Hydraulische eenheid WWP LS B / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Vergelijkbare documenten
Hydraulische eenheid WWP LS B / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Hydraulische eenheid WWP LS B / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Hydraulische eenheid WWP LS B compact / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC-G B WTC-G B. Bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich.

Gascondensatieketel WTC-G B

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Ruimtetoestel WEM-RG /

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energie-opslagvat WES 200-H en WES 500-H /

Hydraulische eenheid WWP L 7... L / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Energie uit de lucht. Weishaupt split-warmtepompen voor verwarming en koeling. Dat is betrouwbaarheid.

Hydraulische eenheid WWP L 7 AERS-HE en WWP L 11 AERS-HE / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Waterverwarmer WAT / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Hydraulisch systeem WHB-GB-K-... en WHT-GB / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Cascademanager WCM-KA / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Technische gegevens SI 75TER+

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

Technische gegevens LAW 9IMR

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energieopslagvat WES 200-H en WES 500-H /

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

Buitenunit WWP LS 8-B R-E / Montage- en bedieningsrichtlijnen

product Energie uit de lucht Weishaupt split-warmtepompen voor verwarming en koeling Warmtepompen

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling"

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

Service Manual. Comfort System

Technische gegevens LA 11MSR

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08

product De nieuwe Weishaupt split-warmtepomp Klaar en duidelijk WWP LS 8 16 kw Split-warmtepompen

Energie-opslagvat WES 660-A-C(-K) en WES 910-A-C(-K) / Montage- en bedieningsrichtlijnen

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M B D

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

Lucht/Water warmtepomp voor duurzaam verwarmen, koelen en warm water voor elke woning.

VIESMANN VITOCAL 242-S Warmtepomp-compacttoestel, split-uitvoering 3,0 tot 11,3 kw

Technische gegevens LA 16MS

VIESMANN VITOCAL 222-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw

Technische gegevens LA 40TU

Gebruikershandleiding

Buiteneenheid WWP L 11 AERS / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Stappenplan installeren UMR Vario

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL

Technische gegevens LA 60TU

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Brine/water-warmtepomp 20,5 tot 85,6 kw Water/water-warmtepomp 25,4 tot 117,8 kw 1- en 2-traps. Technische gegevens

Montage- en gebruiksaanwijzing

VIESMANN VITOCAL 222-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw

Buiteneenheid WWP L 7 AERS / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Producten. Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG

Technische gegevens LA 9S-TU

ENA Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M B

Gebruiksaanwijzing. Gebruiksaanwijzing. Voor de gebruiker VRT 35. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

EcoClimate L/W technische brochure

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

Buiteneenheid WWP L 7 AERS / Montage- en bedieningsrichtlijnen

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING

1 BESTURING EN INSTELLING 2 DISPLAY STRUCTUUR 2 DAG EN TIJD INSTELLING 3 TIJDSINSTELLING PROGRAMMEREN 4 TEMPERATUUR PROGRAMMEREN

VIESMANN VITOCAL 242-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw

Tegelkachel Pompensturing. Montage en bediening

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie "active cooling"

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING VASCO TIMER MODULE TIMER MODULE

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, split-unit 3,0 tot 10,6 kw

Afstandsbedieningseenheid WP-FS / Montage- en bedieningsrichtlijnen

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Albatros2 Ruimte-bedienunit UI400 Verkorte handleiding

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitbreidingsmodule EM201. Veiligheidsvoorschriften. Aansprakelijkheid. voor de vakman

Bedieningsinstructie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. ECL Comfort 210 / 310. Gebruikershandleiding. Danfoss District Energy

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

Pompengroep tegelkachel. Installatiehandleiding

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

korte handleiding Ruimtebedieningseenheid RBE

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

met stooklijnverstelling

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Brine/water-warmtepomp 20,5 tot 85,6 kw Water/water-warmtepomp 25,4 tot 117,8 kw 1- en 2-traps. Technische gegevens

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Verwarming & Sanitair DuraHome warmtepompen

Transcriptie:

Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83306907 2/2017-05

EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Type Leverancier Adres Hydraulische eenheid WWP LS 8-B R-E HE WWP LS 10-B R-E HE WWP LS 13-B R-E HE WWP LS 10-B R HE WWP LS 13-B R HE WWP LS 16-B R HE Max Weishaupt GmbH Max-Weishaupt-Straße 14, DE-88475 Schwendi De leverancier is alleen verantwoordelijk voor deze conformiteitsverklaring. Het hierboven beschreven product voldoet aan de desbetreffende harmonisatiewetgeving van de Europese Unie: EMC LVD ELD EDD 2014/30/EU Toegepaste normen: EN 61000-6-1:2007, EN 61000-6-3:2007 2014/35/EU Toegepaste normen: EN 60335-1:2010, EN 60335-2-40:2010 2010/30/EU 2009/125/EC Schwendi, 05.04.2017 Ondertekend voor en in naam van: MAX WEISHAUPT GMBH ppa. ppa. Dr. Schloen Hoofd onderzoek en ontwikkeling Denkinger Hoofd productie en kwaliteitsmanagement

1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 6 1.1 Doelgroep... 6 1.2 Symbolen... 6 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid... 7 2 Veiligheid... 8 2.1 Doelmatig gebruik... 8 2.2 Handelswijze bij ontsnapping van koelmiddel... 8 2.3 Veiligheidsvoorschriften... 8 2.3.1 Normale werking... 8 2.3.2 Elektrische aansluiting... 8 2.3.3 Koelcircuit... 9 2.4 Afvoer van afvalstoffen... 9 3 Productbeschrijving... 10 3.1 Typebenaming... 10 3.2 Serienummer... 10 3.3 Functie... 11 3.4 Technische gegevens... 14 3.4.1 Toelatingsgegevens... 14 3.4.2 Elektrische gegevens... 14 3.4.3 Opstellingsplaats... 15 3.4.4 Omgevingscondities... 15 3.4.5 Vermogen... 15 3.4.5.1 Vermogen verwarming (EN 14511)... 15 3.4.5.2 Vermogen koeling (EN 14511)... 17 3.4.5.3 Restopvoerhoogte... 18 3.4.6 Werkingsdruk... 19 3.4.7 Inhoud... 19 3.4.8 Gewicht... 19 3.4.9 Afmetingen... 20 4 Montage... 21 4.1 Montagevoorschriften... 21 4.2 Frontbekleding verwijderen... 21 4.3 Wandhouder monteren... 22 4.4 Toestel ophangen en uitlijnen.... 22 5 Installatie... 23 5.1 Eisen aan het verwarmingswater... 23 5.2 Hydraulische aansluiting... 24 5.3 Koelmiddelleiding... 25 5.4 Condensaataansluiting... 26 5.5 Elektrische aansluiting... 27 5.5.1 Aansluitschema... 29 6 Bediening... 31 6.1 Bedrijfsstatus... 31 6.2 Weergave- en bedieningseenheid... 32 6.3 Display... 33 83306907 2/2017-05 La 3-88

6.4 Favorietenmenu... 34 6.4.1 Gewenste ruimtetemperatuur instellen... 35 6.4.2 Gewenste warmwatertemperatuur instellen... 36 6.4.3 Tijdprogramma instellen... 37 6.5 Gebruikersmenu... 39 6.6 Vakmanmenu... 40 6.7 Menustructuur... 41 6.7.1 Info... 41 6.7.1.1 Stookkring... 41 6.7.1.2 Warmtepomp... 42 6.7.1.3 Tweede warmtegenerator... 43 6.7.1.4 Statistiek... 44 6.7.2 Systeembedrijfsmodus... 45 6.7.3 Stookkring... 46 6.7.3.1 Party/pauze... 46 6.7.3.2 Gewenste ruimtetemperatuur... 47 6.7.3.3 Stookcurve... 47 6.7.3.4 Instellingen... 48 6.7.3.5 Zomer/Winter omschakeling... 49 6.7.3.6 Tijdprogramma's... 49 6.7.3.7 Koelen... 50 6.7.3.8 Reset... 51 6.7.4 Warm water... 52 6.7.4.1 Tijdprogramma's... 52 6.7.4.2 Warm water push... 52 6.7.4.3 Gewenste warmwatertemperatuur... 52 6.7.4.4 Legionellabescherming... 53 6.7.4.5 Instellingen... 53 6.7.4.6 Flensverwarming... 54 6.7.4.7 Reset... 54 6.7.5 Warmtepomp... 55 6.7.5.1 Service... 55 6.7.5.2 Instellingen... 56 6.7.5.3 Debiet... 57 6.7.5.4 Modulatie... 57 6.7.5.5 Pomp (circulatiepomp)... 58 6.7.5.6 Verwarming... 58 6.7.5.7 Koelen... 58 6.7.5.8 Warm water... 59 6.7.5.9 Reset... 59 6.7.5.10 Rustprogramma... 59 6.7.6 Tweede warmtegenerator... 60 6.7.7 Variabele uitgang... 61 6.7.8 Instellingen... 62 6.7.9 Foutgeheugen... 62 6.7.9.1 Foutgeheugen... 62 7 Inbedrijfstelling... 63 7.1 Voorwaarden... 63 83306907 2/2017-05 La 4-88

7.2 Inbedrijfstellingsstappen... 64 8 Buitenbedrijfstelling... 69 9 Onderhoud... 70 9.1 Aanwijzingen voor het onderhoud... 70 9.2 Onderhoudswerkzaamheden... 72 9.3 Expansievat uit- en inbouwen... 73 9.4 Veiligheidsventiel vervangen... 75 9.5 Slibafscheider spoelen... 76 10 Foutopsporing... 77 10.1 Procedure bij storing... 77 10.2 Foutcode... 79 11 Technische documenten... 81 11.1 Voelerkenwaarden... 81 11.2 Smart-Grid... 82 12 Ontwerp... 83 12.1 Expansievat en installatiedruk... 83 13 Trefwoordenlijst... 84 83306907 2/2017-05 La 5-88

1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze handleiding is een vast bestanddeel van het toestel en moet altijd bij de installatie bewaard worden. Vóór de werkzaamheden aan het toestel de handleiding grondig lezen. Deze wordt aangevuld door de montage- en bedieningsrichtlijnen van de buitenunit. 1.1 Doelgroep Deze handleiding richt zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui. Deze moet nageleefd worden door alle personen die aan het toestel werken. Werken op het toestel mogen enkel door gekwalificeerde vaklui met de daartoe vereiste kennis en opleiding doorgevoerd worden. Overeenkomstig EN 60335-1 gelden onderstaande voorschriften Dit toestel mag door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring met en kennis van het toestel gebruikt worden op voorwaarde dat zij onder toezicht staan of duidelijke instructies hebben ontvangen voor het veilige gebruik van het toestel. Deze personen moeten tevens begrijpen welke gevaren verbonden zijn aan het gebruik van het toestel. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen of personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens zonder geschikt toezicht uitgevoerd worden. 1.2 Symbolen GEVAAR WAARSCHUWING OPGELET Direct gevaar met hoog risico. De niet-naleving leidt tot zware lichamelijke verwondingen of de dood. Gevaar met middelhoog risico. De niet-naleving kan tot schade aan het milieu, zware lichamelijke verwondingen of de dood leiden. Gevaar met beperkt risico. De niet-naleving kan tot materiële schade of lichte tot middelzware lichamelijke verwondingen leiden. Belangrijke opmerking. Vereist een onmiddellijke handeling. Resultaat na een handeling. Opsomming Waardebereik 83306907 2/2017-05 La 6-88

1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid Borgstelling en aansprakelijkheid bij persoonlijke ongelukken en materiële schade zijn uitgesloten, indien deze op één of meerdere van de onderstaande oorzaken zijn terug te voeren: ondoelmatig gebruik; niet-naleving van de handleiding; gebruik bij defecte veiligheids- of beschermingsinrichtingen; het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ondeskundige montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud; ondeskundig uitgevoerde herstellingen; gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; overmacht; eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het toestel; inbouw van aanvullende componenten, die niet samen met het toestel door de fabriek getest zijn; niet geschikt medium; gebreken in de toevoerleidingen. 83306907 2/2017-05 La 7-88

2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De hydraulische eenheid, in verbinding met de buitenunit, is geschikt voor: Opwarming van verwarmingswater volgens VDI 2035 Mono-energetische en bivalente werking tot -20 C buitentemperatuur Ruimtekoeling Opwarming van sanitair water volgens de geldende voorschriften Het toestel is enkel voor huishoudelijk gebruik. Het is niet geschikt voor industriële toepassingen. Ondoelmatig gebruik kan: verwondings- of levensgevaar voor de gebruiker of voor derden veroorzaken; het toestel of andere voorwerpen beschadigen. 2.2 Handelswijze bij ontsnapping van koelmiddel Ontsnappend koelmiddel stapelt zich op de vloer op. Inademen kan verstikking of zelfs de dood tot gevolg hebben. Open vuur en vonkvorming verhinderen. Spanningstoevoer naar de buitenunit/installatie uitschakelen door middel van een op de installatie aanwezige zekering. Ramen en deuren openen. Ruimte verlaten. Huisbewoners verwittigen. Weishaupt-klantendienst of koeltechnicus verwittigen. 2.3 Veiligheidsvoorschriften Storingen of gebreken die afbreuk doen aan de veiligheid moeten onmiddellijk opgelost worden. 2.3.1 Normale werking Alle kenplaten op het toestel leesbaar houden. Voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectiewerken op tijd uitvoeren. Toestel enkel met gesloten deksel gebruiken. 2.3.2 Elektrische aansluiting Bij werken aan spanningsgeleidende onderdelen: voorschriften ter voorkoming van ongevallen DGUV Vorschrift 3 (Duitsland) en plaatselijk geldende voorschriften, in het bijzonder het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.), naleven; gereedschap volgens EN 60900 gebruiken. 83306907 2/2017-05 La 8-88

2 Veiligheid 2.3.3 Koelcircuit Enkel een erkend koeltechnicus mag het koelcircuit inrichten, veranderen en onderhouden. Alle plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen (in Duitsland: BG-Regel "Betreiben von Arbeitsmitteln" (BGR 500). EU-verordening nr. 517/2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen (F-gasverordening) in acht nemen. Bij de omgang met koelmiddel een beschermbril en voor koelmiddel geschikte werkhandschoenen dragen. Dichtheidscontrole met lekzoektoestel na elk onderhoud en na elke storingsoplossing doorvoeren. 2.4 Afvoer van afvalstoffen Materiaal en componenten doelmatig en milieuvriendelijk afvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven. Koelmiddel vakkundig afvoeren. 83306907 2/2017-05 La 9-88

3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Typebenaming Voorbeeld: WWP LS 10-B R-E HE WWP Bouwserie: Weishaupt warmtepomp L Warmtebron: lucht S Bouwtype: split 10 Vermogengrootte: 10 B Constructiestand R Uitvoering: reversibel E Uitvoering: eenfasig HE Hydraulische eenheid 3.2 Serienummer Het serienummer op het typeplaatje identificeert het product nauwkeurig. Het is absoluut noodzakelijk voor de Weishaupt-klantendienst. 1 2 1 Extra typeplaat 2 Typeplaat Ser. Nr.: 83306907 2/2017-05 La 10-88

3 Productbeschrijving 3.3 Functie De hydraulische eenheid draagt de door de buitenunit geproduceerde warmte over naar de stookkring. Door een interne kringloopomkering in de buitenunit kan met de hydraulische eenheid ook gekoeld worden. Overzicht water- en koelmiddelvoerende onderdelen 2 3 4 5 1 6 9 8 7 1 Condensor 2 Luchtafscheider 3 Snelontluchter 4 Veiligheidsventiel 5 Expansievat 18 liter / 0,75 bar 6 Vulventiel expansievat 7 Drie-weg-ventiel 8 Serviceaansluiting 3/8"-leiding (vloeistofleiding) 9 Slibafscheider 83306907 2/2017-05 La 11-88

3 Productbeschrijving Overzicht elektrische onderdelen 1 2 3 4 5 6 q 0 7 9 8 1 Vertrekvoeler LWT (B4) vraag voor WP 2 Debietsensor (B10) 3 Elektrisch verwarmingselement 4 Weergave- en bedieningseenheid (systeemmodule) 5 Toestelelektronica met elektrische aansluiting en toestelzekering 6 Vertrekvoeler elektrisch verwarmingselement (B7) 7 Schakelkastje elektrisch verwarmingselement 8 Terugloopvoeler EWT (B9) 9 Circulatiepomp 0 Koelmiddelvoeler binnen (B8) q Warmtewisselaar-druksensor binnen (B12) 83306907 2/2017-05 La 12-88

3 Productbeschrijving Condensor Via de condensor geeft het koelmiddel de gewonnen energie af aan het verwarmingswater. Circulatiepomp De circulatiepomp voert het verwarmingswater naar de radiator, naar de vloerverwarming of naar de boiler. Drie-weg-ventiel Het drie-weg-ventiel stuurt het debiet van het verwarmingswater. Het schakelt om tussen verwarmings- en warmwatermodus. Slibafscheider De slibafscheider filtert vuildeeltjes uit het verwarmingswater en beschermt op die manier de condensor. Debietsensor De debietsensor controleert het minimumdebiet in de stookkring. Elektrisch verwarmingselement Bij lage buitentemperatuur of storing kan het elektrische verwarmingselement de warmtepomp ondersteunen. 83306907 2/2017-05 La 13-88

3 Productbeschrijving 3.4 Technische gegevens 3.4.1 Toelatingsgegevens EHPA, Duitsland EHPA, Zwitserland aangevraagd aangevraagd Fundamentele normen EN 60335-2-40 EN 61000-6-1 EN 61000-6-3 EN 14511-1 EN 14511-2 EN 14511-3 EN 14825 Andere normen, zie EU-conformiteitsverklaring [pagina 2] Netspanning / netfrequentie elektrisch verwarmingselement Netspanning / netfrequentie hydraulische eenheid Vermogenopname elektrisch verwarmingselement Vermogenopname stookkringpomp 3.4.2 Elektrische gegevens 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 230 V, 1~, N, 50 Hz optioneel (1 : 400 V, 3~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz optioneel (1 : 400 V, 3~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz optioneel (1 : 400 V, 3~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz 2 x 3500 W 2 x 3500 W 2 x 3500 W 5 87 W 5 87 W 3 140 W Vermogenopname sturing totaal max 89 W max 89 W max 142 W Vermogenopname regeling stand-by 3 W 3 W 3 W Beschermingsgraad IP 40 IP 40 IP 40 (1 Bij gebruik van de 2e trap van het elektrische verwarmingselement Netspanning / netfrequentie elektrisch verwarmingselement Netspanning / netfrequentie hydraulische eenheid Vermogenopname elektrisch verwarmingselement Vermogenopname stookkringpomp 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE 230 V, 1~, N, 50 Hz optioneel (1 : 400 V, 3~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz optioneel (1 : 400 V, 3~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz optioneel (1 : 400 V, 3~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz 230 V, 1~, N, 50 Hz 2 x 3500 W 2 x 3500 W 2 x 3500 W 5 87 W 3 140 W 3 140 W Vermogenopname sturing totaal max 89 W max 142 W max 142 W Vermogenopname regeling stand-by 3 W 3 W 3 W Beschermingsgraad IP 40 IP 40 IP 40 (1 Bij gebruik van de 2e trap van het elektrische verwarmingselement 83306907 2/2017-05 La 14-88

3 Productbeschrijving 3.4.3 Opstellingsplaats Opstellingsplaats Binnen 3.4.4 Omgevingscondities Temperatuur tijdens de werking +3 +30 C Temperatuur bij transport/opslag -10 +60 C Relatieve luchtvochtigheid max 80 %, geen dauwpunt Luchtdebiet verdamper Verwarmingswaterdebiet condensor 3.4.5 Vermogen 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE 2700 m³/h 4210 m³/h 4210 m³/h 3460 m³/h 4210 m³/h 4500 m³/h Nominaal 1) 1,4 m³/h 1,9 m³/h 2,5 m³/h 1,8 m³/h 2,1 m³/h 2,7 m³/h Minimaal 0,8 m³/h 1,0 m³/h 1,2 m³/h 1,0 m³/h 1,2 m³/h 1,3 m³/h 1) Debiet bij genormaliseerde standaardomstandigheden A7 / W35 en temperatuurverschil 5 K, overeenkomstig EN 14511-2. Verwarmingswatervertrektemperatuur Luchttemperatuur toepassingsgrens buitenunit 3.4.5.1 Vermogen verwarming (EN 14511) 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE +20 +55 C +20 +55 C +20 +55 C -20 +35 C -15 +35 C -20 +35 C Bij standaard-gebruiksomstandigheden A2 / W35 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE Warmtevermogen 5,8 kw 6,5 kw 10,6 kw 7,6 kw 9,1 kw 11,5 kw Vermogenscoëfficiënt (COP) 3,62 3,73 3,26 3,79 3,72 3,72 Bij genormaliseerde standaardomstandigheden A7 / W35 en temperatuurverschil 5 K 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE Warmtevermogen 7,94 kw 10,9 kw 14,6 kw 10,2 kw 12,1 kw 15,7 kw Vermogenscoëfficiënt (COP) 4,7 4,62 4,29 5,08 4,69 4,17 83306907 2/2017-05 La 15-88

3 Productbeschrijving Arbeidsveld verwarming 10-B R-E en 13-B R-E 2 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15-20 -15-10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35 40 1 1 Luchtaanzuigtemperatuur [ C] 2 Vertrektemperatuur [ C] Arbeidsveld verwarming 8-B R-E, 10-B R, 13-B R en 16-B R 2 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15-30 -20-10 0 10 20 30 40 50 1 1 Luchtaanzuigtemperatuur [ C] 2 Vertrektemperatuur [ C] 83306907 2/2017-05 La 16-88

3 Productbeschrijving 3.4.5.2 Vermogen koeling (EN 14511) WWP LS 8-B R-E HE WWP LS 10-B R-E HE WWP LS 13-B R-E HE WWP LS 10-B R HE WWP LS 13-B R HE WWP LS 16-B R HE Koelwater-vertrektemperatuur +7 +20 C +7 +20 C +7 +20 C Luchttemperatuur toepassingsgrens buitenunit +10 +45 C +10 +45 C +10 +45 C Bij genormaliseerde standaardomstandigheden A35 / W7 en temperatuurverschil 5 K 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE Koelvermogen 6,6 kw 7,4 kw 9,1 kw 9,1 kw 10,8 kw 11,8 kw Vermogenscoëfficiënt (EER) 2,75 2,75 2,5 2,71 2,59 2,16 Bij genormaliseerde standaardomstandigheden A35 / W18 en temperatuurverschil 5 K 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE Koelvermogen 8,0 kw 8,4 kw 12,6 kw 8,8 kw 11,8 kw 14,2 kw Vermogenscoëfficiënt (EER) 3,5 3,8 3,0 4,46 3,8 3,37 Arbeidsveld koeling 26 24 22 20 18 16 14 12 10 2 8 6 4 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 1 1 Luchtaanzuigtemperatuur [ C] 2 Vertrektemperatuur [ C] 83306907 2/2017-05 La 17-88

3 Productbeschrijving 2 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 3.4.5.3 Restopvoerhoogte WWP LS 8-B en WWP LS 10-B met pomp UPM Geo 25-85 100 % 70 % 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 3 1 1 Debiet [l/h] 2 Restopvoerhoogte [mbar] 3 Vermogen circulatiepomp WWP LS 13-B en WWP LS 16-B met pomp UPML Geo 25-105 2 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 100 % 70 % 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 2800 3 1 1 Debiet [l/h] 2 Restopvoerhoogte [mbar] 3 Vermogen circulatiepomp 83306907 2/2017-05 La 18-88

3 Productbeschrijving 3.4.6 Werkingsdruk Koelmiddel Verwarmingswater max 42 bar max 3 bar 3.4.7 Inhoud Hydraulische eenheid en buitenunit 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE Koelmiddel R410A 2,15 kg (1 2,95 kg (1 4,2 kg (1 Aardopwarmingspotentieel (GWP) 2088 2088 2088 CO2-equivalent 4,38 t 6,16 t 8,77 t (1 Bij meer dan 2,4 kg koelmiddel R410A is een jaarlijkse dichtheidscontrole ter hoogte van het koelcircuit voorgeschreven. 3.4.8 Gewicht 8-B R-E HE 10-B R-E HE 10-B R HE Leeggewicht 54 kg 56 kg 60 kg 13-B R-E HE 13-B R HE 16-B R HE 83306907 2/2017-05 La 19-88

3 Productbeschrijving 3.4.9 Afmetingen 427 mm 675 mm 791 mm 31 mm 150 mm 1 150 mm 239 mm 108 134 mm 600 mm 61 mm 121 mm 3 4 5 2 8 104 mm 174 mm 9 7 6 76 mm 91 mm 287 mm 1 Wandhouder (pluggrootte Ø 10 mm) 2 Koelmiddelleiding ⅜" (vloeistofleiding) 3 Terugloop verwarming Ø buiten 28 mm 4 Terugloop warm water Ø buiten 28 mm 5 Condensaataansluiting 6 Vertrek warm water Ø buiten 28 mm 7 Vertrek verwarming Ø buiten 28 mm 8 Afloop veiligheidsventiel 9 Koelmiddelleiding ⅝" (drukgasleiding) 83306907 2/2017-05 La 20-88

4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Afmetingen Afmetingen in acht nemen [hfst. 3.4.9]. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: de opstellingsruimte vorstbestendig is; de muur voldoende draagkracht heeft [hfst. 3.4.8]; de plaats voor de hydraulische eenheid voldoende is [hfst. 3.4.9]; de plaats voor de hydraulische aansluiting voldoende is; de opstellingsruimte aan het minimum ruimtevolume voldoet. Minimum ruimtevolume 8-B R-E HE 10-B R-E HE 13-B R-E HE 10-B R HE 13-B R HE 16-B R HE Minimum ruimtevolume EN 378 Groter dan 6,5 m³ Groter dan 8,0 m³ Groter dan 11,0 m³ Minimumafstand Voor de montage- en onderhoudswerken moet een zijdelingse afstand van minstens 20 cm ten opzichte van muren en/of voorwerpen aangehouden worden. 4.2 Frontbekleding verwijderen De klemhaak van de frontbekleding is met een schroef beveiligd tegen onverhoeds openen. Na de montage van de frontbekleding deze schroef weer aanbrengen. Schroef 1 van de klemhaak aan de onderkant van het toestel verwijderen. Klemhaak openen en het frontpaneel afnemen. 1 83306907 2/2017-05 La 21-88

4 Montage 4.3 Wandhouder monteren Voor de montage van bijgeleverde wandhouder moeten onderstaande instructies nageleefd worden: Onder het toestel genoeg ruimte vrijhouden voor de hydraulische aansluitingen. Controleren of bijgeleverd bevestigingsmateriaal geschikt is voor de structuur van de muur [hfst. 3.4.8]. Wandhouder positioneren, alle bevestigingspunten markeren en boren [hfst. 3.4.9]. Wandhouder met alle boringen aan de muur monteren. 4.4 Toestel ophangen en uitlijnen. Enkel bij de montage van een basisaansluitgroep (toebehoren) Basisaansluitgroep voor de ophanging aan de wandhouder monteren Toestel op de wandhouder 2 hangen en met verstelschroeven 1 horizontaal uitlijnen. Afstand tot de muur met verstelschroeven 3 instellen en het toestel verticaal uitlijnen. 1 2 3 83306907 2/2017-05 La 22-88

5 Installatie 5 Installatie 5.1 Eisen aan het verwarmingswater Het verwarmingswater moet aan de VDI-richtlijn 2035 of aan vergelijkbare lokale voorschriften voldoen. Onbehandeld vul- en navulwater moet dezelfde kwaliteit hebben als drinkwater (kleurloos, helder, zonder afzetting). Het vul- en navulwater moet vooraf gefilterd zijn (maaswijdte max 5 µm). Er mag geen zuurstof in het verwarmingswater ingebracht worden (max 0,02 mg/l). Bij niet diffusiedichte installatiecomponenten moet het toestel door een systeemscheiding van de stookkring losgekoppeld worden. Bij vertrektemperaturen van 60 C kan steenvorming niet volledig vermeden worden. Richtwaarden voor het vul- en navulwater: Som aardalkaliën Totale hardheid max 2,0 mol/m³ max 11,2 dh 83306907 2/2017-05 La 23-88

5 Installatie 5.2 Hydraulische aansluiting Voor de installatie van de koelmiddelleiding moeten de montage- en bedieningsrichtlijnen van de buitenunit in acht genomen worden. GEVAAR WAARSCHUWING Verstikkingsgevaar door ontsnappend koelmiddel Ontsnappend koelmiddel stapelt zich op de vloer op. Inademen kan verstikking of zelfs de dood tot gevolg hebben. Aanraking met de huid kan tot bevriezing leiden. Koelcircuit niet beschadigen. Schade aan het milieu door ontsnappend koelmiddel Koelmiddel bevat gefluoreerde broeikasgassen die volgens het protocol van Kyoto niet in de omgeving mogen terechtkomen. Koelcircuit niet beschadigen. Verwarmingsinstallatie met minstens tweemaal de volledige inhoud van de installatie spoelen. Vreemde bestanddelen worden verwijderd. Vertrek en terugloop aansluiten (afsluitinrichtingen inbouwen). 1 2 3 8 7 6 5 4 1 Terugloop verwarming Ø buiten 28 mm buiten 2 Terugloop warm water Ø buiten 28 mm 3 Condensaataansluiting 4 Vertrek warm water Ø buiten 28 mm 5 Vertrek verwarming Ø buiten 28 mm 6 Afloop veiligheidsventiel 7 Koelmiddelleiding ⅝" (drukgasleiding) 8 Koelmiddelleiding ⅜" (vloeistofleiding) 83306907 2/2017-05 La 24-88

5 Installatie Watervulling OPGELET Schade aan het toestel door ongeschikt vulwater Corrosie en afzetting kunnen de installatie beschadigen. Eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater en de plaatselijk geldende voorschriften respecteren [hfst. 5.1]. Dimensionering en voordruk van het expansievat controleren en evt. aanpassen [hfst. 12.1]. Voor de ontdooiing moet een waterhoeveelheid van minstens 60 liter in de stookkring voorhanden zijn. Installatiedruk = voordruk + 0,5 bar. Afsluitinrichtingen openen. Kap van de snelontluchter losmaken. Verwarmingsinstallatie via de vulkraan langzaam vullen; daarbij installatiedruk in acht nemen. Installatie ontluchten. Dichtheid en installatiedruk controleren. 5.3 Koelmiddelleiding Koelmiddelleiding aansluiten, zie montage- en bedieningsrichtlijnen buitenunit. 83306907 2/2017-05 La 25-88

5 Installatie 5.4 Condensaataansluiting Condensaatslang zo plaatsen dat er geen water kan stagneren (sifoneffect) en dat het condensaat ongehinderd kan afvloeien. Een condensaatslang Ø binnen 14 mm is met de hydraulische eenheid bijgeleverd. Condensaatslang aan het verbindingsstuk 1 monteren en naar het afvoersysteem leiden. Afloop 2 van het veiligheidsventiel naar het afvoersysteem leiden. 2 1 83306907 2/2017-05 La 26-88

5 Installatie 5.5 Elektrische aansluiting GEVAAR GEVAAR Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Vóór het begin van de werken de hydraulische eenheid en de buitenunit buiten spanning plaatsen. Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Het elektrische verwarmingselement in de hydraulische eenheid heeft een aparte spanningstoevoer. Spanningstoevoer naar het elektrische verwarmingselement vóór het begin van de werken uitschakelen. Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag enkel door gekwalificeerde vaklui doorgevoerd worden. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven. Als busleiding bij voorkeur bus-leidingen RJ11 4-aderig, afgeschermd gebruiken (toebehoren). Busleidingen en buitenvoeler apart en bij voorkeur met afgeschermde leidingen plaatsen, daarbij de afscherming op de aanwezige afschermplaat leggen. Hydraulische eenheid aansluiten Schakelaar S1 1 uitschakelen. Schroef 2 90 tegen de wijzers van de klok in draaien. Afdekking van de elektrische aansluitbox afnemen. 2 1 GEVAAR Explosiegevaar door hoge druk Bij werking met gesloten serviceventielen wordt er een hoge druk opgebouwd. Dit kan tot barsten van onderdelen leiden. Spanningstoevoer enkel inschakelen wanneer de serviceventielen op de buitenunit geopend zijn. 83306907 2/2017-05 La 27-88

5 Installatie Kabels van de achterkant van het toestel of van de kabelgoot aan de onderkant van het toestel door de uitsparing naar de aansluitbox leiden. In- en uitgangen volgens het gebruik toewijzen. Kabels volgens het aansluitschema aansluiten, daarbij op de juiste fasepositie van de stroomvoorziening letten. Kabels met bijgeleverde schroefklemmen voor trekontlasting vastmaken. Elektrisch verwarmingselement aansluiting Schroef 1 losmaken en afdekking 2 afnemen. Massakabelverbinding 3 van de afdekking losmaken. Afdekking verwijderen. 1 3 2 Kabels volgens het aansluitschema aansluiten. Massakabel weer vastmaken aan de afdekking. Afdekking monteren. 83306907 2/2017-05 La 28-88

5 Installatie 5.5.1 Aansluitschema Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen [hfst. 5.5]. Toestelelektronica WWP-CPU WWP-CPU T4H 250V AC D DC µc - Unit D D A BUS S1 H-COM + A B 230V L N VA L N SGR1/2 L H1H2 2.WEZ/FH L* A1 A2 B1 1 M B2 1 M B3 1 M EM T2B RJ11 A B max 16A 4 H1 N L N 230 V/50 PE Hz L N PE 230 V H2 L N B1 B2 B3 WWP-EM-... Toestelelektronica WWP-CPU Stekker Kleur Aansluiting Omschrijving 230V Zwart Spanningstoevoer 230 V AC / 50 Hz VA Grijs Variabele uitgang 230 V AC max 2 A SGR1/2 Turkoois Ingang SG Read H1 en H2 (EVB-blokkering) [hfst. 11.2] 2. WEZ / FH Paars Potentiaalvrije relais-uitgang 2e warmtegenerator (A1) / flensverwarming (A2) B1 Groen Buitenvoeler (toebehoren) NTC 2 kω B2 Wit Evenwichtsflesvoeler NTC 5 kω B3 Geel Warmwatervoeler NTC 5 kω EM RJ11 WWP uitbreidingsmodule Bus-leidingen RJ11 4-aderig, afgeschermd (toebehoren) T2B Donkerblauw Reserve (niet bezet) H-COM Roze Verbinding met de buitenunit (communicatieleiding) 2 x 0,75 mm², afgeschermd, paarsgewijs getwist 83306907 2/2017-05 La 29-88

5 Installatie Elektrisch verwarmingselement 2 N 2 N (1 PE L1 L2 N Elektrisch verwarmingselement Toevoerleiding Spanningstoevoer 230 V, 1~, N, 50 Hz optioneel (1 : 400 V, 3~, N, 50 Hz Omschrijving Zekering extern B 20 A (1 Bij gebruik van de 2e trap van het elektrische verwarmingselement 83306907 2/2017-05 La 30-88

6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedrijfsstatus De lichtlijst 1 geeft de bedrijfsstatus van de wamtepomp weer. 1 Lichtlijst Omschrijving UIT Geen spanningstoevoer of lichtlijst gedeactiveerd [hfst. 6.7.3.4] Groen Systeem zonder fout Geel Waarschuwing of fout [hfst. 10] Rood Vergrendelde fout (installatie is vergrendeld) [hfst. 10] 83306907 2/2017-05 La 31-88

6 Bediening 6.2 Weergave- en bedieningseenheid Draaien Drukken Door de parameterstructuur navigeren; waarden veranderen Bevestigen of waarden opslaan 83306907 2/2017-05 La 32-88

6 Bediening 6.3 Display Startscherm Maandag 13.03.2017 7:37 4 Vertrektemperatuur 40.0 C Uit 50 C 1 3 Verwarming 7.0 C 2 1 Informatie: Actuel vermogenvraag aan de buitenunit Warmwatertemperatuur Buitentemperatuur 2 Menukeuze: Favorietenmenu Gebruikersmenu Vakmanmenu Met de draaiknop wordt het menu geselecteerd. 3 Stausweergave: Actuele status van de installatie. Manueel [hfst. 6.7.5.1] Manuele ontdooiing [hfst. 6.7.5.1] Diagnose Automatische ontluchting [hfst. 6.7.5.1] Uitschakeltijd (10 min blokkering na regelafschakeling) Blokk. buitentemp. Zomerblokkering [hfst. 6.7.5.2] Grenstemperatuur [hfst. 6.7.1.3] Ontdooien (automatische ontdooifunctie van de buitenunit actief) Toepassingsgrens EVB-blokk. [hfst. 11.2] SG Ready SK (verhoogde werking stookkring) [hfst. 11.2] SG Ready WW (verhoogde werking warm water) [hfst. 11.2] Verwarming Koeling Antilegionella [hfst. 6.7.4.4] Warmwatermodus Zomer Zomermodus manueel als systeembedrijfsmodus ingesteld [hfst. 6.7.2] Zomermodus automatisch door buitentemperatuur geactiveerd [hfst. 6.7.3.5] 4 Temperatuurweergave: Actuele vertrektemperatuur van de installatie 83306907 2/2017-05 La 33-88

6 Bediening 6.4 Favorietenmenu Voor een snelle toegang zijn de veel gebruikte parameters in het favorietenmenu opgenomen. Naargelang de hydraulica- en regelvariante verschijnen bepaalde info's en parameters niet. Favorieten weergeven Met de draaiknop het functievakje Favorietenmenu selecteren en bevestigen. Het favorietenmenu verschijnt op het display. Maandag 13.03.2017 7:37 Vertrektemperatuur Uit 40.0 C Systeembedrijfsmodus ruimtetemp. programma Gewenste Tijd- 50 C Verwarming 7.0 C Gewenste WW-temp. Warmwaterpush Warmwaterprogramma Parameter Systeembedrijfsmodus Gewenste ruimtetemperatuur Tijdprogramma (stookprogramma) Warmwater push Omschrijving Legt de bedrijfsmodus van de volledige installatie vast. Gewenste ruimtetemperatuur voor het geselecteerde temperatuurniveau [hfst. 6.4.1]. Comfort Normaal Verlaging De niveaus kunnen via het stookprogramma aan bepaalde periodes van de dag toegewezen worden [hfst. 6.4.3]. Met het stookprogramma wordt vastgelegd wanneer er op temperatuurniveau "Comfort", "Normaal" of "Verlaging" verwarmd moet worden. Het tijdprogramma kan individueel aangepast worden [hfst. 6.4.3]. Het stookprogramma is enkel actief in de bedrijfsmodus: Verwarming Met warmwater-push kan een warmwaterbehoefte die van het tijdprogramma afwijkt gedekt worden. De boiler wordt tijdens de ingestelde tijd op normale temperatuur opgewarmd en behouden. 83306907 2/2017-05 La 34-88

6 Bediening Parameter Omschrijving Gewenste WW-temp. Gewenste warmwatertemperatuur voor normale en verlaagde modus [hfst. 6.4.2]. WW-programma Normaal Verlaging De normale en verlaagde werking kan via het warmwaterprogramma aan bepaalde periodes van de dag toegewezen worden [hfst. 6.4.3]. Met het warmwaterprogramma wordt vastgelegd wanneer de boiler op temperatuurniveau "Normaal" of "Verlaging" opgewarmd moet worden. Het tijdprogramma kan individueel aangepast worden [hfst. 6.4.3]. Het warmwaterprogramma is actief in de bedrijfsmodus: Verwarming Zomer Met het warmwaterprogramma wordt vastgelegd wanneer de boiler op temperatuurniveau "Normaal" of "Verlaging" verwarmd moet worden. 6.4.1 Gewenste ruimtetemperatuur instellen Met de draaiknop temperatuurniveau selecteren en bevestigen. Het display gaat over naar de instelmodus. Op de draaiknop drukken en de gewenste temperatuur instellen. Op de draaiknop drukken en de invoering bevestigen. Gebruiker Gebruiker Gebruiker Comfort 21.0 C Normaal Normaal Normaal 20.0 C 20.0 C 19.5 C Verlaging 18.0 C Fabriekswaarde 20.0 C Fabriekswaarde 20.0 C ESC > 3sec drukken ESC > 3sec drukken De temperatuurniveaus kunnen via het menu Tijdprogramma's aan bepaalde periodes van de dag toegewezen worden [hfst. 6.4.3]. 83306907 2/2017-05 La 35-88

6 Bediening 6.4.2 Gewenste warmwatertemperatuur instellen Met de draaiknop temperatuurniveau selecteren en bevestigen. Het display gaat over naar de instelmodus. Op de draaiknop drukken en de gewenste temperatuur instellen. Op de draaiknop drukken en de invoering bevestigen. Gebruiker Gebruiker Gebruiker Normaal 50.0 C Normaal Normaal Verlaging 40.0 C 50.0 C 55.0 C Fabriekswaarde 50.0 C Fabriekswaarde 50.0 C ESC > 3sec drukken ESC > 3sec drukken De gewenste warmwatertemperatuur enkel zo hoog als nodig instellen. Bij gewenste warmwatertemperaturen die een gewenste vertrekwaarde van meer dan 55 C vereisen, wordt het elektrische verwarmingselement ingeschakeld. De gewenste vertrekwaarde resulteert uit de gewenste warmwatertemperatuur en de vertrekverhoging [hfst. 6.7.4.5]. 83306907 2/2017-05 La 36-88

6 Bediening 6.4.3 Tijdprogramma instellen Tijdprogramma kiezen. Stookprogramma Warmwaterprogramma Tijd veranderen / toevoegen Met de draaiknop de tijdcyclus van de overeenkomstige weekdag selecteren. Voor elke weekdag kunnen 3 cycli geprogrammeerd worden. Op de draaiknop drukken en starttijd instellen. Op de draaiknop drukken en eindtijd instellen. Op de draaiknop drukken en temperatuurniveau instellen (enkel in het stookprogramma mogelijk): : comforttemperatuur (volle zon), : normale temperatuur (halve zon). Draaiknop indrukken. Weekdag wordt gemarkeerd, cyclus is opgeslagen. Volgend cyclus of weekdag bewerken: Draaiknop in wijzerszin draaienen de handeling herhalen. Tijdprogramma verlaten: Draaiknop in tegenwijzerszin draaien tot het functievakje Draaiknop indrukken. gemarkeerd is. Gebruiker Gebruiker Gebruiker Za 1 Za 1 Za 1 (1 (1 (1 6:00 22:00 7:00 22:30 7:00 22:30 1) Symbool voor temperatuurniveau verschijnt enkel in het stookprogramma, in het warmwaterprogramma is geen keuze mogelijk. 83306907 2/2017-05 La 37-88

6 Bediening Weekdag kopiëren De instellingen van een weekdag kunnen gekopieerd en naar andere dagen overgedragen worden. Draaiknop in wijzerszin draaien tot Kopiëren weergegeven wordt. Op de draaiknop drukken de weekdag die gekopieerd moet worden selecteren. Op de draaiknop drukken en de weekdag selecteren die moet worden overschreven. Uit: kopieerproces wordt geannuleerd Ma Zo: geselecteerde weekdag wordt overschreven 1-5: Maandag tot vrijdag wordt overschreven 6-7: Zaterdag en zondag wordt overschreven 1-7: Maandag tot zondag wordt overschreven Draaiknop indrukken. Kopieerproces wordt doorgevoerd en opgeslagen. Kopieerproces verlaten: Draaiknop in tegenwijzerszin draaien tot Uit weergegeven wordt. Draaiknop indrukken. Tekstlijn Kopiëren wordt gemarkeerd. Draaiknop in tegenwijzerszin draaien tot het functievakje gemarkeerd is. Draaiknop indrukken. Gebruiker Gebruiker Gebruiker Kopiëren Kopiëren Ma 1-5 Kopiëren 83306907 2/2017-05 La 38-88

6 Bediening 6.5 Gebruikersmenu In het gebruikersmenu worden de menu's en parameters weergegeven die voor de normale werking van de installatie nodig zijn. Met de draaiknop het functievakje Gebruikersmenu selecteren en bevestigen. Het gebruikersmenu verschijnt op het display. Maandag 13.03.2017 7:37 Gebruiker Vertrektemperatuur 40.0 C Uit 50 C Info Systeembedrijfsmodus Stookkring Verwarming 7.0 C Warm water Instellingen 83306907 2/2017-05 La 39-88

6 Bediening 6.6 Vakmanmenu In het vakmanmenu worden alle menu's en parameters weergegeven die voor de bestaande installatie mogelijk zijn. De toegang tot het Vakmanmenu is enkel mogelijk via paswoord. Paswoord invoeren Paswoord: 11 Met de draaiknop het functievakje Vakmanmenu selecteren en bevestigen. Het paswoordvenster verschijnt op het display. Paswoord 11 kiezen en bevestigen. Functievakje selecteren en bevestigen. Het vakmanmenu verschijnt op het display. Maandag 13.03.2017 7:37 Vakman Vakman Vertrektemperatuur 40.0 C Uit 50 C Paswoord invoeren Info Systeembedrijfsmodus Stookkring Verwarming 7.0 C OK = drukken 11 ESC > 3sec drukken Warm water Warmtepomp Variabele uitgang Paswoord deactiveren Als de draaiknop 3 minuten niet gebruikt wordt of als het vakmanmenu verlaten wordt, wordt het paswoord gedeactiveerd. 83306907 2/2017-05 La 40-88

6 Bediening 6.7 Menustructuur In het gebruikersmenu is de toegang tot de menustructuur beperkt [hfst. 6.5]. Via het vakmanmenu kan er toegang verkregen worden tot alle informatie en parameters [hfst. 6.6]. Naargelang de hydraulica- en regelvariante verschijnen bepaalde info's en parameters niet. 6.7.1 Info In het Infomenu kan de informatie enkel gelezen worden. 6.7.1.1 Stookkring Info Stookkring Informatie Buitentemperatuur Warmwatertemperatuur Nodig vermogen Omschrijving Actuele temperatuur op de buitenvoeler (B1). Actuele temperatuur op de warmwatervoeler (B3). Actuele vermogensvraag aan de buitenunit. Gewenste vertrektemp. (1 Gewenste vertrektemperatuur van de stookkring. Vertrektemperatuur Actuele vertrektemperatuur van de stookkring, gemeten op de vertrekvoeler na het elektrische verwarmingselement (B7). Schakeldiff. dynamisch (1 Terugloop- temperatuur Inschakelcriterium voor de warmtepomp. Als de actuele vertektemperatuur met de ingestelde waarde lager ligt dan de gewenste vertrektemperatuur, start de warmtepomp. Enkel actief wanneer Schakeldiff. dynamisch op Aan staat [hfst. 6.7.5.2]. Actuele teruglooptemperatuur van de stookring, gemeten op de terugloopvoeler (B9). Actuele temperatuur op de evenwichtsflesvoeler (B2). Pomptoerental (1 Debiet (1 Pos. omschakelventiel (1 Versie WWP-SG (1 Versie WWP-CPU (1 Actueel toerental van de pomp in verwarmingsmodus. Actueel debiet op de debietsensor (B10) van de hydraulische eenheid. Actuele positie van het drie-weg-ventiel van de hydraulische eenheid. Actuele softwareversie van de systeemmodule. Actuele softwareversie van de printplaat van het toestel. (1 Verschijnt enkel in het vakmanmenu. 83306907 2/2017-05 La 41-88

6 Bediening 6.7.1.2 Warmtepomp Info Warmtepomp Informatie Buitenunit status Omschrijving Actuele bedrijfsfase van de buitenunit. Gew. freq compressor (1 Reële freq. compressor (1 Luchtaanzuig- temperatuur Warmtew. BU-unit ingang (1 Warmtew. BU-unit midden (1 Drukgas (1 Warmtewiss. binnen (1 Koelmiddel binnen (1 Werkingsuren compr. (1 Schakelcycli compressor (1 Schakelcycli ontdooien (1 Buitenunit variante (1 Verschijnt enkel in het vakmanmenu. Gevraagde compressorfrequentie door de regelaar. Actuele compressorfrequentie op de buitenunit. Actuele luchtinlaattemperatuur aan de warmtewisselaar van de buitenunit. Luchtaanzuigvoeler (OAT) Actuele koelmiddeltemperatuur gemeten aan de ingang van de warmtewisselaar in de buitenunit (verdamper). Warmtewisselaar voeler buitenunit ingang (OCT) Actuele temperatuur in de warmtewisselaar van de buitenunit (verdamper). Warmtewisselaarvoeler buitenunit midden (OMT) Actuele koelmiddeltemperatuur, gemeten aan de uitgang van de compressor in de buitenunit. Drukgastemperatuurvoeler (CTT) Actuele koelmiddeltemperatuur, gemeten aan de ingang van de warmtewisselaar van de hydraulische eenheid (drukgas). Warmtewisselaar-druksensor binnen (B12) Actuele koelmiddeltemperatuur, gemeten aan de uitgang van de warmtewisselaar in de binnenunit (condensor). Koelmiddelvoeler binnen (B8) Werkingsuren van de compressor sinds de inbedrijfstelling. Aantal starts van de compressor sinds de laatste inbedrijfstelling. Aantal ontdooiingen van de buitenunit sinds de inbedrijfstelling. Type en uitvoering van de buitenunit. 83306907 2/2017-05 La 42-88

6 Bediening 6.7.1.3 Tweede warmtegenerator Informatie Status E-verwarm. 1 Status E-verwarm. 2 Status 2e WG Werkingsuren E1 Werkingsuren E2 Info 2e WG Omschrijving Actuele status van het elektrische verwarmingselement in de hydraulische eenheid, trap 1. Actuele status van het elektrische verwarmingselement in de hydraulische eenheid, trap 2. Actuele status van de 2de warmtegenerator (bijv. condensatieketel). Werkingsuren van het elektrische verwarmingselement trap 1 sinds de inbedrijfstelling. Werkingsuren van het elektrische verwarmingselement trap 2 sinds de inbedrijfstelling. Werkingsuren 2e WG Werkingsuren van de 2de warmtegenerator sinds de inbedrijfstelling. Schakelcycli E1 (1 Aantal inschakelingen van het elektrische verwarmingselement trap 1. Schakelcycli E1 (1 Aantal inschakelingen van het elektrische verwarmingselement trap 2. Schakelcycli 2e WG (1 (1 Verschijnt enkel in het vakmanmenu. Aantal starts van de 2e warmtegenerator (bijv. condensatieketel). 83306907 2/2017-05 La 43-88

6 Bediening 6.7.1.4 Statistiek Informatie Info Statistiek In het menu Statistiek kunnen dag-, maand- en jaarwaarden betreffende de geproduceerde energie weergegeven worden. Omschrijving Totaal energie dag Totale energieproductie van de huidige dag. Totaal energie maand Totaal energie jaar Verw. energie dag Totale energieproductie van de huidige maand. Totale energieproductie van het huidige kalenderjaar. Verbruikte energie voor verwarming op de huidige dag. Verw. energie maand Verbruikte energie voor verwarming in de huidige maand. Verw. energie jaar Verbruikte energie voor verwarming in het huidige kalenderjaar WW energie dag WW energie maand WW energie jaar Verbruikte energie voor warm water op de huidige dag. Verbruikte energie voor warm water in de huidige maand. Verbruikte energie voor warm water in het huidige kalenderjaar. Koelen energie dag Verbruikte energie voor koeling op de huidige dag. Koelen energie maand Koelen energie jaar Ontdooien energie dag Ontdooien energie maand Ontdooien energie jaar Verbruikte energie voor koeling in de huidige maand. Verbruikte energie voor koeling in het huidige kalenderjaar Verbruikte energie voor de ontdooifunctie op de huidige dag. Verbruikte energie voor de ontdooifunctie in de huidige maand. Verbruikte energie voor de ontdooifunctie in het huidige kalenderjaar 83306907 2/2017-05 La 44-88

6 Bediening 6.7.2 Systeembedrijfsmodus Systeembedrijfsmodus Het menu Systeembedrijfsmodus legt de bedrijfsmodus van de volledige installatie vast. Instelling Verwarming Zomer Stand-by Omschrijving Verwarming: Verwarming aan Warm water aan Vorstbeveiliging aan Zomermodus: Verwarming uit Warm water aan Vorstbeveiliging aan Vorstb. actief: Verwarming uit Warm water uit Vorstbeveiliging aan 83306907 2/2017-05 La 45-88

6 Bediening 6.7.3 Stookkring 6.7.3.1 Party/pauze Stookkring Party/ pauze Instelling Party Het temperatuurniveau van het stookprogramma kan tijdelijk (maximaal 12 uren) veranderd worden. Daarna is het actuele stookprogramma terug actief. Als de parameter op Automatisch staat, is het stookprogramma actief. Omschrijving Voor de ingestelde duur verwarmt de warmtepomp op normale temperatuur [hfst. 6.4]. Pauze Voor de ingestelde duur werkt de installatie op verlaagde temperatuur [hfst. 6.4]. Party/pauze tijd instellen Menu Party/pauze selecteren. Op het display verschijnt de actuele bedrijfsmodus. Op de draaiknop drukken en de gewenste functie instellen (Party of Pauze). Gewenste duur met draaiknop instellen. Op de draaiknop drukken en de invoering bevestigen. Gebruiker Gebruiker Gebruiker Bedrijfsmodus Automatisch Fabriekswaarde automatisch Bedrijfsmodus Party Fabriekswaarde automatisch Bedrijfsmodus Party 4.5 h Fabriekswaarde automatisch ESC > 3sec drukken ESC > 3sec drukken ESC > 3sec drukken Party/pauze resetten Menu Party/pauze selecteren. Met de draaiknop Fabriekswaarde Automatisch selecteren en bevestigen. Bedrijfsmodus gaat over naar Automatisch, functie Party/pauze is gereset. Gebruiker Gebruiker Gebruiker Bedrijfsmodus Pauze 6.0 h Fabriekswaarde automatisch Bedrijfsmodus Pauze 6.0 h Fabriekswaarde automatisch Bedrijfsmodus Automatisch Fabriekswaarde automatisch ESC > 3sec drukken ESC > 3sec drukken ESC > 3sec drukken 83306907 2/2017-05 La 46-88

6 Bediening 6.7.3.2 Gewenste ruimtetemperatuur Stookkring Gewenste ruimtetemp. Legt de gewenste ruimtetemperatuur voor het geselecteerde temperatuurniveau vast. Comfort Normaal Verlaging Vorst (enkel vakmanmenu) De temperatuurniveaus kunnen via het menu Tijdprogramma's aan bepaalde periodes van de dag toegewezen worden [hfst. 6.4.3]. 6.7.3.3 Stookcurve Stookkring Stookcurve Om de gewenste ruimtetemperatuur te bereiken, is bij koudere buitentemperaturen een hogere vertrektemperatuur nodig. De stookcurve legt vast hoe sterk de invloed van een verandering van de buitentemperatuur op de gewenste vertrektemperatuur is. Na een verandering van de Gewenste ruimtetemp., wordt de stookcurve automatisch aangepast. Ruimtetemperatuur te koud Ruimtetemperatuur te warm Koude buitentemperatuur Steilheid verhogen. Steilheid verlagen. Zachte buitentemperatuur Gewenste ruimtetemperatuur voor Comfort, Normaal, en Verlaging verhogen. Gewenste ruimtetemperatuur voor Comfort, Normaal, en Verlaging verlagen. Draaiknop indrukken. Het display gaat over naar de instelmodus. Met de draaiknop de stookcurve (steilheid) veranderen. Op de draaiknop drukken en de invoering bevestigen. De waarde wordt overgenomen en het instelbereik krijgt een donkerblauwe achtergrond. C 50 Stookcurve C 50 Stookcurve C 50 Stookcurve 40 40 40 30 30 30 20 20 20 10 30 20 10 0-10 -20-30 C 21.0 C 0.75 10 30 20 10 0-10 -20-30 C 21.0 C 0.95 OK = drukken ESC > 3sec drukken 10 30 20 10 0-10 -20-30 C 21.0 C 0.95 Fabrieksinstelling: 0,75 Voor de gewenste vertrektemperatuur kan in het menu Verwarming een onderste en bovenste grenswaarde ingesteld worden [hfst. 6.7.5.6]. 83306907 2/2017-05 La 47-88

6 Bediening 6.7.3.4 Instellingen Parameter Functie Vraag Dekvloer Buitenvoelertoewijzing Vorstbeveiliging SG Ready verhoging Constante temperatuur Stookkring Instellingen Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Uit: Geen verwarming, enkel warmwaterlading. De parameters met betrekking tot de stookkring worden niet weergegeven. Aan: Verwarming mogelijk. Menu's en parameters betreffende de stookkring worden weergegeven. Weersafhankelijk: Bij de weersafhankelijke regeling wordt de vertrektemperatuur in functie van de buitentemperatuur geregeld. De actuele vertrektemperatuur wordt berekend op basis van: Buitentemperatuur Stookcurve [hfst. 6.7.3.3] Gewenste ruimtetemperatuur Constant: De vertrektemperatuur wordt op de onder Constante temperatuur ingestelde waarde geregeld [hfst. 6.7.5.1]. Uit: Dekvloerprogramma gedeactiveerd. Functieverwarming: Functieverwarming actief. Eerst fase van de droging. De functieverwarming dient als controlemiddel voor een correcte plaatsing van de vloerverwarming (uitzetting enz.). Bezettingsverwarming: Bezettingsverwarming actief. Tweede fase van de droging. De bezettingsverwarming dient voor de verdere droging totdat de dekvloer klaar is voor vloerbedekkingswerkzaamheden. Functie- en bezettingsverwarm.: Functie- en bezettingsverwarming na elkaar actief. Legt de relevante buitenvoeler voor de regeling vast. Buitentemperatuur: Buitenvoeler B1 (toebehoren) [hfst. 5.5.1]. Luchtaanzuigtemp.: Luchtaanzuigvoeler (OAT) in de buitenunit. Uit: Vorstbeveiliging gedeactiveerd. -20 C +29 C: Als de actuele buitentemperatuur lager ligt dan de ingestelde waarde, is de installatievorstbeveiliging actief. Verhoging van de gewenste vertrektemperatuur in verwarmingsmodus bij Smart- Grid-functie in bedrijfsmodus 3 [hfst. 11.2]. Vaste vertrektemperatuur voor verwarmingsmodus. De parameter verschijnt enkel als er onder Vraag de optie Constant ingesteld is. Verlaging Temperatuurniveau voor de verlaagde fase in het stookprogramma [hfst. 6.7.3.2]. Vorst Verlaging 83306907 2/2017-05 La 48-88

6 Bediening Parameter Gebouw Minimumtemperatuur Maximale temperatuur Verhoging vraag Instelling Bij weersafhankelijke regeling beïnvloedt de gemengde buitentemperatuur de gewenste vertrektemperatuur. De invloed is afhankelijk van de gebouwconstructie. Hoe beter (zwaarder) de gebouwconstructie, hoe trager de invloed. Uit, licht, gemiddeld, zwaar Onderste grens voor de minimale vertrektemperatuur. Lagere warmtevragen worden tot de ingestelde waarde beperkt. Bovenste grens voor de maximale vertrektemperatuur. Hogere warmtevragen worden tot de ingestelde waarde beperkt. De gewenste vertrektemperatuur van de stookkring wordt met de ingestelde waarde verhoogd, bijv. om vermogensverliezen te compenseren. Dekvloerprogramma 2 55 45 35 25 0 3 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 1 1 Dagen 2 Gewenste vertrektemperatuur [ C] 3 Functieverwarming 4 Bezettingsverwarming 6.7.3.5 Zomer/Winter omschakeling Stookkring Zomer/winter Instelling Omschrijving 3.0 30.0 C Als de gemiddelde buitentemperatuur de ingestelde waarde overschrijdt, schakelt de bedrijfsmodus om naar Zomer. UIT Uit: De ingestelde bedrijfsmodus blijft actief, ongeacht de buitentemperatuur. 6.7.3.6 Tijdprogramma's Stookkring Tijdprogramma Met het stookprogramma wordt vastgelegd wanneer er op temperatuurniveau "Comfort", "Normaal" of "Verlaging" verwarmd moet worden. Het tijdprogramma kan individueel aangepast worden [hfst. 6.4.3]. Het stookprogramma is enkel actief in de bedrijfsmodus Verwarming. 83306907 2/2017-05 La 49-88

6 Bediening 6.7.3.7 Koelen Stookkring Koelen Parameter Vrijgave koeling Kenlijn BT min Kenlijn BT max Kenveld VT-MIN Kenveld VT-MAX Minimumtemperatuur Maximumtemperatur Verhoging vraag Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Geeft de koelmodus voor de stookkring vrij. In het menu Koelen verschijnen bijkomende parameters. De koelmodus is alleen mogelijk binnen de schakeltijden voor comfortmodus en normale modus. In de schakeltijden voor verlaagde werking is de koelmodus niet mogelijk [hfst. 6.7.3.6]. Minimale buitentemperatuur voor de koelfunctie. Als de gemiddelde buitentemperatuur de ingestelde waarde overschrijdt, schakelt de bedrijfsmodus om naar koelen. De minimale buitentemperatuur is het referentiepunt voor Kenveld VT min. Maximale buitentemperatuur voor de koelcurve. De minimumtemperatuur is het referentiepunt voor Kenveld VT-MAX. Gewenste vertrektemperatuur wanneer de buitentemperatuur de ingestelde Kenlijn BT min bereikt. Onderste punt van de koelcurve. Gewenste vertrektemperatuur wanneer de buitentemperatuur de ingestelde Kenlijn BT max bereikt. Bovenste punt van de koelcurve. Minimale vertrektemperatuur in de stookkring bij actieve koeling. Onderste grenswaarde voor de gewenste vertrektemperatuur van de koelcurve. Maximale vertrektemperatuur in de stookkring bij actieve koeling. Bovenste grenswaarde voor de gewenste vertrektemperatuur van de koelcurve. De ingestelde waarde wordt bij de gewenste vertrektemperatuur bijgeteld, positief en negatief. De verhoging van de vraag heeft de functie van een parallelle verschuiving van de koelcurve. Koelcurve Gewenste vertrektemperatuur [ C] Kenlijn BT min Kenlijn BT max 26 25 Kenveld VT-MAX 24 23 22 21 Maximumtemperatur Koelcurve Verhoging vraag 20 19 18 17 16 15 14 Minimumtemperatuur Kenveld VT-MIN 14 16 18 20 24 26 28 30 32 34 36 Buitentemperatuur [ C] 83306907 2/2017-05 La 50-88

6 Bediening 6.7.3.8 Reset Stookkring Reset Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Alle wijzigingen die in het menu "Stookkring" doorgevoerd werden, worden hier naar fabrieksinstelling gereset. 83306907 2/2017-05 La 51-88

6 Bediening 6.7.4 Warm water 6.7.4.1 Tijdprogramma's Warm water Met het warmwaterprogramma wordt vastgelegd wanneer de boiler op temperatuurniveau "Normaal" of "Verlaging" opgewarmd moet worden. Het tijdprogramma kan individueel aangepast worden [hfst. 6.4.3]. Het warmwaterprogramma is actief in de bedrijfsmodus: Verwarming Zomer 6.7.4.2 Warm water push Warm water Warmwaterprogramma Warmwaterpush Met warmwater-push kan een warmwaterbehoefte die van het tijdprogramma afwijkt gedekt worden. De boiler wordt tijdens de ingestelde tijd op normale temperatuur opgewarmd en behouden. 6.7.4.3 Gewenste warmwatertemperatuur Warm water Gewenste WW-temp. Gewenste warmwatertemperatuur voor normale en verlaagde modus [hfst. 6.4.2]. Normaal Verlaging De normale en verlaagde werking kan via het warmwaterprogramma aan bepaalde periodes van de dag toegewezen worden [hfst. 6.4.3]. 83306907 2/2017-05 La 52-88

6 Bediening 6.7.4.4 Legionellabescherming Warm water Antilegionella Parameter Dag Tijdstip Temperatuur Ladingsduur Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Uit: legionellabescherming gedeactiveerd. Ma-Zo, Alle: Weekdag waarop de legionellabescherming doorgevoerd wordt. Tijdstip voor de start van de legionellabescherming. Gewenste warmwatertemperatuur voor de legionellabescherming. Maximale duur voor de legionellabescherming. Uit: Legionellabescherming wordt niet afgebroken. 5 240min: Wanneer de gewenste warmwatertemperatuur voor de legionellabescherming binnen de ingestelde tijd niet bereikt wordt, wordt de legionellenbescherming afgebroken. 6.7.4.5 Instellingen Warm water Instellingen Parameter SG Ready verhoging Maximumtemperatur Vertrekverhoging Instelling Verhoging van de gewenste warmwatertemperatuur bij Smart-Grid-functie in bedrijfsmodus 3 [hfst. 11.2]. Bovenste grenswaarde van de gewenste warmwatertemperatuur bij Smart-Gridfunctie in bedrijfsmodus 4 [hfst. 11.2]. Verhoging van de gewenste warmwatertemperatuur voor warmwaterlading. Gewenste vertrektemperatuur = Gewenste WW-temp. + Vertrekverh. 83306907 2/2017-05 La 53-88

6 Bediening 6.7.4.6 Flensverwarming Warm water Flensverwarmin g Parameter Omschakeltemp. Schakeldifferentieel Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Vrijgavetemperatuur voor de flensverwarming in de boiler. Als de temperatuur in de boiler de ingestelde Omschakeltemp. overschrijdt en de gewenste warmwatertemperatuur is niet bereikt, dan neemt de flensverwarming de volledige warmwaterlading over. De warmtepomp stopt of gaat over naar verwarmingsmodus. Uitschakelhysteresis voor de flensverwarming. Als de warmwatertemperatuur met het ingestelde Schakeldiff. lager ligt dan de Omschakeltemp. schakelt de flensverwarming af en neemt de warmtepomp de warmwaterlading over. 6.7.4.7 Reset Warm water Reset Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Alle wijzigingen die in het menu "Warm water" doorgevoerd werden, worden hier naar fabrieksinstelling gereset. 83306907 2/2017-05 La 54-88

6 Bediening 6.7.5 Warmtepomp 6.7.5.1 Service Warmtepomp Service Parameter Automatische ontluchting Manueel Manuele ontdooiing Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Programma voor het vullen en ontluchten van de verwarmingszijde. Tijdens de automatische ontluchting schakelt het drie-weg-ventiel heen en weer tussen verwarmings- en warmwatermodus. De pomp verandert daarbij in elke positie meermaals het vermogen. De automatische ontluchting duurt ca. 1 uur, maar kan via de instelling Uit manueel onderbroken worden. Uit: Manueel bedrijf gedeactiveerd. 20 45 C: Vaste waarde voor de gewenste vertrektemperatuur. Uit: Manuele ontdooiing geannuleerd. uitvoeren: start de ontdooifunctie, de warmtewisselaar in de buitenunit wordt ijsvrij gemaakt. 83306907 2/2017-05 La 55-88

6 Bediening 6.7.5.2 Instellingen Parameter Uitschakeltijd Buitenvoelertoewijzing Zomerblokkering Rustmodus Warmtepomp Instellingen Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Gedwongen pauze voor de buitenunit na het uitschakelen, de compressor treedt ten vroegste na de ingestellde tijd terug in werking. Legt de relevante buitenvoeler voor de regeling vast. Buitentemperatuur: Buitenvoeler B1 (toebehoren) [hfst. 5.5.1]. Luchtaanzuigtemp.: Luchtaanzuigvoeler (OAT) in de buitenunit. Uit: Zomerblokkering gedeactiveerd. -19 40 C: Als de buitentemperatuur de ingstelde waarde overschrijdt, wordt de buitenunit geblokkeerd. Een warmtevraag tijdens de blokkeringstoestand van de buitenunit moet door een tweede warmtegenerator overgenomen worden. De rustmodus reduceert de geluidsemissies van de buitenunit voor een bepaalde periode. Uit: Rustmodus gedeactiveerd 75 45%: Maximaal vermogen van de buitenunit tijdens het rustprogramma [hfst. 6.7.5.10]. Vermogensbegrenzing BT Buitentemperatuur vanaf dewelke het vermogen van de buitenunit tot 80 % beperkt wordt. Verschilbewaking Schakeldiff. dynamisch Uit: Verschilbewaking gedeactiveerd. Aan: Bewaakt het verschil tussen vertrek en terugloop van de hydraulische eenheid na het ontdooien van de buitenunit. Voor de ontdooiing keert een vier-weg-ventiel dat in de buitenunit ingebouwd is de koelkring om. Daardoor wordt de warmtewisselaar in de buitenunit met verhit koelmiddel doorstroomd. Na de ontdooiing schakelt het ventiel weer in de normale bedrijfspositie. De verschilbewaking controleert de ventielpositie na de ontdooiing. Aan: Als de warmtepomp stopt, slaat de systeemmodule het verschil tussen vertrek en terugloop op. Als de actuele vertrektemperatuur met het Schakeldiff. dynamisch lager ligt dan de gewenste vertrektemperatuur, start de warmtepomp. Het Schakeldiff. dynamisch is de som van: het opgeslagen verschil, in het menu Verwarming ingesteld Schakeldifferentieel [hfst. 6.7.5.6]. Uit: Verschil tussen vertrek en terugloop wordt niet geregistreerd, als inschakelcriterium dient enkel het ingestelde Schakeldifferentieel [hfst. 6.7.5.6]. 83306907 2/2017-05 La 56-88

6 Bediening 6.7.5.3 Debiet Warmtepomp Debiet Parameter Debiet verwarm. Debiet WW Debiet koeling Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. De parameter verschijnt enkel als er onder Inschakelmodus de optie Debiet ingesteld is [hfst. 6.7.5.5]. Instelling Legt het debiet voor de verwarmingsmodus vast. Legt het debiet voor de warmwaterlading vast. Legt het debiet voor de koeling vast. 6.7.5.4 Modulatie Warmtepomp Modulatie Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Vermogen van de warmtepomp bij warmwaterlading. Automatisch: Bij warmwaterlading moduleert het vermogen aan de hand van de vertrektemperatuur (10... 100 %). Het maximale vermogen wordt tot 80 % beperkt wanneer de actuele buitentemperatuur boven de Vermogensbegrenzing BT ligt of wanneer de Rustmodus actief is [hfst. 6.7.5.2]. 50 100%: Bij warmwaterlading loopt de warmtepomp naar het ingestelde vermogen. Het maximale vermogen wordt tot 80 % beperkt wanneer de actuele buitentemperatuur boven de Vermogensbegrenzing BT ligt of wanneer de Rustmodus actief is [hfst. 6.7.5.2]. 83306907 2/2017-05 La 57-88

6 Bediening 6.7.5.5 Pomp (circulatiepomp) Warmtepomp Pomp Parameter Inschakelmodus Vermogen Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Bedrijfsmodus van de circulatiepomp in verwarmingsmodus. Constante werking: Pomp werkt voglens het ingestelde Vermogen. Debiet: De pomp moduleert in functie van het debiet. Vermogen van de pomp in constante werking. Parameter wordt enkel weergegeven wanneer de Inschakelmodus op Constante werking staat. Het vermogen kan voor de bedrijfsmodi verwarming, koelen en warm water apart ingesteld worden. 6.7.5.6 Verwarming Warmtepomp Verwarming Parameter Schakeldifferentieel Vermogensbegrenzing Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Schakelhysteresis voor de warmtepomp in verwarmingsmodus. De vertrektemperatuur moet minstens met het Schakeldifferentieel lager liggen dan de gewenste vertrektemperatuur opdat de warmtepomp zou starten. Als de functie Schakeldiff. dynamisch actief is, wordt het verschil tussen vertrek en terugloop bij het uitschakelen van de warmtepomp geregistreerd en bij het Schakeldifferentieel bijgeteld [hfst. 6.7.5.2]. Bovenste grens voor het warmtepompvermogen in verwarmingsmodus. 6.7.5.7 Koelen Warmtepomp Koelen Parameter Schakeldifferentieel Vermogensbegrenzing Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Schakelhysteresis voor de warmtepomp in koelmodus. De gewenste vertrektemperatuur moet minstens met het Schakeldifferentieel lager liggen dan de actuele vertrektemperatuur opdat de warmtepomp zou starten. Bovenste grens voor het warmtepompvermogen in koelmodus. 83306907 2/2017-05 La 58-88

6 Bediening 6.7.5.8 Warm water Warmtepomp Warm water Parameter Schakeldifferentieel Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Instelling Ligt de temperatuur in het opslagvat onder de Gewenste warmwatertemperatuur om het Schakeldifferentieel, dan is er warmwaterlading. 6.7.5.9 Reset Warmtepomp Reset Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Alle wijzigingen die in het menu "Warmtepomp" doorgevoerd werden, worden hier naar fabrieksinstelling gereset. 6.7.5.10 Rustprogramma Warmtepomp Rustprogr. Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Het rustprogramma wordt via het voorbepaalde vermogen in de parameter Rustmodus geactiveerd [hfst. 6.7.5.2]. In het rustprogramma zijn er in de fabriek voor elke weekdag 3 tijdscyci vooringetseld. Het rustprogramma kan individueel aangepast worden, de handelwijze is dezelfde als bij de tijdprogramma's [hfst. 6.4.3]. 83306907 2/2017-05 La 59-88

6 Bediening 6.7.6 Tweede warmtegenerator 2e WG Parameter Grenstemp. Bivalentietemp. Storingsvrijgave Inschakeldiff. Inschakelvertraging Uitschakeldiff. Uitschakelvertraging Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. Onder tweede warmtegenerator verstaat men: Intern verwarmingselement Flensverwarming in de boiler (optioneel) Zonne-installatie en buffervat (optioneel) Condensatieketel (optioneel) Instelling Uit: Geen grenstemperatuur vastgelegd. -20 C +40 C: Als de actuele buitentemperatuur lager ligt dan de ingestelde waarde, wordt de warmtepomp geblokkeerd en is enkel de tweede externe warmtegenerator (bijv. condensatieketel) actief. -20 C +40 C: Als de actuele buitentemperatuur lager ligt dan de ingestelde waarde, kan de tweede warmtegenerator actief zijn. Bivalente werking (parallelle werking) van warmtepomp en tweede warmtegenerator is mogelijk. Uit: Storingsvrijgave gedeactiveerd. In geval van fout op de warmtepomp wordt ook de tweede warmtegenerator geblokkeerd. Aan: Bij een storing van de warmtepomp blijft de werking van de tweede warmtegenerator mogelijk. Als de actuele vertektemperatuur met de ingestelde waarde lager ligt dan de gewenste vertrektemperatuur, wordt de tweede warmtegenerator na afloop van de Inschakelvertraging ingeschakeld. Inschakelvertraging van de tweede warmtegenerator. Voor de duur van de ingestelde tijd moet het Inschakeldiff. bereikt zijn, vooraleer de tweede warmtegenerator ingeschakeld wordt. Als de actuele vertrektemperatuur de gewenste vertrektemperatuur met de ingestelde waarde overschrijdt, wordt de tweede warmtegenerator na afloop van de Uitschakelvertraging uitgeschakeld. Uitschakelvertraging van de tweede warmtegenerator. Voor de ingesteld duur moet het Uitschakeldiff. bereikt zijn, vooraleer de tweede warmtegenerator uitgeschakeld wordt. 83306907 2/2017-05 La 60-88

6 Bediening 6.7.7 Variabele uitgang Variabele uitgang Parameter Instelling Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. De variabele uitgang kan voor verschillende functies gedefinieerd worden. In functie van de gedefinieerde functie wordt de omvang van het submenu weergegeven. Geeft de actueel gekozen functie van de variabele uitgang weer. Info Circulatiepomp Tijdprogramma Instellingen Modus: Legt vast of de uitgang Uit is of tijdens het warmwaterprogramma tijdafhankelijk aangestuurd wordt (Tijd). Periode: Duur van de cyclus Pauzetijd: Uitschakeltijd tijdens een cyclus. Voorbeeld: Periode: 15 min Pauzetijd: 5 min Looptijd pomp: AAN = 10 min, UIT = 5 min In het tijdprogramma voor de timerfunctie is in de fabriek voor elke weekdag 1 tijdcyclus vooringesteld. Het tijdprogramma kan individueel aangepast worden, de handelwijze is dezelfde als voor de tijdprogramma's [hfst. 6.4.3]. Legt de functie van de variabele uitgang vast. Uit: Geen functie, wordt niet aangestuurd. Circulatiepomp: Uitgang wordt periodiek tijdens het warmwaterprogramma aangestuurd. ext. stookkringpomp: Uitgang wordt in verwarmingsmodus van de warmtepomp aangestuurd. Timer: Uitgang wordt volgens tijdprogramma aangestuurd. Storingsmelding: Uitgang wordt in geval van fout van de warmtepomp aangestuurd. Koeling: Uitgnag wordt in koelmodus van de warmtepomp aangestuurd. Compresorwerking: Uitgang wordt bij de werking van de compressor van de warmtepomp aangestuurd. Warmwatermodus: Uitgang wordt bij warmwaterlading aangestuurd. Duurspanning: Uitgang wordt bij ingeschakelde hydraulische eenheid aangestuurd. Alle wijzigingen die in het menu "Variabele uitgang" doorgevoerd werden, worden hier naar fabrieksinstelling gereset. Reset 83306907 2/2017-05 La 61-88

6 Bediening 6.7.8 Instellingen Instellingen Parameter Instelling Actueel uur instellen. Tijdstip Actuele datum instellen. Datum Zomertijd Automatische omschakeling winter-/zomertijd configureren. Aan (fabrieksinstelling) Uit Helderheid van het display instellen. Helderheid Lichtlijst Lichtlijst op de hydraulische eenheid deactiveren. Aan (fabrieksinstelling): Lichtlijst geactiveerd. Uit: Lichtlijst gedeactiveerd. Taal instellen. Taal 6.7.9 Foutgeheugen 6.7.9.1 Foutgeheugen Warmtepomp Foutgeheugen Het menu wordt enkel in het vakmanniveau weergegeven. In het menu "Foutgeheugen" zijn de laatste 20 fouten opgeslagen. 83306907 2/2017-05 La 62-88

7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. De inbedrijfstelling mag pas na de volledige montage van het koelcircuit doorgevoerd worden, zie montage- en bedieningsrichtlijnen buitenunit. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerken correct uitgevoerd zijn; toestel en installatie met medium gevuld en ontlucht zijn; er afname van warmte of koude is; de serviceventielen op de buitenunit open zijn. Andere installatiegebonden controles kunnen noodzakelijk zijn. Let hierbij op de bedieningsvoorschriften van de verschillende installatiecomponenten. 83306907 2/2017-05 La 63-88

7 Inbedrijfstelling 7.2 Inbedrijfstellingsstappen 1. Slibafscheider spoelen Afsluitinrichtingen vertrek verwarming en terugloop verwarming sluiten. Afsluitinrichtingen vertrek warm water en terugloop warm water sluiten. Opvangbak klaarzetten. Afsluitkap 4 van de slibafscheider 1 afnemen. Bijgeleverde hoek 2 (met slang) aan de slibafscheider bevestigen. Met de afsluitkap de kraan 3 openen en de slibafscheider spoelen. Waterhoeveelheid via de spoelinrichting weer bijvullen: Installatiedruk = voordruk + 0,5 bar. 1 2 3 4 83306907 2/2017-05 La 64-88

7 Inbedrijfstelling 2. Spanningstoevoer inschakelen Spanningstoevoer naar de buitenunit/installatie inschakelen door middel van een op de installatie aanwezige zekering. OPGELET Beschadiging van de condensor door niet aangesloten elektrisch verwarmingselement Indien de vertrektemperatuur tijdens de inbedrijfstelling te laag valt, kan de condensor bevriezen. Elektrisch verwarmingselement aansluiten en spanningstoevoer inschakelen [hfst. 5.5]. Aan de weergave- en bedieningseenheid als tweede warmtegenerator het elektrische verwarmingselement kiezen. 3. Inbedrijfstellingsassistent starten Installatie met schakelaar S1 aanschakelen [hfst. 5.5]. Bij een ongeconfigureerde installatie start de inbedrijfstellingsassistent automatisch. Inbedrijfstelling verschijnt op het display. Draaiknop indrukken. Als de installatie reeds geconfigurerd is: Vakmanmenu selecteren [hfst. 6.6]. Inbedrijfstelling selecteren en bevestigen. Ongeconfigureerde installatie Inbedrijfstelling via vakmanmenu Vakman Inbedrijfstelling Variabele uitgang Instellingen Foutgeheugen Inbedrijfstelling 4. Taal instellen Gewenste taal kiezen en bevestigen. De overeenkomstige taal wordt opgeroepen. Inbedrijfstelling WWP-SG Taal DE 83306907 2/2017-05 La 65-88

7 Inbedrijfstelling 5. Tijdstip en datum instellen. Actuele datum instellen en bevestigen. Actueel uur instellen en bevestigen. Inbedrijfstelling Tijdstip Jaar 2017 Inbedrijfstelling Tijdstip Tijdstip 7:29 6. Functie warmtepomp instellen Functie van de warmtepomp instellen en bevestigen. WP+E1: WP+E2: WP+E1+E2: WP+WG: Werking met warmtepomp ondersteund door trap 1 van het elektrische verwarmingselement in de hydraulische eenheid. Werking met warmtepomp ondersteund door trap 2 van het elektrische verwarmingselement in de hydraulische eenheid. Werking met warmtepomp ondersteund door trap 1 en 2 van het elektrische verwarmingselement in de hydraulische eenheid. Werking met warmtepomp onderteund door een tweede warmtegenerator, bijv. een condensatieketel. Elektrisch verwarmingselement in de hydraulische eenheid is gedeactiveerd. Inbedrijfstelling Energieproducent Systeemopbouw WP+E1+E2 83306907 2/2017-05 La 66-88

7 Inbedrijfstelling 7. Functie warmwatermodus instellen Functie bij warmwaterlading instellen en bevestigen. UIT: WP: WP met flensverwarming: Geen warmwaterlading door warmtepomp, enkel verwarming. Warmwaterlding met warmtepomp via driewegventiel in de hydraulische eenheid. Warmwaterlading met warmtepomp via drie-weg-ventiel in de hydraulische eenheid. Vanaf een instelbaar temperatuurniveau neemt de flensverwarming in de boiler de warmwaterlading over. Inbedrijfstelling Warm water Systeemopbouw WP 8. Functie stookkring instellen Stookkring instellen en bevestigen. UIT: AAN Geen stookkring aangesloten. De warmtepomp voedt de stookkring. Inbedrijfstelling Stookkring -- Aan 9. Functie variabele uitgang instellen Functie voor de variabele uitgang instellen en bevestigen [hfst. 6.7.7]. De instelling kan na de inbedrijfstelling nog veranderd worden. Inbedrijfstelling Parameter Variabele uitgang Circulatiepomp 83306907 2/2017-05 La 67-88

7 Inbedrijfstelling 10. Vermogen circulatiepomp instellen Vermogen van de circulatiepomp instellen [hfst. 6.7.5.5]. Vermogen koeling verschijnt bij de eerste inbedrijfstelling niet, daarvoor moet de koelmodus eerst vrijgegeven worden [hfst. 6.7.3.7] Het pompvermogen kan na de inbedrijfstelling nog veranderd worden. Inbedrijfstelling Parameter Vermogen verwarming 80% [1.5 m3/h] Inbedrijfstelling Parameter Vermogen koeling 80% [1.5 m3/h] Inbedrijfstelling Parameter Vermogen warm water 80% [1.5 m3/h] Als de inbedrijfstelling met gewijzigde inschakelmodus van de pomp herhaald wordt, verschijnt er in plaats van het pompvermogen de vraag naar het debiet [hfst. 6.7.5.5]. 11. Verwarmingswaterdebiet controleren Verwarmingswaterdebiet controleren. Evt. overstroomventiel met debietsensor op nominaal debiet min instellen [hfst. 3.4.5]. 12. Afsluitende werkzaamheden Serviceafdekking monteren. Frontpaneel monteren en klemhaak met schroef beveiligen. Gebruiker over de bediening van de installatie informeren. Montage- en bedieningsrichtlijnen aan de gebruiker overmaken en erop wijzen deze steeds bij de installatie te bewaren. Gebruiker wijzen op het jaarlijkse onderhoud van de installatie. Doorgevoerde werken in het interventierapport documenteren. 83306907 2/2017-05 La 68-88

8 Buitenbedrijfstelling 8 Buitenbedrijfstelling Bij bedrijfsonderbreking: Spanningstoevoer onderbreken. Bij vorstgevaar de installatie waterzijdig ledigen. Als het koelmiddel naar de buitenunit moet worden gepompt, spanningstoevoer niet onderbreken. 83306907 2/2017-05 La 69-88

9 Onderhoud 9 Onderhoud 9.1 Aanwijzingen voor het onderhoud GEVAAR GEVAAR GEVAAR WAARSCHUWING WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Vóór het begin van de werken de hydraulische eenheid en de buitenunit buiten spanning plaatsen. Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Het elektrische verwarmingselement in de hydraulische eenheid heeft een aparte spanningstoevoer. Spanningstoevoer naar het elektrische verwarmingselement vóór het begin van de werken uitschakelen. Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. Verstikkingsgevaar door ontsnappend koelmiddel Ontsnappend koelmiddel stapelt zich op de vloer op. Inademen kan verstikking of zelfs de dood tot gevolg hebben. Aanraking met de huid kan tot bevriezing leiden. Koelcircuit niet beschadigen. Verbrandingsgevaar door hete onderdelen Hete onderdelen kunnen tot verbrandingen leiden. Onderdelen laten afkoelen. Schade aan het milieu door ontsnappend koelmiddel Koelmiddel bevat gefluoreerde broeikasgassen die volgens het protocol van Kyoto niet in de omgeving mogen terechtkomen. Koelcircuit niet beschadigen. Het onderhoud mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Het toestel moet één keer per jaar onderhouden worden. Naargelang de installatie kan een frequentere controle noodzakelijk zijn. Bij toestellen die gefluoreerde broeikasgassen bevatten in hoeveelheden van 5 ton CO2-equivalent of meer moet er minstens om de 12 maanden een dichtheidscontrole overeenkomstig de EG-verordening 517/2014 uitgevoerd en gedocumenteerd worden [hfst. 3.4.7]. Om een regelmatige controle te verzekeren, wordt door Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Vóór elk onderhoud De gebruiker vóór het begin over de onderhoudswerken informeren. De installatie uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. Frontbekleding afnemen [hfst. 4.2]. 83306907 2/2017-05 La 70-88

9 Onderhoud Na elk onderhoud Voor de dichtheidscontrole van het koelcircuit moeten de nationale voorschriften in acht genomen worden. Visuele controle doorvoeren: correcte buisverbindingen; controleren of de koelmiddelleiding en de isolatie niet beschadigd zijn; volledige isolatie van de koelmiddelleiding. Evt. beschadigde koelmiddelleiding en isolatie vervangen. Dichtheid met lekzoekapparatuur tijdens de werking controleren. Werkingstest uitvoeren. Doorgevoerde werken in het interventierapport documenteren. Frontpaneel monteren en klemhaak met schroef beveiligen. 83306907 2/2017-05 La 71-88

9 Onderhoud 9.2 Onderhoudswerkzaamheden Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Condensaatafvoer controleren en evt. vuildeeltjes verwijderen. Slibafscheider spoelen [hfst. 9.5]. Ontluchter controleren (visuele controle). Verwarmingswaterdruk controleren [hfst. 3.4.6]. Voordruk in het expansievat controleren en evt. aanpassen [hfst. 12.1]. Werken aan de koelmiddelleiding Werkingsdruk koelmiddel in acht nemen [hfst. 3.4.6]. Aan de hydraulische eenheid is een bijkomend schraderventiel 1 aangebracht. 1 Werken aan de koelmiddelleiding kunnen ofwel aan de buitenunit of aan de hydraulische eenheid uitgevoerd worden, bijv.: Dichtheid controleren. Koelmiddelleiding evacueren. Met koelmiddel vullen. 83306907 2/2017-05 La 72-88

9 Onderhoud 9.3 Expansievat uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Afsluitinrichtingen vertrek verwarming en terugloop verwarming sluiten. Afsluitinrichtingen vertrek warm water en terugloop warm water sluiten. Hydraulische eenheid via aflaatkraan ledigen. Hydraulische eenheid is drukvrij. Bedieningseenheid verwijderen: Afdekkap 2 openklappen. Spatbescherming 5 afnemen. Elektrische verbindingen uittrekken. Bovenste afdekking via de gleuf 3 openen en afnemen. Onderste afdekking via de gleuf 4 openen en afnemen. Schroeven verwijderen en bedieningseenheid 1 afnemen. 1 2 3 4 5 83306907 2/2017-05 La 73-88

9 Onderhoud Verbindingsslang 2 van het expansievat verwijderen. Veiligheidsschroef 1 verwijderen. 1 2 Schroeven 3 verwijderen en klembeugel 2 uitbouwen. Expansievat 1 naar voren trekken. 1 2 3 Inbouw Expansievat in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij vlakke dichting 1 vervangen. 1 83306907 2/2017-05 La 74-88

9 Onderhoud 9.4 Veiligheidsventiel vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Afsluitinrichtingen vertrek verwarming en terugloop verwarming sluiten. Afsluitinrichtingen vertrek warm water en terugloop warm water sluiten. Hydraulische eenheid via aflaatkraan ledigen. Hydraulische eenheid is drukvrij. Afvoerslang 2 verwijderen. Veiligheidsventiel 1 verwijderen. 1 2 Inbouw Veiligheidsventiel inbouwen, daarbij geschikt dichtingsmateriaal gebruiken. Afvoerslang aansluiten. 83306907 2/2017-05 La 75-88

9 Onderhoud 9.5 Slibafscheider spoelen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Afsluitinrichtingen vertrek verwarming en terugloop verwarming sluiten. Afsluitinrichtingen vertrek warm water en terugloop warm water sluiten. Opvangbak klaarzetten. Afsluitkap 4 van de slibafscheider 1 afnemen. Bijgeleverde hoek 2 (met slang) aan de slibafscheider bevestigen. Met de afsluitkap de kraan 3 openen en de slibafscheider spoelen. Waterhoeveelheid via de spoelinrichting weer bijvullen: Installatiedruk = voordruk + 0,5 bar. 1 2 3 4 83306907 2/2017-05 La 76-88

10 Foutopsporing 10 Foutopsporing 10.1 Procedure bij storing Spanningstoevoer aanwezig? Toestel correct ingeschakeld? Systeemmodule juist ingesteld. De systeemmodule van de ketel detecteert onregelmatigheden van de installatie en geeft deze op het display weer. Volgende toestanden zijn mogelijk: Waarschuwing Fout Voorbeeld Waarschuwing Bij een waarschuwing wordt het toestel niet vergrendeld. De melding verdwijnt automatisch zodra de oorzaak voor de waarschuwing is weggewerkt. Maandag 24-9-2018 7:37 50 Voelerfout Als een waarschuwing meerdere keren optreedt, moet de installatie door gekwalificeerd personeel gecontroleerd worden. Waarschuwing aflezen en oplossen [hfst. 10.2]. 83306907 2/2017-05 La 77-88

10 Foutopsporing Voorbeeld Fout Bij een fout wordt de installatie vergrendeld als de bedrijfszekerheid niet meer gegarandeerd is. Als de installatie vergrendeld is, verschijnt het functievakje Ontgrendelen op het display. Maandag 24-9-2018 7:37 40 Debiet te laag Ontgrendelen Fouten mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden. Foutcode aflezen en fout verhelpen [hfst. 10.2]. Ontgrendelen OPGELET Schade door ondeskundig uitgevoerde herstellingswerken De warmtepomp kan beschadigd worden. Niet meer dan 2 ontgrendelingen na mekaar uitvoeren. De storing moet door gekwalificeerd personeel verholpen worden. Ontgrendelen selecteren en bevestigen. Installatie is ontgrendeld. 83306907 2/2017-05 La 78-88

10 Foutopsporing 10.2 Foutcode Buitenunit De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Waarschuwing Oorzaak 1 Warmtewisselaarvoeler buitenunit ingang (OCT) defect Oplossing Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. 2 Drukgastemperatuurvoeler (CTT) defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. 3 Temperatuurvoeler in inverter (HST) defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. 4 Luchtaanzuigvoeler (OAT) defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. 5 Warmtewisselaarvoeler buitenunit midden (OMT) defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. 8 Druk na de compressor te hoog Normaal gezien geen maatregelen vereist, pas bij herhaaldelijk optreden binnen een uur is een foutopsporing nodig. 9 Druk voor de warmtewisselaar in de buitenunit te laag Vulhoeveelheid koelmiddel controleren. Servomotor van het expansieventiel controleren, evt. vervangen. Serviceventielen controleren. Normaal gezien geen maatregelen vereist, pas bij herhaaldelijk optreden binnen een uur is een foutopsporing nodig. Vulhoeveelheid koelmiddel controleren. Dichtheid van het koelcircuit controleren. Servomotor van het expansieventiel controleren, evt. vervangen. 10 Geen communicatie met de inverter Spanningstoevoer van de inverter controleren. Verbindingsleiding controleren. 11 Te hoge stroomsterkte compressor Luchttoevoerbereik controleren. Ventilator controleren. 13 Koelcircuit lekt Koelcircuit controleren. 14 DC over- of onderspanning Spanningstoevoer controleren. 15 AC over- of onderspanning Spanningstoevoer controleren. 16 Buitenunit en hydraulische eenheid niet compatibel Type controleren. 17 Communicatiefout Bus-leiding controleren. 18 Buitenunit overbelast 19 Fout op de frequentieomvormer van de buitenunit Spanningstoevoer controleren 20 Verdamper (warmtewisselaar) oververhit Luchttoevoerbereik controleren. Ventilator controleren. 21 Ontdooiing actief Normaal gezien geen maatregelen vereist, pas bij herhaaldelijk optreden binnen een uur is een foutopsporing nodig. Koelcircuit controleren. 22 Compressor oververhit Normaal gezien geen maatregelen vereist, pas bij herhaaldelijk optreden binnen een uur is een foutopsporing nodig. Koelcircuit controleren. 23 Stroomopname van de compressormotor te hoog Normaal gezien geen maatregelen vereist, pas bij herhaaldelijk optreden binnen een uur is een foutopsporing nodig. Koelcircuit controleren. 83306907 2/2017-05 La 79-88

10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Waarschuwing Oorzaak Oplossing 24 Ventilator loopt niet Ventilator controleren, evt. vervangen. 26 Compressor geblokkeerd Ventilator controleren, evt. vervangen. 28 Niet toegelaten bedrijfsmodus Buitenunit kortstondig buiten spanning plaatsen. Als de fout blijft optreden na het heropstarten, printplaat van de buitenunit vervangen. 29 Koelkmiddelvoeler binnen (B8) of warmtewisselaardruksensor (B12) defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. 30 Condensor oververhit Normaal gezien geen maatregelen vereist, pas bij herhaaldelijk optreden binnen een uur is een foutopsporing nodig. 31 Toepassingsgrenzen overschreden 40 Debiet te laag Minimumdebiet: WWP LS 8: 0,8 m³/h WWP LS 10: 1,0 m³/h WWP LS 13: 1,2 m³/h WWP LS 16: 1,3 m³/h Koelcircuit controleren. Afsluitinrichting controleren. Thermostaatventielen stookkring controleren. Debietwachter controleren, evt. vervangen. 41 Verschil vertrek/terugloop van de stookkring te groot Debiet verhogen. Pompvermogen verhogen. 42 Druk op de warmtewisselaar-druksensor binnen (B12) te hoog. 47 Buitenunit zonder spanningstoevoer / blokkering van het energievoorzieningsbedrijf Vulhoeveelheid koelmiddel controleren. Servomotor van het expansieventiel controleren, evt. vervangen. Wachten op vrijgave van het energievoorzieningsbedrijf. Spanningstoevoer controleren. 50 / 51 Buitenvoeler (B1) defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. 52 / 53 Evenwichtsflesvoeler (B2) defect 54 / 55 Warmwatervoeler (B3) defect 56 / 57 Debietsensor (B10) defect Sensor en leiding controleren, evt. vervangen. 58 / 59 Vertrekvoeler elektrisch verwarmingselement (B7) defect 60 / 61 Koelmiddelvoeler binnen (B8) defect 62 / 63 Terugloopvoeler EWT (B9) defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. 64 / 65 Debietsensor (B10) defect Sensor en leiding controleren, evt. vervangen. 66 / 67 Warmtewisselaar-druksensor binnen (B12) defect 68 Debietsensor (B10) signaalfout Sensor en leiding controleren, evt. vervangen. 98 / 99 Interne fout 83306907 2/2017-05 La 80-88

11 Technische documenten 11 Technische documenten 11.1 Voelerkenwaarden Evenwichtsflesvoeler (B2) Warmwatervoeler (B3) Vertrekvoeler (B7) (1 Koelmiddelvoeler binnen (B8) Terugloopvoeler EWT (B9) Buitenvoeler (B1) (2 Vertrekvoeler LWT (B4) (3 NTC 5 kω NTC 2 kω PT 1000 kω C Ω C Ω C Ω -20 48 180-20 15 138-10 961-15 36 250-15 11 709 0 1 000-10 27 523-10 9 138 10 1 039-5 21 078-5 7 193 20 1 078 0 16 277 0 5 707 30 1 117 5 12 669 5 4 563 40 1 155 10 9 936 10 3 675 50 1 194 15 7 849 15 2 981 60 1 232 20 6 244 20 2 434 70 1 271 25 5 000 25 2 000 80 1 309 30 4 029 30 1 653 90 1 347 35 3 267 35 1 375 40 2 665 40 1 149 45 2 185 50 1 802 55 1 494 60 1 245 65 1 042 70 876 75 740 80 628 85 535 90 457 (1 Vertrektemperatuur na het elektrische verwarmingselement. (2 Toebehoren (3 Vertrektemperatuur tussen elektrisch verwarmingselement en warmtewisselaar binnen (voeler in debietsensor geïntegreerd). Warmtewisselaar-druksensor binnen (B12) bar ma 0 4 7,5 6 15,0 8 22,5 10 30,0 12 37,5 14 45,0 16 60,0 20 83306907 2/2017-05 La 81-88

11 Technische documenten 11.2 Smart-Grid Met de Smart-Grid-functie (SG Ready) kan de warmtepomp op stroom uit een fotovoltaïsche installatie werken. Schakeltoestanden Aansluitschema in acht nemen [hfst. 5.5]. De Smart-Grid-functie biedt volgende mogelijkheden: Bedrijfsmodus Functie Ingang H1 Ingang H2 1: blokkering (EVB-blokkering) Verwarmingsmodus en warmwaterlading geblokkeerd, vorstbeveiliging is verzekerd. 2: Normale werking Warmwater- en verwarmingsmodus wordt op gewenste temperatuur geregeld. 3: Verhoogde werking (overaanbod aan stroom) 4: Gedwongen werking (overaanbod aan stroom) Bij de gewenste vertrektemperatuur in verwarmingsmodus en bij de gewenste warmwatertemperatuur wordt de ingesteld SG Readey verhoging bijgeteld. De verhoging voor: Verwarming Warmwaterlading [hfst. 6.7.4.5] Warmtepomp en elektrisch verwarmingselement zijn in verwarmingsmodus en warmwaterlading telkens tot de maximale temperatuur in werking. Gesloten Open Open Gesloten Open Open Gesloten Gesloten 83306907 2/2017-05 La 82-88

12 Ontwerp 12 Ontwerp Voorbeeld 12.1 Expansievat en installatiedruk In het toestel is een expansievat geïntegreerd: Inhoud 18 liter Voordruk 0,75 bar. Aan de hand van onderstaande tabel controleren of een bijkomend expansievat moet worden geïnstalleerd. Bij een maximale vertrektemperatuur van 50 C en een opstellingshoogte van 7,5 meter bedraagt de maximale installatie-inhoud 500 liter. Als deze installatieinhoud overschreden wordt, moet een bijkomend expansievat geïnstalleerd worden. Vertrektemperatuur Installatiehoogte 5 m 7,5 m 10 m 12,5 m 15 m Maximaal toegelaten totale waterinhoud [liter] max 40 C 820 700 620 420 300 max 50 C 620 500 410 280 190 max 60 C 440 360 290 190 140 Voordruk expansievat De voordruk van het expansievat wordt op basis van de statische hoogte van de installatie berekend: 10 meter statische hoogte = 1,0 bar voordruk De statische hoogte is het hoogteverschil tussen de aansluiting van het expansievat en het hoogste punt van de installatie. Als de statische hoogte minder dan 5 meter bedraagt (bijv. bij gebouwen met één enkele verdieping of bij een stookplaats onder het dak), moet een voordruk van minstens 0,5 bar ingesteld worden. Als de hydraulische eenheid op het hoogste punt gemonteerd wordt (bijv. onder het dak), moet eveneens een voordruk van minstens 0,5 bar geselecteerd worden. Statische hoogte berekenen. Voordruk berekenen. Voordruk expansievat controleren en evt. naar de berekende waarde aanpassen. Installatiedruk Installatiedruk 0,5 bar boven de aangepaste voordruk van het expansievat instellen. Voorbeeld Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Statische hoogte 8 meter 1 meter Voordruk expansievat 0,8 bar 0,5 bar Installatiedruk 1,3 bar 1,0 bar 83306907 2/2017-05 La 83-88

13 Trefwoordenlijst Montage- en bedieningsrichtlijnen 13 Trefwoordenlijst Numeriek 2de warmtegenerator (WG)... 43 2e warmtegeneratoor (WG)... 60 A Aansluitschema... 29 Aansprakelijkheid... 7 Afstand... 21 Afvoer van afvalstoffen... 9 Arbeidsveld koeling... 17 Arbeidsveld verwarming... 16 B Bedieningseenheid... 32 Bedieningspaneel... 32 Bedrijfsfase... 42 Bedrijfsmodus... 45 Bedrijfsonderbreking... 69 Bedrijfsstatus... 31 Bedrijfsweergave... 31 Beschermingsgraad... 14 Bivalentietemperatuur... 60 Blokkering... 82 Borgstelling... 7 Buitenbedrijfstelling... 69 Buitentemperatuur... 41 Buitenunit... 42 Buitenvoeler... 48, 56 Busleiding... 27 C Circulatiepomp... 12, 13, 18, 58, 61 Compressorfrequentie... 42 Condensaat... 26 Condensor... 11, 13 Conformiteitsverklaring... 2 Constante temperatuur... 48 Constante werking... 58 Contrast... 62 COP... 15 D Dakdoorvoer... 83 Datum... 62 Debiet... 15, 41, 57, 58, 80 Debietsensor... 12, 13 Dekvloer... 48 Display... 32, 33, 62 Draaiknop... 32 Drie-weg-ventiel... 11, 13, 41 E EER... 17 Elektrische aansluiting... 27 Elektrische gegevens... 14 Elektrische verwarming... 12, 13, 28, 30, 43 Energieproductie... 44 EVB-blokkering... 29, 82 Evenwichtsflestemp... 41 E-verwarming... 43 Expansievat... 11, 83 F Fabrieksinstelling... 51, 54, 59 Fabrieksnummer... 10 Favorieten... 34 Flensverwarming... 54, 67 Fotovoltaïsche installaties... 82 Fout... 78, 79 Foutcode... 78, 79 Foutgeheugen... 62 Frequentie... 42 Functie warmtepomp... 66 Functie warmwatermodus... 67 G Gebouwconstructie... 49 Gebouwisolatie... 49 Gebruikersmenu... 39 Gewenste ruimtetemperatuur... 34, 47 Gewenste temperatuur... 35, 47 Gewenste vertrektemperatuur... 47, 49, 55 Gewenste vertrektemperatuur WW... 53 Gewenste warmwatertemperatuur... 53 Gewenste WW-temperatuur... 35, 52 Gewicht... 19 Grenstemperatuur... 60 H Helderheid... 62 Hydraulische aansluiting... 24 I Inbedrijfstelling... 63 Info... 41 Inschakeldifferentieel... 60 Inschakelmodus... 58 Inschakelvertraging... 60 Installatiedruk... 25, 83 Installatiehoogte... 83 K Kenmerken van de voelers... 81 Koelcircuit... 9 Koelcurve... 50 Koeling... 50 Koelmiddel... 9 Koelmiddelleiding... 25 Koelmiddeltemperatuur... 42 Koelvermogen... 17 Koelwater-vertrektemperatuur... 17 L Leeggewicht... 19 Legionellabescherming... 53 Lichtlijst... 31, 62 83306907 2/2017-05 La 84-88

13 Trefwoordenlijst Luchtaanzuigtemperatuur... 42 Luchtafscheider... 11 Luchtdebiet... 15 Luchtvochtigheid... 15 M Manuele ontdooiing... 55 Maximale temperatuur... 49 Menu's... 33 Minimum ruimtevolume... 21 Minimumafstand... 21 Minimumdebiet... 80 Minimumtemperatuur... 49 Modulatie... 57 Montage... 21 N Netspanning... 14 Nodig vermogen... 41 Normen... 14 O Omgevingscondities... 15 Omschakelventiel... 11, 13, 41 Onderhoudscontract... 70 Ontdooiing... 55 Ontgrendeling... 78 Ontluchten... 55 Ontsnapping van koelmiddel... 8 Ophanging... 22 Opslag... 15 Opstellingsplaats... 15 Opstellingsruimte... 21 Overzicht... 11, 12 P Party... 46 Paswoord... 40 Pauze... 46 Pomp... 58 R Reset... 51, 54, 59 Restopvoerhoogte... 18 Ruimtevolume... 21 Rustmodus... 56 Rustprogramma... 59 S Schakelcycli... 42 Schakeldifferentieel... 58 Schakeldifferentieel dynamisch... 41, 56 Schakelschema... 29 Schaltdifferentieel WW... 59 Schraderventiel... 72 Serienummer... 10 Service... 55 Serviceaansluiting... 11 SG Ready... 48, 53, 82 Slibafscheider... 11, 13 Smart-Grid... 48, 53 Smart-Grid-functie... 82 Snelontluchter... 11 Softwareversie... 41 Spanningstoevoer... 14 Standby... 45 Startscherm... 33 Statistiek... 44 Steilheid... 47 Stilstandstijd... 69 Stookcurve... 47 Stookkring... 67 Stookkringpomp... 12 Stookkringpomp extern... 61 Stookpauze... 46 Stookprogramma... 34, 37, 49 Storing... 78, 79 Storingsmelding... 61 Storingsvrijgave... 60 Systeembedrijfsmodus... 45 Systeemmodule... 32 T Taal... 62, 65 Temperatuur... 15 Terugloop... 24 Teruglooptemperatuur... 41 Terugloopvoeler... 12 Tijdprogramma... 35, 37 Tijdstip... 62 Timer... 61 Toelatingsgegevens... 14 Toerental... 41 Transport... 15 Tweede wamtegenerator (2e WG)... 60 Tweede warmtegenerator (2e WG)... 43 Type... 42 Typebenaming... 10 Typeplaat... 10 U Uitgang variabel... 61 Uitschakeldifferentieel... 60 Uitschakeltijd... 56 Uitschakelvertraging... 60 V Vakmanmenu... 40 Variabele uitgang... 61 Vaste waarde... 48 Veiligheidsventiel... 11, 26, 75 Veiligheidsvoorschriften... 8 Verdampertemperatuur... 42 Verhoging vraag... 49 Verlaging... 48 Verlichting... 62 Vermogenbegrenzing... 57 Vermogenopname... 14 83306907 2/2017-05 La 85-88

13 Trefwoordenlijst Vermogensbegrenzing... 56, 58 Vermogenscoëfficiënt... 15, 17 Verschilbewaking... 56 Vertrek... 24 Vertrektemperatuur... 15, 17 Vertrektemperatuur stookkring... 41 Vertrektempratuur... 49 Vertrekvoeler... 12 Verwarming... 45, 58 Verwarmingswater... 23 Verwarmingswaterdebiet... 15 Verwarmingswater-vertrektemperatuur... 15 Voeler... 12 Voordruk... 83 Vorst... 47 Vorstbeveiliging... 48 Vraag... 48 W Waarschuwing... 77 Waarschuwingscode... 77 Wandhouder... 22 Warm water... 59 Warmtevermogen... 15 Warmwaterlading... 54, 57, 67 Warmwaterprogramma... 35, 37, 52 Warmwater-push... 34, 52 Warmwatertemperatuur... 41 Wateraansluiting... 24 Waterhoeveelheid... 25 Watervulling... 25 Weersafhankelijk... 48 Werkingsdruk... 19 Werkingsuren... 42 WW-push... 34, 52 Z Zomer... 45, 62 Zomer/winter... 49 Zomerblokkering... 56 83306907 2/2017-05 La 86-88

83306907 2/2017-05 La

Weishaupt n.v. Paepsemlaan 7, B-1070 Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op www.weishaupt.be Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Het volledige gamma: betrouwbare techniek en snelle, professionele service W-branders tot 570 kw De miljoenenmaal beproefde compacte branders zijn zuinig en betrouwbaar. Als stookolie-, gas- en combibranders zijn ze geschikt voor één- en meergezinswoningen alsook voor industriële bedrijven. Met de purflam brander met speciale menginrichting wordt stookolie nagenoeg roetvrij verbrand waardoor de NO x -emissies aanzienlijk gereduceerd worden. Wandhangende condensatieketels voor gas tot 240 kw De wandhangende condensatieketels WTC-GW beantwoorden aan de hoogste eisen inzake comfort en energieverbruik. Hun modulerende werking maakt deze ketels bijzonder stil en zuinig. WM-branders monarch en industriebranders tot 11.700 kw Vloerstaande condensatieketels voor stookolie of gas tot 1.200 kw De legendarische industriebranders: beproefd, langlevend, overzichtelijk. Talrijke uitvoeringsvarianten als stookolie-, gas- en combibranders zijn geschikt voor de meest uiteenlopende warmtebehoeftes voor talloze toepassingen. De vloerstaande condensatieketels WTC-GB en WTC-OB: efficiënt, weinig schadelijke stoffen, veelzijdig. Door de opstelling in cascade van max. 4 condenserende gasketels kunnen ook grote vermogens bereikt worden. WK-branders tot 32.000 kw Zonnesystemen Krachtpakket gebouwd volgens een modulair principe: aanpassingsmogelijkheid, robuust, krachtig. Deze stookolie-, gas- en combibranders werken ook bij de meest complexe industriële toepassingen uiterst betrouwbaar. Vlakke collectoren met een elegant design zijn de perfecte aanvulling van Weishaupt-verwarmingssystemen. Zij zijn zowel geschikt voor de bereiding van sanitair warm water als voor verwarmingsondersteuning. Met varianten voor integratie in het dak, montage op de dakbedekking en montage op een plat dak kan zonneenergie op bijna alle daktypes gebruikt worden. multiflam branders tot 23.000 kw Waterverwarmers/energie-opslagvaten De innovatieve Weishaupt-technologie voor middelgrote en grote branders biedt minimale emissiewaarden bij vermogens gaande tot 17 megawatt. Deze branders met gepatenteerde menginrichting zijn beschikbaar als stookolie-, gas- en combibranders. Het aantrekkelijke gamma voor de bereiding van sanitair warm water omvat klassieke waterverwarmers, zonneboilers, waterverwarmers voor warmtepompen alsook energie-opslagvaten. MSR-techniek/gebouwautomatisering van Neuberger Van schakelkast tot complete sturing van gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u het totale spectrum van de moderne MSRtechniek. Toekomstgericht, zuinig en flexibel. Warmtepompen tot 180 kw Het warmtepompengamma biedt oplossingen voor het gebruik van warmte uit de lucht, de grond of het grondwater. Sommige systemen zijn ook geschikt voor de koeling van gebouwen. Service Weishaupt klanten kunnen erop rekenen, gespecialiseerde kennis en specifiek gereedschap staan altijd ter beschikking. Onze servicetechnici zijn universeel opgeleid en kennen elk product tot in de puntjes, van de brander tot de warmtepomp, van de condensatieketel tot het zonnesysteem. Aardsondeboringen Met de dochteronderneming BauGrund Süd biedt Weishaupt aardsondeboringen tegen een forfaitaire prijs aan. Met een ervaring van meer dan 10.000 installaties en meer dan 2 miljoen boormeters biedt BauGrund Su d een uitgebreide dienstverlening aan. 83306907 2/2017-05 La