Middelgrote levensmiddelenbedrijven

Vergelijkbare documenten
Middelgrote levensmiddelenbedrijven

HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied

HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied

Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Middelgrote levensmiddelenbedrijven

Middelgrote levensmiddelenbedrijven

Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel. Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2012 ( )

Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel

Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel

BEDIENDEN REEDS IN DIENST PER

Functieclassificatie

Laatste aanpassing: 14/04/ Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden

NIEUWE BAREMA S. op basis van beroepservaring. Vanaf 1 juli wijzigen de barema s. en de middelgrote levensmiddelenbedrijven:

Paritair Comité voor de orthopedische technologieën

Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk

Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk

Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2015 ( ), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2016 (132.

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Groentenconservennijverheid

Paritair Comité voor de banken

Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel

Verdeling van films. Arbeids- en loonvoorwaarden van de werknemers die zijn tewerkgesteld in de ondernemingen voor de verdeling van films

Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel

Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden. Hoofdstuk I - Toepassingsgebied

Wijkgezondheidscentra

Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking

Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken

Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van allerlei producten

Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 (121179)...

De sociale partners uit de sector kiezen er bijgevolg voor om eventuele discriminaties te

HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied

Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 2016 (133133)...

HOOFDSTUK I. Situering, doelstelling, toepassingsgebied

Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen

Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken

Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen

Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen

Socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest. Duitstalige Gemeenschap

Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing

Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken

Middelgrote levensmiddelenbedrijven. Overloon voor de arbeidsprestaties na negentien uur... 2

Thuisverpleging

Laatste aanpassing: 27/03/ Paritair Comité voor de non-ferro metalen

Socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest. Waalse Gewest

Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs

Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken

AKKOORD NIEUWE SOCIALE VOORDELEN:

Diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap

Nachtarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2007 (84.302) Arbeid op zon en feestdagen... 4

Diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap

Loonschalen van de bedienden van de zelfstandige kleinhandel (PC 201)

Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing

Diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. Duitstalige Gemeenschap

PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PSC ).

Collectieve arbeidsovereenkomt betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden van de voedingsnijverheid Art. 1.

Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren

Paritair Comité voor opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en diensten

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 35 VAN 27 FEBRUARI 1981 BETREFFENDE SOMMIGE BEPALINGEN VAN HET ARBEIDSRECHT TEN AANZIEN VAN DE

Diensten voor bloed van het Rode kruis van België

Thuisverpleging

Diensten voor bloed van het Rode kruis van België

Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf

Paritair Comité voor het garagebedrijf

P.C. VOOR DE ZELFSTANDIGE KLEINHANDEL 201

Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2015 ( )... 2 Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2007 (84.903)...

Geldigheidsdatum: 01/01/2016 Laatste aanpassing: 09/03/ Paritair Comité voor het hotelbedrijf

Rusthuizen voor bejaarden, Rust- en verzorgingstehuizen, Dagverzorgingscentra voor bejaarden, Dagcentra voor bejaarden

Ecocheques. paritair comité 309. Rechtsbronnen. Definitie. Betrokken werknemers. Bedrag en toekenningsvoorwaarden

Koffie- en cichoreibranderijen

Exploitatie van bioscoopzalen. HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied

Spiegelmakerij en fabricage van kunstramen

Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector

Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs

Geldigheidsdatum: 01/01/2008 Laatste aanpassing: 15/02/ Paritair Comité voor het hotelbedrijf

Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen

Overloon voor de arbeidsprestaties na negentien uur Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2012 ( )... 15

Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk

2. Onder "bedienden" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden. 2. On entend par "employés", les employés et les employées.

01/01/2008. HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied

Paritair Comité voor de landbouw

P.C. VOOR DE ZELFSTANDIGE KLEINHANDEL 201

Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarden worden gebracht Terugwinning van metalen

AARDAPPELVERWERKENDE NIJVERHEID : Loon- en arbeidsvoorwaarden

Paritair Comité voor het garagebedrijf

Paritair comité voor de sectors die aan de metaal-, machine- en electrische bouw verwant zijn Metaalhandel

Musici. Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2005 (74.349) Loon- en arbeidsvoorwaarden voor musici... 2

Externe diensten voor bescherming en preventie op het werk

Behangpapier. Ploegenpremie Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2011 ( ) Overurentoeslag Jaarlijkse premie...

Rusthuizen voor bejaarden, Rust- en verzorgingstehuizen, Dagverzorgingscentra voor bejaarden, Dagcentra voor bejaarden

Paritair Comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Terugwinning van allerlei producten

Chocoladefabrieken, ondernemingen van broodsmeersel, industriële suikerbakkerijen

Coll0ectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2010 ( )... 6

Nieuwe ontslagregels 2012

Diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik

Vakantiegeld... 2 Jaarlijkse gratificatie... 2 Jaarlijkse premie... 4 Bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten van het personeel...

Arbeiders en bedienden van de makelarij en van de verzekeringsagentschappen

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

BIJLAGE. Nieuwe regeling opzeggingstermijnen voor werknemers vanaf 2014

Transcriptie:

Paritair comité voor kleinhandel in voedingswaren 2020100 Middelgrote levensmiddelenbedrijven Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002 (64.133), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 13 januari 2003 (65.810) en van 15 juni 2010 (100.489) Arbeids en loonvoorwaarden HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (Paritair Subcomité 202.01). Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "bedienden" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. A. Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. Beroepenclassificatie Art. 2. De in de verschillende categorieën van de beroepenclassificatie opgenomen functies geven recht op het overeenstemmend loon in zoverre dat zij in hoofdzaak zowel voltijds als deeltijds worden uitgeoefend. Bij de aanwerving kan er gedurende de proefperiode een stage in de onmiddellijk lagere categorie worden opgelegd aan de bedienden die geen jaar ondervinding in de functie hebben; deze bepaling is evenwel niet van toepassing op de bedienden die zijn gebonden door een arbeidsovereenkomst voor bedienden die is gesloten voor een bepaalde tijd of voor een bepaald werk. Het is anderzijds wenselijk dat bij de indiensttreding de uit te voeren taak wordt vastgesteld in een geschreven arbeidsovereenkomst die door beide partijen is ondertekend. Elke verandering van functie moet er eveneens in worden opgenomen. Art. 3. De functies of werkzaamheden die zijn opgesomd in dit hoofdstuk worden enkel als voorbeeld aangehaald. De niet vernoemde functies of werkzaamheden worden gerangschikt naar analogie van de opgesomde voorbeelden. Art. 4. De werkgever moet de bediende schriftelijk inlichten tot welke categorie hij behoort en hem iedere categoriewijziging meedelen. Anciënniteit 1

Art. 5. Om de anciënniteit voor de loonschaal in de onderneming te berekenen wordt rekening gehouden met het laatste jaar binnen een leerovereenkomst in de voortdurende vorming van de middenstand en dit in dezelfde onderneming. B. Administratief personeel Art. 6. Het administratief personeel wordt als volgt gerangschikt : 1. Eerste categorie : - bediende belast met het klassement en andere kleine werkjes; - facturist (gewoon afschrijven); - telefonist (één enkele post); voor zover de bediende geen twaalf maanden anciënniteit heeft in de onderneming. (vanaf 1 januari 2003 geldt : "voor zover de bedienden geen zes maanden anciënniteit heeft in de onderneming"). 2. Tweede categorie : - bediende van de eerste categorie met twaalf maanden of meer anciënniteit in de onderneming; (vanaf 1 januari 2003 geldt "bediende van de eerste categorie met zes maanden of meer anciënniteit in de onderneming"). - magazijnbedienden; - "comptometer"-bediende; - inventarisbediende. - facturist en verificateur; - typist; - winkelkassier; - telefonist-standardist of telefonist belast met het verstrekken van technische inlichtingen; 3. Tweede categorie bis : Anciënniteit 2

de winkelkassier met 4 jaar werkervaring zoals bepaald in artikelen 10 en 11 van deze overeenkomst en met vijf jaar anciënniteit in de onderneming in de functies van verkoper of winkelkassier. (Art. 6 3 vervangen door CAO 100.489 vanaf 1 juli 2010.) 4. Derde categorie : - bediende voor de lonen; - hulpboekhouder; - bediende aan de boekhoudmachine; - stenotypist; 5. Vierde categorie : - boekhouder; - directiesecretaris; - etalagist-decorateur; 6. Vijfde categorie : - aankoper verantwoordelijk voor de bevoorrading van een afdeling; - boekhouder-kassier; - hoofdetalagist-decorateur; C. Verkooppersoneel Art. 7. Het verkooppersoneel wordt als volgt gerangschikt : 1. Eerste categorie : - beginneling-verkoper jonger dan achttien jaar; - verkoper van achttien jaar en ouder; Anciënniteit 3

- bediende belast met het aanvullen van de "rayons" in de zelfbediening in opdracht van de werkgever, de filiaalhouder of de verkoper en die toevallig de functie van verkoper of kassier waarneemt; - enz., voor zover de bediende minder dan twaalf maanden anciënniteit in de onderneming heeft en, vanaf 1 januari 2003, voor zover de bediende minder dan zes maanden anciënniteit in de onderneming heeft. (Art.7 1 gewijzigd door CAO 65.810 vanaf 1 januari 2003.) 2. Tweede categorie : - de bediende van de eerste categorie met twaalf maanden of meer anciënniteit in de onderneming en zes maanden vanaf 1 januari 2003; - verkoopadviseur van achttien jaar en ouder in de afdelingen van de zelfbediening voor zover hij twaalf maanden anciënniteit in de onderneming heeft en zes maanden vanaf 1 januari 2003; - helper-etalagist; - de handelsvertegenwoordiger gedurende zijn proefperiode; - enz. (Art.7 2 gewijzigd door CAO 65.810 vanaf 1 januari 2003.) 3. Tweede categorie bis : de verkoper met 4 jaar werkervaring zoals bepaald in artikelen 10 en 11 van deze overeenkomst en met vijf jaar anciënniteit in de onderneming in de functies van verkoper of winkelkassier. (Art. 7 3 vervangen door CAO 100.489 vanaf 1 juli 2010.) 4. Derde categorie : - eerste verkoper : (andere dan deze voorzien in de vierde categorie) door eerste verkoper wordt verstaan, de verkoper die de werkgever, de filiaalhouder of de afdelingschef regelmatig bijstaat in de organisatie van de verkoop door namelijk het werk van het verkooppersoneel te coördineren; - helper-etalagist-decorateur; - meer dan geschoolde verkoper : onder "meer dan geschoolde verkoper" moet worden verstaan : de verkoper met drie jaar verkoopservaring in de branche en in dezelfde onderneming en die tegelijkertijd aan volgende vereisten beantwoordt : de verkoper die een grondige kennis bezit van de verkooptechnieken en die artikelen verkoopt waarbij een Anciënniteit 4

uitgebreide verkoopargumentatie moet worden aangevoerd in een gespecialiseerde afdeling met diensten waar de handelsactiviteit onder meer bestaat uit de verkoop van niet alledaagse artikelen zoals bijvoorbeeld delicatessen, enz - de handelsvertegenwoordiger met minder dan drie jaar ervaring; 5. Vierde categorie : - geschoolde eerste verkoper : de geschoolde eerste verkoper is de verkoper die tegelijkertijd beantwoordt aan de vereisten van de eerste verkoper en de meer dan geschoolde verkoper; - de handelsvertegenwoordiger met meer dan drie jaar ervaring; 6. Vijfde categorie : Verkoopschef. D. Filiaalhouders Art. 8. De filiaalhouder is de bediende die, zonder bestendig toezicht noch dagelijkse controle van de werkgever, de verantwoordelijkheid draagt van het dagelijks beheer van een winkel, wat tegelijkertijd inhoudt administratieve taken, organisatie van het werk, verantwoordelijkheid van de tekorten in voorraad en kas en de algemene organisatie van de verkoop (voorraad, assortiment, klanten). Onder "bestendig toezicht" moet worden verstaan : de regelmatige aanwezigheid in de verkoopplaats, van de werkgever of van een lid van het kaderpersoneel belast met bedoeld toezicht. Art. 9. In een winkel waar het verkooppersoneel werkt zonder bestendig toezicht van de werkgever, van een lid van het kaderpersoneel of van een filiaalhouder, moet één van de verkopers ten minste worden geklasseerd in de derde categorie. HOOFDSTUK III. Lonen Art 10. Opbouw van het ervaringsbarema - Aanvangslonen 10.1. Algemeen 1. De aanvangslonen zijn de lonen die in het ervaringsbarema worden voorzien voor 0 ervaringsjaren. Anciënniteit 5

De ervaringscurve is gecreëerd op basis van een indiensttreding op 21 jaar. Deze keuze is terecht, aangezien zij enerzijds gebaseerd is op de context van de handelssectoren. Anderzijds voldoet de baremastart op deze wijze aan het gewaarborgd minimum maandinkomen-niveau. Bijgevolg wordt de beroepservaring en de gelijkgestelde periodes vóór de leeftijd van 21 jaar, waarvoor het jongerenbarema geldt zoals bepaald in deze overeenkomst, niet meegeteld bij de bepaling van het toepasselijke ervaringsbarema. 2. Zonder afbreuk te doen aan de anciënniteits-vereisten die artikelen 5 en 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bepalen, wordt het aantal jaren vereiste beroepservaring voor elke categorie als volgt bepaald : - 0 jaar voor een bediende categorie 1; - 0 jaar voor een bediende categorie 2; - 4 jaar voor een bediende categorie 2bis; - 2 jaar voor een bediende categorie 3; - 4 jaar voor een bediende categorie 4; - 4 jaar voor een bediende categorie 5. Deze jaren beroepservaring worden berekend rekening houdend met 1 van huidig artikel 10.1 en met de bepalingen van artikel 11 van deze overeenkomst. 10.2. Afwijkende regeling voor de minder 21-jarigen De minimum maandlonen voor de bedienden van 16 tot 20 jaar worden vastgesteld op basis van de volgende degressiviteitsschaal : 21 jaar ==> 100 pct. 20 jaar ==> 96 pct. 19 jaar ==> 92 pct. 18 jaar ==> 88 pct. 17 jaar ==> 84 pct. 16 jaar ==> 80 pct. Art. 11. Evolutie van de lonen in functie van beroepservaring 11.1. Beroepservaring Vanaf het aanvangsloon verhogen de minimum maandlonen naar gelang de ervaring van de werknemer toeneemt en volgens het schema dat in het ervaringsbarema is bepaald. Beroepservaring is de ruimere term die het volgende omvat : - zowel de effectieve en gelijkgestelde professionele werkervaring bij de werkgever waar de bediende in dienst is, evenals de periodes van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties die de bediende voor de indiensttreding verworven heeft als werknemer, zelfstandige of als statutair ambtenaar; - technische kennis en levenservaring als loyaliteit aan de onderneming. Anciënniteit 6

Voor de toekenning van ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties. 11.2. Gelijkgestelde periodes Aangezien de beroepservaring niet enkel in het kader van een arbeidsbetrekking maar ook levenslang wordt verworven, komen de sociale partners overeen om met de ervaring volgende zaken gelijk te stellen : - alle periodes binnen een professioneel milieu (oa interims, stages, bepaalde duurcontracten, zelfstandig werk, ambtenaar, vrijwilligerswerk,.) 1 met uitzondering van de tewerkstelling in het kader van een studentenovereenkomst; - de eventuele jaren van legerdienst; - alle periodes van contractschorsing (tijdskrediet, moederschapverlof, thematische verloven, ); evenals de periodes die gedekt zijn door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving (werkloosheid, ziekte-invaliditeit ); - alle studieperiodes; - alle periodes van inactiviteit omwille van familiale motieven. 11.3. Bepaling van de beroepservaring bij aanwerving 1. Op het ogenblik van de indiensttreding wordt het baremaloon van de bediende vastgesteld in overeenstemming met het beroepservaringsbarema van de klasse waartoe zijn functie behoort en op basis van de beroepservaring zoals bepaald in artikelen 10.1, 11.1 en 11.2 van deze overeenkomst. De som van de beroepservaringsperioden en gelijkgestelde perioden wordt uitgedrukt in jaren en maanden. De eerste baremieke verhoging na de indiensttreding zal gebeuren op de eerste dag van de maand nadat de bediende het eerstvolgende jaar beroepservaring heeft bereikt. Voor de aanrekening van beroepservaring mag geen enkele gelijkstellingperiode gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingperiode. 2. In geval bij de indiensttreding het aantal jaren beroepservaring zoals bepaald in artikelen 10.1, 11.1 en 11.2 van deze overeenkomst hoger ligt dan het vereist aantal jaren van het aanvangsbarema voor deze categorie, heeft de werkgever voor de categorieën 3 tot 5 de mogelijkheid de bedienden aan te werven tegen het aanvangsbarema voor ervaringsjaar 0 van deze categorie, namelijk: - ervaringsjaar 2 in de derde categorie; - ervaringsjaar 4 in de vierde en de vijfde categorie. Anciënniteit 7

Het ervaringsbarema dat met hun aantal jaren beroepservaring overeenstemt, moet evenwel geleidelijk worden bereikt met jaarlijkse gelijke schijven en dit uiterlijk : - één jaar na de indiensttreding, indien de bediende minder dan 10 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding; - 2 jaar na de indiensttreding, indien de bediende meer dan 10 maar minder dan 15 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding; - 3 jaar na de indiensttreding, indien de bediende meer dan 15 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding. Het is wenselijk dat deze modaliteiten nauwkeurig in de schriftelijke overeenkomst worden omschreven. 3. Bij een nieuwe aanwerving zal de kandidaat aan de werkgever alle noodzakelijke informatie overmaken zodat deze het loon kan bepalen dat overeenkomt met de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 11.4. Evolutie binnen het systeem : de jaarlijkse baremieke verhogingen De sectorale baremieke verloning van de werknemer zal evolueren volgens de ervaringscurve tot op het moment dat hij het maximum bereikt heeft. Wanneer de periode van beroepservaring met 12 maanden is toegenomen sinds de laatste baremieke verhoging, stijgt het baremaloon van de bediende met een beroepservaringsjaar volgens de loonbaremaschaal op de eerste dag van de daaropvolgende maand. In geval van verandering van categorie, zal de werknemer "verplaatst" worden naar de ervaringscurve die overeenkomt met zijn nieuwe categorie, rekening houdend met zijn verworven ervaring. 11.5. De afwijkende regeling voor werknemers in dienst op 30 juni 2010 Er wordt voorzien in een afwijkende regeling voor bedienden, die reeds in dienst zijn van de werkgever op het ogenblik van de invoering van de nieuwe baremaregeling, i.e. 30 juni 2010. Voor deze bedienden zal op 1 juli 2010 het aantal jaren beroepservaring dat voor hen voor het verleden in aanmerking wordt genomen, worden vastgesteld op fictieve basis, zolang zij bij dezelfde werkgever in dienst zijn. De fictieve beroepservaring is gelijk aan het aantal jaren dat in het beroepservaringsbarema overeenstemt met het bedrag van het sectorale baremieke loon dat op hen op 30 juni 2010 van toepassing zou geweest zijn volgens de artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor deze bedienden vindt de eerste baremieke verhoging in 2010 plaats 12 maanden na de laatste baremieke verhoging gekregen in 2009. De andere baremieke verhogingen volgen dan om de 12 maanden. Deze regeling van fictieve beroepservaring geldt op identieke wijze voor bedienden die aan het sectorale baremieke loon worden betaald als voor de bedienden die boven het sectorale Anciënniteit 8

baremieke loon worden betaald en geldt onafhankelijk van het reële loon van de betrokken bediende. (Vanaf 1 juli 2010: De artikelen 10, 11, 16 en 19 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden worden geschrapt en vervangen door nieuwe artikels 10, 11 en 12 (art. 5 van CAO 100.489) en gelet op de schrappingen en wijzigingen zoals hierboven in dit artikel bepaald, zal de nummering van de artikelen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden als volgt gewijzigd worden (art.6 van CAO 100.489): a) - artikel 12 wordt artikel 13; - artikel 13 wordt artikel 14; - artikel 14 wordt artikel 15; - artikel 15 wordt artikel 16; - artikel 15bis wordt artikel 16bis; - artikel 20 wordt artikel 19; - artikel 21 wordt artikel 20; - enz.; - artikel 46 wordt artikel 45. b) - Het titels "C. Filiaalhouders" en "D. Bijzondere bepalingen" van de hoofdstuk III "Lonen" worden "B. Filiaalhouders" en "C. Bijzondere bepalingen". - Het punt "2. Kennis en gebruik van meerdere talen" van de titel "C. Bijzondere bepalingen" van de hoofdstuk III "Lonen" word "1. Kennis en gebruik van meerdere talen".) C. Bijzondere bepalingen 1. Kennis en gebruik van meerdere talen Art. 17. De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimum maandlonen moeten worden beschouwd als overeenstemmend met het gebruik van één enkele taal. De vereiste van de kennis of het gebruik in de uitoefening van een functie van meer dan één taal, rechtvaardigt niet de overgang naar een hogere categorie als de aard van de functie zelf er niet door wordt gewijzigd, maar het past ermee rekening te houden bij het vaststellen van het loon. HOOFDSTUK VI. Slotbepalingen Art. 39. De werknemers met een deeltijdse betrekking hebben dezelfde rechten als de voltijdse tewerkgestelden, pro rata de gepresteerde arbeidstijd. Anciënniteit 9

Art. 40. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2001 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Art. 44. Bij ontstentenis van een akkoord voor het verstrijken van de opzeggingstermijn, blijven de voordelen en verplichtingen die voortvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst hun uitwerking hebben ten overstaan van de werkgevers en bedienden die zijn bedoeld in artikel 1, tot op het ogenblik dat een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst met een maximum termijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn, wordt gesloten. Art. 45. De collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, gesloten in het Paritair Comité van de bediende uit de kleinhandel in voedingswaren, Paritair Comité 202 Groep C (koninklijk besluit van 23 januari 2002 - Belgisch Staatsblad van 11 april 2002) wordt opgeheven. (Artikelnummerwijziging door het schrappen en wijzigen van enkele artikels door CAO 100.489 vanaf 1 juli 2010 (art.6).) 1 De in de overige lidstaten van de Europese Unie voor de werknemer toepasselijke periodes van gelijkstelling zullen op dezelfde manier erkend worden. Anciënniteit 10