Provinciaal blad van Noord-Brabant

Vergelijkbare documenten
vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Verordening rioolheffing

Verordening rioolheffing

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

Wetstechnische informatie

RAADSBESLUIT 14R.00481

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Wetstechnische informatie

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Wetstechnische informatie

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen.

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

Postbus AD STEENWIJK

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 5

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening afvalstoffenheffing 2019

Artikel 1 Inleidende bepaling

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2008, nummer 2008/115;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing Citeertitel Verordening Afvalstoffenheffing 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2015;

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 5 Belastingjaar Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Wetstechnische informatie

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2013

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2017 (versie geldig vanaf )

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t:

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2019

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Gezien het Convenant stichting promotie Winsum, zoals overeengekomen tussen de gemeente Winsum en de Stichting Promotie Winsum;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007;

Verordening op de heffing en de invordering van. precariobelasting Oosterhout 2012

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2018

Verordening precariobelasting Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016 (Verordening precariobelasting 2016)

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2016 (versie geldig vanaf )

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

Transcriptie:

Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Verordening Rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Besluiten om over te gaan tot bekendmaking in het Provinciaal Blad van de door de Raad van Bestuur van Havenschap Moerdijk op 13 december 2012 vastgestelde Verordening rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013. Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Bijlage(n) 1 s-hertogenbosch, 18 december 2012 Gedeputeerde Staten voornoemd, de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten Verordening rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013 DE RAAD VAN BESTUUR VAN HAVENSCHAP MOERDIJK;

Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van ; Gelet op het bepaalde in de wet gemeenschappelijke regelingen en de gemeenschappelijke regeling Havenschap Moerdijk, herziening 1997, zoals daarna gewijzigd op 8 april 2004, 8 juli 2004 en op 18 september 2007; B E S L U I T 227/9: Tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013; Vervolgens de provincie Noord-Brabant te verzoeken tot publicatie van deze verordening over te gaan en de gemeente Moerdijk te verzoeken deze verordening ter lezing neer te leggen. Aldus besloten door de Raad van Bestuur in de openbare vergadering van 13 december 2012. DE RAAD VAN BESTUUR VOORNOEMD, De secretaris, De voorzitter, F.J. van den Oever Y.C.M.G. de Boer DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET HAVENSCHAP MOERDIJK; Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 5 november 2012; 2/16

Gelet op de artikelen 10 en 11 van de gemeenschappelijke regeling Havenschap Moerdijk, herziening 1997, zoals hierna gewijzigd op 8 april 2004, 8 juli 2004 en op 18 september 2007 en artikel 223 van de Provinciewet; BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING HAVENSCHAP MOERDIJK 2013 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt: a. onder de riolering van het Havenschap Moerdijk mede het voor de openbare dienst bestemde water begrepen, voor zover gelegen binnen het beheersgebied van het Havenschap Moerdijk; b. onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de riolering van het Havenschap Moerdijk; c. onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak; d. onder verbruiksperiode verstaan de periode waarop de afrekening van het waterleidingbedrijf betrekking heeft; e. onder beheersgebied verstaan het gebied zoals omschreven in artikel 3 van de Gemeenschappelijke Regeling Havenschap Moerdijk, herziening 1997, en aangegeven op de bij die Gemeenschappelijke Regeling behorende kaart. Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht 1. Onder de naam rioolheffing wordt een heffing geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de riolering van het Havenschap Moerdijk wordt afgevoerd. 2. Met betrekking tot de heffing als bedoeld in het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens zakelijk recht of persoonlijk recht gebruikt; b.ingeval een gedeelte van een eigendom niet een gedeelte als bedoeld in artikel 3 ten gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan. 3. Geen rioolheffing ingevolge deze verordening wordt geheven van het Havenschap Moerdijk. Artikel 3 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de heffing geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat 3/16

indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt. Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De heffing als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd en naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. 3. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of; b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. 4. De op voet van het tweede lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt, voor zover de hoeveelheid geloosd water lager is dan de som van de hoeveelheden toegevoerd en/of opgepompt water, verminderd met de hoeveelheid water dat niet als afvalwater is afgevoerd. Artikel 5 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6 Wijze van heffing De heffing wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De heffing als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de heffing als bedoeld in artikel 2 in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de heffing verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde heffing als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de heffing als bedoeld in artikel 2 in de loop van het belastingjaar eindigt, 4/16

bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde heffing als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 10,00. 4. Belastingaanslagen van minder dan 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing hiervan wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing aangemerkt als één belastingaanslag. Artikel 8 Termijnen van betaling In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet. Artikel 9 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van rioolheffing. Artikel 10 Kwijtschelding van belasting Bij de invordering van rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Verhouding tot provinciale en gemeentelijke verordeningen Verordeningen van de provincie Noord-Brabant of de gemeente Moerdijk die hetzelfde onderwerp regelen als de onderhavige verordening houden op te gelden voor zover deze verordeningen tevens van toepassing zijn op het beheersgebied van het Havenschap Moerdijk. Artikel 12 Toewijzing van bevoegdheden 1. Met betrekking tot de in artikel 2 bedoelde heffing gelden de bevoegdheden en de verplichtingen van de in artikel 227a, lid 2 Provinciewet vermelde functionarissen, voor de daarachter genoemde colleges of functionarissen: a. het college van gedeputeerde staten: het dagelijks bestuur van het Havenschap Moerdijk; b. de provincieambtenaar, belast met de heffing van provinciale belastingen: de ambtenaar van het Havenschap Moerdijk belast met de heffing van de in artikel 2 bedoelde heffing; c. de provincieambtenaar, belast met de invordering van provinciale belastingen: de ambtenaar van het Havenschap Moerdijk belast met de invordering van de in artikel 2 bedoelde heffing; d. de provincieambtenaren belast met de heffing of de invordering van provinciale belastingen: de ambtenaren van het Havenschap Moerdijk belast met de heffing of invordering van de in artikel 2 bedoelde heffing; e. de als belastingdeurwaarder aangewezen provincieambtenaar: de daartoe aangewezen ambtenaar van het Havenschap Moerdijk; 5/16

f. de provinciale staten: de Raad van Bestuur van het Havenschap Moerdijk. 2. De aangewezen ambtenaren als bedoeld in lid 1 belast met de heffing of de invordering van de in artikel 2 bedoelde heffing, kunnen hun bevoegdheden ter zake krachtens mandaat overdragen aan één of meerdere ambtenaren van de gemeente Moerdijk. Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2013. 3. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013". Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van Bestuur van 13 december 2012. DE RAAD VAN BESTUUR VOORNOEMD, de secretaris, de voorzitter, F.J. van den Oever. Y.C.M.G. de Boer 6/16

TARIEVENTABEL HAVENSCHAP MOERDIJK Behorende bij de Verordening rioolheffing HAVENSCHAP MOERDIJK 2013 De heffing, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor een eigendom dat wordt gebruikt wordt per belastingjaar als volgt vastgesteld: tot en met 500 m3 390,00 boven 500 m3 tot en met 1000 m3 780,00 boven de 1.000 m3 een vast tarief 780,00 en voor iedere m3 boven de 1.000 m3 0,83 Behoort bij het besluit van de Raad van Bestuur van 13 december 2012, De secretaris, De voorzitter, F.J. van den Oever Y.C.M.G. de Boer 7/16

Toelichting Algemeen Met ingang van 1 januari 2005 wordt door Havenschap Moerdijk een rioolheffing geheven, die een grondslag heeft in de Verordening op de heffing en de invordering rioolheffing. De invoering van deze rioolheffing is ingegeven door het gegeven voor Havenschap Moerdijk een bekostigingsgrondslag te creëren voor het onderhoud en de vervanging van het rioolstelsel dat op het terrein van Havenschap Moerdijk is gelegen. De rioolheffing wordt gebaseerd op het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom direct of indirect wordt afgevoerd op het rioolstelsel van het Havenschap Moerdijk. De heffing en invordering van de rioolheffing zal geschieden door de Gemeente Moerdijk. Artikelsgewijs Artikel 1 Met het opnemen van begripsomschrijvingen wordt beoogd de eenvoud en de leesbaarheid van de verordening te bevorderen. In onderdeel a is aangegeven dat onder de riolering van het Havenschap Moerdijk mede het voor de openbare dienst bestemde water wordt begrepen. Van voor de openbare dienst bestemd' is sprake indien de bezittingen, werken of inrichtingen van het Havenschap Moerdijk strekken ten algemenen nutte. Zowel van de rioolbuizen als van het oppervlaktewater kan dat worden gezegd. Het oppervlaktewater zal veelal tevens een andere bestemming hebben, zoals die van openbare waterweg, vaarweg of afwateringskanaal. Ook in die gevallen is het gebruik van het openbare water voor rioleringsdoeleinden een gebruik overeenkomstig de bestemming. In onderdeel b is aangegeven wat voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder afvalwater. Het begrip afvalwater is zo ruim dat alle stoffen die via de riolering worden afgevoerd daarmee onder de heffing gebracht kunnen worden. In onderdeel c is aangegeven dat onder eigendom wordt verstaan een roerende of een onroerende zaak. In de fiscale wetgeving wordt met het begrip eigendom nogal eens onroerende zaak bedoeld. De verordening beoogt echter ook roerende eigendommen die op de riolering van Havenschap Moerdijk zijn aangesloten in de heffing te betrekken. Bij roerende eigendommen die op de riolering van Havenschap Moerdijk zijn aangesloten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan caravans, woonboten. 8/16

In onderdeel c is aangegeven wat onder verbruiksperiode moet worden verstaan. De uit de afrekening blijkende hoeveelheid van het waterleidingbedrijf afgenomen en het opgepompte water is van belang voor de vaststelling van de afgevoerde hoeveelheid afvalwater, waarvoor in artikel 4, tweede lid, regels zijn gegeven. Artikel 2 In dit onderdeel gaat het om de heffing die wordt geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van of werken of inrichtingen die bij het Havenschap Moerdijk in gebruik zijn. De heffing wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit direct of indirect op de riolering van het Havenschap Moerdijk wordt geloosd. De heffing heeft een juridische basis in artikel 10 (zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Raad van Bestuur van 8 juli 2004) en 11 van de gemeenschappelijke regeling Havenschap Moerdijk en artikel 223 van de Provinciewet. Eerste lid Van de gebruiker van het eigendom wordt een heffing geheven wegens het afvoeren van afvalwater vanuit het eigendom op de riolering van Havenschap Moerdijk. De woorden 'direct of indirect' zijn om redenen van duidelijkheid opgenomen. Het direct of indirect afvoeren van afvalwater hangt samen met het direct of indirect aangesloten zijn van het eigendom op de riolering van Havenschap Moerdijk. Tweede lid In het tweede lid is geregeld wie als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht moet worden aangemerkt indien het eigendom een onroerende zaak is. Artikel 3 In dit artikel is bepaald dat, indien gedeelten van een eigendom zelfstandig kunnen worden gebruikt, de rechten ter zake van ieder afzonderlijk gedeelte worden geheven. Bedoeld worden dan gedeelten die ieder als zelfstandige en onafhankelijke eenheid kunnen worden gebruikt. Wanneer dergelijke gedeelten, die naar indeling zijn bestemd om ieder als afzonderlijk geheel te worden gebruikt toch gezamenlijk als één geheel worden gebruikt, dan wordt de heffing ter zake van de gezamenlijke gedeelten geheven, waarbij die gezamenlijke gedeelten dan als één eigendom worden aangemerkt. Artikel 4 Eerste lid Deze afgevoerde hoeveelheid afvalwater wordt gesteld op de hoeveelheid water die in een bepaalde periode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. De hoeveelheid water wordt uitgedrukt in kubieke meters. Het begrip 9/16

'toevoeren' dient ruim te worden opgevat. Ook hemelwater valt onder dit begrip. Tweede lid Behalve door toevoer van water kan het eigendom ook van water worden voorzien door het oppompen van water. De hoeveelheid opgepompt water kan worden berekend aan de hand van de gegevens van de pompinstallatie, waarover in het derde lid nog een bepaling is opgenomen. Als periode waarover de hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water bepalend is voor de afgevoerde hoeveelheid afvalwater geldt de periode voorafgaande aan het belastingjaar. Tevens is in dit artikellid een herleidingmogelijkheid opgenomen. Deze herleiding dient er toe om vast te kunnen stellen hoeveel water naar een eigendom is toegevoerd of is opgepompt in een periode van twaalf maanden indien de verbruiksperiode niet gelijk is aan twaalf maanden. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een maand voor een volle maand gerekend. Derde lid Op grond van artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Grondwaterwet (Stb. 1981, 392), is degene die grondwater onttrekt verplicht de hoeveelheid onttrokken grondwater te meten en daarvan aantekening te houden. Daarmee is een deel van de hoeveelheid opgepompt water bekend en kunnen deze gegevens mede worden gebruikt voor de berekening van de hoeveelheid afgevoerd water. Tevens kan water worden opgepompt waarop of wel het bepaalde in artikel 11 van de Grondwaterwet niet van toepassing is (bijvoorbeeld bij het oppompen van oppervlaktewater), of wel de in dat artikel verplicht gestelde meting niet wordt uitgevoerd. Voor die gevallen is artikel 4, derde lid van de verordening geschreven. In een dergelijke situatie kan de hoeveelheid opgepompt water worden berekend aan de hand van een watermeter of een bedrijfsurenteller. Vierde lid Indien de belastingplichtige niet al het toegevoerde of opgepompte water als afvalwater afvoert op de riolering van Havenschap Moerdijk, dient de op andere wijze afgevoerde hoeveelheid in mindering gebracht te worden op de in het derde lid berekende hoeveelheid. Het gaat in dit artikellid om berekenbare hoeveelheden die op andere wijze worden afgevoerd. Hierbij kan het met name gaan om waterverwerkende industrieën (bierbrouwerij, limonadefabriek) of afvoer van water op niet openbaar water. Tevens kan zich de situatie voordoen dat water wordt geïnfiltreerd. In dat geval geldt ook de verplichting dat deze hoeveelheid dient te worden gemeten en dat daarvan aantekening wordt gehouden (artikel 11, tweede lid, van de Grondwaterwet). 10/16

Artikel 5 Het belastingjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. Hiervoor is met name gekozen omdat het heffen van de heffing dat van de eigenaar of (andere) gebruiker wordt geheven gekoppeld is aan de rechtstoestand aan het begin van het belastingjaar. Indien belastingjaar en kalenderjaar samenvallen, is de toestand op 1 januari van belang. Artikel 6 De wijze van heffing van de rioolheffing is in deze verordening bepaald op heffing bij wege van aanslag. Artikel 7 Eerste lid In het eerste lid is de heffing verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of het begin van de belastingplicht. Tweede en derde lid In de leden twee en drie zijn regels gegeven indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt of eindigt. Er dient een tijdsevenredige herleiding plaats te vinden, waarbij gedeelten van een maand niet worden meegerekend. Op deze wijze wordt bereikt dat iedere gebruiker voor de door hem afgevoerde hoeveelheid afvalwater in de heffing wordt betrokken. Vierde lid In dit lid wordt aangegeven dat een belastingaanslag lager dan 10,00 niet zal worden geheven. Ingeval van verenigde aanslagen op één aanslagbiljet (de aanslagen worden gecombineerd) en zal de ondergrens van 10,00 daarop ook van toepassing zijn. Artikel 8 In deze verordening is geopteerd voor één betaaltermijn. Het vervallen van de termijn is bepaald op één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet. Artikel 9 In dit artikel is de mogelijkheid gegeven voor het Dagelijks Bestuur indien daar noodzaak voor is - om nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en invordering van rioolheffing. Artikel 10 Van de kwijtscheldingsbevoegdheid voor de rioolheffing wordt geen gebruik gemaakt. Artikel 11 Dit artikel regelt de verhouding tussen de bovenstaande verordening en overige provinciale en gemeentelijke verordeningen die hetzelfde onderwerp regelen. 11/16

Artikel 12 Dit artikel regelt de toewijzing van bevoegdheden en de verplichtingen van de in artikel 227a, lid 2 Provinciewet vermelde functionarissen, voor de daarachter genoemde colleges of functionarissen. Artikel 13 Eerste en tweede lid Bekendmaking van deze verordening geschiedt door middel van publicatie. De dag na die van de bekendmaking treedt de verordening in werking. De dag van bekendmaking is de dag waarop de verordening feitelijk verkrijgbaar is. 12/16

AANWIJZINGSBESLUIT HEFFINGSAMBTENAAR HAVENSCHAP MOERDIJK Het Dagelijks Bestuur van het Havenschap Moerdijk; Gelet op de artikelen 54 en 56 Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 12 van de Verordening rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013; BESLUIT: Aan te wijzen als ambtenaar belast met de heffing van de in artikel 2 van de Verordening rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013 bedoelde rechten, de volgende ambtenaar: De Manager Commerciële Exploitatie van het Havenschap Moerdijk. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013. Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van het Havenschap Moerdijk van 5 november 2012. De secretaris, De voorzitter, F.J. van den Oever Y.C.M.G. de Boer 13/16

AANWIJZINGSBESLUIT INVORDERINGSAMBTENAAR HAVENSCHAP MOERDIJK Het Dagelijks Bestuur van het Havenschap Moerdijk; Gelet op de artikelen 54 en 56 Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 12 van de Verordening rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013; BESLUIT: Aan te wijzen als ambtenaar belast met de invordering van de in artikel 2 van de Verordening rioolheffing Havenschap Moerdijk 2013 bedoelde rechten, de volgende ambtenaar: De Controller van het Havenschap Moerdijk. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013. Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van het Havenschap Moerdijk van 5 november 2012. De secretaris, De voorzitter, F.J. van den Oever Y.C.M.G. de Boer 14/16

AANGIFTEBILJET RIOOLHEFFING 2013 Ondergetekende, naam : adres : postcode/woonplaats : gebruiker van het object.., welk object op de riolering van het Havenschap Moerdijk is aangesloten, verklaart hierbij dat in het laatst aangevangen verbruiksjaar, voorafgaand aan het belastingjaar 2013 is ingebracht: een totale hoeveelheid water van aangifte 2013 aangifte 2012 : m³ - waarvan ingekocht van: Brabant Water NV : m³ (kopie waterverbruik bijvoegen) - op andere wijze verkregen *1) : m³ en dat de ingebrachte hoeveelheid water als volgt werd afgevoerd: - in producten verwerkt *2) : m³ - op andere wijze geloosd *3) : m³ - via het riool van Havenschap Moerdijk geloosd :..m³ Toelichting ter beoordeling van de vermelde hoeveelheden: Ad. 1: Ad. 2: Ad. 3: Opmerkingen: Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend, Plaats en datum De ondergetekende : : 15/16

Kosten baten analyse rioolheffing 2013 Tariefsoort Aantal* Tarief Bedrag 1 (t/m 500 m3) 209 390,00 81.510 2 (501 t/m 1000 m3) 37 780,00 28.860 3 (eerste 1000 m3) 28 780,00 21.840 3 (vanaf 1001 m3 per m3) 1.237.182 0,83 1.026.861 Geprognotiseerde opbrengsten 1.159.071 Dotatie voorziening riolering 973.000 Jaarlijks klein onderhoud (stabiel) beheer 127.342 Electriciteitskosten 31.059 Kosten inning rioolheffing 30.000 Geprognotiseerde Kosten** 1.161.401 * Gebaseerd op aanslag oplegging 2012 t/m 27 september 2012 ** Geprognotiseerde kosten op basis van de begroting 2013 : 3323879 Uitgegeven, 19 december 2012 De secretaris van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, drs. W.G.H.M. Rutten 16/16