G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 31 18 Radiografische 5-voudige contactdoos Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.com
Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Inhoudsopgave Introductie 3 Gebruik waarvoor het product bedoeld is 3 Instellen van de veiligheidscode 5 Besturingsfuncties 8 Onderhoud 8 Technische gegevens 9 Veiligheidsbepaling 9 Pagina Introductie Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Lees eerst deze handleiding volledig en zorgvuldig door voordat u de radiografische contactdoos in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Dienst, Nederland: 053 428 54 80 Ma. vr. 09.00 20.00 uur Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is Deze 5-voudige contactdoos bezit een hoofdstopcontact welk permanent met het net verbonden is en 5 afstandsbedienbare secundaire stopcontacten op welke de aangesloten elektrische apparaten door een 433 MHz-zendsignaal Aan/UIT geschakeld kunnen worden. Deze set wordt geleverd met een 433 MHz-afstandsbediening-handzender waarmee de 5 contactdozen apart op afstand bestuurd kunnen worden. Elke contactdoos kan met een veiligheidscode geprogrammeerd worden, om storingen van andere apparaten te vermijden die op dezelfde frequentie werken. Nadat de gegevens geprogrammeerd zijn blijven deze ook tijdens een stroomuitval opgeslagen. 2 3
LED-lampje AAN-toets (ON) UIT-toets (OFF) (d.w.z. 230 V~/50 Hz). De totale belasting mag 16A (3600 W/230 V) niet overschrijden. Let hierbij op de typeplaatjes van de aangesloten apparaten. Let beslist op de veiligheidsopmerkingen die in deze handleiding genoemd zijn. Instellen van de veiligheidscode: Basisinstelling van de zender Kenmerken: * Een permanent ingeschakelde hoofdstopcontact * Vijf via 433 MHz-afstandsbediening apart schakelbare secundaire stopcontacten. * een LED-controlelampje * Vijf individuele LED's laten de AAN/UIT-staat zien van het desbetreffende kanaal. * Programmeerbare veiligheidscode voor een storingsvrije gebruik * Veiligheidscode en geprogrammeerde gegevens worden opgeslagen in een EEPROM (vasthouden van de gegevens). * 4 kanalen AAN/UIT en hoofd-aan/uit op de afstandsbediening (handzender). Als optie is een afstandsbediening voor de wandmontage leverbaar, deze heeft dezelfde functies als de handzender. Belangrijke opmerking: Dit product is alleen geschikt voor een stroomvoedingsnet met 230 V ~/50 Hz (10/16 A). Het mogen alleen apparaten met dezelfde spanning aangesloten worden 4 hoofd-aan-toets Batterijvakdeksel hoofd-uit-toets LED-controlelampjes Hoofdstopcontact stuurtoets secundaire contactdozen Voor gebruik moet de afstandsbediening-hand- of wandzender en de stopcontacten voor de programmering van de veiligheidscode gesynchroniseerd worden. 1. Hand- of wandzender 1. Open het deksel van het batterijvak in de richting van de pijl. Plaats met de juiste polariteit twee 1,5 V-batterijen van het type AAA, IEC LR3 in het batterijvak en sluit het deksel weer. 2. Het LED-controlelampje op de zender gaat knipperen en laat hierdoor zien dat het apparaat zich in de programmeermode bevindt. 3. Kies een willekeurig vier-cijferige code bestaande uit de cijfers 1 tot 4. b.v. 2-2-4-3 en voer deze code in door op de AAN-toetsen 2-2-4-3 te drukken. Na bevestiging van de laatste toets gaat het LED-lampje uit en de veiligheidscode is geprogrammeerd. 4. De zender onthoudt deze code tot deze veranderd wordt. Wanneer u de code wilt veranderen haalt u de batterijen er uit en legt u deze opnieuw in na een wachttijd van ca. 30 sec.. Het LED-lampje gaat weer knipperen en u kunt een nieuwe code, zoals boven onder de punten 2 tot 4 beschreven, invoeren. Opmerking: Het voordeel van deze veiligheidscode-programmering van de hand- of wandzender is bijzonders nuttig omdat hiermede de gebruiker bij het vervangen van de batterij de schakelstopcontacten niet opnieuw voor de veiligheidscode moet programmeren. Na het vervangen van de batterij in de zender kunt u eenvoudig uw veiligheidscode ingeven. Verdere voordelen zijn een reduceren van storingen door andere zenders. 5
Omdat de gebruiker de code zelf kan kiezen is het ook mogelijk meerdere hand- of wandzenders met dezelfde code te programmeren. Op die manier kan een enkele ontvanger door meerdere zenders gestuurd worden. De basisinstelling van uw afstandsbediening is hiermede afgesloten. Basisinstelling van de het meervoudige stopcontact (ontvanger) Aflezen van de code: Zonder eerst een verbruiker op een van de stopcontacten aan te sluiten steekt u de kabel van het meervoudige stopcontact in een regulair netstopcontact. Na het insteken leest het meervoudige stopcontact de veiligheidscode en geprogrammeerde en toegewezen stopcontactkanalen uit het opgeslagen geheugen (EEPROM). Wordt een veiligheidscode van een enkele stopcontact herkent, blijft het controle-led uit. Wordt er geen veiligheidscode herkent (b.v. bij het eerste gebruik) gaat het controlelampje langzaam knipperen. Voor het programmeren van de veiligheidscode moet nu naar de programmeermode geschakeld worden. Start van de programmeermode De normaal-mode-toets op de meervoudige contactdoos (gekenmerkt AAN/UIT) ca. 2 seconden indrukken om in de programmeermode te komen. In het geval dat geen verdere toets aangeraakt wordt is de tijdsbegrenzing om weer automatische terug te keren naar de normaal-mode ca. 50 seconden. In deze tijd knippert het LED-lampje heel vlug om te laten zien dat de programmeermode ingeschakeld is en het kanaal voor stopcontact A ingesteld kan worden. Programmering van de vijf afstandsbestuurbare contactdozen: Als het controlelampje vlug knippert is of op de AAN- of UIT-toets op de afstandsbediening voor het desbetreffende kanaal te drukken over welke het bepaalde stopcontact geschakeld zal worden. De code wordt meestal binnen een seconde herkent en opgeslagen. Het LED-controlelampje op de meervoudige contactdoos licht zo lang op tot de toets op de afstandsbediening losgelaten wordt. Dit betekent dat het kanaal opgeslagen wordt. Nog een keer op de sturingstoets te drukken komt u in de programmeermode voor stopcontact B. Deze wordt op dezelfde manier geprogrammeerd en opgeslagen. Zodra alle 5 stopcontacten geprogrammeerd zijn gaat het apparaat in de normaalmode terug. 6 Belangrijke opmerking: Het is mogelijk om meerdere zenderkanalen op een contactdoos op te slaan. Door deze mogelijkheid is een grote combinatieveelvoud gegeven. Sluit men b.v. een Hifi-installatie met versterker, tuner, cd-player en tapedek op de stopcontacten A tot D aan, kan de zenderkanaal op stopcontact A (versterker) en B (tuner), zenderkanaal 2 op A en C (cd-player) en zenderkanaal 3 op A en D (tapedek) geprogrammeerd worden. Hiermede wordt als de tuner, cd-player of tapedek ingeschakeld worden altijd ook de versterker inschakelen. Re-programmering van de kanaaluitgangen: Zodra men in de programmeermode is kunnen alle enkele stopcontacten die van tevoren aan een speciale zenderkanaaltoets ingedeeld zijn 1. aan een nieuwe kanaaltoets op de afstandsbediening ingedeeld worden. 2. door drukken op de hoofd-aan/uit-toetsen op de afstandsbediening uit het geheugen verwijderd worden. 3. de ingedeelde afstandsbedieningtoets zo laten. Om met een re-programmering verder te gaan, zonder nieuwe kanalen aan een stopcontact toe te wijzen is door drukken op de stuurtoets van de meervoud-contactdoos op het volgende te programmeren stopcontact te schakelen. Terugzetting van de veiligheidscode en alle opgeslagen gegevens: Wordt de stuurtoets op het meervoud contactdoos ca. 10 seconden ingedrukt begint het controlelampje eerst vlug en daarna langzamer te knipperen. Dit betekent dat alle opgeslagen gegevens uit de EEPROM verwijderd worden. Voordat de meervoud-contactdoos weer gebruikt kan worden moeten eerst nieuwe veiligheidscodes ingegeven worden. 7
Besturingsfunctie's voor het bedienen van de meervoud-contactdoos: Stuurtoets op de meervoud-contactdoos * Wordt de stuurtoets op de meervoud-contactdoos 1 seconde lang ingedrukt heeft deze de functie van een hoofd-aan-uit-schakelaar. * Zijn alle stopcontacten uitgeschakeld, heeft de stuurtoets de functie van een hoofd-aan-schakelaar en schakelt alle stopcontacten AAN. * Zijn een of meerdere stopcontacten ingeschakeld functioneert de stuurtoets als hoofd-uit-schakelaar, om alle stopcontacten UIT te schakelen. * Wordt de stuurtoets ca. 2 seconden ingedrukt komt u in de programmeermode voor het verwisselen van de uitgangskanaal voor dezelfde veiligheidscode (d.w.z. om de uitgangskanaal voor een nieuwe afstandsbediening met een andere code te veranderen moeten de gegevens dan navolgend veranderd worden:) * Toets in de normale gebruiksmode ca. 10 seconden indrukken, hiermede worden alle geprogrammeerde stopcontacten en de in het EEPROM opgeslagen veiligheidscode verwijderd. Afstandsbediening hand- of wandzender: 1. Apparaten voor een afstandsbediende AAN-/UIT-schakeling op de secundaire stopcontacten aansluiten (vijf stopcontacten, gekenmerkt met "A-E") 2. Apparaat voor continue gebruik op het hoofdstopcontact (niet gekenmerkt) voor permanente stroomvoeding aansluiten. Onderhoud * De meervoud-contactdoos moet voor een reiniging of onderhoud van de stroomvoeding afgehaald worden. Verder moeten alle op de hoofden secundaire stopcontacten de hierop aangesloten apparaten afgehaald worden. * De meervoud-contactdoos en afstandsbediening-hand- of wandzender alleen met een zachte, licht bevochtigde doek schoonmaken. Nooit scherpe of schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Niet onderdompelen in water. 8 * Onderhoudsbeurten mogen alleen door een vakman uitgevoerd worden. Technische gegevens Hoofdstroomvoeding : 2 3 0 V~/50 Hz 16 A Max. gecombineerde belasting : 16 A (3600 W/230 V) Stroomvoeding afstandsbediening : 2 x 1,5 V-batterijen type AAA/LR3 Zendfrequentie : 433 MHz Zendafstand : max. 20 m Aansluitkabel : ca. 1,6 m Werktemperatuurbereik : 0 C tot +35 C Afmetingen : Meervoud contactdoos : 450 x 62 x 42 mm Afstandsbediening : 36 x 16 x 150 mm Veiligheidsbepalingen Om een perfecte toestand en veilige werking van het product te garanderen, dient u zich beslist te houden aan de veiligheidsbepalingen en waarschuwingen die in deze gebruiksaanwijzing vermeldt zijn: 9
* Meervoud-contactdozen mogen alleen op een reglementair geaard stopcontact met 230 V~/50 Hz ±10 % (16A) aangesloten worden. * De maximale belasting van 16 A mag beslist niet overschreden worden. * Gebruik het product niet in een omgeving waarin brandbare gassen, dampen of stof aanwezig (kunnen) zijn. Vermijdt vochtigheid, extreme temperaturen, vibraties en stoten. Vermijd vooral het vochtig of nat worden van het product, omdat hierdoor het gevaar bestaat voor brand of een elektrische schok enz. * Controleer het product regelmatig op mogelijke beschadigingen. * Bij het openen van afdekkingen of verwijderen van componenten kunnen spanningsgeleidende delen of aansluitplaatsen vrijkomen. Voor een onderhoudsbeurt, een reparatie of een uitwisseling van delen moet het product uit iedere spanningsbron verwijderd worden. Een onderhoud of reparatie mag alleen door een vakman uitgevoerd worden welke vertrouwd is met de gevaren en voorschriften hierover. * Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het apparaat buiten werking te stellen en te beschermen tegen het per ongeluk in gebruik nemen door derden. U kunt er van uitgaan dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is als: * het product zichtbaar beschadigd is * het product niet meer werkt * na langdurig opslag onder ongunstige omstandigheden. * Het product is geen speelgoed en hoort niet thuis in kinderhanden! * De meervoud-contactdoos is alleen geschikt voor gebruik in droge ruimten. * Het product mag niet voor buiten gebruikt worden. * Het product is alleen voor de genoemde toepassing, een ander gebruik is niet toegestaan. Het product mag niet veranderd of modificeert worden. * In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBOvoorschriften. * Op scholen, in opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelfwerkplaatsen moet het gebruik gebeuren onder toezicht van geschoold personeel. PRAKTISCHE TIPS: 433 MHz TECHNIEK Geachte klant, U kunt met behulp van deze praktische tips, de werking van het product optimaliseren. Verdere hulp kunt u krijgen via onze Hotline. Telefoonnummer 053-428 54 80 1. Functiebeschrijving: De 433 MHz (Megahertz) techniek maakt het mogelijk over korte of middellange afstanden draadloos te communiceren. Daarbij wordt een draaggolf met een frequentie van 433 MHz gebruikt, waarmee de over te brengen informatie verzonden wordt. Het principe kan vergeleken worden met een postbode die een brief bezorgt. De postbode is in dit geval de 433MHzoverdrachtfrequentie, de brief de over te brengen informatie. Het ontvangsttoestel filtert de informatie uit het 433 MHz-signaal en evalueert deze. Informatie kan bestaan uit gegevens voor een weerstation, muziek, afbeeldingen, enz. De frequentie van 433 MHz is een algemeen vrijgegeven frequentie, d.w.z. iedereen mag toegelaten apparatuur in dit frequentiebereik gebruiken, er is geen aanmelding van het apparaat nodig om het te mogen gebruiken, zoals b.v. bij amateur-zendapparatuur. Door deze nieuwe techniek werden b.v. innovatieve producten mogelijk, zoals een temperatuursensor met zender (er hoeft vanaf de sensor geen kabel gelegd te worden), babyfoons (ter bewaking van geluiden in de kinderkamer), LPD-zenders (de kleinste radiozenders) of audio-overdrachtsystemen (overdracht van geluid). Beperkt door de wettelijke voorschriften zijn het zendvermogen (max. 10 mw/overdrachtvermogen) en de bandbreedte (433,05 MHz tot 434,79 MHz) die ter beschikking staan, zeer klein. Daardoor ontstaan er in het gebruik van de apparatuur soms problemen: 2.Ontvangstproblemen herkent u door: * Geen aanduiding van de verzonden data op de ontvangstunit. * Vaak uitvallen van de dataoverdracht (b.v. temperatuur blijft gedurende meerdere uren/dagen constant of het display geeft soms alleen streepjes aan). 10 11
3. Ontvangstproblemen kunnen veroorzaakt worden door: a. Standplaats * Zenders zijn bevestigd aan metalen raamwerken of dergelijke. * De wanden en plafonds tussen zender en ontvanger bestaan uit gewapend beton; er bevindt zich ijzervlechtwerk in plafond of muur (b.v. lichtgewicht muur met aluminium frame). Ook een hoge luchtvochtigheid kan de reikwijdte sterk beperken. * De ramen tussen zender en ontvanger zitten vol condens of bestaan uit "dubbel glas" * Er zijn spiegels of dergelijke aangebracht in de onmiddellijke omgeving van de zender of ontvanger. b. Storende invloeden * bevinden zich andere 433 MHz producten in een cirkel van ca. 20 meter tot uw product (b.v. producten van de buren zoals draadloze hoofdtelefoon of weerstation, die op dezelfde frequentie afgestemd zijn). * Er zijn meerdere zenders naast elkaar gemonteerd (minimum afstand ca. 0,5 m). * Elektrische storingsbronnen bevinden zich in de directe nabijheid (min. afstand ca. 2 3 m) van zender of ontvanger (b.v. magnetron, aansturing verwarming, Tv, computer of andere huishoudelijke apparaten). 4. Checklist bij problemen: Heeft u zich precies aan de handleiding gehouden? Controleer het product (zender en ontvanger) voordat u het terugstuurt eerst (ca. 2 3 dagen) in een gemeenschappelijke ruimte, met zo min mogelijk storingsbronnen (b.v. kelder of garage) om vast te stellen of het apparaat in principe werkt; controleer indien mogelijk ook de kwaliteit van de batterijen. Probeer aansluitend (na een positieve controle) de oorzaak van het probleem te achterhalen (door b.v. na te vragen bij uw buren, of die soortgelijke producten gebruiken of onderzoek ter plekke waar u het apparaat opgesteld hebt). Verander proefondervindelijk eerst de plaats van de zender of de ontvanger om de gunstigste ontvangstverbinding te bepalen. 12