25-09-2014 Schoolondersteuningsprofiel 27UC OBS de Meander
INHOUDSOPGAVE TOELICHTING 3 DEEL I INVENTARISATIE 6 1. Typering van de school 6 2. Kwaliteit basisondersteuning 7 3. Basisondersteuning 8 4. Deskundigheid voor ondersteuning 10 5. Ondersteuningsvoorzieningen 11 6. Voorzieningen in de fysieke ruimte 12 7. Samenwerkende ketenpartners 13 DEEL II ANALYSE EN BELEID 14 1. Basisondersteuning 15 2. Ondersteuningsdeskundigheid (intern en extern) 16 3. Ondersteuningsvoorzieningen 17 4. Voorzieningen in de fysieke omgeving 17 5. Samenwerkende ketenpartners 18 Eventuele opmerkingen 19 DEEL III VASTSTELLING EN ONDERTEKENING 20 BEGRIPPEN EN AFKORINGEN 21 2
TOELICHTING Met het schoolondersteuningsprofiel wil de Meander in beeld brengen welke (extra) ondersteuning wij onze leerlingen bieden. Ook geeft de school aan welke stappen zij gaat zetten om de ondersteuning op onze school te verbeteren. Daarmee worden ook de mogelijkheden van het onderwijs duidelijk. Het profiel is samengesteld door de directie, de intern begeleiders en de leraren van de school. Na advies van de MR is het profiel door het schoolbestuur vastgesteld. Het schoolondersteuningsprofiel maakt onderdeel uit van het schoolplan. De ouders van onze school worden over de mogelijkheden voor (extra) ondersteuning op onze school geïnformeerd in de schoolgids. Het profiel wordt in de toekomst verder (door)ontwikkeld en getoetst en kent de volgende indeling: DEEL I INVENTARISATIE De inventarisatie bestaat uit de volgende onderdelen: een korte typering van onze school de kwaliteit van onze basisondersteuning de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt de voorzieningen die onze school heeft om leerlingen extra ondersteuning te bieden de voorzieningen in de fysieke omgeving de samenwerkende ketenpartners belangrijke kengetallen van onze school. De onderdelen worden hieronder kort toegelicht. Een korte typering van onze school Het schoolondersteuningsprofiel begint in hoofdstuk 1 met een korte typering van de school en van de ondersteuning die de school biedt aan leerlingen met extra onderwijsbehoeften. De kwaliteit van de basisondersteuning Dagelijks geven de leraren onderwijs aan de leerlingen. Daarbij houdt de school rekening met de onderwijsbehoeften van de leerlingen en biedt waar nodig ondersteuning. Basisondersteuning is de ondersteuning die alle scholen moeten bieden en vormt een integraal onderdeel van het onderwijs en het aanbod van elke school. De basisondersteuning is afgeleid van de kwaliteitseisen die de inspectie hanteert bij het toezicht op scholen, van de aandachtspunten uit het referentiekader van de PO-Raad (zoals preventieve maatregelen en lichte vormen van hulp) en van de afspraken die door besturen zijn gemaakt. De basisondersteuning bestaat uit vijf domeinen met een aantal ijkpunten: 1 Onderwijs: a. Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving b. De school heeft continu zicht op de ontwikkelingen van leerlingen c. Het personeel werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de ontwikkelingsperspectieven van leerlingen d. Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken e. Het personeel werkt continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties 2 Begeleiding: a. Voor alle risicoleerlingen is een ambitieus ontwikkelingsperspectief vastgesteld b. De school draagt leerlingen zorgvuldig over c. Ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de ondersteuning 3 Beleid: a. De school voert een helder beleid op het terrein van de leerlingenzorg b. De school heeft haar onderwijszorgprofiel vastgesteld 3
c. De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de leerlingenzorg en past het beleid zo nodig aan 4 Organisatie: a. De school heeft een effectieve interne zorgstructuur b. De school heeft een effectief zorgteam 5 Resultaten a De tussenopbrengsten en de eindopbrengsten liggen ten minste één maal in de drie jaar op het niveau dat volgens de instroomgegevens mag worden verwacht. Beschikbare deskundigheid voor ondersteuning Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt de school over specifieke deskundigheid. Er is een onderscheid gemaakt in deskundigheid die de school zelf in huis heeft (interne deskundigheid) en deskundigheid die de school, indien nodig, kan halen van buiten (externe deskundigheid). Ondersteuningsvoorzieningen Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, kan het nodig zijn extra ondersteuningsvoorzieningen of groepen te organiseren. Voorzieningen in de fysieke omgeving Hierbij inventariseert de school welke voorzieningen er binnen het gebouw aanwezig zijn en wat de kwaliteit daarvan is. Samenwerkende ketenpartners De school geeft in de inventarisatie een overzicht van de partners waarmee zij samenwerkt, ten behoeve van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Belangrijke kengetallen van onze school Tot slot zijn zijn in de inventarisatie een aantal algemene kengetallen van onze school opgenomen over onze leerlingen en hun ondersteuningsbehoeften. DEEL II ANALYSE EN BELEID Inhoud van de analyse In het eerste deel is beschreven welke (extra) ondersteuning de school biedt aan ouders en leerlingen en wat daarvan de kwaliteit is. Op basis van die inventarisatie heeft de school haar leerlingzorgkenmerken geanalyseerd, een aantal conclusies getrokken en plannen gemaakt voor de toekomst. Deze conclusies en plannen zijn in deel II van dit schoolondersteuningsprofiel beschreven en vastgelegd. De analyse geeft voor de onderdelen 1) basisondersteuning, 2) ondersteuningsdeskundigheid, 3) ondersteuningsvoorzieningen, 4) voorzieningen in de fysieke omgeving en 5) samenwerkende ketenpartners een antwoord op de volgende vragen: 1 Beeldvorming: wat zien we als we het geheel overzien: wat wij als school hebben en doen, wat wij in gang hebben gezet, de plannen voor de komende twee jaar en het gemiddelde van het samenwerkingsverband en/of bestuur? 2 Oordeelsvorming: wat vinden wij van het geschetste beeld, tegen de achtergrond van onze missie, visie, doelstellingen? 4
3 Besluitvorming: wat gaan wij doen, welke concrete activiteiten gaan wij de komende periode oppakken? Wij hebben daar met name aandacht besteed aan de aspecten waar het team extra professionalisering nodig acht. Vervolgstappen De school heeft de samenvatting van de activiteiten die zij gaat uitvoeren (de resultaten van de besluitvorming uit de analyse), opgenomen in de onderwijszorgparagraaf van het schoolplan 2015-2019 en concreet uitgewerkt in de jaarplannen leerlingenzorg 2015 t/m 2019 De school heeft tot slot een samenvatting gemaakt van het schoolondersteuningsprofiel voor de schoolgids. Op die manier krijgen ouders, leerlingen en andere partijen inzicht in de mogelijkheden voor extra ondersteuning op de Meander. DEEL III VASTSTELLING EN ONDERTEKENING Het schoolondersteuningsprofiel moet tenminste één keer in de vier jaar worden vastgesteld door het bevoegd gezag. Daarbij heeft de MR adviesrecht. Het derde en laatste deel laat de vaststelling en ondertekening zien. 5
DEEL I INVENTARISATIE 1 Typering van de school Openbare basisschool de Meander is een traditionele basisschool met circa 500 leerlingen verdeeld over negentien groepen en twee locaties, te weten vijf groepen 1-2, drie groepen 3, twee groepen 4, twee groepen 5, drie groepen 6, twee groepen 7 en twee groepen 8. Op de kleutergroepen na, zijn alle groepen ongecombineerde leeftijdsjaargroepen. (stand van zaken op 01-08-2014) De leerlingpopulatie heeft een leerlinggewicht van grotendeels 0. Het opleidingsniveau van de ouders ligt gemiddeld genomen tussen MBO en HBO niveau. Het aantal leerlingen met een rugzak is twee. (stand van zaken op 01-08-2014) Het onderwijsteam bestaat uit 40 personeelsleden, waaronder een fulltime directeur, twee teamleiders (voor respectievelijk de onder- en de bovenbouw), twee parttime intern begeleider (master SEN opgeleid), een fulltime conciërge, een parttime administratief medewerkster, een parttime onderwijsassistent ICT en 32 parttime en/of fulltime leerkrachten. Het merendeel van de leerkrachten is van het vrouwelijk geslacht. Naast genoemde vaste personeelsleden zijn een aantal vrijwilligers werkzaam op het terrein van administratie en T.S.O. (tussen schoolse opvang) De school hanteert de missie voor ieder kind het beste resultaat, waarbij middels het model van de interactieve gedifferentieerde directe instructie (IGDI), de leerlingen op maat de leerstof krijgen aangeboden. 6
2 Kwaliteit basisondersteuning Deze figuur laat in de linkerkolom de gemiddelde score van de school per categorie zien. In de rechterkolom kan de school score worden vergeleken met het gemiddelde van alle scholen. De gemiddelden zijn omgezet in een cijfer op een tienpuntensschaal. 7
3 Basisondersteuning Deze figuur geeft de beoordelingen weer van de school op specifiek op de basisondersteuning gerichte indicatoren. In de rechterkolom wordt de specifieke beoordeling van de school vergeleken met de percentages, zoals deze verhoudingsgewijze verdeeld zijn over het gehele bestuur. 8
3. Basisondersteuning (vervolg) Deze figuur geeft de beoordelingen weer van de school op specifiek op de basisondersteuning gerichte indicatoren. In de rechterkolom wordt de specifieke beoordeling van de school vergeleken met de percentages, zoals deze verhoudingsgewijze verdeeld zijn over het gehele bestuur. 9
4 Deskundigheid voor ondersteuning In deze figuur staan de beoordelingen van de school aangegeven. In de twee kolommen rechts staat het percentage scholen dat over een specifieke deskundigheid beschikt, vermeld en de beoordeling van de kwaliteit van genoemde deskundigheid 10
5 Ondersteuningsvoorzieningen Deze figuur laat zien welke voorzieningen er binnen de school aanwezig zijn. Ook laat het overzicht zien hoe de scholen binnen het gehele bestuur op de kwaliteit van de voorziening scoren. 11
6 Voorzieningen in de fysieke omgeving Deze figuur laat zien welke voorzieningen zijn aangebracht in en aan het gebouw. Ook laat het overzicht zien hoe de overige scholen binnen het bestuur op de kwaliteit van de voorziening scoren. 12
7 Samenwerkende ketenpartners Deze figuur laat zien met welke partners de school samenwerkt. Ook laat het overzicht zien hoe intensief de samenwerking is binnen het gehele bestuur. 13
DEEL II ANALYSE EN BELEID Inhoud van de analyse In het eerste deel heeft de school beschreven welke (extra) ondersteuning zij biedt aan ouders en leerlingen en wat daarvan de kwaliteit is. Op basis van die inventarisatie heeft zij de gegevens geanalyseerd, een aantal conclusies getrokken en plannen gemaakt voor de toekomst. Deze conclusies en plannen zijn in deel II van dit schoolondersteuningsprofiel beschreven en vastgelegd. De analyse geeft voor de onderdelen 1) basisondersteuning, 2) ondersteuningsdeskundigheid, 3) ondersteuningsvoorzieningen, 4) voorzieningen in de fysieke omgeving en 5) samenwerkende ketenpartners een antwoord op de volgende vragen: 1 Beeldvorming: wat heeft school op het terrein van de leerlingenzorg te bieden in vergelijking met de overige scholen binnen het samenwerkingsverband? 2 Oordeelsvorming: wat vinden de school van het geschetste beeld, tegen de achtergrond van haar missie, visie, doelstellingen? 3 Besluitvorming: wat gaan de school doen, welke concrete activiteiten gaat zij de komende periode oppakken? Vervolgstappen De school heeft de samenvatting van de activiteiten die zij gaat uitvoeren (de resultaten van de besluitvorming uit de analyse) algemene zin opgenomen in de onderwijszorgparagraaf van het schoolplan 2015-2019 en in concrete stappen opgenomen in de jaarplannen leerlingenzorg 2015 t/m 2019. In het hoofdstuk rond de leerlingenzorg in de schoolgids van de school verwijst de school naar het schoolondersteuningsprofiel. Het profiel is gepubliceerd op de website van de school. Op deze manier krijgen ouders, leerlingen en andere partijen inzicht in de mogelijkheden en onmogelijkheden voor extra ondersteuning op de Meander. 14
1. Basisondersteuning Beeldvorming Wat zien wij? O.b.s. de Meander heeft veel te bieden op het terrein van de leerlingenzorg en kan, middels het IGDI instructiemodel, leerlingen in drie niveaugroepen begeleiden, te weten op het terrein van de basisondersteuning voor de gemiddelde leerlingen, op het terrein van extra ondersteuning (extra leertijd, instructietijd en specifieke leerstofinhoud) voor leerlingen die een ontwikkelingsachterstand*) hebben en tot slot op het terrein van uitdagende leerstof voor leerlingen met een grote tot uitzonderlijke grote ontwikkelingsvoorsprong. Daarnaast kan de Meander ondersteuning bieden aan leerlingen met een lichte gedragsproblematiek. Met betrekking tot de ondersteuning van leerlingen met een fysieke beperking heeft de Meander beperkte mogelijkheden. Afhankelijk van de aard of ernst van de beperking kan slechts in enkele gevallen afdoende ondersteuning worden geboden. De school kan geen ondersteuning bieden aan leerlingen die een agressieve gedragsstoornis vertonen. (Het gaat hier om leerlingen die letsel (fysiek en psychisch) aanbrengen aan andere leerlingen of aan leerkrachten of leerlingen die de schoolomgeving beschadigen) De school constateert de laatste jaren een veranderende mentaliteit en werkhouding bij de leerlingen. Een steeds groter wordende categorie leerlingen heeft moeite met samenwerken en op een sociaal aanvaardbare wijze met elkaar om te gaan. De school tracht middels groepsvormende activiteiten, genoemd socialiseringsproces om te buigen in sociaal aanvaardbaar gedrag en tracht daardoor een duurzame en constructieve samenwerking tussen de leerlingen te bewerkstelligen. *) De school biedt extra ondersteuning aan kinderen die aan het eind van de schoolloopbaan minimaal het niveau CITO eind groep 6 kunnen behalen. Oordeelsvorming Wat vinden wij? De school specialiseert zich op dit moment op het terrein van excellent leren. Op dit terrein dient de signalering en de specifiek op deze doelgroep gerichte instructie nog verder geoptimaliseerd te worden. Daarnaast is het van belang alle niveau-groepen leerlingen die instructie en leerstof aan te bieden die past bij de leerstijlen en specifieke onderwijsbehoeften van genoemde leerlingen. Dit laatste verdient nog specifieke inoefening en training. Het werken met ontwikkelingsperspectieven zou hierbij ondersteunend kunnen werken. Een specifiek ontwikkelingsperspectief kan voor specifieke (zorg)leerlingen, als evaluatie-instrument voor een optimale ontwikkeling worden gehanteerd, en is daarmee voor de leraar/lerares een graadmeter m.b.t. de gekozen ondersteuning. De school dient zich de komende jaren naast de ontwikkeling op cognitief terrein 15
ook te ontwikkelen op het terrein van de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. (groepsvorming, omgaan met elkaar) en de creatieve ontwikkeling. Besluitvorming Wat gaan wij doen? De school gaat zich verder ontwikkelen op het terrein van excellent leren. Met name op het terrein van signaleren en instructiemethodiek. Tevens zal scholing plaatsvinden op het terrein van het gedifferentieerd aanbieden van de leerstof, middels gedifferentieerde en effectieve instructiemodellen en gerichte leerstof op maat. Genoemde onderdelen zullen in de komende twee jaar tijdens de teamscholing rond begrijpend lezen centraal staan. Daarnaast zal de school zich binnen de leerlingenzorg verder ontwikkelen m.b.t. het samenstellen en hanteren van ontwikkelingsperspectieven voor met name de specifieke zorgleerlingen **) van de school. Ten slotte zal de school zich zelfstandig, maar ook in Brede School verband verder ontwikkelen m.b.t. het optimaliseren van een veilige leeromgeving, waarin de leerlingen respectvol met elkaar om gaan. **) specifiek zorgleerlingen zijn leerlingen waarbij een specifieke ondersteuning, vaak m.b.v. externe ondersteuning, is vereist. 2. Ondersteuningsdeskundigheid (intern en extern) Beeldvorming Wat zien wij? Oordeelsvorming Intern kan de school extra specialistische ondersteuning bieden op het terrein van lezen/taal. De school heeft hiervoor leesspecialist (op master niveau opgeleid) in dienst. Daarnaast heeft de school de beschikking over een parttime en specifiek opgeleide remedial teacher. Deze kan worden ingezet voor een wtf 0,2342 (1 dag) en biedt gerichte hulp aan een beperkt aantal leerlingen met een ontwikkelingsachterstand. De hulp bestaat uit een wekelijkse inoefening van de problematiek en het maken van een weekprogramma, dat de leerling gedurende de week dagelijks in de eigen groep dient uit te voeren. De klassenleraar heeft hierbij een begeleidende taak. Afhankelijk van de aanwezigheid van een LIO (leraar/lerares in opleiding) kan de school een of meerdere leraren vrij stellen van lesgevende taken en kunnen zij worden ingezet voor extra specifieke hulp aan leerlingen. Genoemde hulp wordt, onder supervisie van, de remedial teacher, uitgevoerd en vindt plaats middels de systematiek die hierboven is beschreven. De school heeft, naast de lees/taal specialist en de remedial teacher, twee intern begeleiders, die op master niveau zijn opgeleid en beiden specifieke kennis hebben m.b.t. de reguliere gedrags- en ontwikkelingsproblematieken binnen de Meander. Specifieke adviezen en kennis m.b.t. allerlei specifieke problematieken kunnen vervolgens te allen tijde worden ingehuurd of ingekocht bij het samenwerkingsverband de Wâlden, waarbij de school is aangesloten. De externe expertise beperkt zich echter tot onderzoeken en het geven van adviezen voor de leraren. Specifieke gerichte begeleiding van een leerling m.b.t. een specifieke problematiek kan niet worden ingekocht. Doordat er binnen het samenwerkingsverband veel mogelijkheden bestaan tot het 16
Wat vinden wij? Besluitvorming Wat gaan wij doen? inhuren van externe expertise, ziet de school geen directe noodzaak verdere interne specialisten op te leiden. Echter, het inhuren van expertise kost tijd en om adequaat en met name proactief te kunnen handelen zou in de toekomst een interne gedragsspecialist en een rekenspecialist een aanwinst voor de school kunnen betekenen. De huidige interne specialisten van o.b.s. de Meander zijn in voldoende mate opgeleid en nemen deel aan reguliere bij- en nascholingsactiviteiten op hun specialistische terrein. De school gaat gericht intern personeelsleden motiveren, zich te scholen (op master niveau) op de terreinen rekenen/wiskunde en gedragsregulatie. Tevens faciliteert de school genoemde opleidingen. (in tijd en geld) Tevens gaat de school actie ondernemen richting het expertisecentrum van het samenwerkingsverband de Walden, m.b.t. de aanvraag van het actief begeleiden van de leraren bij het begeleiden van een leerling met een specifieke hulpvraag. 3. Ondersteuningsvoorzieningen Beeldvorming Wat zien wij? Oordeelsvorming Wat vinden wij? O.b.s. de Meander instrueert en begeleidt, middels het specifieke IGDI instructiemodel van de school, de leerlingen zoveel mogelijk op basis van hun specifieke onderwijsbehoefte. De extra ondersteuning hierbij vindt zoveel mogelijk plaats op groepsniveau (indeling in drie niveaugroepen) en slechts met uitzondering op individueel niveau. Clustering op schoolniveau m.b.t. bepaalde specifieke ondersteuningsbehoeften, kan de school op dit moment nog niet bieden. Omdat de school zich specialiseert in de richting van de begeleiding van meerbegaafde leerlingen, is clustering van meerbegaafde leerlingen in de vorm van een plusklas op Brede School niveau een wenselijke gedachte, omdat deze groep leerlingen in een dergelijke omgeving optimaal uitgedaagd en geïnstrueerd kunnen worden. Besluitvorming Wat gaan wij doen? De Meander zal zich, op het terrein van specifieke leerlingenzorg, in Brede School verband de komende jaren in eerste instantie inzetten m.b.t. realisatie van een Brede School plusklas. Wellicht zou de begeleiding en hulp van leerlingen met een zeer specifieke onderwijsbehoefte, ook tot de mogelijkheden behoren binnen de setting van de Brede School. Een nader onderzoek naar de diverse mogelijkheden en onmogelijkheden zal de komende jaren plaats gaan vinden. 4. Voorzieningen in de fysieke omgeving Beeldvorming Wat zien wij? O.b.s. de Meander is gehuisvest in een modern gebouw en een goed geoutilleerde dependance, waarin de volgende voorzieningen zijn aangebracht in het kader van 17
de leerlingenzorg: Ondersteuning van leerlingen in specifieke ruimtes (twee IB/RT ruimtes op de hoofdlocatie, 1 IB/RT ruimte op de dependance, 2 leegstaande, maar wel ingerichte leslokalen op de dependance) Een lift voor het transport van leerlingen met een fysieke beperking Het gebouw is rolstoelvriendelijk Er zijn kleedruimtes en ruimtes voor het verschonen van kinderen (locatie kinderopvang) Gespreksruimtes Oordeelsvorming Wat vinden wij? Besluitvorming Wat gaan wij doen? De school heeft geen: Voorzieningen voor slecht horende en/of slecht ziende kinderen Een stilteruimte Een afzonderingsruimte Een verschoningsruimte (wel in het gebouw aanwezig, maar niet dicht bij de werkplek) Een ruimte waarin kinderen onder toezicht in alle rust na een incident kunnen bijkomen en daar verder kunnen werken ontbreekt in het gebouw. Een dergelijke ruimte is zo nu en dan noodzakelijk In de nabijheid van de kleuterklassen is geen verschoningsruimte. Zindelijkheid van leerlingen is hierdoor in principe een vereiste bij aanname van de leerlingen. Er zijn slechts zeer beperkte mogelijkheden m.b.t. de hulp die de school kan bieden aan leerlingen die niet zindelijk zijn. In overleg met ouders worden voor niet zindelijke leerlingen specifieke afspraken gemaakt. (zie schoolgids) Het in Brede School verband creëren van een afzonderingsruimte (onder toezicht) is een optie die in Brede School verband zou moeten worden gecreëerd. Het creëren van een verschoningsruimte is wenselijk, maar niet te realiseren binnen de Meander. Met ouders van niet zindelijke leerlingen, worden schriftelijke afspraken gemaakt m.b.t. datgene wat de school kan bieden en datgene wat van ouders wordt verwacht m.b.t. genoemde problematiek. 5. Samenwerkende ketenpartners Beeldvorming Wat zien wij? Oordeelsvorming Wat vinden wij? Besluitvorming De ketenpartners bieden een afdoende netwerk van voorzieningen. De hulp beperkt zich echter tot tips en aanwijzingen voor de leerkrachten, niet tot daadwerkelijke begeleiding van een leerling gedurende een bepaalde tijd. Daarnaast vergt het aanvragen van specifiek hulp en deskundigheid de nodige tijd en energie. Een versimpeling en vlotte afwikkeling van de procedure zou wenselijk zijn. De externe hulp biedt handelingsadviezen, maar de school zou ook graag gerichte begeleiding van een leerling gedurende een bepaalde tijd willen inkopen/inhuren. Tevens zou de school de aanvraagprocedure willen vereenvoudigen en het tijdbestek tussen aanvraag en realisatie van de hulp willen verkorten. Er zal een onderhandeling met de ketenpartners worden opgestart om naast 18
Wat gaan wij doen? handelingsadviezen ook gerichte begeleiding van een leerling tot stand te brengen. Tevens zal de aanvraagprocedure worden geëvalueerd en zal getracht worden de procedure efficiënter te laten verlopen. Eventuele opmerkingen O.b.s. de Meander heeft over het algemeen een uitstekende zorgstructuur, waardoor leerlingen die zich niet volgens verwachting ontwikkelen vroegtijdig gesignaleerd worden en middels het IGDI instructiemodel, binnen de bestaande klassensituatie adequaat geholpen kunnen worden. Dit laatste vindt plaats door inschakeling van zowel interne als externe expertise. Indien uiteindelijk de ontwikkeling van een kind zoveel extra zorg met zich meebrengt, dat een individueel hulpprogramma noodzakelijk is, kan de school dit slechts in zeer beperkte mate bieden. Een verwijzing naar een andere vorm van onderwijs is dan wellicht een betere keuze. Een afwijkende ontwikkeling kan zich ook op het terrein van het gedrag openbaren. De school heeft, door regelmatige ondersteuning vanuit RENN-4, expertise op het terrein van afwijkend gedrag in huis. Echter, indien het gedrag van een leerling de schoolomgeving in gevaar brengt of beschadigt, kan de school geen adequate begeleiding meer bieden en zal uiteindelijk verwijzing van een leerling richting speciaal onderwijs plaatsvinden. Samenvatting van de hoofdlijnen O.b.s. de Meander wil zich de komende jaren ontwikkelen op het terrein van en of de realisatie van: Excellent leren, uitmondend in optimale signalering en instructie/begeleidingskwaliteit Het differentiëren van de instructie zodat optimaal kan worden ingestoken op de onderwijsbehoeften en de leerstijlen van de leerlingen (binnen de schoolontwikkeling begrijpend lezen) Het opstellen en hanteren van ontwikkelingsperspectieven voor de specifieke zorgleerlingen Een Brede School Brede plusklas Een Brede School Brede afzonderingsruimte Een optimale samenwerking met de ketenpartners, waarbij niet alleen handelingsadviezen worden gegeven, maar ook daadwerkelijke begeleiding van de zorgleerlingen gedurende een bepaalde periode plaatsvindt en waarin de afwikkeling tussen de aanvraag en het bieden van daadwerkelijke hulp op een vlotte en efficiënte wijze gerealiseerd kan worden. Het optimaliseren van de sociale veiligheid en de sociaal aanvaardbare omgangsnormen binnen de afzonderlijke groepen en binnen de gehele schoolbevolking (Brede School breed) Het maken van gerichte schriftelijke afspraken tussen ouders en school m.b.t. de zindelijkheidsontwikkeling van leerlingen. 19
DEEL III VASTSTELLING EN ONDERTEKENING Het schoolondersteuningsprofiel moet tenminste één keer in de vier jaar worden vastgesteld door het bevoegd gezag. Daarbij heeft de MR adviesrecht. Het derde en laatste deel laat de vaststelling en ondertekening zien. Dit schoolondersteuningsprofiel is van advies voorzien door de MR: Datum: oktober 2014 Plaats: Drachten Handtekening MR: Harm Lageveen, secretaris MR En vastgesteld door het bestuur: Datum: oktober 2014 Plaats: Drachten Handtekening bestuur: Johan Osinga, adj. algemeen directeur 20
Begrippen en afkortingen C.I.T.O. I.B. I.G.D.I. M.R. M.T. Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling. Een instituut dat allerlei methodeonafhankelijke toetsen ontwikkelt en uitgeeft. Interne Begeleider. De interne begeleider coördineert en initieert de leerlingenzorg op een school. Interactieve Gedifferentieerde Directie Instructie model Een instructiemodel waarbij door wetenschappelijk onderzoek vast is komen te staan dat het leerrendement zeer groot is. Het model kent de volgende fasen: 1. Preteaching: De leerkracht geeft aan een kleine groep kinderen, die moeite hebben met de lesstof, voorinstructie. (ongeveer 5 minuten) 2. Na preteaching volgt de klassikale instructie waarbij alle leerlingen aanwezig zijn. De instructie is interactief (alle kinderen komen aan bod) en gevarieerd (gericht op verschillende leerstijlen en m.b.v. velerlei organisatievormen (o.a. duo- en groepsopdrachten) en duurt maximaal 15 minuten. De instructie bestaat uit een aantal fasen: A. Herhaling van het voorafgaande B. Het lesdoel aan de leerlingen vertellen C. De werkopdracht uitleggen 3. Na de klassikale instructie volgt de reteaching (extra instructie voor een kleine groep kinderen), zowel voor zwakkere leerlingen als voor de leerlingen die meer uitdaging nodig hebben. De overige kinderen gaan zelfstandig aan het werk met hun opdracht. Zij mogen de leerkracht niet storen als hij of zij leerlingen helpt aan de instructietafel. Eventuele vragen kunnen zij stellen aan medeleerlingen of uitstellen tot de volgende hulpronde. De reteaching vindt plaats aan de instructietafel. Voorafgaand aan de reteaching loopt de leerkracht een hulpronde, om te kijken of alle leerlingen zonder problemen aan het werk kunnen. De hulprondes worden om de circa 10 minuten herhaald en zijn bedoeld om leerlingen te helpen met hun problemen. Gedurende de hulprondes zijn de leerlingen aan de instructietafel zelfstandig aan het werk. 4. Controle of het lesdoel is behaald. De leerkracht controleert door het stellen van gerichte vragen aan de leerlingen of het gestelde doel aan het begin van de les is bereikt. Medezeggenschapsraad Een democratisch gekozen groep ouders en leerkrachten die instemmingsrecht en adviesrecht heeft met betrekking tot het gevoerde beleid. Management Team. Het managementteam van de Meander, bestaat uit de directeur en twee teamleiders. Het managementteam initieert, faciliteert en controleert beleidsinitiatieven en afspraken. Naast het M.T. Meander is er op Brede School niveau sprake van een managementteam Brede School, waarin de directeuren van beide scholen en het locatiehoofd van Catalpa kinderopvang zitting hebben. 21
Ontwikkelingsperspectief In een ontwikkelingsperspectief worden de einddoelen en de tussendoelen m.b.t. de specifieke begeleiding van specifieke zorgleerlingen nauwkeurig beschreven. Tevens wordt aangeven welke instructie en leerstof aan genoemde leerlingen wordt aangeboden. R.T. R.T. is de afkorting van remedial teacher. Een remedial teacher is een op master niveau opgeleide leerkracht, die gerichte en specifieke hulpprogramma s voor leerlingen ontwerpt. Hij of zij geeft instructie aan de leerlingen en bespreekt het hulpprogramma met de leerling en de leraar/lerares. Vervolgens wordt het programma dagelijks uitgevoerd, onder begeleiding van de klassenleraar. S.O.P. School Ondersteunings Profiel In het kader van de wet passend onderwijs dient iedere school in het school ondersteunings plan te beschrijven welke zorg de school kan bieden aan de leerlingen en wat haar beperkingen zijn op het terrein van de begeleiding van zorgleerlingen. Specifieke zorgleerlingen Specifieke zorgleerlingen zijn zorgleerlingen, waarbij externe hulp wordt ingezet. Zorgleerling Zorgleerlingen zijn alle leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zoals leerlingen met leer- en gedragsproblemen of beperkingen van lichamelijke of zintuiglijke aard, die het volgen van onderwijs bemoeilijken (Smeets en Rispens, 2008). 22