BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Vergelijkbare documenten
BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

Stichting WonenBreburg K. op t Hoog Postbus AK TILBURG. Datum 23 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Op t Hoog,

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Stichting Thús Wonen Postbus AA DOKKUM. Datum 18 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

SW B.V. Van Weerden Poelmanweg PC ALMELO. Datum 8 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

Stichting Woningbeheer Betuwe J. Heesen Postbus ZG LIENDEN. Datum 14 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Heesen,

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager,

Stichting Ymere D.S.M. Louwerens Postbus GG AMSTERDAM. Datum 14 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Louwerens,

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus GC Amsterdam. Datum 17 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Woningstichting Brummen A. Schreuder Postbus AC BRUMMEN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Gemeente Njmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Bouwbedrijf J. Heldoorn B.V. P. Rosier Pascalweg RC ZWOLLE. Datum 5 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningensestraat DB Zetten. Datum 13 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 21 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Hupperts,

Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus CC ENSCHEDE

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Nederlandse Hervormde Kerk te Meerkerk M. van Leeuwen Postbus BB MEERKERK

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Rijkswaterstaat A. Thielking Postbus MA MAASTRICHT. Datum 5 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Zorgpartners Friesland J.B.A. Lettink Postbus BR LEEUWARDEN. Datum 22 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus AC KERKRADE. Datum 2 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Segers,

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

Gemeente Heemstede Afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte R.J. van Schaik Postbus AJ HEEMSTEDE

Buro Bakker Adviesburo voor Ecologie B.V. H.J. Steendam Weiersloop DZ ASSEN

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Maasdelta Groep P. Bestebroer Postbus AA SPIJKENISSE. Datum 21 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Naarden P. Schrijver Raadhuisstraat EC NAARDEN. Datum 31 juli 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningsestraat DB ZETTEN. Datum 28 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

Stichting Vidomes E. Ewalt Kleveringweg LZ DELFT. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Ewalt,

Stichting de Alliantie R.C. Haans Postbus AC HILVERSUM. Datum 23 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Haans,

Junco B.V. M.J.A. Schrijver Buitenkant VH ZWOLLE. Datum 24 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Schrijver,

Brinkstad Holding B.V. J.C. van de Wetering Emmalaan 33 A 2405 GA ALPHEN AAN DEN RIJN

Stichting Actium Postbus AM ASSEN. Datum 3 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gereformeerde Gemeente in Nederland te Leerdam W.H. Heenck Nieuwstraat CB LEERDAM. Datum 3 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Parteon Postbus AA WORMERVEER. Datum 22 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Woningbouwstichting ''De Gemeenschap'' P.J.J. van Roosmalen Postbus BB NIJMEGEN. Datum 3 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Hoogevest Architecten B.V. M. Bakker Westsingel BA AMERSFOORT. Datum 21 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Utrecht R. Doedens Potbus CE UTRECHT. Datum 28 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Doedens,

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland A. Oosterhoff Hoofdweg BL VEENHUIZEN

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Boxmeer Afdeling Milieu, Realisatie en Mobiliteit Postbus AL BOXMEER. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Stichting wonencentraal B. van der Marel Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN

IEF Berlage Utrecht (Boven Clarenburg) B.V. M.G. Boessenkool Postbus BT AMSTERDAM. Datum 25 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Stichting Vivare M. van Gerven Postbus EG ARNHEM. Datum 23 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Van Gerven,

Woningstichting Beter Wonen Vechtdal Stelling ND HARDENBERG. Datum 24 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

WOONopMAAT J. van Kuijk Postbus AA HEEMSKERK. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer van Kuijk,

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

Woningstichting Rochdale Postbus RW AMSTERDAM. Datum 19 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Somnium Real Estate B.V. W. van der Velden Postbus AB RIJNSBERGEN. Datum 1 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Gemeente Bodegraven-Reeuwijk J. Tijssen Postbus AK BODEGRAVEN. Datum 21 juni 2017 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

VvE Johan de Meesterstraat M.R. Pitlo Kleiweg GV ROTTERDAM. Datum 28 april 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Préferent Projectontwikkeling B.V. M.T. Morsink Rijksweg AB VELSERBROEK

Van der Leden Schilders B.V. R. Nolkes Engeringstraat DN DEN HAAG. Datum 12 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

ïid Archief VERZONDE» I 9 OEC Uitvoeringsdienst ro o r d - H o 11 a n d Noord Ymere t.a.v. de heer J. den Hertog Postbus CK AMSTERDAM

Woningcorporatie Pré Wonen T.a.v. de heer de Jong Rijksweg AB VELSERBROEK VERZONDEN 0 2 OKI 2018

Gemeente Arnhem M. Geurs Postbus EL ARNHEM. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte mevrouw Geurs,

TriVia/School met de Bijbel De Kandelaar Meidoornlaan 2- Bestuursknt 4233 CN AMEIDE

Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 27 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bergstra,

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Stichting Actium Postbus AM ASSEN. Datum 16 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat Midden Nederland F. Waarsenburg Postbus AP LELYSTAD. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Transcriptie:

1 Assen, 4 september 2017 Ons kenmerk 201701605-00713214 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Ontheffinghouder Activiteit Locatie : Woningstichting de Volmacht : Dakrenovatie : Bergweg 9 t/m 19 in Gasselte, gemeente Aa en Hunze Deze ontheffing wordt verleend voor de periode vanaf het moment van afgifte tot en met 15 maart 2018. Besluit Gedeputeerde Staten van Drenthe hebben besloten op basis van bijgevoegde motivering (zie bijlage 1) een ontheffing te verlenen aan Woningstichting de Volmacht voor wat betreft de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid 2, en artikel 3.5, lid 2 en lid 4 van de Wnb waar het gaat om het opzettelijk vernielen van verblijfplaatsen van de huismus, het beschadigen van een paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en het verstoren van individuen van de gewone dwergvleermuis. Afwijzing artikel 3.2 lid 4 Met betrekking tot uw aanvraag voor een ontheffing van artikel 3.1 lid 4 van de Wnb hebben wij besloten uw aanvraag af te wijzen omdat wij hebben vastgesteld dat hiervoor geen ontheffing noodzakelijk is. Indien de ontheffinghouder handelt overeenkomstig de zorgplicht genoemd in artikel 1.11 van de Wnb is er geen sprake van het opzettelijk verstoren van de huismus. Tijdens de werkzaamheden zijn steeds voldoende alternatieve rustplaatsen beschikbaar in andere woningen als ook in de aangrenzende tuinen. Daarmee beschikken de huismussen op elk moment over voldoende schuilmogelijkheden. Van een verstoring die van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de huismus is hiermee geen sprake (art. 3.1 lid 5 Wnb). Een ontheffing van de verbodsbepaling genoemd in artikel 3.1, lid 4 van de Wnb is derhalve niet aan de orde. De ontheffing wordt verleend onder de volgende voorschriften: 1. Algemene voorschriften 1.1 De ontheffing wordt slechts voor de hierboven beschreven verbodsbepalingen en genoemde soorten verleend. 1.2 Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 1.3 De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met de Provincie Drenthe indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschriften 1.1 en 1.2 noodzakelijk zijn. 1.4 Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing.

2 1.5 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 1.6 De ontheffinghouder dient, zodra de datum van aanvang van de werkzaamheden bekend is, doch uiterlijk 7 dagen van tevoren, hiervan melding te maken bij de Provincie Drenthe. Dit kan door een e-mail te sturen naar wnb@drenthe.nl. 2. Specifieke voorschriften 2.1 Er dient gewerkt te worden zoals beschreven in hoofdstuk 7 uit het Activiteitenplan Soortenbescherming Bergweg Gasselte (2 augustus 2017) en het Ecologisch werkprotocol (24 augustus 2017) die bij de aanvraag zijn toegestuurd. 2.2 U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met de kwetsbare perioden van de huismus en de gewone dwergvleermuis. Gezien de functie van het plangebied voor de huismus (voortplantingsplaats) loopt deze periode globaal van maart t/m augustus. Gezien de functie van het plangebied voor de gewone dwergvleermuis (paarverblijf) loopt deze periode globaal van 15 augustus tot 15 oktober. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer of korter zijn. De periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient daarom afgestemd te worden met een deskundige op het gebied van beide soorten. 2.3 Voorafgaand aan de werkzaamheden dient door een deskundige vastgesteld te zijn dat er geen huismussen of gewone dwergvleermuizen op/ in de woningen aanwezig zijn. 2.4. Indien er nog gewone dwergvleermuizen in het paarverblijf aanwezig zijn dan dient het verblijf volgens de beschreven maatregelen (B2.2.3) in het Ecologisch werkprotocol ongeschikt gemaakt te worden. 3. Overige voorschriften 3.1 Een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend dient in ieder geval de volgende activiteiten uit te voeren dan wel te begeleiden: a) Voorafgaand aan de werkzaamheden controleren of er nog broedende huismussen (of andere vogels) aan het broeden zijn op de daken. b) Het ongeschikt maken van de woningen voor de huismussen. c) Voorafgaand aan de werkzaamheden controleren of er vleermuizen in het paarverblijf aanwezig zijn. d) (indien noodzakelijk) Het ongeschikt maken van de woning voor de vleermuizen. 3.3 Het kan voorkomen dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren. In dat geval dient de ontheffinghouder, zo spoedig mogelijk voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 4. Zorgplicht 4.1 De ontheffinghouder dient voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. Activiteiten of werkzaamheden die leiden tot negatieve effecten op plant- of diersoorten dienen achterwege gelaten te worden, of zo uitgevoerd te worden waardoor de effecten beperkt of ongedaan gemaakt worden.

3 4.2 In navolging van het voorgaande voorschrift dient u rekening te houden met het broedseizoen van vogels. De werkzaamheden dienen zoveel mogelijk uitgevoerd te worden buiten het broedseizoen. Mocht dit niet mogelijk zijn, dient een deskundige voorafgaand aan de werkzaamheden het plangebied en/of alle te kappen bomen te controleren op in gebruik zijnde nesten. Als er in gebruik zijnde nesten worden aangetroffen dienen de werkzaamheden te worden uitgesteld tot na het broedseizoen. Het plangebied moet hiervoor worden vrijgegeven door de deskundige. Bezwaar Belanghebbenden die het niet eens zijn met dit definitieve besluit, kunnen binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij het College van Gedeputeerde Staten van Drenthe. Voor meer informatie over de bezwaarprocedure zie http://provincie.drenthe.nl/loket/bezwaarschriften. Gedeputeerde Staten voornoemd, namens dezen,. mevrouw M. Volkers-Bredewold, Teamleider Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

4 BIJLAGE 1: MOTIVERING BIJ BESLUIT 1. Aanvraag en procesverloop Op 24 augustus 2017 heeft Woningstichting de Volmacht (hierna: ontheffinghouder) een aanvraag gedaan voor een ontheffing van de Wnb. Het project betreft het renoveren van de daken van zes woningen (bergweg 9 t/m 19) in Gasselte, gelegen in de gemeente Aa en Hunze. De ontheffinghouder heeft een ontheffing aangevraagd voor de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid 2 en lid 4 en artikel 3.5, lid 2 en lid 4, van de Wnb voor de huismus en de gewone dwergvleermuis. 2. Wettelijk kader De huismus is een beschermde inheemse vogelsoort als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn. - Op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wnb is het verboden opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren van vogels als bedoeld in het eerste lid te vernielen of te beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen. - Op grond van artikel 3.1, lid 4, van de Wnb is het verboden vogels als bedoeld in het eerste lid opzettelijk te storen. Het nest van een vogel, zoals bedoeld in artikel 3.1, lid 2 van de Wnb is de plaats die een vogel gebruikt voor het leggen en uitbroeden van de eieren en het grootbrengen van de jongen, voor zover het geen nestvlieder betreft. Ook de inhoud en de functionele omgeving van het nest moeten worden beschermd voor zover het broedsucces hiervan afhankelijk is. Artikel 3.1, lid 2 van de Wnb is gedurende het broedseizoen van toepassing op alle in gebruik zijnde nesten van vogels. Nesten van de huismus zijn op basis van vaste jurisprudentie bovendien jaarrond beschermd. Dit houdt in dat ook buiten het broedseizoen de nesten beschermd zijn en niet mogen vernield of weggehaald. De gewone dwergvleermuis is een beschermde inheemse soort als bedoeld in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn. - Op grond van artikel 3.5, lid 2, van de Wnb is het verboden om dieren als bedoeld in het eerste lid opzettelijk te verstoren. - Op grond van artikel 3.5, lid 4, van de Wnb is het verboden om de voorplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren als bedoeld in het eerste lid te beschadigen of te vernielen. Onder voortplantingsplaatsen of rustplaatsen als bedoeld in artikel 3.5, lid 4, van de Wnb vallen o.a. kraamverblijven, zomerverblijven, paarverblijven en winterverblijven maar ook essentiële vliegroutes en foerageergebieden die van belang zijn voor de instandhouding van de voortplantingsplaats of rustplaats worden hieronder gerekend. Tijdelijke, seizoensgebonden, verblijfplaatsen als holen die van belang zijn voor de gunstige staat van instandhouding van een soort op populatieniveau of per individu zijn ook beschermd door artikel 3.5, lid 4 van de Wnb. 3. Overwegingen De ontheffinghouder is voornemens om de daken van zes woningen te renoveren. De woningen bevinden zich aan de Bergweg in Gasselte. De woningen dateren uit 1956 en de daken zijn aan vervanging toe. Er zijn vochtproblemen op zolder die opgelost moeten worden en door de geplande renovatie zullen de woningen energiezuiniger worden. De werkzaamheden zullen eruit bestaan dat de daken en dakgoten verwijderd worden en er nieuwe geïsoleerde daken worden geplaatst.

5 Ten behoeve van deze renovatiewerkzaamheden heeft Ecologisch adviesbureau Buro Bakker een Quickscan (2016) en aanvullend onderzoek (2017) uitgevoerd. In het plangebied zijn elf verblijfplaatsen voor huismussen en één paarverblijfplaats van gewone dwergvleermuizen aangetroffen. Voor het weghalen van de verblijfplaatsen van de mussen is ontheffing van artikel 3.1 lid 2 van de Wnb noodzakelijk. In de gerenoveerde woningen wordt per woning vijf meter vogelvides geplaatst. Op deze manier worden er per woning tien nieuwe verblijfplaatsen gerealiseerd. In de nieuwe situatie heeft de populatie mussen dus nog voldoende ruimte om in te verblijven. Omdat er tijdens de werkzaamheden voldoende schuilmogelijkheden voor de mussen zijn in de aangrenzende tuinen als ook in de overige woningen is er geen ontheffing noodzakelijk voor het verstoren van de huismussen. Van een verstoring die van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de huismus is zeker geen sprake (artikel 3.1 lid 5 van de Wnb) Met betrekking tot de vleermuizen zijn al in maart 2017 op de woningen aan Bergweg nummer 13 en nummer 19 in totaal vier vleermuiskasten opgehangen. Deze zijn geschikt als zomer- en paarverblijf voor de gewone dwergvleermuis. Doordat deze kasten ver voorafgaand aan de werkzaamheden zijn opgehangen hebben de vleermuizen al kunnen wennen aan de nieuwe verblijven. Bij de werkzaamheden wordt de oorspronkelijke verblijfplaats in de spouw en de toegang tot de spouw in tact gehouden. Omdat de paarverblijfplaats tijdelijk ongeschikt wordt gemaakt is ontheffing noodzakelijk van artikel 3.5, lid 4 van de Wnb. Indien voorafgaand aan de werkzaamheden aan de betreffende woning blijkt dat de vleermuizen nog aanwezig zijn, zullen er aanvullende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat de vleermuizen in het gebouw zitten bij aanvang van de werkzaamheden. Er wordt gebruik gemaakt van exclusion flaps of de klimatologische omstandigheden in de spouw worden veranderd (bijvoorbeeld door het verwijderen van de dakgoot) zodat de vleermuizen uit de woning vertrekken. Indien voornoemde maatregelen noodzakelijk zijn, is ontheffing nodig van artikel 3.5, lid 2 van de Wnb. Uit de relevante wet- en regelgeving blijkt dat de aangevraagde ontheffing alleen kan worden verleend als de gunstige staat van instandhouding van de soort niet in het geding is, er geen andere bevredigende oplossing bestaat en de ontheffing aangevraagd wordt onder een aangewezen belang. 3.1 Alternatievenafweging De werkzaamheden zijn gebonden aan deze locatie. De renovatiewerkzaamheden zijn nodig om de kwaliteit en leefbaarheid van de betreffende woningen te garanderen. Het is onmogelijk om delen van de daken intact te laten omdat alle dakpannen en dakgoten vervangen moeten worden. Wel is een alternatieve uitvoering mogelijk. Zo wordt er gewerkt buiten het broedseizoen en buiten de kwetsbare periode van de vleermuizen. Er wordt gefaseerd gewerkt zodat soorten altijd voldoende alternatieve verblijfplaatsen tot hun beschikking hebben. In de nieuwe situatie zijn de woningen opnieuw geschikt voor de aanwezige beschermde soorten. 3.2 Belangenafweging De ontheffinghouder geeft aan te werken onder belang 1 genoemd in artikel 3.3, lid 4b (Volksgezondheid of openbare veiligheid) en belang 3 genoemd in artikel 3.8, lid 5b (Volksgezondheid of openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten).

6 In de te renoveren woningen is sprake van vochtproblemen, waar bijvoorbeeld de zolders van de woningen niet gebruikt kunnen worden. Als de renovatie te lang wordt uitgesteld zullen er lekkages op gaan treden. Ook kan het vocht elders in de woningen voor problemen gaan zorgen waaronder ook het veroorzaken van gezondheidsklachten bij de bewoners. Na de renovatie zullen de woningen zuiniger zijn qua energieverbruik. Hiermee wordt gewerkt aan de afspraken die op landelijk niveau zijn vastgelegd in het Energieconvenant (2012). Het uitgangspunt van het Energieconvenant is dat in 2020 alle woningen een gemiddelde Energie Index van 1,25 hebben (gemiddeld energielabel B). Door de renovatie zullen de woningen van energielabel C naar energielabel B gaan met bovendien nog de optie om zonnepanelen te plaatsen waardoor energielabel A bereikt kan worden. Wij kunnen instemmen met de in de aanvraag beschreven belangen. De genoemde belangen vormen een voldoende onderbouwing om het optreden van (beperkte) negatieve effecten op de aangevraagde soorten te rechtvaardigen. 3.3 Staat van instandhouding Huismus De gunstige staat van instandhouding van de huismus is beoordeeld als matig ongunstig waar het gaat om populatie en verspreiding. Het leefgebied en toekomstperspectief van de huismus is wel gunstig. De laatste jaren vertoond de populatie een kleine toename (www.sovon.nl). In het plangebied komt de huismus in hoge dichtheden voor. Ook in de directe omgeving van het plangebied zijn veel geschikte woningen voor de huismus aanwezig. De lokale staat van instandhouding wordt dan ook beoordeeld als gunstig. De werkzaamheden worden buiten de kwetsbare periode, het broedseizoen, voor de huismus uitgevoerd. Ook wordt er gefaseerd gewerkt waardoor ten alle tijden voldoende verblijfplaatsen voor de mussen aanwezig zijn. In de tuinen van de woningen die worden gerenoveerd zijn bovendien ook voldoende alternatieve rust- en schuilplaatsen aanwezig. In de nieuwe situatie worden er per woning 10 nieuwe verblijfplaatsen voor de huismus gerealiseerd. Hierdoor zal het plangebied na de werkzaamheden geschikter zijn voor de huismussen dan in de huidige situatie. Negatieve effecten op de staat van instandhouding worden hiermee niet verwacht. De verwachting is zelfs dat de populatie in de toekomst nog zal kunnen toenemen. Gewone dwergvleermuis De gewone dwergvleermuis is in Nederland de meest algemeen voorkomende vleermuizensoort. De populatie wordt geschat op 300.000 tot 600.000 individuen (Ottenburg & Van Swaay, red., 2014). Er zijn geen aanduidingen dat de landelijke populatie in haar staat van instandhouding wordt bedreigd. De gewone dwergvleermuizen, die in het plangebied verblijven maken deel uit van een grotere populatie. In de omgeving van het plangebied zijn dan ook voldoende alternatieven voor zomer-, paaren winterverblijven beschikbaar. Daarnaast zijn er in maart 2017 al vier tijdelijke vleermuiskasten opgehangen die als paarverblijf kunnen dienen tijdens de werkzaamheden. De woning waarin het huidige paarverblijf zich bevindt wordt buiten de kwetsbare periode (15 augustus-15 oktober) gerenoveerd. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt gecontroleerd of er nog vleermuizen aanwezig zijn. Indien dit het geval is worden er maatregelen getroffen zodat de vleermuizen de verblijfplaats verlaten voordat de werkzaamheden aanvangen. In de nieuwe situatie is de paarverblijfplaats weer toegankelijk voor de vleermuizen. Permanente aantasting is dus niet aan de orde. Door de genomen maatregelen en het feit dat er gewerkt wordt buiten de kwetsbare periode zorgt er voor dat er geen negatieve effecten te verwachten zijn op de staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis.

7 3.4 Zorgplicht en broedseizoen Naast de soorten waarvoor de ontheffinghouder de ontheffing heeft aangevraagd kunnen ook andere soorten worden aangetroffen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Artikel 1.11 van de Wnb gebiedt een ieder voldoende zorg in acht te nemen voor Natura 2000- gebieden, bijzondere nationale natuurgebieden en voor in het wild levende planten en hun directe leefomgeving. Activiteiten of werkzaamheden die leiden tot negatieve effecten op gebieden of specifieke plant- of diersoorten dienen achterwege gelaten te worden, of zo uitgevoerd te worden waardoor de effecten worden beperkt of ongedaan gemaakt. Naast de zorgplicht dient de ontheffinghouder ook rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Werkzaamheden die een negatief effect kunnen hebben op het broedsucces van vogels dienen uitgesteld te worden. Over het algemeen wordt voor het broedseizoen van vogels een periode aangehouden van 15 maart t/m 15 juli. Echter, dit kan in de praktijk per vogelsoort en per individu verschillen. Een deskundige dient vast te stellen dat het broedseizoen voor de op het plangebied aanwezige soorten ten einde is. 3.5 Gebiedsbescherming Het plangebied ligt op ruim 600 meter van het Natura-2000 gebied Drouwenerzand. De invloedsfeer van de werkzaamheden reiken niet tot in het Natura-2000 gebied. Effecten hierop zijn daarom niet aan de orde. 4. Conclusie Gelet op vorenstaande besluiten wij ontheffing van de Wnb te verlenen. Aan deze ontheffing zijn de voorschriften verbonden zoals vermeld in het besluit.