aandoening / handicap Vastgestelde chronische aandoening: Astma/bronchitis 8 5 8 7 Eczeem 9 6 9 6 Migraine 4 3 4 4 Diabetes mellitus 0,3 0,7 0,2 0,5 Wordt erg belemmerd door chronische aandoening 3 3 3 3 Ongevallen Is medisch behandeld voor letsel in de afgelopen 3 maanden 25 17 22 19 Letsel ontstaan door sporten 17 12 13 12 Letsel ontstaan in het verkeer 1 0,9 1 1 Ervaren geestelijke gezondheid Vindt eigen geestelijke gezondheid slecht 9 13 12 13 Life events Problemen met ingrijpende gebeurtenis: Overlijden geliefd persoon 9 6 12 6 Ruzie ouders 3 2 5 3 Echtscheiding ouders 2 2 4 2 D. Leefstijl Voeding Niet dagelijks groente 62 62 63 61 Niet dagelijks fruit 79 75 78 73 Minder dan 5x per week ontbijten 15 10 18 15 Roken Niet-rokers 95 92 88 90 Dagelijkse rokers 2 4 8 6 Alcoholconsumptie Heeft alcohol gedronken in afgelopen 4 weken 59 50 54 44 Drinkt meer dan 20 glazen alcohol per week 5 4 4 4 Heeft in afgelopen 4 weken op één of meer weekenddagen 6 glazen of meer gedronken 19 21 16 15 Is in de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest 23 20 23 17 Druggebruik afgelopen 4 weken Wiet of hasj 0,6 2 5 3 XTC 0,2 0,3 0,3 0,2 Hallucinogene paddenstoelen 0 0 0,2 0,1 Amfetamines 0 0,6 0,2 0,1 Cocaïne of heroïne 0,2 0,3 0,1 0,2 Vergelijking Jeugdmonitors 12- t/m 17-jarigen 2003 en 2007.
Tabel 2. Kernindicatoren E. Vrijetijdsbesteding en internet Totaal Totaal 2003 2007 2003 2007 Wekelijks Doet vrijwilligerswerk 7 8 8 7 Vrijetijdsinvulling Lid van een club 92 88 87 81 Lid van sportclub / sportschool 77 81 65 72 F. Ouders Ouders Rapportcijfer vader 6 of hoger 96 97 94 95 Rapportcijfer moeder 6 of hoger 99 98 98 98 G. Seksualiteit en veilig vrijen Seksualiteit en veilig vrijen Heeft wel eens geslachtsgemeenschap gehad 11 15 15 16 Heeft wel eens onveilig gevreeën 6 7 8 8 Seksuele ervaring tegen de zin in 4 6 4 6 H. Problemen Problemen Zonder problemen 37 27 31 27 Heeft alleen regelmatig problemen 56 60 57 61 Heeft één of meer problemen die dag en nacht spelen 7 13 12 12 Top drie problemen: 1. Schoolprestaties 28 39 29 37 2. Uiterlijk 21 31 24 29 3. Verveling 16 22 21 23 I. Hulpvraag Hulpvraag Zoekt nooit informatie/hulp 0,3 2 1 2 Zoekt alleen informatie/hulp bij directe omgeving 48 49 48 51 Zoekt (ook) informatie/hulp bij professional 50 46 49 45 Top 3 onbekende hulpverleners: 1. COC 64 71 64 69 2. Novadic/Kentron 61 65 65 63 3. Jongeren Informatie Punt (JIP) 56 52 52 51 Top 3 bekende hulpverleners: 1. Leerlingbegeleider/mentor 99 97 98 97 2. Huisarts 99 96 98 95 3. Kindertelefoon 96 95 96 94 Vergelijking Jeugdmonitors 12- t/m 17-jarigen 2003 en 2007.
Tabel 2. Kernindicatoren Totaal Totaal 2003 2007 2003 2007 Heeft recent hulp gezocht bij één of meer hulpverleners 39 38 38 37 Top 3 recente hulpverleners: 1. Leerlingbegeleider/mentor 21 27 21 24 2. Huisarts 23 16 19 14 3. Vertrouwenspersoon op school 5 7 7 7 J. Voorzieningen gemeente Buurt Rapportcijfer 6 of hoger voor de buurt 89 94 88 92 Mist één of meer ontmoetingsplaatsen in de buurt 58 47 63 50 K. Veiligheid Gevoelens van onveiligheid Wel eens een onveilig gevoel 16 27 24 27 Onveilig gevoel op straat in eigen woonbuurt 14 10 18 13 Onveilig gevoel thuis 0,9 4 1 2 Onveilig gevoel op school 3 7 3 7 Onveilig gevoel tijdens het uitgaan 11 12 12 11 Onveilig gevoel bij sportaccommodaties 2 0,9 4 2 L. Strafbare feiten Slachtoffer Afgelopen 12 maanden slachtoffer misdrijf geweest 24 22 28 24 Top 3 slachtoffer van: 1. Vernielen van spullen 6 10 8 8 2. Diefstal van andere spullen 9 6 10 8 3. Diefstal van (brom)fiets 9 7 8 7 Dader Afgelopen 12 maanden ongewenst gedrag vertoond (in overtreding 24 35 27 32 geweest) Top 3 dader van: 1. Gevecht 10 17 11 14 2. Zwartrijden 9 14 9 11 3. Brandstichten 5 8 5 7 Vergelijking Jeugdmonitors 12- t/m 17-jarigen 2003 en 2007.
Tabel 3. Antwoordpercentages per vraag voor en de regio Tabel 3. Antwoordpercentages op alle vragen A. Algemene vragen n=403 n=11280 A1. Ben je een jongen of een meisje? jongen 51 51 meisje 49 49 A2. Hoe oud ben je? 12 jaar 14 14 13 jaar 14 14 14 jaar 14 14 15 jaar 14 14 16 jaar 14 15 17 jaar 15 15 18 jaar 14 14 A7a. In welk land ben je geboren? Nederland 98 96 Suriname 0 0,2 Nederlandse Antillen 0 0,5 Aruba 0 0 Turkije 0 0,4 Marokko 0 0,1 ander land 2 2 A7b. In welk land is je moeder geboren? Nederland 96 91 Suriname 0,2 0,5 Nederlandse Antillen 0 0,8 Aruba 0,3 0 Turkije 0,4 3 Marokko 0 1 ander land 4 4 A7c. In welk land is je vader geboren? Nederland 95 91 Suriname 0,5 0,6 Nederlandse Antillen 0 0,8 Aruba 0 0,1 Turkije 0,7 3 Marokko 0 1 ander land 4 4 A8. Tot welke bevolkingsgroep reken je jezelf het meest? Nederlandse 98 95 Surinaamse 0,5 0,2 Antilliaanse 0 0,5 Arubaanse 0 0 Turkse 0,2 2 Marokkaanse 0 0,9 andere 1 2
A9a. Wat is de hoogst voltooide opleiding van je moeder/verzorgster? (een opleiding afgerond met diploma of voldoende getuigschrift) niet van toepassing, er is geen moeder in het huis waar ik de meeste dagen van de week woon 1 1 geen opleiding (lagere school niet afgemaakt) 0,5 2 basisonderwijs (lagere school, speciaal basisonderwijs) 0,8 2 lager of voorbereidend beroepsonderwijs (LTS, LEAO, LHNO, VMBO) 19 16 middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals MAVO, (M)ULO, MBO-kort, VMBO theoretische leerweg) 23 19 middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (zoals MBO-lang, MTS, MEAO, BOL, BBL, INAS) 28 23 hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (zoals HAVO, VWO, VWO, Atheneum, Gymnasium, HBS, MMS) 14 12 hoger beroepsonderwijs (zoals HTS, HEAO, HBO-V, kandidaats wetenschappelijk onderwijs) 11 19 wetenschappelijk onderwijs (Universiteit) 3 4 anders 0,7 1 A9b. Wat is de hoogst voltooide opleiding van je vader/verzorger? (een opleiding afgerond met diploma of voldoende getuigschrift) niet van toepassing, er is geen vader in het huis waar ik de meeste dagen van de week woon 1 2 geen opleiding (lagere school niet afgemaakt) 0,5 2 basisonderwijs (lagere school, speciaal basisonderwijs) 2 2 lager of voorbereidend beroepsonderwijs (LTS, LEAO, LHNO, VMBO) 23 20 middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals MAVO, (M)ULO, MBO-kort, VMBO theoretische leerweg) 10 12 middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (zoals MBO-lang, MTS, MEAO, BOL, BBL, INAS) 26 21 hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (zoals HAVO, VWO, VWO, Atheneum, Gymnasium, HBS, MMS) 11 8 hoger beroepsonderwijs (zoals HTS, HEAO, HBO-V, kandidaats wetenschappelijk onderwijs) 18 22 wetenschappelijk onderwijs (Universiteit) 7 11 anders 1 1 A10a. Heeft je moeder/verzorgster op dit moment betaald werk? ja, voltijds (fulltime) 16 16 ja, deeltijds (parttime) 64 63 nee, is huisvrouw 17 16 nee, is werkloos 1 2 nee, is arbeidsongeschikt of langdurig ziek 2 2 nee, is gepensioneerd of met de VUT 0 0,1 dat weet ik niet 0 0,8 A10b. Heeft je vader/verzorger op dit moment betaald werk? ja, voltijds (fulltime) 90 88 ja, deeltijds (parttime) 5 5 nee, is huisman 0,5 0,6 nee, is werkloos 0,7 1 nee, is arbeidsongeschikt of langdurig ziek 3 3 nee, is gepensioneerd of met de VUT 0,6 0,7 dat weet ik niet 0,3 2
A11. Welk gezichtje geeft het beste aan hoe jij je in de afgelopen 3 maanden voelde? zeer vrolijk 22 24 vrolijk 45 42 beetje vrolijk 23 23 neutraal 8 7 beetje somber 1 2 somber 0,6 0,8 zeer somber 0,5 0,7 B. School B1. Zit je op school, volg je een opleiding of studie? ja 98 97 nee 2 3 B2. Heb je een schooldiploma? nee 0,6 1 ja, een MAVO, VMBO of KMBO diploma 0,6 1 ja, een HAVO, VWO of MBO diploma 0,3 0,5 niet van toepassing, zit nog op school 99 97 B3. Welk soort onderwijs volg je? basisonderwijs 2 3 basisvorming/brugklas (algemeen) 0,3 1 basisvorming/brugklas VMBO/HAVO 4 5 basisvorming/brugklas HAVO/VWO/gymnasium 3 6 VMBO theoretische leerweg 15 12 VMBO overig (gemengde leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg of basisberoepsgerichte leerweg) 11 11 IVBO of VBO 0 0,1 MAVO 0 0,5 leerlingwezen of KMBO 0 0,1 HAVO 17 15 VWO (atheneum, gymnasium, lyceum) 20 19 MBO (ROC, AOC) 14 14 HBO 5 4 universiteit 1 2 speciaal basisonderwijs (voormalig IOBK, LOM en MLK) 0 0,5 speciaal voortgezet onderwijs 0,3 0,7 praktijkonderwijs (voormalig VSO-MLK) 1 1 Regionale Expertise Centra (REC, voormalig ZMLK, Mytyl, Tyltyl, Pedologisch instituut, doven/slechthorenden, blinden etc.) 0,3 0,2 ander soort onderwijs, namelijk 3 2 onbekend/weet niet 0 0 niet van toepassing, zit niet meer op school 2 3
De vragen B4 t/m B8 gelden alleen voor schoolgaande jongeren. B4. Hoeveel dagen ben je de laatste 4 weken dat er school was thuis gebleven, omdat je ziek was? (Vakantieweken niet meetellen bij die 4 weken) 0 72 69 1-2 20 22 3-5 5 7 meer dan 5 3 2 B5. Hoeveel lesuren heb je de laatste 4 weken dat er school was gespijbeld? (Vakantieweken niet meetellen bij die 4 weken) 0 88 90 1 3 3 2 3 2 3-4 3 2 5-10 2 2 11 of meer 0,6 0,5 B6. Hoe vind je het op school? hartstikke leuk 16 16 leuk 56 54 gaat wel 23 27 niet leuk 3 2 vreselijk 1 1 B7. Hoe vaak ben je de afgelopen 3 maanden op school gepest? nooit 87 89 minder dan 2 keer per maand 7 6 2 of 3 keer per maand 2 2 ongeveer 1 keer per week 1 1 meerdere keren per week 2 2 B8. Hoe vaak heb je de afgelopen 3 maanden meegedaan aan pesten van een andere leerling op school? nooit 89 88 minder dan 2 keer per maand 10 9 2 of 3 keer per maand 0,7 2 ongeveer 1 keer per week 0,7 0,8 meerdere keren per week 0,2 0,5 C. Gezondheid en welzijn C1. Hoe vind je je gezondheid in het algemeen? heel goed 25 26 goed 64 61 gaat wel 9 12 niet zo best 2 2 slecht 0 0,3
C2. Wil je bij de volgende ziekten en aandoeningen aankruisen of je die hebt of in de afgelopen 12 maanden hebt gehad? a. astma of bronchitis nee 92 92 ja, niet door arts vastgesteld 1 1 ja, wel door arts vastgesteld 7 7 b. chronische vermoeidheid nee 96 96 ja, niet door arts vastgesteld 3 3 ja, wel door arts vastgesteld 1 1 c. diabetes mellitus (suikerziekte) nee 99 99 ja, niet door arts vastgesteld 0 0,1 ja, wel door arts vastgesteld 0,6 0,5 d. eczeem nee 90 89 ja, niet door arts vastgesteld 5 4 ja, wel door arts vastgesteld 6 6 e. buikklachten langer dan 3 maanden nee 97 96 ja, niet door arts vastgesteld 1 2 ja, wel door arts vastgesteld 2 2 f. migraine of regelmatige ernstige hoofdpijn nee 90 89 ja, niet door arts vastgesteld 7 7 ja, wel door arts vastgesteld 3 4 g. een aangeboren hartaandoening nee 100 99 ja, niet door arts vastgesteld 0 0,1 ja, wel door arts vastgesteld 0,5 0,5 h. ADHD nee 97 97 ja, niet door arts vastgesteld 0,5 0,7 ja, wel door arts vastgesteld 2 3 i. anorexia of boulimia nervosa nee 100 99 ja, niet door arts vastgesteld 0 0,3 ja, wel door arts vastgesteld 0,3 0,2 j. kanker nee 100 100 ja, niet door arts vastgesteld 0 0 ja, wel door arts vastgesteld 0 0,1 k. anders, namelijk nee 94 90 ja, niet door arts vastgesteld 2 2 ja, wel door arts vastgesteld 4 9 C3. In welke mate word of werd je hierdoor belemmerd bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden? sterke mate 4 3 lichte mate 13 14 niet belemmerd 10 10 niet van toepassing 73 73
C4. Ben je allergisch voor: a. pollen of stuifmeel (hooikoorts) nee 87 83 ja, niet door arts vastgesteld 4 6 ja, wel door arts vastgesteld 9 11 b. huisstof/ huismijt nee 92 90 ja, niet door arts vastgesteld 2 2 ja, wel door arts vastgesteld 6 7 c. bepaalde huisdieren nee 94 91 ja, niet door arts vastgesteld 2 3 ja, wel door arts vastgesteld 4 6 d. bepaalde medicijnen nee 96 96 ja, niet door arts vastgesteld 0,9 0,6 ja, wel door arts vastgesteld 3 3 e. bepaald voedsel nee 94 93 ja, niet door arts vastgesteld 3 3 ja, wel door arts vastgesteld 3 4 f. anders nee 92 94 ja, niet door arts vastgesteld 4 3 ja, wel door arts vastgesteld 4 3 C5. Heb je in de afgelopen drie maanden één of meerdere keren een letsel, vergiftiging of blessure opgelopen? ja, 1 keer 14 14 ja, 2 keer 1 2 ja, meer dan 2 keer 1 2 nee 84 82 C6. Dit (laatst opgelopen) letsel is ontstaan: in het verkeer 1 1 tijdens het sporten 10 12 tijdens betaald werk 0,8 0,7 als gevolg van geweld 0 0,2 als gevolg van opzettelijke zelfverwonding 0 0,1 op een andere manier 3 4 niet van toepassing 85 82 C7. Door wie werd je hiervoor behandeld? - huisarts 6 7 - fysiotherapeut 3 6 - eerste (spoedeisende) hulp afdeling van het ziekenhuis 4 4 - specialist, polikliniek (op afspraak) 3 2 - opgenomen in ziekenhuis 1 0,7 - anders 4 4
C8. Hoe vaak gedurende de afgelopen 4 weken: a. Was je erg zenuwachtig? altijd 0,3 0,2 meestal 1 2 vaak 8 6 soms 29 32 zelden 43 41 nooit 19 19 b. Zat je zo erg in de put dat niets je kon opvrolijken? altijd 0 0,2 meestal 1 0,7 vaak 2 3 soms 8 10 zelden 29 23 nooit 60 63 c. Voelde je je kalm en rustig? altijd 6 7 meestal 41 37 vaak 29 29 soms 17 18 zelden 5 5 nooit 3 3 d. Voelde je je somber en neerslachtig? altijd 0 0,4 meestal 1 1 vaak 4 4 soms 17 17 zelden 39 37 nooit 39 40 e. Was je een gelukkig mens? altijd 17 21 meestal 51 46 vaak 20 20 soms 9 9 zelden 2 2 nooit 2 1 C9. Heb je in de laatste 12 maanden er wel eens serieus over gedacht een eind te maken aan je leven? nooit 90 91 een enkele keer 7 6 af en toe 3 2 vaak 0,5 0,4 heel vaak 0 0,3 C10. Heb je de laatste 12 maanden een poging ondernomen om een eind te maken aan je leven? ja 0,4 1 nee 100 99
C11. Geef jij momenteel mantelzorg? nee 90 91 ja 10 9 C12. Vind je het zwaar om mantelzorg te geven? nee 7 6 een beetje 2 3 ja 0,3 0,2 C13. Heb je de volgende ingrijpende gebeurtenissen ooit meegemaakt of maak je dat nu mee? 1. overlijden van broer of zus meegemaakt 1 2 nu nog problemen mee 0,3 0,3 2. overlijden van je vader en/of je moeder meegemaakt 2 3 nu nog problemen mee 0,7 1 3. overlijden van iemand anders van wie je veel hield meegemaakt 66 61 nu nog problemen mee 7 6 4. langdurige ziekte of ziekenhuisopname van jezelf meegemaakt 9 8 nu nog problemen mee 2 0,9 5. langdurige ziekte of ziekenhuisopname van (één van) je ouders meegemaakt 17 14 nu nog problemen mee 3 2 6. langdurige ziekte of ziekenhuisopname van (één van) je broers of zussen meegemaakt 5 6 nu nog problemen mee 0,2 0,4 7. psychische ziekte van één van je ouders meegemaakt 3 5 nu nog problemen mee 1 1 8. psychische ziekte van een broer of zus meegemaakt 1 3 nu nog problemen mee 0,7 1 9. regelmatige ruzies tussen je ouders onderling meegemaakt 13 15 nu nog problemen mee 2 3 10. echtscheiding van je ouders meegemaakt 10 15 nu nog problemen mee 3 2 11. problemen met nieuwe ouder meegemaakt 3 4 nu nog problemen mee 1 0,8 12. geweld of mishandeling tussen je ouders meegemaakt 1 2 nu nog problemen mee 0 0,1 13. zelf mishandeld door (één van ) je ouders meegemaakt 0,2 1 nu nog problemen mee 0 0,2
14. mishandeld door andere volwassenen meegemaakt 0,5 0,9 nu nog problemen mee 0 0,1 15. seksueel misbruik meegemaakt 1 2 nu nog problemen mee 0,4 0,6 16. zelf gediscrimineerd worden meegemaakt 4 5 nu nog problemen mee 0,8 0,9 17. zelf gepest worden meegemaakt 23 23 nu nog problemen mee 3 2 18. zelf problemen met geld/inkomen hebben meegemaakt 6 7 nu nog problemen mee 3 3 19. problemen met geld/inkomen van je ouders meegemaakt 6 6 nu nog problemen mee 2 2 20. zelf problemen met drank, verslaving meegemaakt 2 1 nu nog problemen mee 1 0,5 21. problemen met drank, verslaving van (één van) je ouders meegemaakt 0,6 2 nu nog problemen mee 0 0,7 22. zelf problemen met school, werk/werkloosheid meegemaakt 7 7 nu nog problemen mee 2 2 23. problemen met werk/werkloosheid van (één van) je ouders meegemaakt 5 3 nu nog problemen mee 1 0,7 24. verhuizing of migratie meegemaakt 11 18 nu nog problemen mee 0,5 1 25. woonproblemen / problemen met huisvesting of verblijf in Nederland meegemaakt 0,8 1 nu nog problemen mee 0 0,3 26. vlucht vanuit een ander land naar Nederland meegemaakt 2 1 nu nog problemen mee 0 0,1 27. alleen voor meisjes: (ongewenst) zwanger geworden meegemaakt 0,4 0,8 nu nog problemen mee 0 0,2 28. alleen voor jongens: een meisje (ongewenst) zwanger gemaakt meegemaakt 1 0,6 nu nog problemen mee 0,5 0 29. andere problemen meegemaakt 2 2 nu nog problemen mee 1 1
D. Leefstijl D1. Hoeveel dagen per week eet je een ontbijt? (bijna) nooit 4 6 1 dag per week 2 1 2 dagen per week 2 3 3 dagen per week 3 3 4 dagen per week 3 3 5 dagen per week 4 5 6 dagen per week 10 6 elke dag 72 73 D2 Hoeveel dagen per week eet je fruit? (bijna) nooit 12 16 1 dag per week 8 7 2 dagen per week 7 9 3 dagen per week 14 13 4 dagen per week 11 12 5 dagen per week 12 11 6 dagen per week 10 6 elke dag 25 26 D3. Op de dagen dat je fruit eet, hoeveel porties eet je dan meestal per dag? 1/2 portie per dag 7 7 1 portie per dag 46 42 1 1/2 portie per dag 14 13 2 porties per dag 16 18 2 1/2 porties per dag 2 2 3 of meer porties per dag 3 3 niet van toepassing 12 16 D4. Hoeveel dagen per weet eet je groente? (bijna) nooit 2 3 1 dag per week 0,2 1 2 dagen per week 1 2 3 dagen per week 4 5 4 dagen per week 7 9 5 dagen per week 21 18 6 dagen per week 27 24 elke dag 38 38 D5. Hoeveel dagen per week drink je vruchtensappen? (bijna) nooit 21 17 1 dag per week 6 7 2 dagen per week 8 9 3 dagen per week 11 11 4 dagen per week 10 10 5 dagen per week 13 11 6 dagen per week 7 5 elke dag 25 30
D6. Heb je wel eens gerookt? nee 73 71 ja 27 29 D7. Hoe vaak rook je nu? ik rook niet 90 87 minder dan één keer per week 2 3 tenminste één keer per week, maar niet iedere dag 2 2 iedere dag 6 8 D8. Hoeveel sigaretten rook je gemiddeld per week? ik rook niet 90 87 tussen 0 en 1 sigaret 2 2 1-5 sigaretten 2 2 6-10 sigaretten 0,5 1 11-20 sigaretten 1 1 meer dan 20 sigaretten 5 7 D9. Is er gerookt in huis in de afgelopen 7 dagen waar jij bij was? nee, er wordt bij mij thuis in huis nooit gerookt 55 55 nee, er wordt bij mij thuis in huis nooit gerookt als ik erbij ben 2 2 nee, in de afgelopen 7 dagen werd bij mij in huis niet gerookt toen ik erbij was 13 8 ja, in de afgelopen 7 dagen werd bij mij in huis gerookt waar ik bij was 29 35 D10. Wat voor alcoholhoudende drank drink je? - ik heb nooit alcohol gedronken 33 38 - bier 46 41 - wijn, cider of champagne 23 22 - breezers of andere kant-en-klare mixdrankjes 34 33 - mixdrankjes die zelf gemixt worden 30 27 - shooters 20 16 - alcopop 0 0,4 - likeur 15 13 - sterke drank puur gedronken 6 7 - Sherry, Port, Martini 3 3 D11. Hoe vaak heb je iets met alcohol gedronken? a. in je hele leven 0 keer 33 39 1 keer 0,7 1 2 keer 3 2 3 keer 2 2 4 keer 3 2 5 keer 3 3 6 keer 1 2 7 keer 1 1 8 keer 2 1 9 keer 0,8 0,8 10 keer 2 4 11-19 keer 6 6 20 keer of vaker 43 35
b. in de laatste 4 weken 0 keer 11 12 1 keer 12 9 2 keer 9 9 3 keer 5 7 4 keer 8 7 5 keer 6 4 6 keer 4 3 7 keer 1 1 8 keer 3 3 9 keer 0,2 0,5 10 keer 2 2 11-19 keer 2 2 20 keer of vaker 4 2 D12. Op hoeveel van de vier doordeweekse dagen drink je meestal alcohol? 4 dagen 0,3 0,1 3 dagen 0,6 0,3 2 dagen 1 1 1 dag 3 3 minder dan 1 dag 5 6 ik drink nooit alcohol op doordeweekse dagen 57 50 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 38 D13. Hoeveel glazen, flesjes of blikjes alcohol drink je dan meestal op zo'n doordeweekse dag? 11 glazen of meer per dag 0 0,1 7-10 glazen per dag 0,6 0,6 6 glazen per dag 0,3 0,4 5 glazen per dag 0,3 0,5 4 glazen per dag 0,8 0,7 3 glazen per dag 2 1 2 glazen per dag 2 2 1 glas per dag 3 5 n.v.t., ik heb nooit gedronken of ik drink nooit op doordeweekse dagen 91 90 D14. Op hoeveel van de drie weekend dagen drink je meestal alcohol? 3 dagen 4 2 2 dagen 16 13 1 dag 22 19 minder dan 1 dag 17 18 ik drink nooit alcohol in het weekend 9 9 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39
D15. Hoeveel glazen, flesjes of blikjes alcohol drink je dan meestal op zo'n weekend dag? 20 glazen of meer per dag 0,9 0,8 15-19 glazen per dag 3 2 11-14 glazen per dag 3 3 7-10 glazen per dag 9 8 6 glazen per dag 9 5 5 glazen per dag 8 6 4 glazen per dag 6 5 3 glazen per dag 4 7 2 glazen per dag 8 7 1 glas per dag 6 9 n.v.t., ik heb nooit gedronken of ik drink nooit in het weekend 43 48 D16. Hoe vaak heb je de afgelopen vier weken VIJF OF MEER drankjes met alcohol gedronken bij één gelegenheid? nooit 27 28 1 keer 11 12 2 keer 10 7 3 of 4 keer 9 7 5 of 6 keer 6 4 7 of 8 keer 3 2 9 keer of vaker 1 2 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 D17. Hoe vaak ben je dronken of aangeschoten geweest door het drinken van alcohol? a. in je hele leven 0 keer 20 19 1 keer 8 8 2 keer 5 6 3 keer 3 5 4 keer 2 3 5 keer 4 3 6 keer 2 2 7 keer 2 0,9 8 keer 2 1 9 keer 0,7 0,3 10 keer 4 3 11-19 keer 5 4 20 keer of vaker 10 8 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39
b. in de laatste 4 weken 0 keer 42 39 1 keer 10 11 2 keer 6 5 3 keer 4 2 4 keer 3 2 5 keer 0,9 0,7 6 keer 0 0,4 7 keer 0 0,2 8 keer 0,3 0,4 9 keer 0 0 10 keer 0,2 0,1 11-19 keer 0 0,1 20 keer of vaker 0,3 0,1 n.v.t., ik heb nooit gedronken 34 39 D18. Hoe oud was je toen je voor het eerst een glas alcohol dronk? jonger dan 12 jaar 6 6 12-13 24 21 14-15 32 28 16 jaar of ouder 5 6 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 D19. Denk je dat je meer of minder alcohol drinkt dan de meeste anderen van jouw leeftijd? veel meer 1 1 iets meer 6 5 niet meer, niet minder 27 21 minder 22 21 veel minder 11 13 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 D20. Hoe vaak drink je alcohol op de volgende plekken: a. thuis elke dag 0,3 0,1 elke week 7 5 elke maand 8 7 heel soms 38 35 nooit 14 14 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 38 b. bij anderen thuis elke dag 0 0,1 elke week 9 5 elke maand 13 11 heel soms 34 32 nooit 11 14 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39
c. in hok/schuur/keet elke dag 0 0,1 elke week 5 2 elke maand 4 3 heel soms 10 7 nooit 48 50 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 d. op straat, hangplek, of ergens anders buiten elke dag 0 0,1 elke week 0,7 0,7 elke maand 1 2 heel soms 6 7 nooit 59 52 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 e. café, bar elke dag 0,3 0,1 elke week 18 13 elke maand 12 13 heel soms 16 16 nooit 21 20 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 f. discotheek of club elke dag 0,3 0,1 elke week 14 10 elke maand 17 14 heel soms 21 17 nooit 14 20 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 g. buurthuis/jeugdhonk elke dag 0 0 elke week 1 0,6 elke maand 0,6 0,7 heel soms 3 3 nooit 62 57 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 h. ergens anders elke dag 0 0,2 elke week 2 2 elke maand 1 1 heel soms 4 5 nooit 51 46 n.v.t., ik heb nooit gedronken 41 46 D21. Hoe kom je meestal aan de alcohol die je drinkt? ik koop het zelf 39 35 anderen kopen het voor mij en ik betaal ze terug 5 3 ik krijg het van vrienden 8 6 ik krijg het van mijn ouders 12 13 ik krijg het van andere familieleden 0,8 2 anders 2 2 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39
D22. Wat vinden je ouders/verzorgers ervan dat je alcohol drinkt? ze vinden het goed 36 35 ze vinden dat ik minder alcohol zou moeten drinken 5 3 ze raden het af 12 11 ze verbieden het 1 1 ze weten het niet 1 1 ze zeggen er niets van 12 9 n.v.t., ik heb nooit gedronken 33 39 D23. Heb je wel eens hasj of wiet aangeboden gekregen? - nee, nooit 73 75 - ja, op school 9 9 - ja, thuis of bij vrienden thuis 7 7 - ja, op straat, in een park of bij een hangplek 10 10 - ja, ergens in een café of disco, op een feest of bij een concert 14 8 - ergens anders 4 5 D24. Hoe vaak heb je hasj of wiet gebruikt? a. in je hele leven 0 keer 86 85 1 keer 4 4 2 keer 3 2 3 keer 1 1 4 keer 1 0,9 5 keer 0,5 1 6 keer 0,5 0,3 7 keer 0,2 0,2 8 keer 0,3 0,3 9 keer 0 0,1 10 keer 0,3 0,5 11-19 keer 0 0,7 20 keer of vaker 2 3 b. in de laatste vier weken 0 keer 11 10 1 keer 1 1 2 keer 0 0,9 3 keer 0 0,3 4 keer 0,3 0,2 5 keer 0 0,2 6 keer 0,3 0,1 7 keer 0 0 8 keer 0 0,1 9 keer 0,3 0 10 keer 0 0,2 11-19 keer 0 0,2 20 keer of vaker 0 0,5 n.v.t., ik heb het nooit gebruikt 87 86
D25. Hoe kom je meestal aan hasj of wiet? - ik gebruik het nu niet meer 7 7 - van vrienden 5 5 - via via van iemand die ik goed ken 1 0,5 - van een (huis)dealer 0 0,2 - ik koop het in een coffeeshop 1 2 - van schoolgenoten 0,9 0,7 - ik kweek het zelf 0 0,1 - anders 0 0,4 D26. Waar gebruik je meestal hasj of wiet? - thuis 0,3 0,9 - bij vrienden 4 4 - café of disco, op een feest of bij een concert 0,3 2 - in een coffeeshop 0,6 0,9 - op of rond school 0 0,6 - op straat, in een park of een andere plek buiten 3 4 - ergens anders 0,2 0,6 D27. Als je hasj of wiet rookt hoeveel joint rook je dan gemiddeld per keer? minder dan 1 joint 4 5 1 joint 0,9 1 2 joints 0,7 0,5 3 of meer joints 0,5 0,5 n.v.t., ik heb het nooit gebruikt of ik gebruik het nu niet meer 94 93 D28. Wat vinden je ouders/verzorgers ervan dat je hasj of wiet gebruikt? ze vinden het goed 0,3 0,4 ze vinden dat ik minder zou moeten gebruiken 0 0,1 ze raden het af 1 2 ze verbieden het 0,7 0,5 ze zeggen er niets van 0,6 0,4 ze weten het niet 3 3 n.v.t., ik heb het nooit gebruikt of ik gebruik het nu niet meer 94 93 D29. Heb je wel eens harddrugs aangeboden gekregen? - nee, nooit 94 95 - ja, op school 2 0,9 - ja, thuis of bij vrienden thuis 0,8 0,7 - ja, op straat, in een park of bij een hangplek 1 1 - ja, in een café of disco, op een feest of bij een concert 4 3 - ergens anders 1 0,6
D30. Hoe vaak heb je in je hele leven onderstaande middelen gebruikt? a. XTC 0 keer 99 99 1 keer 0 0,4 2 keer 0 0,2 3 keer 0 0,1 4 keer 0 0,1 5 keer 0 0,1 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0,6 0,5 b. cocaïne 0 keer 99 99 1 keer 0 0,5 2 keer 0 0,1 3 keer 0 0,1 4 keer 0,6 0 5 keer 0 0,2 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0 0,2 c. hallucinogene paddenstoeltjes 0 keer 100 99 1 keer 0,3 0,7 2 keer 0 0,1 3 keer 0 0,1 4 keer 0 0 5 keer 0 0,1 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0 0,1 d. amfetaminen 0 keer 99 99 1 keer 0,2 0,2 2 keer 0 0,1 3 keer 0 0 4 keer 0 0 5 keer 0 0,1 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0,8 0,3 e. heroïne 0 keer 100 100 1 keer 0 0 2 keer 0 0 3 keer 0 0 4 keer 0 0 5 keer 0 0 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0 0
D31. Hoe vaak heb je in de afgelopen 4 weken onderstaande middelen gebruikt? a. XTC 0 keer 0,3 0,9 1 keer 0,3 0,2 2 keer 0 0,1 3 keer 0 0 4 keer 0 0 5 keer 0 0 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0 0 n.v.t., ik heb het nooit gebruikt 99 99 b. cocaïne 0 keer 0 0,7 1 keer 0,3 0,1 2 keer 0,3 0,1 3 keer 0 0 4 keer 0 0 5 keer 0 0 6 keer 0 0,1 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0 0 n.v.t., ik heb het nooit gebruikt 99 99 c. hallucinogene paddenstoeltjes 0 keer 0,3 0,9 1 keer 0 0,1 2 keer 0 0 3 keer 0 0 4 keer 0 0 5 keer 0 0 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0 0 n.v.t., ik heb het nooit gebruikt 100 99 d. amfetaminen 0 keer 0,2 0,6 1 keer 0 0,1 2 keer 0 0 3 keer 0,3 0 4 keer 0 0 5 keer 0 0 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0,6 0 n.v.t., ik heb het nooit gebruikt 99 99
e. heroïne 0 keer 0 0,1 1 keer 0 0 2 keer 0 0 3 keer 0 0 4 keer 0 0 5 keer 0 0 6 keer 0 0 7 keer 0 0 8 keer of vaker 0 0 n.v.t., ik heb het nooit gebruikt 100 100 D32. Gebruik je wel eens op één dag of avond drugs én alcohol? nee 12 11 ja, alcohol samen met wiet/hasj 2 3 ja, alcohol samen met xtc 0 0,1 ja, alcohol samen met cocaïne 0 0,1 ja, alcohol met andere drug 0,3 0,1 niet van toepassing 86 86 D33. Hoe ga je meestal naar school of werk? lopend 2 3 fietsend 82 80 met de scooter of brommer 6 5 anders 10 12 D34. Aantal minuten lopen/fietsen naar school of werk minder dan 15 minuten 13 28 15-29 minuten 46 30 30-44 minuten 19 16 45-59 minuten 4 7 60 minuten of meer 2 3 ik loop of fiets niet naar school of werk 16 17 D35. Hoeveel lesuren per week krijg je gym op school? niet van toepassing, ik zit niet meer op school 3 4 0 lesuren 19 17 1 lesuur 2 4 2 lesuren 52 47 3 lesuren 16 20 4 lesuren of meer 8 7 D36. Hoe lang duurt een lesuur bij jou op school? minder dan 60 minuten 90 87 60 minuten of meer 7 8 niet van toepassing, ik zit niet meer op school 3 4
D37. Hoeveel tijd per week besteed je aan sporten bij een sportvereniging of club? ik besteed hier geen tijd aan 13 22 minder dan 1 uur per week 1 0,9 1 tot 3 uur per week 26 25 3 tot 5 uur per week 28 27 5 uur of meer per week 32 25 D38. Hoeveel tijd per week besteed je aan andere lichamelijke activiteiten? ik besteed hier geen tijd aan 14 19 minder dan 1 uur per week 5 5 1 tot 3 uur per week 36 32 3 tot 5 uur per week 16 15 5 uur of meer per week 30 29 D39. Hoeveel dagen per week besteed je minimaal één uur aan alle genoemde activiteiten bij elkaar? geen enkele dag 4 4 1 dag per week 4 5 2 dagen per week 5 7 3 dagen per week 12 11 4 dagen per week 10 10 5 dagen per week 17 19 6 dagen per week 23 19 7 dagen per week 25 24 D40. Ben je van plan om binnenkort meer aan lichamelijke activiteit te gaan doen dan je nu doet? ja, zeker wel 8 12 ja, waarschijnlijk wel 17 17 misschien wel, misschien niet 30 29 nee, waarschijnlijk niet 36 34 nee, zeker niet 9 9 D41. Denk je dat je genoeg aan lichamelijke activiteit doet? ja 73 70 nee 14 18 weet ik niet 13 11 E. Vrijetijdsbesteding E1. Waar zie jij jouw vrienden meestal? - bij mij thuis 72 68 - bij vrienden thuis 74 72 - op school 90 88 - op straat in mijn eigen buurt 18 28 - op straat ergens anders 12 17 - in een buurtcentrum 2 4 - in een café of discotheek 45 31 - bij de sportvereniging 61 50 - ergens anders 12 9
E2. Hoe vaak ga je meestal naar de volgende gelegenheden en activiteiten? a. activiteiten van kerk of moskee zelden of nooit 70 77 paar keer per jaar 27 16 paar keer per maand 3 4 paar keer per week 0,3 2 (bijna) dagelijks 0 0,1 b. buurthuis of wijkcentrum zelden of nooit 90 86 paar keer per jaar 4 6 paar keer per maand 4 4 paar keer per week 1 3 (bijna) dagelijks 0,2 0,5 c. café of snackbar zelden of nooit 23 30 paar keer per jaar 22 22 paar keer per maand 42 37 paar keer per week 13 10 (bijna) dagelijks 0,5 0,6 d. coffeeshop zelden of nooit 98 97 paar keer per jaar 1 1 paar keer per maand 1 1 paar keer per week 0,3 0,7 (bijna) dagelijks 0 0,1 e. cursus zelden of nooit 80 81 paar keer per jaar 5 4 paar keer per maand 7 7 paar keer per week 8 8 (bijna) dagelijks 0 0,3 f. discotheek zelden of nooit 27 46 paar keer per jaar 30 25 paar keer per maand 39 26 paar keer per week 4 3 (bijna) dagelijks 0 0,1 g. festival/popconcert zelden of nooit 66 64 paar keer per jaar 30 32 paar keer per maand 2 3 paar keer per week 0,7 0,3 (bijna) dagelijks 0 0,1 h. film zelden of nooit 15 16 paar keer per jaar 72 69 paar keer per maand 13 15 paar keer per week 0,4 0,6 (bijna) dagelijks 0,2 0,1
i. houseparty of danceparty zelden of nooit 77 79 paar keer per jaar 19 17 paar keer per maand 4 4 paar keer per week 0,2 0,3 (bijna) dagelijks 0 0,1 j. museum zelden of nooit 74 68 paar keer per jaar 26 31 paar keer per maand 0,8 0,7 paar keer per week 0 0,1 (bijna) dagelijks 0 0 k. poolroom/poolcafé zelden of nooit 90 89 paar keer per jaar 9 8 paar keer per maand 1 2 paar keer per week 0 0,3 (bijna) dagelijks 0 0,1 l. speelhal/gokhal zelden of nooit 93 93 paar keer per jaar 6 6 paar keer per maand 0 0,6 paar keer per week 0,5 0,4 (bijna) dagelijks 0 0,1 m. sportkantine zelden of nooit 40 50 paar keer per jaar 14 12 paar keer per maand 19 17 paar keer per week 25 19 (bijna) dagelijks 1 2 n. theater/schouwburg zelden of nooit 59 63 paar keer per jaar 40 36 paar keer per maand 1 1 paar keer per week 0 0,1 (bijna) dagelijks 0 0,1 E3. Hoeveel dagen per week doe je gewoonlijk deze dingen? a. computerspelletjes dit doe ik nooit 32 31 1-2 dagen per week 23 28 3-4 dagen per week 17 15 5-6 dagen per week 11 10 elke dag 17 17 b. e-mailen of chatten dit doe ik nooit 6 7 1-2 dagen per week 15 17 3-4 dagen per week 19 17 5-6 dagen per week 21 19 elke dag 39 40
c. surfen op internet dit doe ik nooit 2 3 1-2 dagen per week 16 15 3-4 dagen per week 18 17 5-6 dagen per week 24 21 elke dag 40 43 d. (mobiel-)bellen of sms-en met vriend(inn)en dit doe ik nooit 11 12 1-2 dagen per week 17 20 3-4 dagen per week 12 13 5-6 dagen per week 14 13 elke dag 46 41 e. televisie en video/dvd kijken dit doe ik nooit 0,9 1 1-2 dagen per week 6 10 3-4 dagen per week 11 12 5-6 dagen per week 15 16 elke dag 67 61 f. boek lezen dit doe ik nooit 37 39 1-2 dagen per week 34 33 3-4 dagen per week 13 11 5-6 dagen per week 6 7 elke dag 10 10 g. krant lezen dit doe ik nooit 53 51 1-2 dagen per week 22 24 3-4 dagen per week 8 8 5-6 dagen per week 7 7 elke dag 10 10 h. huiswerk maken dit doe ik nooit 7 7 1-2 dagen per week 14 15 3-4 dagen per week 23 21 5-6 dagen per week 28 28 elke dag 27 29 i. muziek luisteren dit doe ik nooit 2 3 1-2 dagen per week 6 9 3-4 dagen per week 17 11 5-6 dagen per week 12 13 elke dag 62 63 j. muziek maken dit doe ik nooit 70 68 1-2 dagen per week 12 14 3-4 dagen per week 8 6 5-6 dagen per week 4 4 elke dag 6 8
k. tekenen of knutselen dit doe ik nooit 62 58 1-2 dagen per week 27 29 3-4 dagen per week 6 7 5-6 dagen per week 1 3 elke dag 3 3 l. met een andere hobby bezig zijn dit doe ik nooit 67 64 1-2 dagen per week 16 19 3-4 dagen per week 9 8 5-6 dagen per week 3 3 elke dag 5 6 m. naar/ met vriend(inn)en thuis dit doe ik nooit 10 11 1-2 dagen per week 50 47 3-4 dagen per week 26 26 5-6 dagen per week 10 10 elke dag 4 6 n. op straat rondhangen dit doe ik nooit 79 70 1-2 dagen per week 15 18 3-4 dagen per week 4 6 5-6 dagen per week 0,8 3 elke dag 1 3 o. vrijwilligerswerk dit doe ik nooit 91 92 1-2 dagen per week 8 7 3-4 dagen per week 0,7 0,5 5-6 dagen per week 0 0,1 elke dag 0,5 0,2 p. gokken of spelen om geld dit doe ik nooit 93 95 1-2 dagen per week 6 5 3-4 dagen per week 0,5 0,5 5-6 dagen per week 0,2 0,1 elke dag 0 0,1 E4. Van welke vereniging of organisatie ben je lid? - sportvereniging 80 70 - zang-, muziek-, of toneelvereniging 16 14 - organisatie op het gebied van natuur of milieu 4 4 - jeugdvereniging 7 6 - vereniging of organisatie van kerk of moskee 1 3 - ander soort vereniging of organisatie 8 11 - geen lid van vereniging 12 20 E5. Kun je thuis internetten? nee 0 1 ja 100 99
E6. Waar kun je thuis internetten? - in de woonkamer 48 48 - in mijn eigen kamer 25 34 - in de keuken 7 5 - in een andere kamer 44 40 - overal, via een draadloze internetverbinding 26 24 - overal, via mobiele telefoon 5 4 E7. Op hoeveel dagen per week gebruik je internet voor jezelf, dus niet voor school of werk? minder dan 1 dag per week 2 4 1 dag/week 3 3 2 dagen/week 6 6 3 dagen/week 8 8 4 dagen/week 8 9 5 dagen/week 10 11 6 dagen/week 21 14 7 dagen/week 42 44 E8. Op een dag dat je internet voor jezelf gebruikt, hoeveel tijd besteed je dan meestal aan internetten? minder dan een half uur 4 5 ongeveer een half uur 18 14 ongeveer 1 uur 31 31 ongeveer 2 uur 23 26 ongeveer 3 uur 11 13 ongeveer 4 uur 6 6 ongeveer 5 uur 4 2 ongeveer 6 uur 0,6 1 ongeveer 7 uur 0,2 0,4 8 uur of meer 0,6 1 E9. Hoe vaak heb je het afgelopen jaar de volgende ervaringen gehad OP INTERNET? a. iemand beledigde je nooit 81 81 1 keer per maand 14 13 2-3 keer per maand 3 3 1 keer per week 1 1 meer dan 1 keer per week 1 1 b. iemand was grof tegen je nooit 80 80 1 keer per maand 14 15 2-3 keer per maand 3 3 1 keer per week 1 1 meer dan 1 keer per week 1 1 c. iemand viel je lastig nooit 90 89 1 keer per maand 7 8 2-3 keer per maand 2 2 1 keer per week 0,2 0,7 meer dan 1 keer per week 0,8 0,8
d. iemand maakte je belachelijk nooit 90 91 1 keer per maand 6 6 2-3 keer per maand 3 1 1 keer per week 0,6 0,6 meer dan 1 keer per week 0,6 0,5 e. iemand negeerde je volkomen nooit 90 88 1 keer per maand 7 9 2-3 keer per maand 0,8 2 1 keer per week 0,5 0,7 meer dan 1 keer per week 1 0,5 f. iemand probeerde je te kwetsen nooit 90 91 1 keer per maand 7 6 2-3 keer per maand 2 1 1 keer per week 0 0,7 meer dan 1 keer per week 0,6 0,5 g. iemand pestte je nooit 95 96 1 keer per maand 3 3 2-3 keer per maand 0,5 0,6 1 keer per week 0,5 0,4 meer dan 1 keer per week 0,3 0,2 E10. Hoe vaak heb je het afgelopen jaar OP INTERNET het volgende zelf bij iemand gedaan? a. iemand beledigen nooit 87 88 1 keer per maand 10 9 2-3 keer per maand 2 2 1 keer per week 0,5 0,8 meer dan 1 keer per week 0,5 0,7 b. grof tegen iemand zijn nooit 88 85 1 keer per maand 9 10 2-3 keer per maand 2 2 1 keer per week 0,4 1 meer dan 1 keer per week 0,5 0,8 c. iemand lastig vallen nooit 95 96 1 keer per maand 3 3 2-3 keer per maand 0,5 0,6 1 keer per week 0,4 0,3 meer dan 1 keer per week 0,5 0,3 d. iemand belachelijk maken nooit 93 93 1 keer per maand 5 5 2-3 keer per maand 2 0,9 1 keer per week 0,3 0,4 meer dan 1 keer per week 0 0,4