personenopvangnetten 1_ toepassingen 2_ netvorm volgens de Europese norm EN

Vergelijkbare documenten
montagevoorschriften Bouwveiligheidsnetten

4.15 Veiligheidsnetten

Alprokon Aluminium Dakreling

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

GEBRUIKERSHANDLEIDING RSS Dakrand valbeveiligingssysteem

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

- 1 - Handleiding Dakhaas

Personen opvangnetten

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

NL... Horizontaal tilsysteem. Vers. 3.00

2 Plaatsen van de bescherming

Handleiding Vlonderframes

Montagehandleiding. GrootvakstellingTube-50. Wij maken ruimte voor uw plannen!

Montage handleiding O-W

Handleiding Driepoot ELLERSAFE TM-9. EN 795:1996 Class B Ref: AT011. Lees aandachtig de handleiding alvorens het materiaal te gebruiken.

Technisch Specificatieblad Ferney Group BV

ALUMINIUM RUWBOUWSTELLING

Toolbox-meeting Werken op hoogte

Montagehandleiding. Legbordstelling Multisystem. Wij maken ruimte. voor uw plannen!

Task Safety Requirements Working at Height Scaffolding NL. Approved by: HSSE Manager

MONTAGEHANDLEIDING VECTACO ZELFDRAGEND HEKWERK RECHT, HELLEND, GEBOGEN. Norm EN ISO

Blokzijltcl installatietechniek B.V.

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Installatieinstructies

All rights reserved Version

4 Le Pas du Château SAINT PAUL MONT PENIT

MONTAGEHANDLEIDING VECTACO HEKWERK OP DAKRAND RECHT, HELLEND, GEBOGEN NORM EN ISO

ahrss.nl Roof Shelter Gebruikershandleiding Dakrandbeveiliging voor hellende daken van 10 t/m 50 graden

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Bouwdienst Rijkswaterstaat titel: LEIDRAAD VOORSPANNEN VAN ANKERS EN REKBOUTEN document : NBD pagina : 1 van 9 uitgave :

Handleiding Kopgevelsteigers

Plano. Het tegelelement voor de wandafwerking. Verwerkingsinstructies

/2002 BE/NL

FICHE TECHNIQUE TECHNISCHE FICHE LEVEL DESIGN 1

Montagehandleiding PLASITOR MET PROFESSIONELE RONDE PALEN

Lichte inhaak arm (type CL) Geboute arm (type CB) Zware inhaak arm (type CH) Geklemde arm (type CP)

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Uitvoering van de glasparelzakslingerproef

Montagelift Typ: KAL 275 art.-nr

MeerMagazijn. magazijninrichting nieuw & gebruikt. Palletstelling - demontage instructie. magazijninrichting nieuw & gebruikt

Lees voor je begint met de installatie de Algemene installatie voorwaarden (zie pag 11).

STAP 1. Legschema STAP 2

SKY-LIGHT HANGBRUGINSTALLATIES

Productontwikkeling 3EM

Tonality: zonneweringen en jaloezieën TOEPASSINGSRICHTLIJNEN

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Beugelen PE-Afvoerleidingen

MONTAGEHANDLEIDING VECTALADDER KOOILADDER NORM EN ISO

Blitz steiger. Montage- en gebruikshandleiding. Meer Mogelijk. Het systeem voor steigers

NIEUW. HALFEN HVG VERSOGRID Installatieraster HET FLEXIBELE BEVESTIGINGSSYSTEEM. De voordelen in één oogopslag: Bij dit flexibele systeem

5 Gebruiksaspecten bij Gyproc systemen

1 Beschrijving. Figuur 1: Voorbeeld van een steiger als opvangvloer

Productblad ROCKPANEL Ply

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1

LAYHER LEUNINGKLEM Montage en gebruikershandleiding

STANDAARD-BOX VB 100

GYPTONE D2 SYSTEEM MONTAGEHANDLEIDING. Zeker. BRANDVEILIGHEID Brandklasse A2-s1, d0.

Lichtdoorlatende Golfplaten

MONTAGEHANDLEIDING VECTACO ZELFDRAGEND HEKWERK NEERKLAPBAAR RECHT, HELLEND, GEBOGEN NORM EN ISO

Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel)

3.3 Kimfixatie Kimfixatie Algemeen

MONTAGEHANDLEIDING VECTACO KOEPELBEVEILIGING NORM EN ISO

PORTA WATERSCHOT HANDLEIDING

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC

Montage- en bedieningsinstructie voor Luxaflex Rolgordijn

AFIX Durmelaan 20 B-9880 Aalter Tel: 0(032) 9 / Fax: 0(032) 9 /

MANUAL VEEBORSTEL HANGEND

Gebruiksaanwijzing Tijdschriftenkist

- 1 - Handleiding Dakhaas

PLAATSINGS- INSTRUCTIES DURASID GEVELBEKLEDING

VERWERKINGS- EN GEBRUIKERSVOORSCHRIFTEN EMISSIEARME STALVLOEREN MEADOWFLOOR

WW 701 URBAN GEBRUIKSAANWIJZING

1. DOEL EN GEBRUIK. Op de eerste transportband wordt een grote vultrechter geplaatst (figuur 1). Deze houdt het gestorte materiaal op de band.

Betonkabel Vloerverwarming

INSTALLATIE INSTRUCTIES VOOR VLINDERKLEPPEN

îòððð ìòððð ³³ô º µ»²¼» ³»² ± ²ª ¹ ìëð ïòîíë ³³

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Datum 06/2015

NL Handleiding opbouw en gebruik Dakrandbeveiliging EN Relax. Het is een Altrex.

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Installatie voorschriften Rigid Core XL. Ga voor meer informatie naar:

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Ventilatorkachel Explosieveilig type FE2

Veerbreukbeveiliging

ilmo 50 WT Ref B

INSLAGANKER W-ED/S, W-ED, S-BND, W-ED/A4, W-ED/HCR

CONSTRUCTIEVE VEILIGHEID GT PRODUCTBLADEN

Montagehandleiding Luxalon Plafond Type: 300L

Metaalstructuren 3. Inleiding. Standaardprofielen. Staalkwaliteit

CORTINAS DE AIRE AIR CURTAINS RIDEAUX D AIR BARRIERE D ARIA CORTINAS DE AR TÜRLUFTSCHLEIER LUCHTGORDIJNEN KURTYNY POWIETRZNE LÉGFÜGGÖNYÖK

MONTAGERICHTLIJNEN AIRBOARD ACOUSTIC

Installatievoorschriften

Gebruiksaanwijzing. TM-draagklemmen

Transcriptie:

03 / personenopvangnetten 1_ toepassingen Personenopvangnetten moeten vallende personen opvangen. Ze worden gebruikt bij bouw- en montagewerkzaamheden op grote hoogte: hallenbouw, industriebouw, bruggenbouw, afbraakwerken, e.d. 2_ netvorm volgens de Europese norm EN 1263-1 afb. 1 Veiligheidsnet met ingeweven randtouw, nettype S volgens EN 1263-1

04 / MONTAGEVOORSCHRIFTEN BOUWVEILIGHEIDSNETTEN 3_ ophangpunten Personenopvangnetten moeten rondom op tussenafstanden van max. 2,50m bevestigd worden aan vaste ophangpunten van de constructie (afb. 2). Deze tussenafstanden gelden voor ophanging met touwen (zie 4.1). Bij ophanging met andere bevestigingsmiddelen (zie 4.2), kan het noodzakelijk zijn kortere tussenafstanden tussen de ophangpunten in acht te nemen. Zie hiervoor de aanbevelingen van de fabrikant. afb. 2 Veiligheidsafstand Elk ophangpunt moet berekend zijn op een karakteristieke last van minstens 6 kn onder een hoek α van 45. Wanneer de bevestiging gebeurt aan spanten, liggers of steunbalken, dan zijn drie karakteristieke lasten van 4 kn, 6 kn en 4 kn in te calculeren. Deze karakteristieke lasten moeten voor de statische berekening van de constructie naast elkaar worden gepland in een ongunstige opstelling en met een hoek α van 45 (afb. 3). De maximale opening g tussen de netrand van het opgespannen net en de dragende constructie (afb. 2) wordt niet beschreven in de norm EN 1263-2. Er moet naar gestreefd worden om de netten zodanig op te spannen dat de opening niet meer dan 100mm bedraagt. In uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld rond kolommen of waterleidingen, zijn openingen toegestaan tot maximum 225mm.

05 / afb. 3 Karakeristieke lasten aan de ophangpunten 4_ ophanging van het opvangnet 4.1 OPHANGING VAN HET NET DOOR MIDDEL VAN OPHANGTOUWEN De ophanging gebeurt door de netrand te verbinden met de ophangpunten door het strikken en vastknopen van ophangtouwen. Bij montage met enkel touwpart (a) is een touw met min. 30 kn breeksterkte vereist. Bij ophanging met dubbel touwpart (b) volstaat een touw met min. 15 kn breeksterkte (afb. 4). De uiteinden van de ophangtouwen moeten geborgd zijn tegen uitrafelen (afb. 5). afb. 4 afb. 5

06 / MONTAGEVOORSCHRIFTEN BOUWVEILIGHEIDSNETTEN Bij het vastbinden van de touwen moet steeds het randtouw van het net mee ingesloten worden (afb. 4). Als de maat van het net groter is dan de afstand tussen de constructie-elementen moet het net aan beide zijden ingepakt worden door het op te draaien (afb. 6). afb. 6 Het knopen kan op verschillende manieren gebeuren, bijvoorbeeld met een mastworp (afb. 7). De gebruikte knopen moeten zelfsluitend zijn en moeten toelaten het net voldoende op spanning te trekken. afb. 7 Mastworp 4.2 OPHANGING VAN HET NET DOOR MIDDEL VAN STAALBALKKLEMMEN, VEILIGHEIDSKARABIJNHAKEN, STALEN BEUGELS E.A. De norm EN 1263-2 bespreekt enkel het gebruik van touwen voor de ophanging van personenopvangnetten. In specifieke gevallen zijn andere bevestigingen wenselijk of noodzakelijk. Voor het gebruik van deze bevestigingsmiddelen wordt verwezen naar de aanbevelingen van de fabrikant. afb. 8

07 / 5_ maximale valhoogte Opvangnetten moeten zo dicht mogelijk onder de te beveiligen werkplek opgehangen worden. De valhoogte (afstand tussen werkplek en plaats van inslag in het net) mag niet meer dan 3 meter bedragen binnen een afstand van 2 meter tot de netranden. Op alle andere punten mag de valhoogte niet meer dan 6 meter bedragen (afb. 9). Voor opvangnetten kleiner dan 35m² of waarvan de spanwijdte niet meer dan 5 meter bedraagt, moet de valhoogte beperkt worden tot 2 meter. 6_ minimale vangbreedte 6.1 VANGBREEDTE BIJ DAKEN MET EEN HELLING TOT 20 afb. 9 H = valhoogte b = vangbreedte De vangbreedte moet worden aangehouden volgens de volgende tabel: valhoogte H 3 (m): 1,00 3,00 6,00 minimale vangbreedte b (m): 2,00 2,50 3,00

08 / MONTAGEVOORSCHRIFTEN BOUWVEILIGHEIDSNETTEN 6.2 VANGBREEDTE BIJ DAKEN MET EEN HELLING VAN MEER DAN 20 Indien de te beveiligen werkplekken zich op vlakken bevinden met een helling van meer dan 20, moet de vangbreedte b tenminste 3 meter bedragen. Het diepste punt van de netrand mag niet lager hangen dan 3 meter onder de onderste valrand (afb. 10). afb. 10 b = vangbreedte t = grootste afstand tussen onderste valrand en netrand R = diepste punt van de netrand 7_ veiligheidsafstand (f max ) van het net tot de bodem Opvangnetten vervormen tijdens de inslag van vallende personen. Ze moeten daarom zo worden opgehangen dat degene die valt niet met obstakels onder het net kan in aanraking komen. afb. 11 Grootste vervorming van het opvangnet afhankelijk van de spanwijdte en de plaats van de ophangpunten I = spanwijdte van het opvangnet (kortste zijde) h = loodrechte afstand tussen de valrand en het ophangpunt van het opvangnet H = valhoogte f0 = vervorming door het eigen gewicht van het opvangnet fmax = maximale vervorming door het eigen gewicht en door de dynamische last

09 / Afhankelijk van de spanwijdte van het opvangnet I en de hoogte h, dient een veiligheidsafstand fmax onder het net in acht te worden genomen: spanwijdte l (m) fmax (m) hoogte h (m) 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00 6,00 5,00 2,65 2,85 2,95 3,00 3,05 3,10 9,00 3,35 3,55 3,75 3,85 3,95 4,00 12,00 4,20 4,40 4,55 4,75 4,90 5,00 8_ netverbindingen Meerdere opvangnetten mogen tot één vlak verbonden worden door middel van koppelingstouwen. De netten worden nauw aansluitend naast elkaar gelegd. Het koppelingstouw wordt door de twee hoekmazen of de randkousen aan de ene zijde van de netten gehaald en vastgeknoopt, vervolgens maas per maas door de randmazen gevlochten en aan het andere einde in de hoekmazen of de randkousen vastgeknoopt (afb. 12 + 13). Het gat tussen twee gekoppelde netten mag niet breder zijn dan 100mm. afb. 12 Netverbinding met koppelingstouw afb. 13 Aan elkaar gekoppelde netten

10 / MONTAGEVOORSCHRIFTEN BOUWVEILIGHEIDSNETTEN De breeksterkte van de koppelingstouwen moet tenminste 7,5 kn bedragen. Koppelingstouwen moeten aan het uiteinde geborgd zijn tegen uitrafelen (bijv. met een eindsplits). In plaats van het verbinden van de netten met een koppelingstouw, kunnen ook twee netten over elkaar worden gehangen. De netten moeten elkaar dan minstens 2 meter overlappen, zeker ook in het midden. afb. 14 Minimum overlapping 2,00m

3 14 / MONTAGEVOORSCHRIFTEN BOUWVEILIGHEIDSNETTEN garantie en gebruiksvoorwaarden 1_ kwaliteitsgarantie Ieder veiligheidsnet is voorzien van een identificatielabel (afb. 20). Het label vermeldt de naam van de fabrikant, de productomschrijving, het nummer van de geldende Europese norm (EN 1263-1), de productiedatum en de min. energieopname van de testmazen. Het identificatielabel is onlosmakelijk verbonden met het veiligheidsnet d.m.v. een cijferring met serienummer. afb. 20 2_ jaarlijkse keuring Een veiligheidsnet verliest de capaciteit om valenergie op te nemen door de blootstelling aan het klimaat (uv-straling in het zonlicht, temperatuur, vochtigheid). Door een jaarlijkse keuring kan worden nagegaan of het veiligheidsnet nog voldoet aan de minimale energieopname. De eerste keuring dient te gebeuren uiterlijk één jaar na productiedatum. Aan elk veiligheidsnet hangen drie testmazen (afb. 21) met daaraan vast verbonden een cijferring met hetzelfde serienummer als vermeld op de cijferring bevestigd aan het identificatielabel. Het volstaat jaarlijks één van de testmazen naar de fabrikant te sturen, hierbij goed oplettend dat de cijferring niet wordt verwijderd en dat ook de min. energieopname vermeld op het identificatielabel wordt genoteerd. duranet high-performance nets & textiles netnr. n filet VOLGENDE KEURING PROCHAIN CONTRÔLE 11 12 1 2 10 2012 2013 9 2014 2015 4 8 5 7 6 afb. 21 afb. 22

15 / De testresultaten worden schriftelijk aan de klant gerapporteerd. Bij positieve keuring van de testmaas ontvangt de klant een keuringslabel (afb. 22) dat naast het identificatielabel aan het net dient bevestigd te worden. Bij negatieve keuring dient het net onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld en vernietigd. 3_ gebruiksvoorwaarden Bouwveiligheidsnetten mogen enkel gemonteerd worden door hiertoe speciaal opgeleid en getraind personeel. Bouwveiligheidsnetten mogen nooit voor een ander doel gebruikt worden dan de eerder beschreven toepassingen. Er mag nooit afval of bouwmaterialen worden gegooid in personenopvangnetten. De netten en bevestigingstoebehoren moeten voor en na elk gebruik onderworpen worden aan een grondige visuele inspectie door de persoon die de montage en demontage uitvoert. Netten die gebreken vertonen (kapotte mazen, beschadigde kouslussen, versleten randtouw, enz.) of belast werden door de val van een persoon of een voorwerp, moeten onmiddellijk buiten dienst gesteld worden. Ze mogen pas opnieuw in gebruik genomen worden na goedkeuring van de fabrikant of een andere deskundige. Herstellingen mogen uitsluitend uitgevoerd worden door speciaal geschoold personeel van de fabrikant. De ophangpunten en bevestigingstoebehoren dienen voorafgaand aan de montage en vervolgens regelmatig tijdens het ophangen gecontroleerd te worden om na te gaan of ze nog voldoen aan de eerder beschreven eisen. Het is verboden aan de netten enige wijziging aan te brengen of aanpassingen te doen, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant. 4_ opslag Personenopvangnetten en zijwandveiligheidsnetten stockeren in droge ruimtes, niet stapelen in de buurt van een warmtebron, niet met agressieve stoffen in contact brengen (zuren, logen, oplosmiddelen, oliën, enz.), niet blootstellen aan directe uvstraling.