Provinciaal blad 2011, 54

Vergelijkbare documenten
Gedeputeerde Staten van Utrecht

Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht,

Beleidsregel ontheffing luchtvaartgebruik terreinen Noord-Brabant

Provincie Noord-Brabant. Besluit. Wet luchtvaart, ontheffing ex artikel 8a. 51. Beleidsregel ontheffing luchtvaartgebruik terreinen Noord-Brabant

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

PROVINCIAAL BLAD. stellen de volgende beleidsregel vast voor het gebruik van de hiervoor genoemde bevoegdheden:

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Dit besluit treedt in de plaats van het op 6 september 2017 genomen besluit, kenmerk Z-VERG , briefnummer Z/17/

BELEIDSREGEL VAN DE PROVINCIE DRENTHE VOOR HET VERLENEN VAN ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK (WET LUCHTVAART, ARTIKEL 8A.

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart;

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Beleidsregel ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein voor het opstijgen of landen van een luchtvaartuig

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Overwegingen Er is door de aanvrager voldoende informatie aangeleverd om op de aanvraag te beschikken.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE FRYSLÂN

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Dat het wenselijk is door middel van een beleidsregel inzicht te geven in het met betrekking tot die ontheffingen te voeren beleid,

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 200 /

Wet luchtvaart. Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) provincie'%owpirjj^5p 2013/

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Stichting Twente Biënnale Generieke ontheffing voor ballonvluchten 16 april 2014

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Het verzoek, bestaande uit het aanvraagformulier, maakt deel uit van het onderhavige besluit (bijlage 3).

Het verzoek, bestaande uit het aanvraagformulier met een kaart van de locatie in Wanssum, maakt deel uit van het onderhavige besluit (bijlage 2).

Provinciaal blad van Zuid-Holland

Gelet op artikel 16, eerste en tweede lid, juncto 65, en 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998;

Ons kenmerk 2016/ Maastricht 15 december 2016 Zaaknummer Bijlagen 2 Verzonden. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg.

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing in het kader van de Wet luchtvaart van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing in het kader van de Wet luchtvaart van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant

Het verzoek, bestaande uit het aanvraagformulier met een kaart van de locatie in Roermond, maakt deel uit van het onderhavige besluit (bijlage 2).

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing in het kader van de Wet luchtvaart van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant

Provinciaal blad 2012, 35

Prince Helicopters T.a.v. mevrouw S. Vermue Gooikensweg PD ZIERIKZEE. Terneuzen, 25 april 2016

Doorkiesnr

Dhr. Van den Hove is de aanvrager van deze ontheffing. Het uitvoeren van de ballonvluchten is incidenteel en voor privédoeleinden van de aanvrager.

Dhr. Van den Hove is de aanvrager van deze ontheffing. Het uitvoeren van de ballonvluchten is incidenteel en voor privédoeleinden van de aanvrager.

Geluidshinderproblematiek van TUG ontheffingen in de provincie Utrecht

Betreft: aanvraag TUG-ontheffing 2 dagen in juni en augustus/september 2019

Op 25 oktober 2017 hebben wij een aanvraag om een generieke ontheffing tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (Wet luchtvaart, artikel 8a.51) ontvangen.

Prince Helicopters T.a.v. mevrouw S. Vermue Gooikensweg PD ZIERIKZEE. Terneuzen, 14 mei 2019

Wet luchtvaart. VGrïjSSGl. Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) prowincie 2013/

verijssel Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) provincie 2013/

Betreft : Generieke ontheffing Ryfas Helicopters kalenderjaar 2018

Artikel De exploitant van de luchthaven zoals genoemd in artikel is de heer A.A.M. Zuidgeest.

Prince Helicopters T.a.v. mevrouw S. Vermue Gooikensweg PD ZIERIKZEE. Terneuzen, 15 augustus 2019

PROVINCIAAL BLAD. Luchthavenregeling luchthaven Heidelberglaan 100 te Utrecht

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ januari R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris. Onderwerp beleidsregel tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein voor luchtvaart

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ maart R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

artikel 8.64 van de Wet luchtvaart en artikel 145 van de Provinciewet;

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ januari R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 22 september 2014 tot vaststelling van de Verordening luchthavenbesluit Hilversum

Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen Datum _ mei 2019

Prince Helicopters Gooikensweg PD ZIERIKZEE. Terneuzen, 8 augustus Betreft: TUG-ontheffing 15 augustus 2019 te Zoutelande

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Archimedeslaan 6 Postbus AE Utrecht. Ontheffing van GS van Utrecht

Luchthavenregeling Stijg- en landingslocaties watervliegtuigen Wings Over Holland

PROVINCIAAL BLAD. Herdruk Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West in Cabauw, gemeente Lopik

Ontheffing in het kader van de Wet luchtvaart van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant

Artikel De exploitant van de luchthaven, zoals genoemd in artikel , is de heer J.S. de Waard.

DCMR 3100 milieudienst

luchthavenregeling luchthaven Zuidzijdseweg 100 a in Polsbroek,

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ januari R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Uw Kenmerk. Doorkiesnr

en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving

Op 16 oktober 2015 heeft u een aanvraag ingediend om generieke TUG-ontheffing binnen de provincie Zeeland. Hierbij ontvangt u ons besluit.

Uw Kenmerk. Doorkiesnr

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Artikel De exploitant van de luchthaven, zoals genoemd in artikel , is de heer A.B. Zijderlaan.

Inwerkingtreding en rechtsmiddelen Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag waarop dit aan u is toegezonden.

Onderwerp Verordening luchthavenbesluit luchthaven Budel Noord-Brabant. gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 4 juni /13;

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d ;

Notitie. J.J.S. Ponten Handhaving Wet luchtvaart Onderwerp. Jaarverslag Toezicht en Handhaving kleine luchtvaart 2016

Gelet op artikel 8a.50 van de Wet luchtvaart en de artikelen 3, vierde lid, onderdeel b, en 17, derde lid van het Besluit burgerluchthavens;

besluiten vast te stellen de navolgende Luchtvaarverordening Zeeland

Gelet op de voordracht van Gedeputeerde Staten van 16 december 2014, met kenmerk /475868;

CMR. Rijnmond - 6 OKT milieudienst. Dutch Drone Company Honderdland LT MAASDIJK. BESLUIT van gedeputeerde staten van Zuid-Holland

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Zundertse Regelgeving

Uw kenmerk. Telefoonnummer

Transcriptie:

Provinciaal blad 2011, 54 ISSN 0920-105X Beleidsregels van de Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 8 november 2011, nummer 809793C6, voor het verlenen van ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik in de zin van artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart (Beleidsregels ontheffingen tijdelijk en uitzonderlijk gebruik luchtvaart provincie Utrecht) Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; Gelet op artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart, het Besluit burgerluchthavens, de Regeling burgerluchthavens en de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen, Gelet op de Natuurbeschermingswet; Gelet op artikel 1.2, lid 2 onder b, van de Wet milieubeheer. Overwegende dat de bevoegdheden ten aanzien van het landzijdig gebruik zijn overgedragen naar de provincies, omdat de provincies het beste zicht hebben op het omgevingsbeleid. Besluiten: Artikel 1. Definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. terrein: een terrein waarvoor geen luchthavenregeling of -besluit is vastgesteld; b. luchtvaartuig: een luchtvaartuig als bedoeld in artikel 21 van het Besluit burgerluchthavens; c. GS: Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht; d. TUG-ontheffing: ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik in de zin van art. 8a.51 van de Wet luchtvaart; e. vliegbeweging: één landing óf één start; f. geluidgevoelige bestemming: zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder; g. KLPD: Korps Landelijke Politiediensten.

Artikel 2. TUG Voor een terrein dat maximaal 12 dagen per kalenderjaar gebruikt wordt, of gebruikt zal gaan worden, voor luchtverkeer met één of meer luchtvaartuigen is een TUG-ontheffing vereist. Artikel 3. Soorten ontheffing 1. GS onderscheiden twee soorten TUG-ontheffingen: a. een generieke ontheffing voor meerdere terreinen binnen de provincie Utrecht, met een melding aan GS 48 uur voor het gebruik van het terrein, voor maximaal vier vliegbewegingen per dag en maximaal 12 dagen per kalenderjaar per terrein, af te geven voor maximaal 1 kalenderjaar; b. een locatiegebonden ontheffing met een melding aan GS 24 uur voor het gebruik van het terrein, voor meerdere vliegbewegingen op één dag, met een maximum van 12 dagen per kalenderjaar per terrein. 2. In afwijking van het eerste lid, onderdelen a en b, moet een vliegbeweging op zondag uiterlijk op de voorafgaande vrijdag vóór 12.00 uur zijn gemeld. 3. De houder van de TUG-ontheffing doet een melding, zoals bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, met een daarvoor speciaal bestemd meldingsformulier. Artikel 4. Eisen aan de aanvraag 1. GS stellen een aanvraagformulier vast. 2. De aanvraag vermeldt in ieder geval: a. het fabricaat, type, en registratienummer van het (de) te gebruiken luchtvaartuig(en); b. de reden of redenen voor het gevraagde gebruik van het terrein, indien het een locatiegebonden ontheffing betreft; c. de gemeente waarin het betrokken terrein is gelegen, en, door middel van een kaart of een plattegrond, de geografische ligging van het terrein in die gemeente, waaruit in ieder geval de ligging van het terrein blijkt ten opzichte van woningen in de buurt, indien het een locatiegebonden ontheffing betreft; d. de exacte ETRS89 lengte- en breedtecoördinaten van het terrein, indien het een locatiegebonden ontheffing betreft; e. het specifieke aantal en soort vlucht(en), indien het een locatiegebonden ontheffing betreft; f. de datum of data van de vlucht(en), indien het een locatiegebonden ontheffing betreft, en g. het tijdstip van de vlucht, indien het een locatiegebonden ontheffing betreft. h. voor zover van toepassing de informatie, genoemd in artikel 5, vijfde lid, en artikel 6. Prov. blad 2011, 54 pag. 2

Artikel 5. Weigering van een aanvraag voor een TUG-ontheffing 1. GS weigeren de aanvraag voor een TUG-ontheffing als het aantal gevraagde gebruiksdagen van één of meer gebruikers op één en hetzelfde terrein de 12 dagen per kalenderjaar overstijgt; 2. GS weigeren de aanvraag voor een TUG-ontheffing als op twee of meer in elkaars directe omgeving liggende terreinen een TUG-ontheffing wordt aangevraagd en als door de aard en omvang van het beoogde gebruik de gehinderde gebieden van het gebruik van deze percelen feitelijk als hetzelfde gebied kunnen worden aangemerkt, en de aanvragen tezamen de 12 dagen per kalenderjaar overstijgen. Hierbij geldt dat locaties die minder dan 1000 meter hemelsbreed van elkaar verwijderd zijn, in beginsel als in elkaars directe omgeving liggende terreinen worden beschouwd. 3. GS weigeren de aanvraag voor een TUG-ontheffing voor een gemotoriseerd luchtvaartuig als de beoogde locatie is gelegen in een stiltegebied en/of een Natura2000-gebied. GS weigeren de aanvraag voor een TUG-ontheffing voor een ongemotoriseerd luchtvaartuig als de beoogde locatie is gelegen in een stiltegebied en/of een Natura2000-gebied en het starten en landen in het broedseizoen plaatsvindt. 4. GS weigeren de aanvraag voor een TUG-ontheffing als sprake is van landen en/of opstijgen van een gemotoriseerd luchtvaartuig binnen 500 meter van woningen en/of andere geluidsgevoelige bestemmingen en met de gegevens uit de aanvraag niet kan worden aangetoond dat het piekniveau bij de woning of andere geluidsgevoelige bestemming niet meer is dan 70 db(a) Lmax gedurende de dagperiode (van 7.00-19.00 uur) en 65 db(a) Lmax gedurende de avondperiode (19.00-23.00 uur). 5. Het vierde lid is niet van toepassing als het een woning betreft van de persoon die toestemming geeft tot het gebruik van het terrein waar wordt opgestegen en geland, en deze persoon in de betreffende woning woont. Deze uitzondering geldt alleen indien de woning ligt op, of grenst aan het terrein waar de TUG-ontheffing op ziet. De woning moet uitdrukkelijk zijn aangegeven in de aanvraag van een locatiegebonden TUG-ontheffing of in de melding zoals genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a van deze beleidsregels. 6. GS weigeren de aanvraag voor een TUG-ontheffing als de aanvraag om ontheffing betrekking heeft op de nachtperiode (23.00-07.00). Dit geldt niet voor maatschappelijke helikoptervluchten. Prov. blad 2011, 54 pag. 3

Artikel 6. Toetsingscriteria TUG-ontheffing Onverminderd artikel 5 kunnen GS bij het beoordelen van een aanvraag voor een ontheffing een belangenafweging maken. De daarbij in het bijzonder af te wegen belangen betreffen de volgende aspecten waarvoor de aanvrager de informatie dient aan te leveren: a. het belang van de aanvrager (zowel maatschappelijk, economisch als vervoerstechnisch); b. het belang van omwonenden van het terrein, woonachtig in woningen en/of andere geluidsgevoelige bestemmingen, waaronder in ieder geval begrepen de geluidbelasting; c. het belang voor natuur en milieu in omgeving, in het bijzonder de Ecologische Hoofdstructuur, Natura2000, natuurbeschermingswetgebieden en stiltegebieden; d. het gebruik van een gemotoriseerd of ongemotoriseerd luchtvaartuig; e. de verkeersaantrekkende werking, en f. de geluidproductie van het betreffende luchtvaartuig. Artikel 7. Intrekking eerdere beleidsregels De beleidsregels ontheffingen tijdelijk en uitzonderlijk gebruik luchtvaart provincie Utrecht van 14 juni 2011, nummer 80885659 (Provinciaal blad 2011, 30) worden ingetrokken. Artikel 8. Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels ontheffingen tijdelijk en uitzonderlijk gebruik luchtvaart provincie Utrecht. Artikel 9. Inwerkingtreding en publicatie Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst. Deze beleidsregels zullen met de toelichting in het provinciaal blad van de provincie Utrecht worden geplaatst. R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris a.i. Uitgegeven 7 november 2011 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris a.i. Prov. blad 2011, 54 pag. 4

Toelichting Sinds de inwerkingtreding van de gewijzigde Wet luchtvaart op 1 november 2009 zijn Gedeputeerde Staten (hierna: GS) van elke provincie op grond van artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart bevoegd tot het verlenen van een ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (hierna:tug-ontheffing) van een terrein voor luchtvaart. Hiervoor moet sprake zijn van een luchtvaartuig zoals genoemd in artikel 21 van het Besluit Burgerluchthavens. Het aanvragen van een TUG-ontheffing bij GS van de provincie Utrecht is mogelijk indien het terrein maximaal 12 dagen per kalenderjaar voor starts en landingen gebruikt wordt, of gebruikt gaat worden. Als een terrein meer dan 12 dagen per kalenderjaar gebruikt wordt, of gebruikt gaat worden, weigeren GS de aanvraag voor een TUG-ontheffing en kan mogelijk een luchthavenregeling of -besluit nodig zijn. Soorten TUG-ontheffingen 1. Generieke ontheffing: Deze bepaalde soort TUG-ontheffing komt voort uit de vraag om flexibiliteit vanuit de helikopterbranche. Deze soort ontheffingen kunnen mogelijk ook voor ballonnen of andere luchtvaartuigen gebruikt worden. In een dergelijk geval wordt een generieke ontheffing verleend voor het gehele grondgebied van de provincie, behalve daar waar het stijgen en eventuele landen met het specifieke luchtvaartuig is uitgezonderd in deze Beleidsregels. Bij de aanvraag voor een dergelijke ontheffing zal dus ook overleg met de burgemeester van alle betrokken gemeenten moeten plaatsvinden. Daarnaast gaat het om maximaal vier vliegbewegingen per dag voor maximaal 12 dagen per kalenderjaar per terrein. 2. Locatiegebonden ontheffing: De overige TUG-ontheffingen kunnen worden verleend voor terreinen waar bijvoorbeeld een evenement met een aantal rondvluchten plaatsvindt. Voor deze terreinen is het mogelijk om op maximaal 12 dagen per kalenderjaar méér dan maximaal vier vliegbewegingen per dag op het terrein te laten plaatsvinden. Procedure De aanvrager geeft één of meerdere geschikte terrein(en) in de provincie aan waar hij van een ontheffing gebruik wil maken en treedt voorafgaand aan het indienden van de aanvraag in overleg met GS. Na dit overleg kan de aanvraag worden ingediend. Het aanvraagformulier voor een TUG-ontheffing is te vinden op de website van de provincie Utrecht en dient 4 weken voorafgaand aan het evenement te zijn ingediend bij GS. De houder van ontheffing is verplicht een melding te geven aan GS wanneer gebruik gemaakt gaat worden van de ontheffing. Bij de generieke ontheffing moet dit minimaal 48 uur van voor het starten en landen gebeuren, bij de locatiegebonden ontheffing moet dit 24 uur van tevoren gebeuren. Bij de melding moet gebruikt worden gemaakt van een speciaal daarvoor Prov. blad 2011, 54 pag. 5

bestemd meldingsformulier. Ook dit formulier is te vinden op: www.provincie-utrecht.nl. Een onjuiste of niet tijdige melding is in strijd met de voorwaarden waaronder een TUGontheffing wordt verleend. Toetsingscriteria TUG-ontheffing Bij het beoordelen van een aanvraag voor een TUG-ontheffing wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de afwegingen uit de Provinciale Luchtvaartnota. Een TUG-ontheffing mag niet in strijd zijn met de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen. In de Memorie van Toelichting wordt over TUG-ontheffingen gesteld 1 : Een dergelijke ontheffing (een paraplu-ontheffing, ook wel een generieke ontheffing genoemd) staat voor een langere periode incidenteel gebruik toe van één of meer terreinen. De terreinen kunnen gelegen zijn in meerdere gemeenten en worden al dan niet aangeduid in de ontheffing. De ontheffing kan bijvoorbeeld bepalen dat elk van de terreinen maximaal twee keer per dag en twaalf keer per jaar mag worden gebruikt. GS hebben hierbij aangesloten. Afstand tussen twee locaties GS hebben de afstand van 1000 meter tussen twee verschillende locaties vastgesteld om een invulling te geven aan het begrip tijdelijk en uitzonderlijk. Er moet een redelijke afstand tussen de verschillende locaties zitten. Voorkomen moet worden dat naastgelegen terreinen zodanig worden gebruikt, dat in de praktijk vaker dan 12 dagen per jaar van een terrein gebruik wordt gemaakt (zogenaamd weilandhoppen). Het is de bedoeling dat hiermee de hinder van het starten en landen voldoende wordt verspreid en concentratie van deze mogelijke overlast wordt beperkt. Er is rekening gehouden met verschillende luchtvaartuigen waarvan binnen de provincie gebruik wordt gemaakt, van zware helikopters tot snorvliegtuigen. Wij achten een afstand van 1000 meter voldoende om het doel te bereiken. Geluidbelasting GS, als ook Provinciale Staten van Utrecht, hechten, met name vanwege het feit dat de provincie dichtbevolkt is, een groot belang aan de bescherming van de bewoners en de natuur in de provincie Utrecht vanwege het starten en landen van luchtvaartuigen. De maximale norm van 70 db(a) op te beschermen geluidgevoelige bestemmingen is gebaseerd op verschillende onderzoeken. De Nederlandse Gezondheidsraad heeft geconcludeerd dat gezondheidsklachten verwacht kunnen worden bij lawaainiveau s boven 70 db(a). Dit wordt in latere onderzoeken steevast bevestigd. Deze norm wordt ook gehanteerd in de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening. Hierin wordt gesteld 1 TK 2005-2006, 30452, nr. 3, p. 10. Prov. blad 2011, 54 pag. 6

dat op basis van de beschikbare kennis omtrent hinder dat het maximale geluidsniveau niet hoger mag zijn dan 70 db(a) voor de dagperiode. 2 Het hanteren van een maximaal geluidniveau van 70 db(a), waarbij schrikreacties kunnen ontstaan, is terecht als het gaat om incidenteel gebruik van een terrein, niet zijnde een luchthaven. Woning van eigenaar terrein Bij het beoordelen van een aanvraag voor een TUG-ontheffing wordt het belang van de persoon die toestemming geeft gebruik te maken van het terrein (en hiertoe ook het recht heeft) als te beschermen omwonende niet meegenomen, als diens woning ligt op, of grenst aan het terrein waar de TUG-ontheffing op ziet, en de woning uitdrukkelijk is aangegeven in de aanvraag. Deze persoon heeft immers ingestemd met het gebruik van zijn terrein en daarmee geaccepteerd dat vliegbewegingen in de nabijheid van zijn woning op het terrein zullen plaatsvinden. Natuur Naar mening van de provincie Utrecht moeten stiltegebieden en Natura2000-gebieden gewaarborgd worden. GS weigeren de aanvraag voor een TUG-ontheffing voor een gemotoriseerd luchtvaartuig als de beoogde locatie is gelegen in een stiltegebied en/ of een Natura2000-gebied. GS weigeren de aanvraag voor een TUG-ontheffing voor een ongemotoriseerd luchtvaartuig als de beoogde locatie is gelegen in een stiltegebied en/of een Natura2000-gebied èn het starten en landen in het broedseizoen plaatsvindt. Hierbij is gekozen voor een integrale benadering, zodat het best kan worden aangesloten bij de praktijk. Nachtperiode In de nachtperiode (23.00-07.00 uur) is het verboden met een gemotoriseerd luchtvaartuig op te stijgen of te landen met uitzondering van maatschappelijke helikoptervluchten. Onder maatschappelijke vluchten vallen alle vluchten met een directe maatschappelijke functie, waaronder vluchten ten behoeve van spoedeisende medische hulpvluchten (HEMS), Search en Rescue (SAR) vluchten en politievluchten. Mogelijke andere geldende wet- en regelgeving Het is mogelijk dat ook de toetsingskaders van de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Zondagswet van toepassing zijn. Afhankelijk van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente waar wordt gestart en geland, is het tevens mogelijk dat een evenementenvergunning moet worden aangevraagd. Degene die de, eventueel verstorende, activiteit wil uitvoeren zal zelf moeten onderzoeken of ook een ontheffing of een vergunning op grond van deze wetgeving nodig is. 2 Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, p. 16. Prov. blad 2011, 54 pag. 7

Handhaving GS handhaven op de voorwaarden die bij de betreffende ontheffing zijn gesteld. GS kunnen bij niet-naleving van de voorwaarden of beperkingen die bij een TUG-ontheffing zijn gesteld een bestuurlijke boete opleggen. Bij herhaaldelijk en opzettelijk overtredingen van de voorwaarden die opgesteld zijn in de TUG ontheffing kunnen GS, indien aan de orde, de ontheffing intrekken voor de overige looptijd van het kalenderjaar. Het gebruik van het luchtruim door het luchtvaartuig en de regels met betrekking tot de vliegveiligheid uit de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen handhaaft de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Prov. blad 2011, 54 pag. 8