Provinciale Staten Vergadering d.d. 8 juli 2015 Besluit nr. PS2015-XXX-II PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien de Statenbrief van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Voorjaarsnota 2015 en de herziening van de legesverordening; Gelet op de artikelen 196 en 223 van de Provinciewet. BESLUITEN Vast te stellen de Legesverordening provincie Gelderland 2015 Artikel 1. Begripsbepalingen Onder de naam "leges" worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege de provincie verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 2. Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend. Artikel 3. Heffingsmaatstaf en tarieven De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Artikel 4. Heffingswijze Leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt verstaan een nota of factuur. Artikel 5. Tijdstip van betaling De leges moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving. Artikel 6. Vermindering of teruggaaf 1. De belastingplichtige kan een aanvraag tot vermindering of teruggaaf van leges doen, indien de aanvraag waarvoor leges worden geheven op grond van deze verordening: a. door de belastingplichtige ingetrokken wordt vóórdat op de aanvraag is beschikt; of b. onherroepelijk is afgewezen of geweigerd. 2. De belastingplichtige kan een aanvraag tot vermindering of teruggaaf van leges doen, indien de vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking voor de aanvraag waarvan de leges worden geheven op grond van deze verordening, is vernietigd. 3. De hoogte van de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, bedraagt 25% van het bedrag waarmee de som van de geheven leges een bedrag van 1000,-- te boven gaat. 4. De belastingplichtige kan een aanvraag tot vermindering of teruggaaf van leges doen, indien de aanvraag waarvoor leges worden geheven op grond van deze verordening ingevolge artikel 4:5 juncto 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling wordt gesteld. In dat geval bedraagt de hoogte van de teruggaaf of de vermindering 75% van het bedrag waarmee de som van de geheven leges een bedrag van 1000,-- te boven gaat. Artikel 7. Kwijtschelding
Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990. Artikel 8 Inwerkingtreding en overgangsrecht 1. De Legesverordening provincie Gelderland 1999, zoals sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan en aanvragen die vóór die datum zijn ingediend. 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 9 juli 2015. 4. Deze verordening wordt aangehaald als " Legesverordening provincie Gelderland 2015". Arnhem, 8 juli 2015 - zaaknummer 2015-005991 Provinciale Staten van Gelderland voorzitter griffier 2
Gewijzigde Tarieventabel provincie Gelderland 2015 (behorend bij en deel uitmakend van de Legesverordening provincie Gelderland 2015). Onderstaande tarieven luiden in Euro. HOOFDSTUK 1 1.1. Wegenverkeerswet Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: 1.1.1. een ontheffing van het verbod op de weg een wedstrijd met 218,65 voertuigen te houden, als bedoeld in art. 10, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 1.1.2. een ontheffing als bedoeld in art. 7.1 van het Voertuigreglement 199,26 hoofdstuk 5, afdeling 7 en 8: motorrijtuigen met beperkte snelheid en landbouwtrekkers 1.1.3. een ontheffing als bedoeld in art. 87 van het Reglement Verkeersregels en 43,08 Verkeerstekens 1990 1.1.4. een ontheffing als bedoeld in art. 5, lid 2 van het Reglement rijbewijzen 0,00 1.2. Omgevingsverordening Gelderland Hoofdstuk 5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ingevolge de Omgevingsverordening Gelderland (paragraaf 5.1. Wegen) cq. omgevingsvergunning in het kader van deze verordening ten behoeve van: 1.2.1. a) het maken, hebben of veranderen van een uitweg, of het gebruik 240,19 daarvan te veranderen, als bedoeld in art. 5.1.2.2., eerste lid, onderdeel a b) de hiervoor onder 1.2.1.a) genoemde handelingen en deze handelingen 68,94 een eenmalig karakter hebben met een tijdsduur van ten hoogste zeven dagen 1.2.2. a) het leggen, verleggen of in stand houden van kabels of leidingen als 240,19 bedoeld in art. 5.1.2.2., eerste lid, onderdeel b (niet zijnde kabels ten behoeve van telecommunicatie in het kader van de Telecommunicatiewet) b) de hiervoor onder 1.2.2.a) genoemde handelingen en de aanvraag een 68,94 wijziging van een vergunning betreft 1.2.3. het verrichten van andere werkzaamheden dan bedoeld in art. 5.1.2.2., 240,19 eerste lid, onderdelen a en b, op, aan, in, onder of boven de weg, waarbij de verharding van de weg veranderd wordt of het anderszins aanbrengen van wijzigingen op, aan, in, onder of boven de weg, als bedoeld in art. 5.1.2.2., eerste lid, onderdeel c 1.2.4. het gebruiken van de weg anders dan voor verkeersdoeleinden, zonder 240,19 3
dat daarbij wijzigingen worden aangebracht op, aan, in, onder of boven de weg, als bedoeld in art. 5.1.3.1., eerste lid, onderdeel a 1.2.5. a) het maken of voeren van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in art. 5.1.3.1., eerste lid, onderdeel b b) de hiervoor onder 1.2.5.a) genoemde handelingen en deze handelingen een eenmalig karakter hebben met een tijdsduur van ten hoogste zeven dagen 1.2.6. het opslaan op de weg van roerende zaken, als bedoeld in art. 5.1.3.1., eerste lid, onderdeel c 1.2.7. a) het gebruiken van de weg anders dan sub 1.2.1. tot en met 1.2.3., bedoeld in art. 5.1.3.1., eerste lid, voor het storten, plaatsen, aanbrengen of hebben van voorwerpen en stoffen, als bedoeld in art. 5.1.3.1., eerste lid, onderdeel d b) de hiervoor onder 1.2.7.a) genoemde handelingen en deze handelingen aanduidingen, niet zijnde handelsreclame, betreffen en een eenmalig karakter hebben met een tijdsduur van ten hoogste zeven dagen 1.2.8. het verrichten van de in art. 5.1.3.1., eerste lid, genoemde handelingen buiten de weg, indien daardoor schade, hinder of overlast wordt toegebracht aan en op de weg of daardoor de belangen die de Omgevingsverordening Gelderland beschermt in het geding zijn of komen, als bedoeld in art. 5.1.3.2., eerste lid 1.2.9. de hiervoor onder 1.2.7.a) en 1.2.8. genoemde handelingen en deze handelingen bestaan uit het eenmalig innemen van een standplaats voor een tijdsduur van ten hoogste drie dagen 1.2.10. de hiervoor onder 1.2.7.a) en 1.2.8. genoemde handelingen en deze handelingen bestaan uit het plaatsen, aanbrengen of hebben van een installatie voor de levering van brandstoffen of andere weggebonden voorzieningen welke zijn gesitueerd binnen de grenzen van de weg dan wel door middel van een in- of uitrit zijn georiënteerd op de weg, en deze handelingen betreffen: een nieuwe installatie of voorziening een bestaande installatie of voorziening 1.2.11. de hiervoor onder 1.2.1. tot en met 1.2.10. genoemde handelingen en deze handelingen: plaatsvinden op ideële, niet-commerciële basis, een cultureel, folkloristisch of traditioneel én niet commercieel karakter hebben, in het belang van de verkeersveiligheid zijn of voortvloeien uit een door de provincie Gelderland gesubsidieerd project 1.2.12. de hiervoor onder 1.2.4. en 1.2.8. genoemde handelingen en deze handelingen bestaan uit het los laten lopen dan wel beweiden van vee, rij- en trekdieren in het kader van de uitoefening van een recht van 240,19 68,94 240,19 240,19 68,94 240,19 68,94 1.462,67 931,69 0,00 0,00 4
beweiding HOOFDSTUK 2 Waterwet Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: 2.1. Een vergunning of wijziging van een vergunning als bedoeld in art. 6.4 van de Waterwet voor het onttrekken van grondwater of de infiltratie van water ten behoeve van een bodemenergiesysteem 2.2. Een vergunning als bedoeld in art. 6.4 van de Waterwet voor het onttrekken van grondwater of de infiltratie van water ten behoeve van industriële toepassingen indien de te onttrekken hoeveelheid water meer dan 150.000 m3 per jaar bedraagt 2.2.1. een wijziging van 2.2., waarbij het ondergrondse deel van de onttrekkingsinstallatie wijzigt 2.3. Een vergunning als bedoeld in art. 6.4 van de Waterwet voor het onttrekken van grondwater of de infiltratie van water ten behoeve de openbare drinkwatervoorziening 2.3.1. een wijziging van een vergunning als bedoeld in 2.3., waarbij het ondergrondse deel van de onttrekkingsinstallatie wijzigt 2.4. een wijziging van een vergunning als bedoeld in 2.2. of 2.3., waarbij het ondergrondse deel van de onttrekkingsinstallatie niet wijzigt 2.5. Indien een m.e.r. onderdeel is van de vergunningprocedure, wordt het tarief onder 2.1., 2.2. of 2.3. onverminderd de kosten van Commissie m.e.r. zelf (zie Hoofdstuk 9), verhoogd met 1.950,00 5.800,00 5.800,00 7.450,00 7.450,00 2.500,00 6.550,00 HOOFDSTUK 3 3.1. Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: 3.1.1. Een besluit op verzoek tot vastlegging van de feitelijke situatie 350,00 3.1.2. Een vergunning als bedoeld in art. 19 kg, lid 7 Nbw met betrekking tot een 800,00 handeling met een stikstofbelasting van méér dan 1 mol 3.1.3. Een vergunning als bedoeld in art. 16 Nbw, met betrekking tot handelingen in 1.500,00 of nabij een beschermd natuurmonument die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten 5
3.1.4. Een vergunning als bedoeld in art. 19d Nbw, in samenhang met art. 19e Nbw voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of nabij een Natura 2000-gebied (bestaand recht ecologische/andere handelingen) 3.1.5. Een vergunning als bedoeld in art. 19d Nbw, voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of nabij een Natura 2000-gebied (passende beoordeling ecologische aspecten, niet zijnde stikstof) 3.1.6. Een gecombineerde vergunning als bedoeld in art. 19d Nbw, in samenhang met art 19f, 19g of artikel 19kg lid7, voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of nabij een Natura 2000-gebied (gecombineerd passende beoordeling ecologische aspecten én stikstof) 3.1.7. Een vergunning als bedoeld in art. 19d Nbw, in samenhang met artikel 19h, voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of nabij een Natura 2000-gebied (ontbreken van alternatieven, de aanwezigheid van dwingende reden van groot openbaar belang en compensatie (ADC toets)) 3.1.8. Een besluit waarin met toepassing van de hardheidsclausule wordt afgeweken van de beleidsregels PAS 1.850,00 3.700,00 4.600,00 7.350,00 1.050,00 HOOFDSTUK 4 Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en zwemgelegenheden Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een: 4.1. Aanvraag om een ontheffing als bedoeld in art. 5 van de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en zwemgelegenheden 1.000,00 HOOFDSTUK 5 Ontgrondingenwet Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: 5.1. Een vergunning als bedoeld in art. 3 Ontgrondingenwet (OGW) met een te ontgraven hoeveelheid specie - tot 50.000 m3 met een minimum tarief van - tot 500.000 m3 - tot 1.000.000 m3 - tot 5.000.000 m3 - tot 10.000.000 m3 - voor een hoeveelheid van meer dan 10.000.000 m3 in de vergunning 2.500,00 10.000,00 20.000,00 100.000,00 200.000,00 6
bedraagt het tarief 20,00 voor elke 1.000 m³, of een gedeelte daarvan, te ontgraven specie daar boven. 5.1.1. Een wijziging of vervanging van een vergunning als bedoeld onder 5.1. uitsluitend gericht op verlenging van de geldigheidstermijn 5.1.2. Een wijziging of vervanging van een vergunning als bedoeld onder 5.1. niet uitsluitend gericht op verlenging van de geldigheidstermijn. Indien als gevolg van de wijziging de hoeveelheid te ontgronden specie toeneemt, geldt voor de extra hoeveelheid te ontgronden specie het onder 5.1. genoemde tarief. 5.2. Indien aanvrager verzoekt om coördinatie op grond van de OGW geldt een toeslag op het te betalen tarief van 5.3. Indien een m.e.r. onderdeel is van de vergunningsprocedure wordt, onverminderd de kosten van de commissie m.e.r. als bedoeld in hoofdstuk 9,, het tarief verhoogd met : 5.4. Een verzoek om een beschikking waarbij machtiging wordt verleend als bedoeld in art. 12 OGW 5.5. Voor toepassing van hoofdstuk 5 van deze tarieventabel wordt voor een vergunning en machtiging gezamenlijk nooit meer geheven dan 450,00 2200,00 17.100,00 6.550,00 2.850,00 350.000,00 HOOFDSTUK 6 Wet Ruimtelijke Ordening (Wro) Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: 6.1. Vooroverleg over of het beoordelen van een principeverzoek tot het geheel of gedeeltelijk vaststellen of wijzigen van een inpassingsplan, een wijzigingsplan of andere besluiten gebaseerd op het bepaalde in art. 3:26, eerste en tweede lid en art. 3:6, eerste lid Wro: 6.2. Het geheel of gedeeltelijk vaststellen of wijzigen van een inpassingsplan, een wijzigingsplan of andere besluiten gebaseerd op het bepaalde in art. 3:26, eerste en tweede lid en art. 3:6, eerste lid Wro: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door of namens het college van Gedeputeerde Staten is opgesteld. Indien een aanvraag uiterlijk op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, wordt ingetrokken, worden geen leges in rekening gebracht. 6.3. Indien volgend op het vooroverleg of het principeverzoek als bedoeld 6.1. binnen een jaar voor hetzelfde plan of besluit een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk vaststellen, herzien, wijzigen of uitwerken van het inpassings- of wijzigingsplan in behandeling wordt genomen, wordt het op grond van 6.1. betaalde bedrag verrekend met de leges als bedoeld in 6.2. 500,00 Conform begroting 7
HOOFDSTUK 7 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) 7.1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a) bouwkosten: aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in norm blad NEN 2631, uitgave b) Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; c) Wro: Wet ruimtelijke ordening. 7.2. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan 25% van het tarief dat zou voortvloeien uit hoofdstuk 7 indien sprake zou zijn van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouw- werk als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder a, Wabo. 7.3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder a, Wabo voor het bouwen van een bouwwerk: indien de bouwkosten niet meer bedragen dan 20.000,--; indien de bouwkosten meer bedragen dan 20.000,-- doch niet meer dan 50.000; verhoogd met 1,5% van de bouwkosten min 20.000,--; indien de bouwkosten meer bedragen dan 50.000,-- doch niet meer dan 100.000;--: verhoogd met 3,6% van de bouwkosten minus 50.000,--; indien de bouwkosten meer bedragen dan 100.000,-- doch niet meer dan 400.000,--: verhoogd met 1,3% van de bouwkosten minus 100.000,--; indien de bouwkosten meer bedragen dan 400.000,-- doch niet meer dan 1.000.000,--: verhoogd met 1,5% van de bouwkosten minus 400.000,--; indien de bouwkosten meer bedragen dan 1.000.000,-- doch niet meer dan 5.000.000,--: verhoogd met 0,4% van de bouwkosten minus 1.000.000,--; indien de bouwkosten meer bedragen dan 5.000.000,-- doch niet meer dan 25.000.000,--: verhoogd met 0,1% van de bouwkosten minus 5.000.000,--; indien de bouwkosten meer bedragen dan 25.000.000,--: verhoogd met 0,1% van de bouwkosten minus 25.000.000,-- met 1.918,29 2.398,67 +1,5% 2.877,98 +3.6% 4.796,26 +1.3% 9.113,23 +1.5% 18.227,52 +0.4% 34.893,27 +0.1% 59.191,25 +0.1% 8
een maximum van 80.780,39. Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder a, Wabo voor een op basis van een schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de leges die zijn geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan als bedoeld in hoofdstuk 7.2 verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in dit hoofdstuk 7.3. 7.4. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder a, Wabo wordt verhoogd in verband met een extra toetsing aan welstandscriteria indien zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, met 7.5. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder a, Wabo wordt verhoogd indien de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld indien: een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld, met een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, met 7.6. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder a, Wabo al in behandeling is genomen. 7.7. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder a, Wabo wordt verhoogd, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan: toetsing aan een exploitatieplan als bedoeld in art. 20.10, eerste lid, onder c, Wabo dient plaats te vinden, met aanhouding plaatsvindt ex art. 3.5, eerste lid Wabo, met 7.8. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder c, Wabo tot het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met: een bestemmingsplan of beheers verordening als bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onder a, sub 1, Wabo: een bestemmingsplan of beheers verordening als bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onder a, sub 2, Wabo: een bestemmingsplan of beheers verordening als bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onder a, sub 3, Wabo: 153,00 269,27 269,27 484,69 371,60 371,60 5.331,58 9
een exploitatieplan als bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onder b, Wabo: de regels gesteld krachtens art. 4.1, derde lid, Wro als bedoeld in art. 2.12,eerste lid, onder c, Wabo: de regels gesteld krachtens art. 4.3, derde lid, Wro als bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onder c, Wabo: een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan art. 3.7, vierde lid, tweede volzin, Wro als bedoeld in art. 2.12, eerste lid, onder d, Wabo: een bestemmingsplan of beheers verordening indien de vergunning betrekking heeft op een activiteit voor een bepaalde termijn als bedoeld in art. 2.12, tweede lid, Wabo: 7.9. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in art. 2.1, eerste lid, onder g, Wabo voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheers verordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, dan wel als bedoeld in art. 2.2, eerste lid, onderdeel a, Wabo voor het slopen van een bouwwerk voor zover daarvoor krachtens provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist. 7.10. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning in twee fasen als bedoeld in art. 2.5, eerste lid, Wabo ter zake van de: eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de eerste fase wordt gedaan; tweede fase: 120% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de tweede fase wordt gedaan met in mindering gebracht het bedrag aan leges dat is betaald voor de eerste fase. 7.11. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning die al is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: 5% van de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van de onderliggende vergunning waarop de te wijzigen aanvraag ziet met een minimum van: 1.793,36 5% Minimum 172,34 HOOFDSTUK 8 Luchtvaartwet Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een: 10
8.1. Ontheffing als bedoeld in art. 8a.51 van de Wet luchtvaart (tijdelijk en uitzonderlijk gebruik); locatie gebonden, incidenteel of generiek 8.2. Ontheffing als bedoeld in art. 8a.51 van de Wet luchtvaart (tijdelijk en uitzonderlijk gebruik); eenmalig voor één start en/of één landing op dezelfde dag. 8.3. Luchthavenbesluit/luchthavenregeling als bedoeld in art. 8.43/8.64 eerste lid van de Wet luchtvaart, niet zijnde 'omzettingen' van ontheffingen op grond van art. 14 van de (voormalige) Luchtvaartwet 650,00 100,00 5.450,00 HOOFDSTUK 9 Diversen 9.1. Advies commissie m.e.r. 9.1.1. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van deze tarieventabel bedraagt het tarief, indien de Commissie m.e.r. advies moet uitbrengen over de aanvraag: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door de Commissie m.e.r. is opgesteld. 9.1.2. Indien een aanvraag uiterlijk op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de Commissie m.e.r. aan de aanvrager ter kennis is gebracht, wordt ingetrokken, worden geen leges in rekening gebracht. Conform begroting Arnhem, 8 juli 2015 - zaaknummer 2015-005991 Provinciale Staten van Gelderland voorzitter griffier 11