De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr.

Vergelijkbare documenten
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t :

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

Normal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016

Raadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer:

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016.

gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

BESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

I. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018

Verordening onroerendezaakbelastingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr.

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr ; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 20 december 2005;

De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;

Wetstechnische informatie

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Onroerende zaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015

Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018).

*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55;

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018

Raadsmededeling - Openbaar

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen

RAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman

NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014

Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen.

*ZEA18E71503* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012;

Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46.

Verordening bedrijveninvesteringszone Bedrijventerrein Vianen

In de commissie RF van 4 juni 2015 zijn met betrekking tot de OZB de volgende uitgangspunten vastgesteld :

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger

Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;

het van het college van burgemeester in wethouders vin 1 oktober 2013;

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Losser

gelet op de tussen de gemeente Breda en Ondernemersvereniging BiZ Steenakker gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 18 oktober 2016; B E S L U I T:

Raadsmededeling - Openbaar

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van?? september 2016;

Verordening bedrijveninvesteringszone De Krogten 2017 gemeente Breda

Verordening Bedrijveninvesteringszone Nieuweweg. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017;

Verordening op de heffing en de invordering van. en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Oosterhout 2012

raadsvergadering: 12 november 2014 onderwerp: Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2015

Verordening op de heffing en invordering Bedrijveninvesteringszone Smakterheide Venray 2017

GRIFFIE LEIDEN INGEKOMEN

Argumentatie In de programmabegroting 2016 hebben wij u al meegedeeld dat de tarieven met 2% verhoogd moeten worden.

Verordening BI-zone Steenakker Breda 2012

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : Datum :

Verordening bedrijveninvesteringszone winkelgebied Naaldwijk gemeente Westland 2016

Onderwerp Intrekken verordening onroerende-zaakbelastingen 2013 en vaststellen verordening onroerendezaakbelastingen

Onderwerp Verordening onroerende zaakbelastingen Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

Verordening op de heffing en de invordering van een bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein De Trompet Heemskerk

Verordening bedrijveninvesteringszone Haarbrug-Noord gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum en nummer);

Verordening Bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Dalfsen 2018

Verordening bedrijveninvesteringszone eigenaren en gebruikers Centrum Papendrecht

Verordening BI-zone Twentekanaal 2010.

Verordening bedrijveninvesteringszone De Aam

Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrum Groesbeek 2017

Onderwerp Intrekken verordening Onroerende-zaakbelastingen 2011 en vaststellen verordening Onroerende-zaakbelastingen 2012.

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016)

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone eigenaren centrumgebied Alphen aan den Rijn 2016

Gemeente Zwolle, bekendmaking verordening Bedrijveninvesteringszone Binnenstad 2017

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 6 Datum :

Gemeenteraad: 14 december 2017

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen Artikel 1

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Verordening BedrijvenInvesteringsZone gebruikers Binnenstad Hengelo

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2016 alsmede het advies van de Commissie Ruimte van 27 september 2016;

Gemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening Bedrijveninvesteringszone de Briellaerd

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Transcriptie:

Nr. SBC/2008/1280 De RAAD van de gemeente Dordrecht; Raadsgriffie Spui boulevard 238 3311 GR DORDRECHT gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr. SBC/2008/1280; overwegende dat het wenselijk is een nieuwe integrale Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen vast te stellen in verband met een wijziging van tarieven; gelet op de artikelen 216 en 220 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de volgende VERORDENING op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen 2009 (gewijzigde versie) Artikel l Belastingplicht 1. Onder de naam "onroerende-zaakbelastingen" worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie de zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht was. Pagina 1/4

Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het tijdvak waarbinnen het in artikel l bedoelde kalenderjaar valt. 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Vrijstellingen 1. In afwijking van artikel 3 wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond; b. gebouwde eigendommen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde cultuurgrond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 (Stb. 1989, 252) aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtspersoonlijkheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; Pagina 2/4

h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. tot de onroerende zaak behorende, daaraan al dan niet aard- of nagelvast verbonden werktuigen welke verwijderd kunnen worden met behoud van hun waarde als zodanig en niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken; j. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; k. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht; I. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 5 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. de gebruikersbelasting 0,1554% b. de eigenarenbelasting: 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1005% 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1938% 2. Geen belasting wordt geheven indien de heffingsmaatstaf van de onroerende zaak blijft beneden 12.000,00 Artikel 6 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid geldt, indien een machtiging tot automatische incasso is afgegeven en in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 200,00 doch minder dan 2.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn Pagina 3/4

vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot l januari 2009. 2. De "Verordening onroerende-zaakbelastingen 2009", vastgesteld op 16 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 3. De datum van ingang van de heffing is l januari 2009. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening onroerendezaakbelastingen 2009 (gewijzigde versie)". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 januari 2009. De wnd. griffier, De voorzitter, - Toelichting - Pagina 4/4

Toelichting Verordening onroerende-zaakbelastingen 2009 Onder de naam onroerende-zaakbelastingen worden twee directe belastingen geheven. Ten eerste een gebruikersbelasting van degene die - naar omstandigheden beoordeeld - bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt. Ten tweede een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Verder wordt er nog een onderscheid gemaakt in onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen en onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen. De heffingsgrondslag voor deze belastingen is de waarde van de onroerende zaak zoals deze op grond van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld. De tariefsverhoging is gebaseerd op het gemeentelijk tarievenbeleid. Bij het vaststellen van de ozb-tarieven wordt gericht op de opbrengst van deze belasting. Dit betekent dat als de waarde van een pand stijgt door jaarlijkse herwaardering, zoals dit jaar het geval is, het tarief omlaag gaat. TOELICHTING behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2009 (gewijzigde versie), vastgesteld op 27 januari 2009. l