Examenreglement

Vergelijkbare documenten
UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING. Artikel 23 Eindcijfer eindexamen

Examenreglement. voor de eindexamens vwo, havo en vmbo Connect College Echt

Kader examenreglementen

Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs te Haarlem

Examenreglement

De tekst van dit examenreglement is gebaseerd op het eindexamenbesluit geldend van

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Examenreglement Scheldemond College

Besluit van 10 juli 1989, houdende bepalingen inzake de eindexamens aan de scholen voor v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. en l.b.o.

Examenreglement. Scheldemond College

Eindexamenreglement Stedelijk Dalton Lyceum

Eindexamenreglement Stedelijk Dalton Lyceum

Kader examenreglementen

Kader examenreglementen

Examenreglement Havo CSG Het Streek

Examen 2018 Reglement

Examenreglement vmbo / mavo CSG Het Streek

Examenreglement Havo CSG Het Streek

PTA Mavo-XL Leerjaar

Eindexamenreglement Stedelijk Dalton Lyceum

EXAMENREGLEMENT VMBO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

Examenregeling Scholengroep De Langstraat Schooljaar

Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo (incl. wijzigingen i.v.m. het VMBO en het 2e profielenbesluit)

EXAMENREGLEMENT 2COLLEGE

EXAMENREGLEMENT VMBO T-K-B SCHOOLJAAR SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD. Z:\WORD\JAf\EX.REGL.VMBO doc 1

Examenreglement. Sint Annaparochie

Eindexamenreglement Stedelijk Dalton Lyceum

Examenreglement. Schooljaar Definitief

EXAMENREGLEMENT 2COLLEGE

Examenreglement vmbo , osg Piter Jelles, locatie YnSicht basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Examenreglement. Leeuwarden

EXAMENREGLEMENT. HAVO - 5 en VWO - 6 SCHOOLJAAR SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD. Z:\WORD\JAF\EX.REGL.TF doc 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

EXAMENREGLEMENT VWO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 april 2016, nr. W /I);

EXAMENREGLEMENT VAN CHRISTELIJKE MAVO DE SAAD TE DAMWÂLD

Kader examenreglementen

HET EXAMENREGLEMENT. Artikel 1. Algemeen

Examenreglement vmbo/mavo CSG Het Streek

1 INHOUDSOPGAVE PTA TWEEDE FASE VWO VAN CHR. COLLEGE DE POPULIER 1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN... 3

Hondsrug College. Examenreglement Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst!

Examenreglement Havo CSG Het Streek

Hondsrug College. Examenreglement Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst!

1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN Afnemen eindexamen Indeling eindexamen Onregelmatigheden... 3

Examenreglement Schooljaar

Examenreglement

Examenreglement. Stichting V.O. Amsterdam-Zuid

Examenregeling mavo d Oultremontcollege

Examen Reglement Postbus AS Groningen groepgroningen.nl K.v.K Datum

Examenreglement Het Baken Almere Colofon:

Examenreglement. Stedelijk Gymnasium Schiedam. schooljaar

Hondsrug College. Examenreglement Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst!

Examenreglement

Examenreglement VO

Examenreglement Pius X College locatie Van Renneslaan schooljaar en verder. onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

Examenreglement Lyceum de Grundel

Examenreglement (Carmelcollegegouda de Meander) schooljaar en verder

EXAMENREGLEMENT VMBO. Schooljaar Locatie Heythuysen

onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; de inspectie bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht;

EXAMENREGLEMENT VAN CHRISTELIJKE MAVO DE SAAD TE DAMWÂLD

EXAMENREGLEMENT EN PTA REGLEMENT. HAVO en VWO

Examenreglement Twents Carmel College schooljaar en verder

EXAMENREGLEMENT HAVO/VWO/VMBO

Mondriaan College EXAMENREGLEMENT vmbo-t / havo / vwo

Examenreglement (naam school) schooljaar en verder

EXAMENREGLEMENT EN PTA 4 MAVO

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

EXAMENREGLEMENT VMBO

EXAMENREGLEMENT VMBO- SLINGE

Examenreglement

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Examenreglement Pontes Schooljaar

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VMBO de Spindel Examenreglement

Examenreglement Stichting Het Baken Almere

EXAMENREGLEMENT HAVO/VWO/VMBO

Examenreglement Het Hooghuis ZuidWest schooljaar en verder

EXAMENREGLEMENT! HAVO!! VWO!

Examenreglement vmbo Cohort

EXAMENREGLEMENT. Christelijk College Schaersvoorde

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Examenreglement

EXAMENREGLEMENT V.M.B.O. EXTRANEUS: KSG MARIANUM LICHTENVOORDE / GROENLO. Sg Klein Borculo De Veenlanden De Isselborgh.

Examenreglement VMBO en MAVO

EXAMENREGLEMENT VMBO. Schooljaar Locatie Heythuysen

Antoniuscollege Gouda

examenreglement

onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; de inspectie bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht;

Examenreglement Twentscarmelcollege, locatie De Thij schooljaar en verder

Examenreglement VO

Programma van Toetsing en Afsluiting

EXAMENREGLEMENT EN PTA HAVO en VWO Antoniuscollege Gouda

Examenreglement VMBO

Schoolexamenreglement

EXAMENREGLEMENT EN PTA REGLEMENT. HAVO en VWO. EXAMEN- EN PTA REGLEMENT Pagina 1

Examenreglement

EXAMENREGLEMENT VMBO-T, Tweede Fase HAVO en VWO. Schooljaar

Algemene regels schoolexamens & PTA d Oultremontcollege

PTA KLAS 3 TL/GL. Pius X College, locatie Rijssen

Transcriptie:

Examenreglement 2017-2018 Dit examenreglement is gebaseerd op het eindexamenbesluit VO van 10 juli 1989 inzake de eindexamens aan de scholen voor vwo, havo, mavo en vmbo. De laatste wijziging van dit eindexamenbesluit is van 23 april 2012. Dit document is een algemeen examenreglement voor de gehele Scholengroep Pontes. Betreffende de locaties Het Goese Lyceum Bergweg, Het Goese Lyceum Oranjeweg en Pieter Zeeman is er een locatie specifiek examenreglement opgesteld. Scholengroep Pontes Postbus 370 4460 AT Goes Bezoekadres: Bergweg 14 Telefoon: 0113-212930 Email: info@pontes.nl Vastgesteld door CvB op: 21 september 2016 Instemming GMR op: 21 november 2016

171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 2

Inhoud Hoofdstuk I. Algemene bepalingen... 5 Artikel 1. Begripsbepalingen... 5 Artikel 2. Toelating tot het eindexamen... 6 Artikel 3. Afnemen eindexamen... 6 Artikel 4. Indeling eindexamen;; profielwerkstuk... 6 Artikel 5. Onregelmatigheden... 6 Hoofdstuk II. Inhoud van het eindexamen... 7 Artikel 6. Examenprogramma... 7 Artikel 7. Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten... 7 Artikel 7a. Minimumeis overeenstemming eindexamenvakken met schoolsoort van inschrijving... 7 Artikel 8. Vrijstellingen vavo... 7 Artikel 9. Ontheffingen vavo op verzoek... 8 Artikel 9a. Ontheffingsprocedure... 8 Artikel 10. Eindexamen vwo (atheneum)... 8 Artikel 11. Eindexamen vwo (gymnasium)... 8 Artikel 12. Eindexamen havo... 9 Artikel 13. Eindexamen vmbo theoretische leerweg... 9 Artikel 14. Eindexamen vmbo basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg... 9 Artikel 15. Eindexamen vmbo gemengde leerweg... 10 Hoofdstuk III. Regeling van het eindexamen... 11 Artikel 16. Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting... 11 Artikel 17. Schoolexamen... 11 Artikel 18. Mededeling beoordeling schoolexamen... 12 Artikel 19. Beoordeling schoolexamen... 12 Artikel 21. Examendossier... 12 Hoofdstuk IV. Centraal examen en rekentoets... 13 Artikel 22. Gecommitteerden... 13 Artikel 23. Tijdvakken en afneming centraal examen... 13 Artikel 23a. Centraal examen in eerder leerjaar... 13 Artikel 24. Opgave kandidaten centraal examen... 13 Artikel 25. Regels omtrent het centraal examen... 14 Artikel 276. Beoordeling centraal examen... 14 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 3

Artikel 26a. Beoordeling centraal examen cspe... 14 Artikel 27. Vaststelling score en cijfer centraal examen... 14 Artikel 28. Niet op regelmatige wijze afgenomen centraal examen... 15 Artikel 29. Onvoorziene omstandigheden centraal examen... 15 Artikel 30. Verhindering centraal examen... 15 Artikel 31. De rekentoets... 15 Hoofdstuk V. Uitslag, herkansing en diplomering... 16 Artikel 32. Eindcijfer eindexamen... 16 Artikel 33. Vaststelling uitslag... 16 Artikel 34. Uitslag eindexamen leerwegen vmbo... 16 Artikel 35. Uitslag eindexamen vwo en havo... 17 Artikel 36. Herkansing centraal examen... 18 Artikel 36a. Herkansing rekentoets... 18 Artikel 37. Diploma en cijferlijst... 18 Artikel 37a. Atheneumdiploma aan een gymnasium... 19 Artikel 37b. Voorlopige cijferlijst... 19 Artikel 38. Cijferlijst... 19 Artikel 39. Duplicaten, afgifte verklaringen en vervangende opleidingsdocumenten... 19 Hoofdstuk VI. Overige bepalingen... 20 Artikel 40. Afwijking wijze van examineren... 20 Artikel 41. Gegevensverstrekking... 20 Artikel 42. Bewaren examenwerk... 21 Artikel 43. Afwijkende inrichting examen... 21 Artikel 44. Spreiding voltooiing eindexamen... 21 Hoofdstuk VII. Slot- en overgangsbepalingen... 22 Artikel 45. Handhaving voorschriften oude stijl... 22 Artikel 46. Inwerkingtreding... 22 Artikel 47. Citeertitel... 22 Artikel VII. Invoering rekentoets... 23 I.v.m. de voortdurende wijzigingen in regelgeving verwijzen we naar www.examenblad.nl... 23 Samenstelling en werkwijze van de commissie van beroep eindexamens... 24 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 4

Bepaling vooraf In gevallen waarin het examenreglement niet in voorziet, beslist de directeur of diens plaatsvervanger. Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder: 1. algemene vakken: alle vakken, behalve de afdelingsvakken;; 2. bevoegd gezag: het College van Bestuur van de Scholengroep Pontes;; 3. cohort: een cohort van een leerling geeft aan in welk jaar de leerling met het examenjaar is gestart en in welk jaar het dossier afgesloten dient te worden;; 4. college voor examens: college voor examens;; 5. commissie van beroep: de commissie van beroep voor eindexamens van de locatie;; 6. cspe: centraal schriftelijk en praktisch examen in een beroepsgericht programma;; 7. directeur: de rector/locatiedirecteur of diens plaatsvervanger;; 8. eindexamen: een examen van ten minste de voorgeschreven vakken voor alle afdelingen van de Scholengroep Pontes;; 9. examendossier: een examendossier omvat de onderdelen van het schoolexamen, ook van die vakken die hetzij niet centraal worden geëxamineerd, hetzij reeds in het voorlaatste schooljaar worden afgesloten;; 10. examenstof: de aan de kandidaat te stellen eisen;; 11. examenprogramma: het programma als bedoeld in art. 7 van het Eindexamenbesluit;; 12. examinator: degene die is belast met het afnemen van het examen in een vak;; 13. gecommitteerde: een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van dit besluit;; 14. Gymnasium: een vorm van voorbereidend wetenschappelijk onderwijs;; 15. havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs;; 16. herkansing: het opnieuw deelnemen aan een toets van het schoolexamen of het centraal examen;; 17. inspectie: de inspectie, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht;; 18. kandidaat: ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten;; 19. kunstvakken: de vakken behorende tot de beeldende vorming, alsmede muziek, dans en drama;; 20. leerling: een leerling aan een school voor voortgezet onderwijs;; 21. leerweg: de basisberoepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg en de theoretische leerweg;; 22. locatiedirecteur: de locatiedirecteur of diens plaatsvervanger;; 23. maatschappelijke stage: stage met een maatschappelijk karakter;; 24. mavo: middelbaar algemeen voortgezet onderwijs;; 25. minister: de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;; 26. profielwerkstuk: het in artikel 4 bedoelde profielwerkstuk;; 27. programma van toetsing en afsluiting (PTA): in dit programma is opgenomen een omschrijving van de inhoud van de toetsen, van de wijze waarop getoetst wordt, de beoordeling en de weging ervan;; 28. rekentoets: rekentoets als bedoeld in artikel 29 van de wet;; 29. resultatenlijst: een periodiek overzicht van de per vak behaalde cijfers voor toetsen, verslagen en/of rapportages van de leerlingen;; 30. school: een school voor gymnasium, een school voor vwo, een school voor havo, een school voor theoretische leerweg, een school voor gemengde leerweg, een school voor kaderberoepsgerichte leerweg, een school voor basisberoepsgerichte leerweg, tenzij anders blijkt;; 31. schooljaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daaropvolgende jaar;; 32. sectorwerkstuk: het in artikel 4 bedoelde sectorwerkstuk;; 33. toets: een toets met schriftelijke/mondelinge vragen en opdrachten, of een praktische opdracht;; 34. vakken: vakken, intrasectorale programma s, intersectorale programma s en andere programmaonderdelen;; 35. vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs;; 36. vwo: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs;; 37. wet: wet op het voortgezet onderwijs. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 5

Artikel 2. Toelating tot het eindexamen 1. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. Artikel 3. Afnemen eindexamen 1. De directeur en de examinatoren van de school nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. De directeur van de school wijst één van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. Artikel 4. Indeling eindexamen;; profielwerkstuk 1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen of beide. 2. Het schoolexamen vwo, havo en vmbo omvat tevens een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, inclusief presentatie, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel, een profielgebonden vak of het beroepsgerichte profiel. 3. Het profielwerkstuk heeft betrekking op ten minste één vak van het eindexamen. Artikel 5. Onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen;; b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen;; c) het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen;; d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. 3. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur van de school in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag de directeur geen deel uitmaken. 5. In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen vijf dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen, onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 6

Hoofdstuk II. Inhoud van het eindexamen Artikel 6. Examenprogramma 1. Het eindexamen wordt afgenomen volgens de door de minister of het bevoegd gezag vastgestelde eindexamenprogramma s waarin het volgende is opgenomen: a) een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak;; b) welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt;; c) het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen;; d) voorschriften betreffende de aard, de omvang, het aantal, de beoordeling en de weging van de onderdelen van het schoolexamen. 2. Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak. 3. De examenprogramma s voor zover het betreft leerwegen in het vmbo kunnen voorzien in differentiaties waaruit de leerling een keuze maakt. Artikel 7. Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten 1. De kandidaten kiezen in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. 2. De kandidaten kunnen, voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken examen afleggen dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen. Artikel 7a. Minimumeis overeenstemming eindexamenvakken met schoolsoort van inschrijving 1. Indien het eindexamen één of meer vakken betreft van een andere schoolsoort dan die waarvoor de kandidaat is ingeschreven, behoort ten minste één vak tot de voorgeschreven eindexamenvakken van de schoolsoort van inschrijving. Artikel 8. Vrijstellingen vavo 1. Onverminderd vrijstellingen en ontheffingen is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een instelling voor educatie en beroepsonderwijs: a) vrijgesteld van de rekentoets of van het examen in een algemeen vak van de theoretische leerweg in het vmbo op grond van het examen vwo, havo, vmbo of het examen van een beroepsopleiding van de wet educatie en beroepsonderwijs, indien voor de overeenkomstige rekentoets of het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald in de gemengde leerweg;; b) vrijgesteld van de rekentoets of van het examen in een vak in het havo op grond van een examen vwo of havo, indien voor de overeenkomstige rekentoets of het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald;; c) vrijgesteld van de rekentoets of van het examen in een vak in het vwo op grond van een examen vwo, indien voor de overeenkomstige rekentoets of het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald;; d) vrijgesteld van de rekentoets indien een leerling in het MBO het rekenexamen met ten minste een voldoende en op het bij de nieuwe vo-opleiding behorende niveau heeft behaald, indien die terugkeert in het vavo, de rekentoets niet meer opnieuw hoeft te doen als er tussen het studiejaar waarin hij dit resultaat heeft bereikt en het afsluiten van de nieuwe vavo-opleiding nog geen twee schooljaren zijn verstreken;; e) vrijgesteld van het examen in een vak van het vwo of havo op grond van het overeenkomstige examen, afgelegd in Curaçao, Sint Maarten, Aruba, Bonaire, Saba of Sint-Eustatius, indien voor het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald;; f) vrijgesteld van het profielwerkstuk, indien reeds eerder een profielwerkstuk is gemaakt dat betrekking heeft op één of meer vakken van dezelfde schoolsoort, behorende tot het profiel van de kandidaat en waarvoor een eindcijfer 6 of hoger is behaald;; 2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing indien na het jaar waarin het eindcijfer of de beoordeling is vastgesteld, nog geen 10 jaren zijn verstreken. 3. In aanvulling op het eerste lid, onder a tot en met d, is de daar bedoelde kandidaat eveneens vrijgesteld indien het eindcijfer 5 of 4 is behaald, mits de kandidaat voldoet aan de voorwaarden van artikel 49 of artikel 50 om te slagen voor het eindexamen. 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven voor de toepassing van het eerste lid. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 7

5. Vrijstelling wordt afgegeven door afdelingsleider, teamleider of examensecretaris. Artikel 9. Ontheffingen vavo op verzoek 1. Onverminderd artikel 9 kan het college voor examens op verzoek van de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, ontheffing verlenen voor een examenvak of de rekentoets, indien de kandidaat op grond van eerder gevolgd onderwijs aantoonbaar in het bezit is van voldoende kennis en vaardigheden ter zake van het desbetreffende vak respectievelijk de rekentoets. De ontheffing kan slechts worden verleend op basis van een diploma, getuigschrift, certificaat of ander bewijsstuk, al of niet behaald in Nederland, dat door het college voor examens wordt aanvaard als bewijs van voldoende kennis en vaardigheden. Indien het college voor examens dit nodig oordeelt, onderzoekt het college of de kandidaat in het bezit is van voldoende kennis en vaardigheden. 2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing indien na het jaar waarin het in dat lid bedoelde diploma, getuigschrift, certificaat of ander bewijsstuk is vastgesteld, nog geen 10 jaren zijn verstreken. 3. Tot de in het eerste lid bedoelde diploma's, getuigschriften, certificaten en andere bewijsstukken behoren in elk geval die betreffende het Internationaal Baccalaureaat, het Europees Baccalaureaat en die betreffende het overeenkomstige onderwijs in een lidstaat van de Europese Unie. 4. Indien het college voor examens de gevraagde ontheffing verleent, verstrekt het college de verzoeker een bewijs van ontheffing, en zendt het college de minister een afschrift daarvan. 5. Het bewijs van ontheffing vermeldt de gronden van de ontheffing, het tijdstip van het verrichten van de onderwijs- of examenprestatie waarop de ontheffing berust, en gaat in voorkomend geval vergezeld van een verklaring betreffende het in het eerste lid bedoelde onderzoek naar de kennis en vaardigheden van de examenkandidaat, of naar de in het eerste lid bedoelde bewijsstukken. 6. De minister stelt het model van het bewijs van ontheffing vast. Artikel 9a. Ontheffingsprocedure 1. Een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 10 wordt schriftelijk ingediend bij het college voor toetsen en examens, onder overlegging van een uittreksel uit het geboorte- of persoonsregister en een gewaarmerkte fotokopie van het diploma, getuigschrift, certificaat of andere bewijsstuk waarop het verzoek om ontheffing berust. Artikel 10. Eindexamen vwo (atheneum) 1. Het eindexamen vwo (atheneum) omvat: a) de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel en een profielwerkstuk;; b) de vakken van het profieldeel van één van de profielen;; c) ten minste één vak met een normatieve studielast van tenminste 440 uren van het vrije deel van elk profiel;; d) de rekentoets. 2. Vrijstelling of ontheffing kan worden verleend voor vakken op grond van artikel 26e, lid 1 t/m 4 van het Inrichtingsbesluit WVO. Bij een ontheffing op grond van artikel 26e, vierde lid, van het Inrichtingsbesluit WVO wordt de taal vervangen door een ander vak als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel. 3. De kandidaat is vrijgesteld van de rekentoets vwo indien de kandidaat in het bezit is van een diploma havo of een diploma van een leerweg in het vmbo en de kandidaat deze rekentoets heeft afgelegd zoals vastgesteld in het eindexamen vwo. Artikel 11. Eindexamen vwo (gymnasium) 1. Het eindexamen vwo (gymnasium) omvat: a) de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel en een profielwerkstuk;; b) de vakken van het profieldeel en vakken van het vrije deel;; c) ten minste één vak met een normatieve studielast van tenminste 440 uur van het vrije deel van elk profiel;; d) de rekentoets. 2. Vrijstelling of ontheffing kan worden verleend voor vakken op grond van artikel 26e, lid 1 t/m 3 van het Inrichtingsbesluit WVO. 3. De kandidaat is vrijgesteld van de rekentoets vwo indien de kandidaat in het bezit is van een diploma havo of een leerweg in het vmbo en de kandidaat deze rekentoets heeft afgelegd zoals vastgesteld in het eindexamen vwo. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 8

Artikel 12. Eindexamen havo 1. Het eindexamen havo omvat: a) de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel en een profielwerkstuk;; b) de vakken van het profieldeel en vakken van het vrije deel;; c) ten minste één vak met een normatieve studielast van ten minste 320 uur van het vrije deel van elk profiel;; d) de rekentoets. 2. Het bevoegd gezag kan een kandidaat in de gelegenheid stellen de rekentoets af te leggen zoals deze op grond van de wet college voor examens voor het vwo is vastgesteld. 3. De kandidaat is vrijgesteld van de rekentoets havo indien de kandidaat in het bezit is van een diploma van een leerweg in het vmbo en de kandidaat deze rekentoets heeft afgelegd zoals vastgesteld in het eindexamen havo of vwo. Artikel 13. Eindexamen vmbo theoretische leerweg 1. Het eindexamen vmbo (voor zover het de theoretische leerweg betreft) omvat: a) de vakken van het gemeenschappelijk deel;; b) de twee vakken van het sectordeel en het sectorwerkstuk;; c) in het vrije deel twee nog niet in het sectordeel gekozen vakken, waarbij het sectordeel en het vrije deel samen ten minste twee vakken omvatten die geen moderne taal zijn;; d) de rekentoets. 2. Het bevoegd gezag kan een kandidaat in de gelegenheid stellen de rekentoets af te leggen zoals deze op grond van de wet voor college voor examens voor havo en vwo is vastgesteld. 3. De kandidaat is vrijgesteld van de rekentoets theoretische leerweg indien de kandidaat in het bezit is van een diploma van een basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo en de kandidaat deze rekentoets heeft afgelegd zoals vastgesteld in het eindexamen theoretische leerweg, havo of vwo. Artikel 14. Eindexamen vmbo basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg 1. Het eindexamen vmbo (voor zover het de basisberoepsgerichte leerweg betreft) omvat: a) de vakken van het gemeenschappelijk deel;; b) de twee profiel gebonden vakken;; c) In het vrije deel twee tot het profiel behorende keuzevakken;; d) de rekentoets. 2. Voor zover het een leerwerktraject betreft omvat het eindexamen voor de leerling de rekentoets, het vak Nederlandse taal en het beroepsgerichte programma dat onderdeel is van het leerwerktraject. Bovendien kan de leerling eindexamen afleggen in de andere vakken van de basisberoepsgerichte leerweg waarvan het bevoegd gezag in voorkomend geval heeft beslist dat zij behoren tot het leerwerktraject van de leerling. 3. In aanvulling op de voorgeschreven vakken kan het eindexamen omvatten: a) een vak als bedoeld in artikel 10b, zesde lid, van de wet;; b) een vak dat onderdeel kan zijn van de basisberoepsgerichte leerweg;; c) een algemeen vak dat behoort tot het eindexamen van de theoretische leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg;; d) een vak als bedoeld in artikel 13 of 14 van de wet. 4. Het bevoegd gezag kan een kandidaat in de gelegenheid stellen de rekentoets af te leggen zoals deze op grond van de wet college voor examens voor theoretische of kaderberoepsgerichte leerweg, havo of vwo is vastgesteld. 5. De kandidaat is vrijgesteld van de rekentoets kaderberoepsgerichte leerweg indien de kandidaat in het bezit is van een diploma van een basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo en de kandidaat deze rekentoets heeft afgelegd zoals vastgesteld voor het eindexamen kaderberoepsgerichte of theoretische leerweg, havo of vwo. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 9

Artikel 15. Eindexamen vmbo gemengde leerweg 1. Het eindexamen vmbo voor de gemengde leerweg omvat: a) de vakken van het gemeenschappelijk deel;; b) de twee profiel gebonden vakken;; c) in het vrije deel twee tot het profielbehorende gebonden keuzevakken;; d) een in het vrije deel gekozen extra avo vak e) de rekentoets. f) Het profielwerkstuk. 2. Het bevoegd gezag kan een kandidaat in de gelegenheid stellen de rekentoets af te leggen zoals deze op grond van de wet college voor examens voor havo of vwo is vastgesteld. 3. De kandidaat is vrijgesteld van de rekentoets gemengde leerweg indien de kandidaat in het bezit is van een diploma van een basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo en de kandidaat deze rekentoets heeft afgelegd zoals vastgesteld voor het eindexamen theoretische leerweg, havo of vwo. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 10

Hoofdstuk III. Regeling van het eindexamen Artikel 16. Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting 1. Het bevoegd gezag stelt het Programma van Toetsing en Afsluiting vast. Hieronder wordt mede verstaan het tussentijds wijzigen van dit programma. Wijzigingen van het programma worden altijd schriftelijk bekend gemaakt. 2. In het Programma van Toetsing en Afsluiting wordt in elk geval aangegeven: a) welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst (aard, omvang en aantal);; b) de planning van de toetsen;; c) de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen;; d) de wijze waarop en de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen plaatsvinden;; e) de wijze van herkansing van het schoolexamen;; f) de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt (beoordeling en weging). 3. Het examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting zijn jaarlijks vanaf 1 oktober beschikbaar op de website voor de kandidaten en worden toegezonden aan het bevoegd gezag en de inspectie Algemene bepalingen schoolexamen 1. De examencommissie is verantwoordelijk voor het centraal beheer per leerling van een overzicht van de gevolgde vakken met bijbehorende studielast. Tevens draagt zij zorg voor een beoordelingsoverzicht. 2. De examinator bewaart elke voor het schoolexamen meetellende schriftelijke toets en de opgave voor de praktische opdrachten met de wijze waarop de beoordeling tot stand is gekomen ten minste een half jaar nadat de kandidaat de school heeft verlaten. De kandidaat kan tot vijf dagen na de vaststelling van het resultaat beroep aantekenen tegen de beoordeling bij de examencommissie. 3. De school bewaart alle schriftelijke praktische opdrachten. Indien de kandidaat één of meer te beoordelen opdrachten niet kan overleggen, worden deze onderdelen als niet voltooid beschouwd. 4. Indien meer kandidaten gezamenlijk aan een praktische opdracht gewerkt hebben, wordt een beschrijving van het protocol op school bewaard. Artikel 17. Schoolexamen 1. Het schoolexamen staat onder toezicht van het bevoegd gezag. 2. Het schoolexamen kan bestaan uit: a) mondelinge toetsen;; b) schriftelijke toetsen met open en/of gesloten vragen;; c) praktische toetsen;; d) handelingsopdrachten. 3. Het bevoegd gezag bepaalt het tijdstip waarop het schoolexamen aanvangt. 4. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. 5. Met uitzondering van de mondelinge toetsen, de luistertoetsen en de practica opdrachten mag een kandidaat die te laat komt tot uiterlijk 30 minuten na de aanvang van het schoolexamen worden toegelaten. Kandidaten die te laat zijn gekomen mogen niet langer doorgaan met het schoolexamen dan de gebruikelijke tijd, tenzij de directeur anders beslist. 6. Indien de toetsen langer dan één uur duren, bepaalt de schoollocatie het tijdstip van vertrek van de kandidaat uit de toetsruimte. 7. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het CE. Het bevoegd gezag kan een kandidaat die ten gevolge van ziekte het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. 8. Indien het bevoegd gezag gebruik maakt van de afwijkingsbevoegdheid, zendt het de resultaten die zijn behaald met het schoolexamen zo spoedig mogelijk aan de inspectie. 9. De deelname aan alle schoolexamens is verplicht, tenzij het bevoegd gezag anders besluit. 10. Het niet tijdig inleveren of afronden van werk behorend bij een praktische opdracht of een handelingsdeel wordt beschouwd als een onregelmatigheid zoals bedoeld in artikel 5. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 11

11. Het sectorwerkstuk of het profielwerkstuk en de vakken waarin geen centraal examen moet worden afgelegd, moeten uiterlijk twee weken voor de vaststelling van het schoolexamencijfer worden afgesloten. Artikel 18. Mededeling beoordeling schoolexamen 1. Voor de aanvang van het centraal examen maakt de directeur aan de kandidaat bekend: a) welk cijfer of welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen;; b) de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld;; c) de beoordeling van het sectorwerkstuk of profielwerkstuk. Artikel 19. Beoordeling schoolexamen 1. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggen de cijfers met één decimaal. 2. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd worden de genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. 3. Het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel worden beoordeeld met voldoende of goed. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkend uit het examendossier. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige toepassing op de kunstvakken en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elke leerweg. 4. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met voldoende of goed. Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het genoegzaam voltooien van het profielwerkstuk, zoals blijkend uit het examendossier. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld door ten minste twee examinatoren. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer. 5. Het nakijken van de schoolexamen mag uiterlijk tien werkdagen kosten. Artikel 21. Examendossier 1. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 12

Hoofdstuk IV. Centraal examen en rekentoets Artikel 22. Gecommitteerden 1. De minister maakt een koppeling van scholen voor de uitvoering van de tweede correctie door gecommitteerden. De minister maakt deze koppeling bekend aan het bevoegd gezag van elke school en kan, indien nodig, zelf een gecommitteerde aanwijzen voor een school of instelling. Op grond van deze koppeling wijst het bevoegd gezag één of meer gecommitteerden aan. Het bevoegd gezag maakt deze aanwijzing bekend aan de scholen waarvoor zij de tweede correctie verrichten. De aanwijzing geldt tot na de afloop van de herkansing. 2. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de aangewezen gecommitteerde zijn verplichtingen nakomt. 3. Voor het praktisch gedeelte van het centraal examen vmbo worden geen gecommitteerden aangewezen. 4. De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Artikel 23. Tijdvakken en afneming centraal examen 1. Het centraal examen voor de scholen voor voortgezet onderwijs kent een eerste, tweede en derde tijdvak. 2. Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. 3. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door het college voor toetsen en examens. 4. Het college voor toetsen en examens kan vakken aanwijzen waarin wegens het zeer geringe aantal kandidaten, het centraal examen in het tweede tijdvak wordt afgenomen door het college voor toetsen en examens. 5. Bij toepassing van het derde of vierde lid, gelden de volgende regels: a) de directeur deelt aan de minister mee welke kandidaten het centraal examen zullen afleggen en in welke vakken;; b) de kandidaten leveren de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken in bij één van degenen die toezicht houden. Het college voor toetsen en examens bepaalt, in welke gevallen wordt afgeweken van de eerste volzin alsmede in welke gevallen en op welk tijdstip de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in die volzin aan de kandidaten worden teruggegeven c) het college voor toetsen en examens deelt het door de kandidaat behaalde cijfer voor het centraal examen aan de directeur mee. 6. Het college voor toetsen en examens kan bepalen dat een toets wordt afgenomen op een tijdstip dat is gelegen voor de aanvang van het eerste tijdvak. Artikel 23a. Centraal examen in eerder leerjaar 1. Het bevoegd gezag kan een leerling uit het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar toelaten tot het centraal examen in één of meer vakken, niet zijnde alle vakken van het eindexamen. 2. Indien dit het geval is wordt het schoolexamen in dat vak of die vakken afgesloten voor aanvang van het eerste tijdvak in dat leerjaar. 3. Artikel 49, vierde lid, en artikel 50, vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing. 4. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, wordt het derde tijdvak aansluitend aan het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar afgenomen door het college voor toetsen en examens. 5. Indien de leerling in één of meer vakken centraal examen heeft afgelegd in het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar, en niet is bevorderd tot het volgende leerjaar, vervallen de met dit centraal examen of deze centrale examens behaalde resultaten. Artikel 24. Opgave kandidaten centraal examen 1. De directeur deelt jaarlijks voor 1 november aan de minister mede hoeveel kandidaten in elk vak aan het centraal examen in het eerste tijdvak zullen deelnemen. 2. De directeur zendt jaarlijks ten minste drie dagen voor de aanvang van de centrale examens in het eerste tijdvak aan de minister een lijst waarop voor iedere kandidaat vermeld staat in welke vakken hij centraal examen zal afleggen en waarop is aangegeven welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen heeft gehaald. Voor de aanvang van het tweede tijdvak zendt de directeur aan de 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 13

minister een lijst met de kandidaten, de in het eerste tijdvak door die kandidaten behaalde cijfers, de voor zover van toepassing, alsnog behaalde cijfers voor het schoolexamen, alsmede een overzicht van het vak of de vakken waarin elke kandidaat centraal examen zal afleggen. Artikel 25. Regels omtrent het centraal examen 1. De minister zorgt ervoor dat de opgaven van de wet college voor examens tijdig beschikbaar worden gesteld aan de directeur van de school. 2. De directeur zorgt ervoor, dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. Het college voor toetsen en examens kan opgaven aanwijzen waarop de eerste volzin niet van toepassing is. 3. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen gedaan, van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd mededelingen van het college voor toetsen en examens. 4. De directeur draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend. 5. Zij die toezicht hebben gehouden, maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de directeur samen met het gemaakte examenwerk. 6. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. De eindtijd wordt niet aangepast. 7. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. Artikel 276. Beoordeling centraal examen 1. De directeur doet het gemaakte werk van het centraal examen met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en met het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator in het desbetreffende vak. De examinator beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de beoordelingsnormen van de wet college voor examens toe. De examinator drukt zijn beoordeling uit in de score van de wet college voor examens. De examinator zendt de score en het beoordeelde werk aan de directeur. 2. De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score aan de directeur van de school toekomen. Deze stelt het ter hand aan de gecommitteerde. 3. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij toe de beoordelingsnormen en de daarbij behorende scores van de wet college voor examens. Daarnaast voegt de gecommitteerde bij het gecorrigeerde werk de verklaring mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid. Artikel 26a. Beoordeling centraal examen cspe 1. De directeur draagt er zorg voor dat bij het maken van het cspe van een eindexamen vmbo, een examinator in het desbetreffende vak of programma aanwezig is. De examinator beoordeelt de prestaties tijdens het maken van de opgaven en legt zijn bevindingen van de verrichtingen van de kandidaat schriftelijk vast, volgens daartoe door het college voor toetsen en examens gegeven richtlijnen. De examinator beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij toe de beoordelingsnormen van de wet college voor examens. De examinator drukt zijn beoordeling uit in de score van de wet college voor examens. De examinator zendt de score en voor zover mogelijk het beoordeelde werk aan de directeur. 2. Voor het cspe vmbo vindt de beoordeling tevens plaats door een tweede examinator. De tweede examinator kan een deskundige of een andere examinator van de school zijn. De tweede examinator beoordeelt het resultaat van de opgaven, alsmede de verrichtingen van de kandidaat zoals blijkend uit de in het eerste lid bedoelde schriftelijke vastlegging daarvan. De directeur overhandigt de tweede examinator daartoe een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal, alsmede de regels voor het bepalen van de score. Artikel 27. Vaststelling score en cijfer centraal examen 1. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 14

onafhankelijke corrector aanwijzen. De beoordeling van deze corrector komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. 2. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de score en met inachtneming van de regels van de wet college voor examens. Artikel 28. Niet op regelmatige wijze afgenomen centraal examen 1. Indien het centraal examen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaatsgehad, kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor één of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen. 2. De inspectie verzoekt het college voor toetsen en examens nieuwe opgaven vast te stellen en bepaalt op welke wijze en door wie het examen zal worden afgenomen. Artikel 29. Onvoorziene omstandigheden centraal examen 1. Indien door onvoorziene omstandigheden het centraal examen in één of meer vakken aan één of meer scholen niet op de voorgeschreven wijze kan worden afgenomen, beslist de minister hoe moet worden gehandeld. Artikel 30. Verhindering centraal examen 1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. 2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van het college voor toetsen en examens zijn eindexamen te voltooien. 3. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij het college voor toetsen en examens. In dat geval deelt de directeur aan de voorzitter van het college voor toetsen en examens mede, wanneer dat zich voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 55, eerste, tweede dan wel derde lid, en waaruit deze toepassing bestaat (Dit artikel beslaat de afwijkende wijze van examineren). 4. Na afloop van het derde tijdvak deelt het college voor toetsen en examens het resultaat mede aan de directeur. Artikel 31. De rekentoets 1. Het college voor toetsen en examens stelt regels voor de uitvoering van de rekentoets. Het college voor toetsen en examens stelt in ieder geval een regeling vast voor de uitvoering van de correctie voor zover de rekentoets bestaat uit open vragen. 2. De regeling treedt slechts in werking na goedkeuring door de minister. De minister kan zijn goedkeuring onthouden wegens strijdigheid met het recht of het algemeen belang. 3. De beoordelingsnormen van de wet college voor examens bij de beoordeling van de rekentoets worden toegepast. 4. De rekentoets wordt afgenomen in het voorlaatste en laatste leerjaar. 5. Het bevoegd gezag biedt in het voorlaatste jaar de leerling de eerste mogelijkheid om de rekentoets af te leggen. 6. Het college voor toetsen en examens kan bij regeling bepalen dat de rekentoets niet onder toezicht van een of meer gecommitteerden staat. 7. Artikel 43 en artikel 44 zijn van overeenkomstige toepassing. 8. Indien de leerling de rekentoets heeft afgelegd in het voorlaatste leerjaar en niet is bevorderd tot het laatste leerjaar, vervallen de met de rekentoets behaalde resultaten. In afwijking hiervan kan de leerling die na het voorlaatste leerjaar van het vwo deelneemt aan het laatste leerjaar van het havo en de leerling die na het voorlaatste leerjaar van het havo deelneemt aan het laatste leerjaar van één van de leerwegen van het vmbo, het op het vwo respectievelijk havo behaalde cijfer voor de rekentoets behouden. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 15

Hoofdstuk V. Uitslag, herkansing en diplomering Artikel 32. Eindcijfer eindexamen 1. Het eindcijfer van het eindexamen wordt in gelijke mate bepaald door het eindcijfer van het schoolexamen en het cijfer van het centraal examen ((1 x SE + 1 x CE)/2). 2. Het eindcijfer voor de rekentoets en voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 3. De examinator bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste getal achter de komma 49 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat getal 50 of hoger is, naar boven afgerond. 4. Indien in een vak alleen een schoolexamen is afgenomen, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 5. Het cijfer voor de rekentoets is tevens het eindcijfer. Artikel 33. Vaststelling uitslag 1. De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen in geval van een eindexamen de uitslag vast met inachtneming van artikel 49 of artikel 50 en artikel 52b. 2. De uitslag luidt geslaagd of afgewezen. 3. Indien het nodig is de kandidaat te laten slagen, betrekken de directeur en de secretaris van het eindexamen één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen. 4. Cijferlijsten worden uitsluitend bij de vaststelling van de uitslag betrokken, indien na het jaar waarin zij zijn vastgesteld, nog geen 10 jaren zijn verstreken. Bewijzen van ontheffing worden uitsluitend bij de vaststelling van de uitslag betrokken indien na het jaar waarin het onderliggende diploma, getuigschrift of ander bewijsstuk is vastgesteld, nog geen 10 jaren zijn verstreken. 5. De kandidaat toont in voorkomend geval ten genoegen van de directeur aan dat hij recht heeft op een vrijstelling of ontheffing ingevolge de artikelen 11, 12, 13, 22, 23, 24 of 25, of ingevolge artikel 9, van dit besluit, dan wel als bedoeld in artikel 10 van het Staatsexamenbesluit VO. 6. De directeur vergewist zich ervan dat het eindexamen de in de artikelen 11, 12, 13, 22, 23, 24 of 25 voorgeschreven vakken en rekentoets omvat. 7. Indien de kandidaat eindexamen heeft afgelegd en in datzelfde jaar deelstaatsexamen heeft afgelegd of deeleindexamen aan een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, worden de met het deelstaatsexamen respectievelijk deeleindexamen behaalde cijfers, indien de kandidaat daarom tijdig en schriftelijk heeft verzocht, betrokken bij de uitslagbepaling. Artikel 34. Uitslag eindexamen leerwegen vmbo 1. De kandidaat die het eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien: a) het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is;; b) hij voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer een 5 of meer heeft behaald;; hij onverminderd onderdeel b: voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald;; voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald;; of;; voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald. c) hij voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel de kwalificatie voldoende of goed heeft behaald;; en d) als het een eindexamen gemengde of theoretische leerweg betreft: hij voor het profielwerkstuk de kwalificatie voldoende of goed heeft behaald;; e) hij de rekentoets heeft afgelegd ongeacht het daarvoor behaalde eindcijfer;; 2. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, wordt het eindcijfer van het beroepsgerichte profiel meegerekend als tweede eindcijfer bij de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg. 3. In afwijking van het eerste lid, is de kandidaat die eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft afgelegd ter afsluiting van een leerwerktraject geslaagd indien hij voor het beroepsgerichte 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 16

programma ten minste het eindcijfer 6 en voor het vak Nederlandse taal ten minste het eindcijfer 6 heeft behaald. Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de basisberoepsgerichte leerweg zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing. 4. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag zijn vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan de kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, geen toepassing vindt. Artikel 35. Uitslag eindexamen vwo en havo 1. De kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is;; b. hij voor: één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor rekentoets en het andere vak dan wel vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald;; of voor de rekentoets als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de vakken Nederlands en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 6 of meer heeft behaald;; N.B. alleen de kandidaten die een eindexamen vwo afleggen moeten minimaal een 5 halen voor de rekentoets. De havo-kandidaten moeten de rekentoets hebben afgelegd. c. hij onverminderd onderdeel b: voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald;; voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt;; voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt;; of voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt;; d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in artikel 36, lid 1b, van het eindexamenbesluit VO lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald en;; e. hij voor de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel de kwalificatie voldoende of goed heeft behaald;; 2. Bij de uitslagbepaling wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en het profielwerkstuk. Het bevoegd gezag kan daaraan toevoegen: o literatuur, als onderdeel van alle afzonderlijke moderne talen, met dien verstande dat indien het bevoegd gezag daartoe niet besluit, literatuur voor de bepaling van de eindcijfers een onderdeel is van het schoolexamen van de desbetreffende taal en literatuur;; o algemene natuurwetenschappen in het havo. 3. De directeur bepaalt het eindcijfer als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma 49 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer 50 of hoger is, naar boven afgerond. 4. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag zijn vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan de kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, geen toepassing vindt. 171001 DEFINITIEF - 05 1 1 1617 examenreglement Pontes algemeen versie def.docx 17