3 september 2017 17.00 uur J v Benthem orgel/piano: Piet Noort schriftlezing: Jaap Wolters Verwachting en groet GK psalm 67:1,2 Gebed Schriftlezing en tekst: Psalm 137 GK psalm 79:3 en 4 Preek Psalmen voor NU 137 als luisterlied Opwekking 805: 'Maak ons hart onrustig' gebed collecte geloofsbelijdenis Opwekking 428 (Genade zo oneindig groot) zegen
3 september 2017 17.00 uur J v Benthem orgel/piano: Piet Noort schriftlezing: Jaap Wolters Verwachting en groet GK psalm 67:1,2 1 De Here God zij ons genadig en tone ons zijn aangezicht. Zijn zegen schenke Hij weldadig, Hij doe ons wandlen in zijn licht, opdat allerwegen volken zien de zegen van uw heil, uw woord. Ja, in alle landen, aan de verste stranden, worde het gehoord. 2 Dat alle volken U belijden, U loven, Heer, met hart en mond, dat alle landen zich verblijden, laat juichen heel het wereldrond. Volken zult U richten, U gaat vrede stichten door gerechtigheid. Volken aller landen worden door uw handen tot uw heil geleid. Gebed Schriftlezing en tekst: Psalm 137 1 Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij treurend en dachten aan Sion. 2 In de wilgen op de oever hingen wij onze lieren. 3 Daar durfden onze bewakers te vragen om een lied, daar vroegen onze beulen: Zing voor ons een vrolijk lied uit Sion. 4 Hoe kunnen wij zingen een lied van de HEER op vreemde grond?
5 Als ik jou vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn hand de snaren vergeten. 6 Laat mijn tong aan mijn gehemelte kleven als ik niet meer denk aan jou, als ik Jeruzalem niet stel boven alles wat mij verheugt. 7 Gedenk, HEER, de dag van Jeruzalems val, toen het volk van Edom zei: Neer met die stad, neer, maak haar met de grond gelijk. 8 Babel, weldra word je verwoest. Gelukkig hij die wraak zal nemen en jou doet wat jij ons hebt gedaan. 9 Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt en op de rotsen verplettert. GK psalm 79:3 en 4 3 Gedenk niet meer het kwaad van voorgeslachten. Zie, hoe wij uw barmhartigheid verwachten. God van ons heil, wij zijn verzwakt door lijden. Het geldt uw eer, kom spoedig ons bevrijden. Verzoen het grote kwaad dat ons voor ogen staat, laat U door ons verbidden. Het geldt uw naam, o God, wanneer de heiden spot: Is god niet in hun midden? 4 Wil voor ons oog nog onze zaak beslechten en wreek het bloed van uw verslagen knechten. O Here, hoor gevangenen die zuchten, red wie tot U in doodsgevaren vluchten. De smaad, U aangedaan, het kwaad dat werd begaan, vergeld het zevenvuldig. Aan U de wraak, o Heer! Hoe schonden zij uw eer. Houd hen toch niet onschuldig. Preek
Psalmen voor NU 137 als luisterlied 1 Aan de rivier in Babel zaten wij, de handen in het haar, ver weg van onze stad. de instrumenten hingen in een boom; wij huilden. Niemand die nog zin in zingen had. 2 Die ons gevangen hielden vroegen ons hen te vermaken met iets vrolijks. Met een lied. Zij sloegen ons, wij maakten geen muziek: want zingen, zingen voor de HEER? Dat lukt hier niet. 3 De dag dat ik Jeruzalem vergeet vergeet ik ook mijn hand, mijn eigen rechterhand: mijn tong, val droog, en stil, als ik niet steeds moet huilen: nooit krijg ik die stad meer uit mijn hoofd. 4 Houdt u, mijn HEER, de rekeningen bij? Het volk van Edom heeft geroepen om het hardst: wat ons betreft mag heel Jeruzalem verbranden: maak die stad maar met de grond gelijk. 5 Jij, Babels Dochter, die niet lang meer heeft, de dag komt dat er met je afgerekend wordt; gelukkig hij, die doet wat jij ons deed: hij gooit je kinderen kapot tegen de rots. Opwekking 805: 'Maak ons hart onrustig' 1 Maak ons hart onrustig, God, dat het ontevreden klopt als we mooie leugens horen en gemakkelijke woorden! Maak ons hart onrustig, God. 2 Stort in ons uw tranen uit. Mensen worden uitgebuit, weggeschopt en opgesloten. Zegen hen als wij hen troosten. Stort in ons uw tranen uit. 3 Steek in ons uw woede aan om het onrecht te weerstaan! Geef ons moed om op te treden. Laat ons vechten voor de vrede. Steek in ons uw woede aan.
4 Laat ons dwaas en koppig zijn. Laat ons doorgaan tot het eind. Gaat het onze kracht te boven, laat ons dan in U geloven. Laat ons dwaas en koppig zijn. Want het is Uw koninkrijk tot in alle eeuwigheid. gebed collecte geloofsbelijdenis Opwekking 428 (Genade zo oneindig groot) 1 Genade, zo oneindig groot. Dat ik, die t niet verdien het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan k zien. 2 Genade die mij heeft geleerd te vrezen voor het kwaad. Maar ook als ik mij tot Hem keer dat God mij nooit verlaat. 3 Want Jezus droeg mijn zondelast en tranen aan het kruis. Hij houdt mij door genade vast en brengt mij veilig thuis. 4 Als ik daar in zijn heerlijkheid mag stralen als de zon, dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond, dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond. zegen