Jona 1: Jona als belijder 2 Jona als vluchter

Vergelijkbare documenten
Jona 2: God is barmhartig a. De koppige Jona wordt een biddend Jona > de Heere redt hem

Vraag: Wat kun jij leren voor jouw gebed uit de structuur van het volmaakte gebed?

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De Dordtse Leerregels

Bijbel voor Kinderen presenteert JONA EN DE GROTE VIS

Inleiding over het kernwoord zonde

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )


De Dordtse Leerregels. Artikel 1 t/m 5

Bijbel voor Kinderen. presenteert JONA EN DE GROTE VIS

Vraag 1 Waar denk je aan bij het woord heilig? Schrijf dit op de briefjes Antwoord 1 Vraag naar de mening van de kinderen

Lees : Mattheüs 25:14-30

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Inhoudsopgave. Woord vooraf. Ds. J.A. van den Berg. Ds. D. Jongeneel. Ds. J. Lohuis. Ds. E. Gouda. Ds. M. Goudriaan. Ds. M.

16+ Jona (ON)GEHOORZAAM ALS DE HEERE ROEPT BIJBELSTUDIE

HET BOEK JONAH (een hervertelling door Juke Hudig & Anne C. Possel)

Bijbelrooster Belijdenis mei 2019

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

de doop zoals wij die kennen is afkomstig van niemand minder dan de Here Jezus zelf

De gelijkenis van de verloren zoon.

Jaar A - Jezus! Samen op weg

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. A. Prins (Vriezenveen)

n de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. AMEN

De gelijkenis van de onbeschaamde vriend. ( of over gebedsverhoring )

ZONDAG -voorbereiding op het Heilig Avondmaal- Heilig Avondmaal houden

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Dinsdag Subthema Gods trouwe zorg. Lezen: Psalm 104:1-18. Psalm 104:17 Alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennenbomen.

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof

Zondag 23 juni Overstapdienst

Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde:

Een leerling van Jezus vertelt ('walking sermon' langs kunstwerken)

Jaar B - Bouwen aan Zijn Rijk

Filippenzen 1. Begin van de brief

BLIJF IN DE HERE! Liturgie:

Dinsdag 4 augustus Waarom niet? Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld lief gekregen. 2 Timotheüs 4:10

Wat zegt God tegen Zijn ongehoorzame kudde?

25 februari uur AA Kramer orgel/piano: Jannes Munneke schriftlezing: Frouke IJsselstein

Zondag 33 gaat over de waarachtige bekering.

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

Eerst zien, dan geloven

Jezus leert ons bidden om te doen wat God wil. (4)

Karakter. Inleiding. Het karakter van God. Houd vol geef niet op

Zondag 46 gaat over : Onze Vader, Die in de hemelen zijt.

GEBEDEN AMEN. beland. zodat ik niet in moeilijkheid. Leid mij veilig aan Uw hand, vandaan. gaan, haal me daar dan vlug. Mocht ik verkeerde wegen

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Nieuwsbrief. Schooljaar nr. 12, 8 t/m 21 feb Themaweek. Babynieuws

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Pastoor Reneerkens. De volgende mensen zijn er ook bij:

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Memoriseer elke dag een tekst. Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de naam van de Zoon Gods, opdat gij weet, dat gij eeuwig leven hebt.

Christus als leerling volgen

Overdenking 11 november 2012, Lev.19:1-2, 9-18, Mc. 12: ds. A.J.Wouda Gemeente van Christus,

3. a. Nee. b. Ze denken dat hij in de menigte meeloopt met vrienden, bekenden of familieleden. c. Drie dagen.

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 2 Korinthiërs 5, 20 Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Jeugddienst 1 oktober 9.30 uur Vrouw met de kruik

Maatwerk in de kerk. Renatakerk Christelijke Gereformeerde Kerk Enschede Oost

- Bijbellezing: Mattheüs 18 : Jezus uitleg over vergeven

Zondag 21 oktober Zuiderkerk. Voorganger: ds Harmen Jansen Organist: E. Bremer. Orgelspel. Welkom. Zingen: lied 217 vers 1, 3, 4 en 5

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse

Jozef. maar God heeft dit ten goede gedacht

HAVENFEESTENKERKDIENST 23 JUNI UUR DS. W. GUGLER & GOSPELDUO

Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

DE HERE JEZUS GAAT IN ONS LEVEN DOOR ZIJN GEEST.

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 3 Genade, fundament om op te leven

De Bijbel open (30-11)

In de hemel is de Heer en Zijn glans is als kristal Hij is de Heilige, Hij is God en Hij heerst over het Heelal

Welkom in de Menorah. Voorganger : Dhr. J van der Brink : Mevr. S. Dorsman Ouderling v. dienst : Dhr. C de Haan

Kindercatechese groep B - 7 januari 2018

Liturgie. zondag 30 oktober :30 uur Ds H D Bondt

Liturgie voor de gezamenlijke dienst op zondagavond 4 november uur

Samen op reis NAAR EEN ANDER LAND


Bijbelstudie Door het geloof I

Belijdenis en doop van volwassenen Orde I

Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10: Gemeente van Christus,

Op reis met God Liturgie voor de dienst op zondag 5 februari 2012

Preek over Psalm 1,1 a.2 (jeugddienst): Hoe kan ik tijd met God doorbrengen?

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Bijbel voor Kinderen presenteert HET EERSTE PAASFEEST

Als votum Ps 121: 1,2 Na groet Ps 121: 3,4 Gebed Lezen Matt 6: 1-9; Zingen GK 227: 1,4,5 GK Alles Alles Preek HC 45 (mn ) Zingen

Johannes 8 : 11. dia 1

Geloofsbelijdenis * (zie de drie voorbeelden) (Als de ouders een doopkaars hebben kan die nu worden aangestoken.)

Op reis met Jona-Jona in de stad Ontmoetingsdienst - 14 augustus 2016 Evangelist Jan Verkerk - Huizen

Ik ben gewoon gaan zitten en luisterde naar zijn stem. En in de liefdevolle woorden herkende ik Hem.

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Filippenzen 2, 3 5 Huwelijksdienst. Broeders en zusters,

Eredienst 06 mei :00 Voorganger: ds. H. van den Berg

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Liturgie bij de avonddienst op 14 februari 2016

Deel het leven Johannes 9: februari 2015 Thema 6: De last van het verleden

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: ds. Tonny Nap

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Marcus 8, Middagdienst

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Mattheüs 5:3

Geliefde gemeente van de Heer Jezus Christus, Beste gasten en alle vrienden van de gemeente.

Opwekking 763 Ik heb U nodig

Liturgie zondag uur ds J.J. Meijer viering Heilig Avondmaal

Transcriptie:

Jona 1:9-10 1 Jona als belijder 2 Jona als vluchter Gemeente, Jona is in tijd de eerste van de 12 kleine profeten. Vandaar dat we onze serie over de kleine profeten beginnen met dit Bijbelboek. Ze staan dus niet op volgorde in de Bijbel. Want Jona leeft rond 760 voor Christus. De kinderen kennen de geschiedenis wel, toch? Ten tijde van Jerobeam de 2 e, koning van het tienstammenrijk Israël. Dat is voor later in de preek. 1 Jona als belijder We vallen in met onze tekst op het moment dat Jona een belijdenis uitspreekt. En dat klinkt natuurlijk heel mooi. Jona die belijdenis doet. En dan niet veilig vooraan in de kerk, met een meelevende gemeente om zich heen. Ik hoop dat vele jongeren en als het nog van toepassing is, ouderen, daar diep over nadenken deze weken voordat de belijdeniscatechisatie begint. Maar Jona doet hier belijdenis, niet in een kerk, maar op een schip. En niet met meelevende gemeenteleden om zich heen, maar omringd door heidens zeemannen die vreemd zijn aan God. Als je dan belijdenis durft te doen.. Op een vervoermiddel, laten we zeggen in een treincoupé naar Ede bijv, of op je fiets op weg naar Gouda. Met wildvreemde mensen om je heen, mensen die vreemd aan God en kerk zijn. En dan iets zeggen als: ik ben een christen en ik dien de HEERE, de Schepper van alles. Dat is wat. Dat is iets wat denk ik alle ouders wel hopen: dat ons kind als het weer naar school/opleiding gaat, aan het werk gaat, dat mag durven: in de klas, collegezaal of kantine zó belijden. Laten we in elk geval daarin biddend om onze jongeren heen staan. En dan mogen zij verwachten van ons dat wij het ook doen: ons niet schamen voor de belijdenis van ons christen-zijn, van God, Die alles geschapen heeft. Wat zou dat mooi zijn als we zo staan en belijden op schoolopleiding en werk, vooral als we deze week voor het eerst weer daarmee beginnen. Belijdend als Jona. Of is het bij Jona soms toch minder mooi dan het lijkt, dan het klinkt op het eerste gehoor? Ja, inderdaad. Het is minder mooi dan het klinkt, deze belijdenis van Jona. Ik hoop waarlijk niet dat jij, u en ik zo zullen belijden als Jona. Want we weten wel van Jona dat zijn Bijbelboekje niet zo n mooie schets geeft van hem. Jona komt er niet best vanaf. Eén en al ontrouw. Daarom schittert de trouw van de HEERE des te meer in dit boekje.

En dat vinden we ook hier terug. Want er zit in ons tekstvers een enorme gespletenheid in Jona. We horen hem op het schip belijden. Ik vrees, ik dien de HEERE. Prachtig zou je zeggen. Maar ondertussen is hij wel op de vlucht voor die God. Is hij Gods bevel om naar Ninevé te gaan ongehoorzaam geweest. Zijn woorden en zijn leven zijn een enorme gespletenheid. Hij zegt God te dienen, maar hij is van God aan het wegvluchten. Wat zijn dan je woorden waard? Als ze je aan de ene kant zien zondigen, en aan de andere kant horen belijden? Als je in je thuissituatie God ontloopt en zonde vasthoudt, en buitenshuis mooi praat: ik ben christen en ik dien God? Een belijdenis kan voor mensen mooi klinken, maar wat weet God van ons? Hoe klinkt het in Zijn oren? Als Hij ziet hoe je bezig bent thuis, hoe je hart voor Hem is en Hij hoort je zeggen: ik dien God? Spoort dat met elkaar? Dat betekent niet dat je volmaakt en zondeloos moet zijn om te kunnen belijden, maar wel dat het oprecht is, oprecht voor God, dat het verlangen van ons hart is om God te dienen. We hopen dat vanavond te horen, Ik hoop echt dat u en jullie er dan ook weer zijn. Tweemaal per zondag. U hebt het nodig. Echt waar. Met een half hart kun je niet optimaal leven, met een halve zondag ook niet. Behalve die gespletenheid is er nog iets: is het niet erg laat, dat Jona hier mee komt? We moeten even helder hebben hoe dat is gegaan. Hij heeft verteld dat hij vluchtte voor de HEERE, de God van Israel. En in die tijd dacht men dat elke God alleen macht had in eigen land. Daarbuiten kon hij niets doen. Dus neem maar mee die Jona, we gaan toch weg van Israel, zijn God kan ons toch niks maken op de Middellandse Zee. En toen heeft Jona niet beleden: mijn God is de God Die hemel en aarde gemaakt heeft, Die overal macht heeft. Nee, laat ze maar denken. Laat ze maar, dan laten ze mij met rust. Dat is eigenlijk verloochenen. Als ze zeggen: och, ik denk maar zo: er is uiteindelijk maar God. Of: ik vind, ieder moet maar geloven waar hij zich goed bij voelt. Of: het is maar beter zo, als iemand is gestorven. En je laat het maar zo.. Maar niks op zeggen, dan laten ze je tenminste met rust. En dan gaat Jona naar beneden, naar de kooi, en gaat slapen. Hij duikt onder. Niemand zal iets van hem merken. Hij laat de boel de boel en bemoeit zich nergens mee en laat ook niets van zich merken. Je duikt onder, en laat niks van je merken. Van je kerkgang niet, van je bidden en danken rond het eten niet, van wat de Bijbel zegt over zondagssport en huwelijk, over vluchtelingen en leven en dood niet, je duikt onder. En dan wordt het steeds moeilijker. Hoe langer hoe moeilijker. Want je krijgt hoe langer hoe meer uit te leggen. Die eerste dag is zo belangrijk, die eerste maandag, die eerste week. Anders wordt het hoe langer hoe moeilijker.

Want dan komt het er pas uit bij Jona als hij echt voor het blok gezet wordt met het mes op zijn keel. De storm is losgebarsten, God spreekt in de natuur. God toont Zijn ongenoegen over Jona. En de zeemannen werpen het lot. En het lot valt op Jona. Jona, het komt door jou! Verklaar ons, wat doe je, wie ben je, hoe zit het nou? Ja, dan, met het mes op zijn keel, dan moet hij wel. En dan pas en zo klinkt het: ik ben een Hebreeër, een christen en ik dien de God Die hemel en aarde geschapen heeft. Ja, gelukkig dat hij het nu tenminste belijdt, maar had hij het maar eerder en oprechter gedaan! Gemeente, Jezus zei eens: meer dan Jona is hier! Nu, dat geldt ook in dit opzicht! Meer dan Jona is Jezus. Hij beleed: Ik ben het. Voor de soldaten, voor het Sanhedrin. Vanaf het begin van Zijn leven was Hij er duidelijk in. Ik ben het. Ik ben de Christus. En Zijn leven was niet gespleten. Zijn leven onderstreepte Zijn belijdenis. Hij diende Zijn Vader met hart en ziel, geheel en al. En Hij beleed het: Ik ben het, wetend dat de dood erop volgen zou. De bittere en smadelijke dood aan het kruis. Zijn belijdenis zou Hem brengen aan het vloekhout. Nederdalend ter hel. Voor vijanden en verloochenaars. Voor zondaren die niet anders doen dan zich voor Hem schamen en hem verloochenen. Voor zulke heeft Hij beleden. Werp Mij uit, in de golven van Gods toorn en oordeel. Ik voor zulken. Meer dan Jona is hier. De Belijder voor mensen die alleen maar kunnen verloochenen. Voor mensen die erachter zijn gekomen: aan mezelf overgelaten red ik het niet en belijd ik niet. Met mijn vlotte babbel en mijn inzet kom ik niet verder dan me schamen en verloochenen. Wie het daar nog mee redt, mee denkt te redden, die heeft aan Jezus niks, die kan niets met Hem beginnen, waarom zou ik Hem nodig hebben voor wat ik zelf ook wel kan? Maar voor wie niet en nooit verder komt dan verloochenen en schamen is hier Hij, die meer is dan Jona. Zijn leven bedekt alle schuld. Zijn verzoening vergeeft alle schuld. Schuilend achter Hem ben ik volmaakt in Hem. En: in de gemeenschap met Hem leert Hij het en geeft het: het verlangen om Zijn Naam te belijden. Vanaf de eerste dag dat je ergens komt. En als je ergens al langer bent om het eerlijk te zeggen: ik had al veel eerder moeten beginnen erover. Eerlijk je schuld erkennen en gaan belijden. Vanuit de omgang met Christus verlang je het en komt het en zal het ook. En komt het gebed er: Heere, geef dat ik U mag belijden, niet alleen als het moet en ik voor het blok sta met het mes op mijn keel, maar geeft U gelegenheden, mogelijkheden om met iemand goed van U te spreken. Je gebed van elke morgen. O, mag ik toch tegen minstens één iemand vandaag U belijden.

En over al je verloocheningen komt het echte verdriet: Heere, U beleed voor mij, schuldige, zondaar, vijand, met de dood tot gevolg en het kruis als straf. En ik.ik heb U verloochend, hoe heb ik U kunnen verloochenen. U, de Getrouwe, de Zaligmaker, hoe heb ik U kunnen verloochenen, omdat, omdat. Geen kruis of dood mij wachtte, maar om veel en veel minder. En je verstaat Petrus: en Petrus, naar buiten gaande, weende bitter.. omdat ik Hem verloochend heb. Hém. 2 Jona de vluchter Jona, de vluchter. Dat is het tweede waarin we Jona leren kennen. En ook de HEERE leren kennen. Die geschiedenis die kennen we wel. En het Woord des HEEREN geschiedde tot Jona, de zoon van Amittai, zeggende: maak u op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar. De HEERE roept Jona, maar: Jona gaat niet. En Jona wil ook weg, weg alsof hij God zou kunnen ontvluchten. Maar in elk geval dat God er niet meer op terug kan komen en het nog een keer zou kunnen zeggen. Op een schip naar Spanje, dan kan hij gewoon niet meer naar Ninevé. Jona is God ongehoorzaam en vlucht voor God weg. Steeds verder, steeds donkerder, waar eindigt dat, waar eindigt een mens die van God vandaan vlucht? Iemand schreef een boek over Jona met als titel: de spiegel van het boek Jona. De spiegel, waarin je jezelf ziet. Kijk eens goed of dat misschien niet zo is. Van nature wel in elk geval. Ieder mens is van nature ongehoorzaam aan God en wil van God af. En God roept tot bekering! Heel concreet: laat dat! Stop daarmee! Haat de zonde. En ga met zin je Bijbellezen, met verlangen bidden. God wijst nogal eens één concreet punt aan om te beginnen: daar moet het anders. Kijk eens in de spiegel van Jona. Ontwijkt u het soms, ontloop je het misschien? Wegvluchten van God, ongehoorzaam aan Zijn stem. Maar hier is nog wat anders aan de hand. In Jona hebben we een kind van de HEERE voor ons. Een echte gelovige. En juist dan roept de HEERE: strijdt tegen de zonde, wees Mijn getuige. Kijk eens in de spiegel van Jona. Ontwijkt u het soms? Wilt u er niet aan? En dan is hier eigenlijk nog iets anders aan de hand in Jona. Het gaat niet bij Jona om de algemene roep tot iedere gelovige: strijdt en wees getuige. Het gaat om een heel speciale roeping die juist tot Jona komt: ga naar Ninevé. Predik tegen haar. Het oordeel. Zo kan er bij tijden een speciale roep tot je komen die niet tot iedereen zo komt: spreek je kind, je kinderen aan en zeg ze eerlijk dat ze reizen naar verderf. Vraag een gesprek met je leidinggevende en spreek hem of haar aan op al dat vloeken. Of tot een ander: ga theologie studeren en wordt

predikant. En je voelt het wel: dat geldt mij. Mij roept God tot een taak. Kijk eens in de spiegel van Jona. Ben je op de vlucht? HEERE, laat een ander dat doen, maar ik niet. Laat mij wat anders doen, maar dit niet. Op de vlucht. Soms juist superdruk bezig met duizend en één dingen, maar dat ene wat je zou moeten doen, dat ontvlucht je. De spiegel van het boek Jona. En waarom nou, waarom was Jona ongehoorzaam en op de vlucht? Dat is verrassend. Kijk, ik zou me voorstellen dat Jona daarvan zeggen zou: ja, ik naar Ninevé: ze zien me aankomen. Een Israëliet, zo n aparte man, en die komt ons vertellen dat we ons moeten bekeren. Ze lachen me uit. Of nog erger: ze pakken me op en geven me een pak slaag of zetten me in de gevangenis. Dat zou ik me voor kunnen stellen: je ziet tegen de reactie op. Van mensen op huisbezoek, van je kinderen, van je leidinggevende. En daarom zeg je toch maar niks. Maar hoe was dat bij Jona? Dat zegt hij zelf in hoofdstuk 4 vers 2. Ik wist dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid en berouwhebbend van het kwaad. Hoor je dat? Jona dacht bij zichzelf: je zult zien: die Ninevieten bekeren zich en dan spaart God ze toch, dan neemt Hij ze toch weer in genade aan. An worden die Ninevieten nog gered ook. En dat wil ik niet, laat ze het oordeel van God maar goed voelen! Jona wil niet dat die heidenen in Ninevé tot bekering komen en gered worden. Wat een slechterik. Voor je het weet denk je dat. En denk je: nou van mij mag iedereen zalig worden. Ik hoop juist dat iedereen gaat geloven. Ja, dat denk ik ook, maar denk dat niet te vlug. Denk dat niet te vlug dat je zo gunnend bent voor ieder ander. Want Jona was een Israëliet. In II Koningen 14:25 komt hij ook voor. Hij preekte in Israël ten tijde van Jerobeam de 2 e, 760 voor Christus. Maar zonder vrucht. Zijn eigen volksgenoten slaan zijn woorden in de wind en maken zich rijp voor Gods oordeel. En over ruim 30 jaar zal dat komen: Nineve zal Israël innemen en wegvoeren in 722 voor Christus. Zijn eigen volk verwerpt zijn woorden. En nu zal Ninevé dat Israëls grootste vijand is zich bekeren en behouden worden? Nu haalt God ze daarvandaan! Mijn eigen kinderen, mijn eigen bekenden bekeren zich niet, maar wildvreemden zie ik de kerk binnenstromen. Degene die mijn liefsten aanvalt en vermoordt, die komt tot bekering en gaat aan het Heilig Avondmaal. Een IS strijder komt tot bekering, maar mijn kinderen niet. In een andere gemeente is groei en opwekking, maar in Waarder blijft alles doods en stil. De spiegel van het boek Jona: en.. ik zie mezelf. Ontevreden over Gods doen en handelen, als God Zijn gang gaat in voorbijgaan en in redden. Als God daar werkt, waar ik het niet zou

willen. Dan mag van mij Gods genade toch wel een keer een grens hebben. En trouwens: als ik wel graag zie dat mensen tot bekering komen. Dat u en jullie allemaal tot geloof komen en nog velen buiten de kerk erbij? Is dat dan omdat ik uw zaligheid zoek of omdat ik het eer geeft voor mij: ja, in Waarder gebeuren zulke bijzondere dingen, bij ds Breure O, de motieven van een dienstknecht van de HEERE. En ik zit meer in over een beetje schaduw voor mezelf dan over de zaligheid van zielen. Ik zit meer in over een beetje winst voor mezelf, dan over het zieleheil van anderen. Ik pieker meet over, ik tob meer over, ik zit meer in over, vul maar in. Gemeente, wat bent u arm als u aan de motieven van een dominee bent overgeleverd en een dominee blindelings volgt. Maar wat zijn wij rijk dat dat het niet is wat de doorslag geeft. Dat door de dienaren heen Gods motieven klinken en staan. En Gods motieven zijn: genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid en berouw hebbende over het kwaad. Opnieuw: Meer dan Jona is hier! Gods motieven in Jezus Christus zijn: Ik heb geen lust in uw dood, maar daarin dat ge u bekeert en leeft. Gods motieven zijn: uw en jouw bekering en zaligheid. Hij roept welmenend. Hij biedt Zijn genade aan: welmenend. En het is Hem aangenaam, ik citeer wat uit de Dordtse Leerregels dat u zich bekert en komt. Aan deze God zijn wij overgeleverd. Tot uw en jouw behoud genegen. Kom tot Hem, vlucht niet weg, maar kom tot Hem. Zijn doorboorde handen zijn vol genade, barmhartigheid, lankmoedigheid en goedertierenheid. Dat dat door al mij dienst heen mag klinken en door mag tintelen en bol van mag staan: God zoekt uw behoud. De overgave aan Hem is zaligheid en leven. Waarom voor deze God op de vlucht? Waarom nog langer voor Hem weggevlucht? Waarom gewacht op de dag dat geldt: vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God? Waarom daarop gewacht als het nu zo heerlijk is om in Zijn handen je laten vallen? En deze God is zo groot van genade dat zelfs Jona s zalig worden. Want Jona, als jij vindt dat genade een grens moet hebben, dat het een keer op moet houden, Jona, dan sluit jij jezelf buiten. Want verder weg dan Ninevieten ben jij. Erger dan de Ninevieten is wat jij Mij aandoet. Jij, gelovige, kind van God. Kijk, die Ninevieten die kennen Mij niet en weten van Mij niet. En zij zondigen, dat is erg, zij zondigen tegen Mij als hun Schepper. Maar jij Jona, jij weet wel van Mij, jij bent een Israëliet, een Hebreeër. Jij, gedoopte weet wel van Mij, je weet van Mij uit de Bijbel, je weet van

Mij dat Ik je omring en naloop. En toch en toch zondigen? Toch hetzelfde doen als anderen? Dat trapt Mij veel erger op Mijn hart. Maar jij Jona, jij bent nog verder weg. Jij bent Mijn kind, mijn eigendom. Jij kent Mij als je God en Zaligmaker. Jij, jij kent Mij, je kent Mijn liefde Die zocht, verloste en vond. En toch en toch zondigen? Ook niet naar Mij luisteren en Mij verloochenen? Dat is het allerergste! Dat raakt Mij het allerdiepste. Als een jongen uit het dorp u in het gezicht spuugt, is dat vreselijk vernederend voor u. Als een vriend van één van uw kinderen dat doet, die regelmatig in huis is gekomen, dan is dat nog erger, als uw eigen kind u in het gezicht spuugt, dat doet zo n zeer, dat doet zo n pijn, dat is niet te zeggen. Jona, als genade een grens zou moeten hebben, dan zou die liggen bij jou. Dan zou Ik zeggen: Ninevé wel, maar Jona nee Jona niet meer. Die heeft Mij zoveel pijn gedaan. Als genade een grens zou hebben, dan zou die liggen bij mij. Dan zou het voor mij over en uit zijn. Maar God is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende van het kwaad en. Zoekt Jona s weer op, brengt Jona s weer terug. Zo groot van goedertierenheid zijt Gij o HEERE! Dat ik me niet weg kan zondigen uit Gods genade. Iemand schreef: als het aan Jona had gelegen zou het Bijbelboek Jona maar drie verzen hebben gehad. Jona 1 vers 1-3. God roept, Jona weigert en gaat scheep naar Tarsis. Punt uit! Maar God is groot van goedertierenheid. Hij beschikt een storm. Hij beschikt een vis. Hij tuchtigt Jona en spaart Jona. Hij beschikt een wonderboom en Hij beschikt een worm. En Hij spreekt Jona aan. Hij brengt Jona een en andermaal weer op zijn plek. Zo groot is Gods goedertierenheid: Hij beschikt van alles in mijn leven, en spreekt tot mijn leven, net zolang tot ik weer op mijn plek ben, tot ik weer oprecht en schuld belijdend aan de voet van het kruis ben. Zo goed is de HEERE, zo grenzeloos is Zijn genade. Dat Hij mij, ook mij, ten einde toe verdraagt en vasthoudt. Amen.