2013D15451 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. De waarnemend voorzitter van de commissie, Van Veldhoven

Bijgaand doe ik u het verslag toekomen van de Informele Energieraad van 23 en 24 april 2013.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

2014D15295 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

d) EUR-Lex uri=celex:52016dc0860

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

2017D13343 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi. Annemiek Verrips

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

Energiedossiers tijdens het Oostenrijkse voorzitterschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL VAN WET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli Voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Beleidsmix Op zoek naar een optimale beleidsmix. Robert Koelemeijer, PBL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

FACTSHEET EMISSIEHANDEL

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Directie Europese en Internationale Zaken Bezoekadres Postadres Overheidsidentificatienr Ons kenmerk Bijlage(n)

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Wetgevingshandelingen) BESLUITEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EU ETS herziening post Standpunt van de elektriciteitssector. FEBEG. Silvie Myngheer CCIM Stakeholders dialoog

Tweede Kamer der Staten-Generaal

28 november Onderzoek: Klimaattop Parijs

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 18 april 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Datum 10 april 2019 Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele OJCS-raad 16 april 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2016D02499 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal. Geacht Kamerlid,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2017D24289 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Hét groene energieplan voor Nederland

Deze ontvangt u mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Paul Blokhuis.

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV.

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Datum 30 augustus 2012 Betreft Geannoteerde agenda Informele Energieraad, september 2012, Nicosia (Cyprus)

2016D Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

2013D50407 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D36083 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Hieronder treft u aan een samenvatting van de onderwerpen op de agenda van de Transportraad van 11 maart 2013.

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Klimaatakkoord Rijk en UvW

van de heer Hermes Sanctorum, de dames Gwenny De Vroe en Mercedes Van Volcem en de heer Filip Watteeuw

Windmolens voor en na de verkiezingen. Geachte aanwezigen,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

2013D15451 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken hebben enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Economische Zaken over de informele Energieraad die van 23-24 april a.s. in Dublin plaatsvindt. De volledige agenda is opgenomen aan het eind van het verslag. De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Hamer De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Franke nds-tk-2013d15451 1

Inhoudsopgave I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2 Vragen van de leden van de VVD-fractie 2 Vragen van de leden van de PVV-fractie 4 Vragen van de leden van de CDA-fractie 4 II. Antwoord / Reactie van de minister 5 III. Volledige agenda 5 I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen van de leden van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken ten behoeve van het schriftelijk overleg over de informele Energieraad die op 23 en 24 april 2013 onder het Ierse voorzitterschap zal plaatsvinden in Dublin. Deze leden hebben naar aanleiding hiervan een aantal vragen aan de minister. Tijdens de informele Energieraad zal de Europese Commissie haar groenboek «een 2030 raamwerk voor klimaat- en energiebeleid» presenteren. Hierin herhaalt de Commissie haar eerdere bevinding dat broeikasgasemissies in de EU in 2030 met 40% moeten worden gereduceerd om op koers te blijven voor de doelstelling van 2050. Volgens de Commissie is dit doel kosteneffectief, want een lager gerealiseerd percentage voor 2030 zou leiden tot hogere klimaatkosten op de langere termijn. Er zou dan immers op het laatst in korte tijd meer reductie moeten worden gerealiseerd. De leden van de VVD-fractie twijfelen aan deze redenering. De achterliggende gedachte gaat volgens hen voorbij aan het innovatieve potentieel van hernieuwbare energie. Door innovatie zullen toekomstige technieken waarschijnlijk efficiënter zijn en daarmee meer kosteneffectief. Dat zou betekenen dat het emissiereductie-pad naar 2050 niet lineair zal verlopen, maar progressief. Want, naar mate de tijd vordert is emissiereductie gemakkelijker te realiseren door voortschrijdende technische mogelijkheden. Hoe staat de minister tegenover deze gedachtegang? Is het wat hem betreft nodig om nog eens kritisch te kijken naar het opgelegde emissie-pad? De leden van de VVD-fractie zien dat de klimaatwetenschap zich ontwikkelt. De laatste jaren lijkt de geschatte opwarming van de aarde een ander pad te volgen dan vaak aangenomen. Voor deze leden werpt dit de vraagt op of een herbezinning nodig is op de enorm ambitieuze doelstellingen die we onszelf opleggen in Europees verband. Met een dergelijke herbezinning komt ook het hiervan afgeleide klimaat- en energieraamwerk voor 2030, dat de Commissie voorstelt, in een ander licht te staan. De leden van de VVD-fractie vragen hoe de minister hier tegenaan kijkt? Deelt hij de twijfels van de leden van de VVD-fractie? Is hij bereid tijdens de Raad te informeren of de collega s van andere lidstaten de twijfels van deze leden delen? Verder vragen de leden van de VVD-fractie in hoeverre het gevoerde klimaatbeleid de internationale concurrentiepositie schaadt, zolang geïmporteerde CO 2 -emissies niet worden meegeteld. De leden van de VVD-fractie lezen dat de discussie tijdens de Raad zal gaan over de vraag hoe de doelstellingen voor het terugdringen van broeikasgassen, het gebruik van hernieuwbare energie en energiebesparing na het jaar 2020 moeten worden vormgegeven. Het lijkt de leden 2

van de VVD-fractie echter geen goed idee om een woud aan doelstellingen te gaan bedenken. Hoe meer doelen, des te meer overheidssturing. Dit betekent nog weer meer beleid, meer kosten en meer kans op allerlei onvoorziene gevolgen van dat beleid. Als het de wens is om CO 2 te reduceren, dan zou dat wat betreft de leden van de VVD-fractie dan ook het enige doel van beleid moeten zijn. Graag horen de leden van de VVD-fractie hoe de minister aankijkt tegen het risico van een veelheid aan doelen. De leden van de VVD-fractie lezen met instemming dat de minister vindt dat het klimaat- en energiebeleid voor 2030 rekening moet houden met de concurrentiekracht van de Europese economie. Deze leden onderschrijven deze inzet volledig. Wel zien zij hier een groot spanningsveld met de bovengenoemde ambitieuze klimaat- en energiedoelen en de mogelijke hoeveelheid van onderliggende subdoelen. Hoe denkt de minister het op peil houden van onze concurrentiekracht te combineren met al die mogelijke energiedoelstellingen? De leden van de VVD-fractie lezen dat de minister een versterkt emissiehandelssysteem nastreeft dat zorgt voor minder CO 2 -uitstoot en dat tegelijkertijd investeringen in koolstofarme technologieën bevordert. Daarvoor moet volgens de minister het emissieplafond na 2020 worden aangescherpt. De minister wil daarom een hogere jaarlijkse reductiefactor van het ETS-plafond. Dat sluit immers het meest aan bij het lange termijn pad op weg naar 2050. Het kabinet pleit in de lopende Europese onderhandelingen daarom voor uitstel van de CO 2 -veilingen (backloading). Dit is echter een ingreep die het ETS op zichzelf niet beter laat functioneren. Wat zijn de opvattingen en plannen van de minister om te komen tot een echt werkend ETS? De VVD-fractieleden lezen dat de Raad verder zal spreken over de interne energiemarkt. Wat betreft de Commissie is de positie van (kwetsbare) consumenten op de energiemarkt een van de grootste uitdagingen. Tegelijkertijd leidt de zware focus van de Commissie op het instellen van allerlei doelstellingen voor hernieuwbare energie en energiebesparing tot stevige prijsstijgingen van energie. Wat betreft de leden van de VVD-fractie conflicteren de doelstellingen dus met elkaar. Deelt de minister deze zienswijze? Zo ja, vindt hij dit een punt om met zijn collega s in Dublin te bespreken? De Raad zal ook spreken over het effect van onconventionele olie en gas op de energieprijzen. Deze discussie is door de recente ontwikkelingen omtrent schaliegas zeer actueel geworden. De leden van de VVD-fractie lezen dat de Commissie in het najaar met een mededeling komt dat een gemeenschappelijk kader zal bieden en de exploratie van Europese onconventionele olie en gas kan stimuleren. Deze leden denken dat het, gezien de zeer verschillende opvattingen onder lidstaten over schaliegas, moeilijk zal worden de lidstaten op één lijn te krijgen. Wat zal de inbreng van de minister zijn in deze discussie? Wat vindt hij van de betrokkenheid van de Commissie hierbij? In hoeverre kan de minister vasthouden aan zijn eigen energiebeleid en schaliegas gaan winnen mocht uit onderzoek blijken dat dat in Nederland veilig kan? De VVD-fractieleden lezen dat de Raad zal worden afgesloten met een discussie over de economische effecten van een toenemend aandeel hernieuwbare energie op de elektriciteitsmarkt. Zij onderschrijven de inzet van de minister dat hernieuwbare energie volledig onderdeel moet worden van de interne energiemarkt en dat stimulering van hernieuwbare energie meer vanuit een Europees perspectief moet worden bezien. Zij lezen ook dat Nederland het initiatief van de Commissie steunt om over te 3

gaan tot uitwisseling van best practices tussen lidstaten en waar nodig te streven naar de hervorming van nationale steunregimes. Welke best practices zal Nederland aandragen? Kan de minister voorbeelden geven van de hervormingen van nationale steunregimes waaraan hij denkt? Vragen van de leden van de PVV-fractie De leden van de PVV-fractie hebben met veel ongenoegen kennisgenomen van de agenda van de informele Energieraad. Alleen de titel van het groenboek is voor deze leden al voldoende reden om het ongezien in de open haard te gooien. Een energiebeleid dat louter is opgehangen aan klimaatbeleid zonder dat er ook maar enig oog is voor de zeer ingrijpende economische consequenties dient namelijk niet serieus genomen te worden. Tekenend is ook dat er kennelijk nu pas in deze informele setting, zonder dat er een concreet voorstel op tafel ligt, gesproken wordt over de forse consequenties voor de concurrentiepositie van met name de energie-intensieve industrie. Terwijl de doelstellingen voor de reductie van broeikasgassen allang zijn vastgelegd en het daaraan gekoppelde verduurzamingsbeleid reeds is ingezet. De leden vragen dan ook of de genoemde normen in het groenboek ter discussie staan op de energieraad? Zeker nu blijkt dat om deze normen te halen de concurrentiepositie van de energie-intensieve industrie en de daarmee gepaard gaande werkgelegenheid nog verder wordt aangetast? Overigens willen de leden de minister ook verzoeken om zijn collega s in Brussel ervan op de hoogte te stellen dat de verplichte verduurzaming tot nog toe in bijvoorbeeld Duitsland alleen maar tot meer CO 2 -uitstoot heeft geleid. Terwijl een land als de Verenigde Staten dat de Kyoto-afspraken negeert, kiest voor economische groei ter faveure van verduurzaming en zich niet bezighoudt met dergelijke normen de CO 2 -uitstoot de laatste jaren juist is afgenomen. Is de minister hiertoe bereid en welke consequenties trekt de minister uit deze gegevens? Verder vragen deze leden of het principe van backloading niet tegenstrijdig is met de zorgen die landen uiten ten aanzien van hun concurrentiepositie, omdat daardoor indirect de energieprijzen hoger worden. Immers, het is niet zo dat de gesubsidieerde windmolens nu stil staan, maar het zijn vooral de duurdere gascentrales die nu stil staan. Indien dus kunstmatig de kolenprijs wordt verhoogd door middel van backloading zal er dus nog steeds evenveel gebruik gemaakt worden van de gesubsidieerde windenergie. Echter, er zal wel meer gebruikt gemaakt worden van het duurdere gas in plaats van kolen waardoor de algehele energieprijs stijgt en de concurrentiepositie dus verder verslechtert. Deelt de minister deze analyse en zo nee, waarom niet? Tenslotte zijn deze leden erg benieuwd waar de eventuele hogere ETS-opbrengsten terecht komen? Komen die op de EU-begroting of worden die teruggegeven aan de desbetreffende lidstaten en hun belasting betalende burgers en bedrijven? Vragen van de leden van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie hebben de onderstaande vragen over de geannoteerde agenda van de informele energieraad 23-24 april. Het kabinet wil dat de contouren van het klimaat- en energiebeleid voor 2030 rekening houden met de concurrentiekracht van de Europese economie. Kan de minister deze stelling toelichten en waarin zit de specifieke concurrentiekracht wat het kabinet betreft in Europees en nationaal verband? Welke innovatieve en technologische kansen liggen er voor Nederland in dit verband? 4

In de geannoteerde agenda wordt gesproken over het waarborgen van een gelijk speelveld voor de internationaal concurrerende industrie. Is de minister van plan aandacht te vragen voor het feit dat het speelveld nu niet altijd gelijkwaardig is? Deelt de minister de mening dat energiebesparende en milieu-efficiëntie investerende industriële ondernemers op gelijke gronden moeten kunnen concurreren binnen de Europese Unie? In het verlengde hiervan vragen de leden van de CDA-fractie aandacht voor anti-dumping maatregelen van de EU die ten koste gaan van onze hoogwaardige industrieën. Deze leden vragen een reactie hierop. De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan voor het vernieuwen van de handelsverdedigingsinstrumenten (Modernisation of the EU s Trade Defence Instruments). Wat is het oordeel van de minister over dit voorstel? Welke zaken kunnen op korte termijn al worden verbeterd? De leden van de CDA-fractie delen de mening dat consumenten voldoende mogelijkheden moeten hebben om energieverbruik en energiekosten te beïnvloeden. Zet de minister hierbij in op een regionale aanpak of op een EU-brede aanpak? Waar ziet de minister belemmeringen voor kleinschalige projecten in dit bredere kader en hoe kunnen deze worden weggenomen? II. Antwoord / Reactie van de minister III. Volledige agenda 1. Brief regering minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp 5 april 2013 Geannoteerde agenda Informele energieraad 23-24 april 2013 2013Z06908 2. Brief regering minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp 13 maart 2013 Verslag Energieraad 22 februari 2013 21501-33-411 5