Inspectierapport 't Kasteeltje, locatie Kempenland (BSO) Kempenlandstraat 1 5262GK VUGHT Registratienummer 222188935 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Vught Datum inspectie: 07-11-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 17-11-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 7 Veiligheid en gezondheid... 8 Inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 12 Gegevens toezicht... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang 't Kasteeltje locatie Kempenland maakt onderdeel uit van Kindercentrum Tasseron B.V. De buitenschoolse opvang is gevestigd in een vrijstaand pand op de eerste verdieping. In hetzelfde pand wordt op de begane grond opvang geboden aan het kinderdagverblijf. De verdieping waar de buitenschoolse opvang zich bevindt, bestaat uit één grote ruimte met aangrenzend kleine thema ruimtes. In de grote ruimte wordt onder andere gegeten en geknutseld. De kleine aangrenzende ruimtes zijn passend ingericht. De ruimtes worden gebruikt als: computerruimte, luchtkasteelruimte, ontspanningsruimte en timmerruimte. Tijdens dit onaangekondigde inspectiebezoek heerste een aangename en ontspannen sfeer op de groep. De kinderen hadden het zichtbaar naar hun zin. De pedagogisch medewerkers verleenden alle medewerking aan de inspectie. Inspectiegeschiedenis In 2014 & 2015 zijn geen overtredingen geconstateerd. Huidige bevindingen: Pedagogisch klimaat: Pedagogische praktijk, laat een ruim voldoende beeld zien, de leidsters zijn bekend met de kinderen, de kinderen zijn vrij genoeg om zelf te bepalen wanneer ze steun wensen van de beroepskrachten, vrij en geleid spel is voldoende in balans. Personeel en groepen: De VOG's van de aanwezige beroepskrachten voldoen; De diploma's van de aanwezige beroepskrachten voldoen; De beroepskracht-kindratio is in orde. Veiligheid en gezondheid: De meldcode is bekend bij beroepskrachten; De RIE's veiligheid en gezondheid voldoen aan de getoetste voorwaardes. Conclusie: Tijdens het huidige onderzoek is geconstateerd dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen met betrekking tot het domein pedagogisch klimaat. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: Pedagogisch beleid Pedagogische praktijk Voor de beoordeling van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk, versie december 2014. Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Conclusie: Het kindercentrum voldoet aan alle onderzochte voorwaarden van het onderdeel pedagogisch klimaat. Pedagogisch beleid Ten tijde van de inspectie stond de BSO aan de vooravond van een verandering van de werkwijze van de basisgroepen en het mogelijk gebruik van een lokaal op de benedenverdieping. Afgesproken is dat er een aantal weken wordt bekeken of de nieuwe werkwijze passend is voor de kinderen. Zodra de werkwijze zijn doorgang vind dient deze te worden aangepast in het locatiewerkplan. Pedagogische praktijk Het pedagogisch beleidsplan en het pedagogisch handelen worden tijdens teamvergaderingen besproken. Tijdens de pedagogische observatie beoordeelt de toezichthouder of bij buitenschoolse opvang 't Kasteeltje locatie Kempenland de vier basisdoelen (emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, overdracht van normen en waarden) uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen worden gewaarborgd. Onderstaande voorbeelden en beschrijvingen per basisdoel dienen ter onderbouwing van de conclusies. De beoordeling van de pedagogische praktijk is gebaseerd op observaties in de groep tijdens het vrij spel en het buiten spelen. Emotionele veiligheid Als een kind zich veilig voelt, gaat het op ontdekking uit en durft het nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt zelfvertrouwen en door positieve ervaringen kan een kind innerlijke groei doormaken. De beroepskrachten communiceren met de kinderen. De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen de kinderen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden zoals hun karakter, waar ze moeite me hebben. In het contact met het kind wordt die kennis ook gebruikt. 4 van 13
Tijdens het spel/knutselen aan tafel krijgt elk kind de ruimte om te vertellen over wat ze in het weekend meegemaakt hebben. Hierbij luistert zowel de beroepskrachten als de andere kinderen aandachtig en stellen belangstellend vragen. De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Persoonlijke competentie Met het begrip persoonlijke competentie wordt gedoeld op brede persoonskenmerken van een kind, zoals veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Dit stelt een kind in staat om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. De kinderen hebben de mogelijkheid om zich te ontspannen en schooldrukte af te reageren. Ze mogen zelf een activiteit kiezen die past bij hun interesse. Een wat groter kind mag zelfstandig gebruik maken van het technieklokaal, terwijl anderen kiezen voor het springkussenlokaal of de computers. Kinderen mogen zelf kiezen wat ze willen doen. Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. De buitenschoolse opvang 't Kasteeltje bestaat uit verschillende themakamers en een grote ruimte met verschillende hoeken. Er is voldoende speelmateriaal voor verschillende leeftijden aanwezig zoals bouwmateriaal, puzzels, boeken, spellen, knutselmateriaal, huishoek, verkleedkleren, voetbalspel etc. De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een zelfgekozen activiteit. Ze hoeven nauwelijks geholpen te worden. Soms hebben ze even een kleine suggestie nodig, zoals "Wat wil jij gaan doen?" Dat is voldoende om kinderen weer op weg te helpen. Sociale competentie Het begrip sociale competentie omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, bijvoorbeeld zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leeromgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot personen die goed functioneren in de samenleving. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie: De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen zoals samen spelletjes buiten doen. Beroepskrachten helpen kinderen om 'conflictjes' op te lossen. Ze bieden de kinderen de kans om uit te leggen wat er gebeurd is en vertellen waarom iets niet kan. De beroepskrachten geven aan wat wel de bedoeling is. Overdracht van normen en waarden Kinderen moeten de kans krijgen om zich de waarden en normen, de cultuur eigen te maken van de samenleving waarvan zij deel uitmaken. Kinderopvang biedt een breder samenleving dan het gezin; kinderen komen in aanraking met andere aspecten van de cultuur en de diversiteit die onze samenleving kenmerkt. De groepssetting biedt daarom, in aanvulling op de socialisatie in het gezin, heel eigen mogelijkheden tot socialisatie en cultuuroverdracht. Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen. De beroepskrachten geven het goede voorbeeld met betrekking tot een gezonde leefstijl. Zij eten ook fruit en groente tijdens het eetmoment en doen ook mee tijdens de buitenactiviteiten. 5 van 13
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. Tasseron) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 6 van 13
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: Verklaringen omtrent het gedrag Beroepskwalificaties Opvang in groepen Beroepskracht-kindratio Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Conclusie Het kindercentrum voldoet aan alle onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en groepen. Verklaring omtrent het gedrag De houder beschikt over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Alle tijdens de inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over een geldige VOG en zijn opgenomen in de continue screening. Ten tijde van de inspectie zijn er geen vrijwilligers, stagiaires of uitzendkrachten werkzaam, deze voorwaarde is daarom niet beoordeeld. Passende beroepskwalificatie Alle tijdens de inspectie aanwezige beroepskrachten beschikken over een passend diploma conform cao kinderopvang. Opvang in groepen Buitenschoolse opvang 't Kasteeltje locatie Kempenland heeft op dit moment vier basisgroepen: de vier basisgroepen zijn voor maximaal 20 kinderen van 4 tot 12 jaar. De indeling van de basisgroepen gaat mogelijk veranderen, zodra dit gebeurd dient dit ook in alle documenten (en website) doorgevoerd te worden. Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de inspectie waren er 62 kinderen aanwezig welke begeleid werden door 7 beroepkrachten. Tevens laten de ingeziene presentielijsten en roosters een voldoende inzet van personeel voor het aantal kinderen zien. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. Tasseron) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 7 van 13
Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Veiligheid en gezondheid. Binnen dit domein worden de volgende onderdelen getoetst: Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling; Per aspect wordt eerst de praktijk beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Conclusie: Het kindercentrum voldoet aan alle onderzochte voorwaarden met betrekking tot veiligheid en gezondheid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd op 23 juni 2016. De risico-inventarisaties hebben betrekking op de situatie bij de huidige inspectie. De risicoinventarisatie veiligheid is uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Naar aanleiding van de risico-inventarisaties zijn actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. Protocollen worden besproken op het teamoverleg. Er is een ongevallenregistratie aanwezig. Aandachtspunt: Op moment dat er dingen uitgesloten worden dan wordt er een opmerking toegevoegd om verschil van interpretatie te voorkomen. Dit is met de beroepskracht die de huidige RIE's ingevuld heeft besproken tijdens de inspectie en nadien tevens met de houder teruggekoppeld. Meldcode kindermishandeling De houder hanteert de meest recente versie van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De sociale kaart is ingevuld en aanpassingen zijn naar de eigen organisatie doorgevoerd. Binnen de organisatie zijn aandachtsfunctionarissen aangesteld. De houder besteedt tijdens teamvergaderingen aandacht aan de meldcode. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. Tasseron) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Meldcode kindermishandeling 8 van 13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 13
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) 10 van 13
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : 't Kasteeltje, locatie Kempenland Website : http://www.t-kasteeltje.nl Aantal kindplaatsen : 90 Gegevens houder Naam houder : Kindercentrum Tasseron BV Adres houder : Halder 20 Postcode en plaats : 5271VK SINT-MICHIELSGESTEL Website : www.tkasteeltje.nl KvK nummer : 17200876 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : Sabine van der Ploeg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Vught Adres : Postbus 10100 Postcode en plaats : 5260GA VUGHT Planning Datum inspectie : 07-11-2016 Opstellen concept inspectierapport : 14-11-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 17-11-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 17-11-2016 Verzenden inspectierapport naar : 17-11-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 08-12-2016 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 13 van 13