d. De termijn waarvoor de goedgekeurde beleidsregel V geldt, wordt gewijzigd van 'onbepaald' in 'tot 1 januari 2005'.

Vergelijkbare documenten
d. De termijn waarvoor de goedgekeurde beleidsregel V geldt, wordt gewijzigd van "onbepaald" in "tot 1 januari 2002".

BELEIDSREGEL BR/CU

BELEIDSREGEL BR/CU

BELEIDSREGEL BR/CU

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

3.1 Externe cliënt Een externe cliënt is een cliënt die niet bij de AWBZ-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.

BELEIDSREGEL BR/CU

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

BELEIDSREGEL BR/REG-17100

Tarieflijst AWBZ-zorgaanbieders 2009

Verantwoordingsdocument. Toelichting op de herijking van het toetsingskader bijzondere tandheelkunde

BELEIDSREGEL BR/CU

Tarieflijst AWBZ-zorgaanbieders 2010

Tarieflijst AWBZ-zorgaanbieders 2008

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

BELEIDSREGEL CV

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/CU 7077

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: onbepaald.

e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel aanvaardbare kosten 2002'.

BELEIDSREGEL BR/CU-7039

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: onbepaald.

BELEIDSREGEL BR/CU-7034

BELEIDSREGEL BR/CU-2066

In deze bijlage zijn aanvullende declaratiebepalingen opgenomen voor de overige trajecten en verrichtingen.

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

Orthodontische zorg - BR/REG-19106

BELEIDSREGEL BR/CU-7052

BELEIDSREGEL BR/CU-7002

BELEIDSREGEL BR/CU 2079

BELEIDSREGEL BR/CU-7085

Verzekeringsvoorwaarden ingaande 1 januari 2004 Onderlinge Waarborgmaatschappij De Friesland Particuliere Ziektekostenverzekeringen U.A.

De bij de beleidsregel behorende definities zijn opgenomen in de separate Beleidsregel definities geestelijke gezondheidszorg.

BELEIDSREGEL BR/CU

d. De termijn waarvoor de goedgekeurde beleidsregel V geldt, wordt gewijzigd van "onbepaald" in "tot 1 januari 2005".

Orthodontische zorg - BR/REG-18114

BELEIDSREGEL BR/CU 7109

Verzekeringsvoorwaarden Aanvullende verzekering Tand Standaardpakketpolis

De Regeling tandheelkundige hulp ziekenfondsverzekering. en Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden VWS

d. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op het loonkostenniveau ultimo 2002.

Declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

BELEIDSREGEL BR/CU-7097

e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel BTW-constructies'.

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

Aanvullende verzekering Tand Standaardpakketpolis

Beleidsregel declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg als bedoeld in artikel 1 sub b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).

Subsidieregeling abortusklinieken

g. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel loon- en materiële kosten'.

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

NADERE REGEL NR/CU-535

Bijlage A Richtlijnen voor het opzetten van de begroting

Benchmark Kantoorcijfers 2012

BELEIDSREGEL CI-1058a

Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

NADERE REGEL NR/CU-558

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel loon- en materiële kosten'.

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

ANONIEM BINDEND ADVIES

Beleidsregel declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: voor onbepaalde tijd.

Overeenkomst Voetzorg Diabetes Mellitus 2019

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

BELEIDSREGEL BR/CU-7013

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS

Overeenkomst Voetzorg Diabetes Mellitus 2017

ANONIEM BINDEND ADVIES

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

Het formulier 'Budget 2005 en voorlopige nacalculatie 2004' is vanaf heden te downloaden van onze website ( 1.

BELEIDSREGEL BR/CU-7151

Aanvullende verzekering Tand Particulier

ALGEMENE VOORWAARDEN GEAUTOMATISEERD DECLAREREN VAN TANDHEELKUNDIGE VERRICHTINGEN

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

Bijlage 4 zorginkoopbeleid Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nadere Regel NR/CU-256

Beleidsregel Kaderregeling Administratieve Organisatie en Interne Controle inzake DBC-registratie en facturering

pagina 1 <Naam zorgaanbieder> <Looptijd 1 januari 2020 t/m 31 december 2020>

E.I. Schippers. Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: Artikel 1

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

Mondzorg in Kaart. Uitgebracht aan: De Nederlandse Zorgautoriteit. Datum: 14 juli 2014 Kenmerk: Uitgebracht door: Deloitte Consulting B.V.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

BELEIDSREGEL BR/CU-7047

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten

BELEIDSREGEL BR/CU-2030

e. De termijn waarvoor de goedgekeurde beleidsregel CV geldt, wordt gewijzigd van "tot 1 januari 2007" in "tot 1 juni 2006".

Document C: Bijdrageverordening VRU 2015

Transcriptie:

voor Bijzondere Tandheelkunde in de ziekenfondspraktijk en particuliere praktijk Beleidsregels Bijzondere Tandheelkunde 1. ALGEMEEN a. Deze beleidsregel heeft betrekking op de organen voor gezondheidszorg als vermeld in artikel 1, onder A, nummer 25 van het Besluit werkingssfeer WTG 1992 (Stb. 1991, 732), dat laatstelijk is gewijzigd bij Besluit van 25 oktober 2002 (Stb. 2002, 527) en bij Besluit van 5 november 2002 (Stb. 2002, 549). b. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2005 en werkt terug tot die datum indien bekendmaking van de nederlegging van de beleidsregel in de Staatscourant na deze datum plaatsvindt. c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: onbepaald. d. De termijn waarvoor de goedgekeurde beleidsregel V-3600-1.0.-6 geldt, wordt gewijzigd van 'onbepaald' in 'tot 1 januari 2005'. e. De beleidsregel kan worden aangehaald als 'De opbouw en berekening van de individuele vaste tarieven ten behoeve van zelfstandige Instellingen voor Bijzondere Tandheelkunde in de ziekenfondspraktijk en particuliere praktijk'. 2. UITGANGSPUNTEN VAN DE BELEIDSREGEL 2.1 Tandheelkundige instellingen, als bedoeld in artikel 7, vierde lid van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering (Stb. 1971, 550), kunnen als Instelling voor Bijzondere Tandheelkunde worden aangemerkt, indien zij hiertoe een overeenkomst met een ziekenfonds(zorg)verzekeraar aangaan. Aard, inhoud en omvang van de desbetreffende tandheelkundige hulp zijn uitgewerkt in artikel 8. van de Regeling tandheelkundige hulp ziekenfondsverzekering. (Staatscourant 1994, 208). Daarnaast dient voldaan te worden aan de criteria zoals vastgelegd onder punt 6. Het uitgangspunt van de bovengenoemde Regeling is dat het primaat voor deze bijzondere tandheelkundige hulp (aan verzekerden met een zeer ernstige ontwikkelings- of groeistoornis dan wel een zeer ernstige verworven afwijking van het tand-kaak-mondstelsel met een niet-tandheelkundige lichamelijke of geestelijke aandoening of aan verzekerden waarbij een medische behandeling zonder die hulp aantoonbaar onvoldoende resultaat zal hebben) ligt bij de tandarts algemeen practicus. (Regionale) verwijzing naar een Instelling voor Bijzondere Tandheelkunde ligt in de rede indien de moeilijkheidsgraad van een behandeling ofwel de omstandigheden waaronder de behandeling plaatsvindt zodanig is dat deze redelijkerwijs niet in iedere huispraktijk kan worden verleend of indien een multidisciplinaire behandeling noodzakelijk wordt geacht. Op grond van specifieke kostenverschillen van zo'n instelling ten opzichte van de tandarts algemeen practicus en de knelpunten in organisatorisch opzicht, (waarbij ook gedacht kan worden aan relatief veel 'no-show' en veelvuldig overleg met de verwijzende tandarts, adviserende tandarts en tandtechnicus, hetgeen leidt tot een lagere rekennorm dan bij de tandarts algemeen practicus) geldt voor zo'n instelling, mits is voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden, een individueel uurtarief. De bedoelde hulp wordt niet verstrekt dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de (ziekenfonds)zorgverzekeraar.

2 2.2 Op basis van deze beleidsregel wordt door de Instelling voor Bijzondere Tandheelkunde met de betrokken zorgverzekeraar een overeenkomst afgesloten. Uitgangspunt is dat de Instelling voor Bijzondere Tandheelkunde bijzondere tandheelkundige hulp verleent zonder winstoogmerk; het vaste tarief heeft als uitgangspunt de aanvaardbare werkelijke kosten te dekken. Het tariefverzoek met de financiële jaarstukken (en de overeenkomst) dient jaarlijks ter goedkeuring of vaststelling aan het CTG/ZAio te worden voorgelegd. Op basis van de jaarstukken wordt afgerekend. De jaarstukken bevatten de volgende, door een registeraccountant gecontroleerde cijfers: de totale omzet; de kosten van praktijkvoering; het aantal tandartsen dat werkzaam is in de instelling; het aantal fte tandartsen dat werkzaam is in de instelling; het aantal gedeclareerde stoeluren bijzondere tandheelkunde; eventueel het aantal gedeclareerde uren anesthesie. Op grond van de in de beleidsregel vastgelegde systematiek kan een individueel vast tarief op voorcalculatorisch niveau worden vastgesteld. Het verschil tussen het voorcalculatorische niveau jaar (t) en het definitief niveau jaar (t) zal worden verrekend in de vaste tarieven voor jaar (t+1) of (t+2). De tariefstructuur leidt tot een individueel vast tarief per declarabel stoeluur, gebaseerd op de individuele aanvaardbare kosten en de individuele rekennorm. In voorkomende gevallen kunnen naast het vaste uurtarief ook andere, door het CTG/ZAio vast te stellen maximum tarieven (zie punt 5.) in rekening worden gebracht. De vaste tarieven kunnen uitsluitend als zodanig herkenbaar in rekening worden gebracht. 2.3 Voor de tandheelkundige instellingen die geen overeenkomst hebben met de betrokken (ziekenfonds)zorgverzekeraar gelden de collectieve ziekenfonds-, particuliere en AWBZmaximumtarieven voor tandartsen, omdat de instelling dan wordt gezien als een orgaan voor gezondheidszorg, ressorterend onder artikel 1.A. nummer 32 van het Besluit werkingssfeer Wet tarieven gezondheidszorg 1992 (Stb. 1991, 732). 3. AANVAARDBARE KOSTEN In de navolgende punten wordt per kostenpost aangegeven wat het beleidsregelmaximum is met welke index (aanvaardbare inkomensmutatie, ova-percentage of PPC volgens CEP) deze kostenpost jaarlijks trendmatig wordt aangepast. Voor de methodiek van de jaarlijkse trendmatige aanpassing geldt de voor vrije beroepsbeoefenaren in Kamer V vigerende beleidsregels 'de aanpassingssystematiek van het praktijkkostenbestanddeel in de maximumtarieven' en 'de aanpassingssystematiek van het inkomensbestanddeel in de maximumtarieven'. 3.1 Rente, afschrijving en onderhoud De werkelijke kosten voor afschrijving en rente zijn aanvaardbaar voorzover deze passen binnen de daarvoor geldende beleidsregels, zoals weergegeven onder beleidsregel V-3600-2.0 en V-3600-3.0. De kosten voor onderhoud zijn aanvaardbaar tot de werkelijke kosten.

3 3.2 Vergoeding tandartsen 3.2.1 Salaris tandarts Aanvaardbaar zijn de werkelijke salariskosten van tandartsen tot maximaal 96.173, per jaar (niveau 2004) per 1,0 fte tandarts. Dit bedrag komt overeen met het aanvaardbare inkomen voor de vrijgevestigde tandarts algemeen practicus en wordt jaarlijks aangepast met de mutatie van dit aanvaardbare inkomen. 3.2.2 Doorgaande praktijkkosten De doorgaande praktijkkosten kunnen voor zelfstandige Instellingen voor Bijzondere Tandheelkunde als aparte kostenpost worden meegenomen met als voorwaarde dat een tandarts ten minste vier halve dagen per week in de huispraktijk werkzaam is. De vergoeding is afhankelijk van de arbeidsovereenkomst van de tandartsassistent in de eigen huispraktijk. 3.2.2.1 Assistentie Alleen indien de tandartsassistent een arbeidsovereenkomst/-contract heeft met de tandarts voor de uren dat de tandarts in de Instelling voor Bijzondere Tandheelkunde werkzaam is, worden de contract-uren van de assistent vergoed en geldt als aanvaardbaar de werkelijke kosten tot maximaal 24.109, per jaar (niveau 2004) per 1,0 fte tandarts, mits die kosten daadwerkelijk gemaakt zijn. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast met de mutatie volgens het ova-percentage. Indien de tandartsassistent geen arbeidsovereenkomst heeft voor de uren dat de tandarts in de Instelling voor Bijzondere Tandheelkunde werkzaam is, komt de tandarts ook niet in aanmerking voor een vergoeding. 3.2.2.2 Overige doorgaande praktijkkosten Aanvaardbaar zijn de kosten voor overige doorgaande praktijkkosten tot maximaal 45.355, per jaar (niveau 2004) per 1,0 fte tandarts, mits die kosten niet op een andere wijze worden gecompenseerd. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast met de prijsstijging particuliere consumptie volgens het Centraal Economisch Plan (CEP). Onder overige doorgaande praktijkkosten zijn begrepen: huisvesting (huur, afschrijving, rente, energie, schoonmaakkosten), inrichting (afschrijving, rente, onderhoud, overige afschrijvingen, overige investeringen), oriëntatie (contributie, vakliteratuur, vergaderingen, nascholing), praktijk (telefoon, porti, wachtkamer, kantoor, verzekeringen, accountant, representatie, textiel, diversen), vervoer, interest (debiteuren, kasgeld, materialen) en preventief hygiënische maatregelen. 3.3 Vergoeding management(taken) De aanvaardbare werkelijke kosten voor management(taken) zijn afhankelijk van het aantal fte tandartsen werkzaam bij de Instelling voor Bijzondere Tandheelkunde. Voor grotere instellingen (> 2,0 fte tandartsen) geldt als aanvaardbaar de werkelijke kosten tot maximaal 9.617, (10% van het niveau 2004 onder punt 3.2.1) per 1,0 fte tandarts. Voor de kleinere instellingen (1,0 < fte tandartsen < 2,0) geldt als aanvaardbaar de werkelijke kosten tot maximaal 4.809, per jaar (5% van het niveau 2004 onder punt 3.2.1) per 1,0 fte tandarts, met als voorwaarde dat er minimaal vier tandartsen (parttime) werkzaam moeten zijn om hiervoor in aanmerking te komen. De bedragen worden jaarlijks aangepast met de mutatie van het aanvaardbaar inkomen voor de vrijgevestigde tandarts algemeen practicus.

4 3.4 Formatie ondersteunend tandheelkundig team Aanvaardbaar zijn de werkelijke kosten voor salarissen van het ondersteunend tandheelkundig team en voor overige personeelskosten tot maximaal 86.288, per jaar (niveau 2004) per 1,0 fte tandarts. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast met de mutatie volgens het ova-percentage. 3.5 Bij- en nascholing tandarts en ondersteunend tandheelkundig team Aanvaardbaar zijn de werkelijke kosten voor bij- en nascholing tandartsen en ondersteunend tandheelkundig team tot maximaal 6.695, per jaar (niveau 2004) per 1,0 fte tandarts. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast met de prijsstijging particuliere consumptie volgens het Centraal Economisch Plan (CEP). 3.6 Klinisch psycholoog De klinisch psycholoog kan voor grotere Instellingen (> 2,0 fte tandartsen) als aparte kostenpost worden meegenomen. Aanvaardbaar zijn de werkelijke kosten tot maximaal 7.550, per jaar (niveau 2004) per 1,0 fte tandarts. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast met de mutatie volgens het OVA-percentage. 3.7 Verbruiksmaterialen Aanvaardbaar zijn de werkelijke kosten van verbruiksmaterialen tot maximaal 12.608, per jaar (niveau 2004) per 1,0 fte tandarts. Dit bedrag is exclusief implantaatkosten (zie punt 5.) Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast met de prijsstijging particuliere consumptie volgens het Centraal Economisch Plan (CEP). 3.8 Overige kosten Aanvaardbaar zijn de werkelijke kosten van de overige kosten tot maximaal 11.706, per jaar (niveau 2004) per 1,0 fte tandarts. Hieronder zitten onder meer posten zoals bankkosten, portokosten, telefoonkosten en automatisering. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast met de prijsstijging particuliere consumptie volgens het Centraal Economisch Plan (CEP). 3.9 Substitutie Indien in een jaar de werkelijke kosten van een kostencategorie (m.u.v. salaris tandarts) het maximum van de betreffende beleidsregel overschrijdt, kan dat worden gecompenseerd met een onderschrijding bij andere kostencategorieën, mits de zorgverzekeraars in het lokaaloverleg daarmee instemmen en het totaal van de werkelijke kosten van alle kostencategorieën tezamen blijft binnen het totaal van het beleidsregelmaximum. Deze substitutieregel betreft alleen de kostencategorieën met een beleidsregelmaximum. 3.10a De maximale aanvaardbare kosten 2004 van de onder punt 3.2.2.1, 3.4 en 3.6 genoemde kostenposten zijn ten opzichte van het maximaal aanvaardbare niveau 2003 aangepast, als gevolg van de uitvoering van de aanwijzing ex artikel 13 WTG van 17 juni 2004. De wijziging betreft een taakstelling in verband met de mogelijkheden om het ziekteverzuim terug te dringen van 0,14% per 1 juli 2004 over het loongevoelige deel van de aanvaardbare kosten. De taakstelling loopt de komende jaren op naar 0,21% per 1 januari 2006 en naar 0,28% per 1 januari 2007. 3.10b CTG/ZAio stelt bij het ontbreken van een verzoek tot goedkeuring of vaststelling van tarieven, ter uitvoering van dit beleidsregelonderdeel ambtshalve een gewijzigd tarief vast.

5 4. DE REKENNORM De rekennorm is minimaal 1.206 declarabele stoeluren per jaar per 1,0 fte tandarts voor kleinere instellingen (1,0 fte tandarts < 2,0) en is gebaseerd op 201 werkbare dagen per jaar en 6,0 declarabele stoeluren per werkdag. De rekennorm is minimaal 1.106 declarabele stoeluren per jaar per 1,0 fte tandarts voor grotere instellingen ( 2,0 fte tandarts) en is gebaseerd op 201 werkbare dagen per jaar en 5,5 declarabele stoeluren per werkdag. 5. TARIEFBEREKENING EN TARIEFPROCEDURE Het vaste uurtarief wordt berekend door de aanvaardbare kosten te delen door de rekennorm. In het vaste uurtarief zijn niet begrepen: a. kosten voor tandtechniek; b. kosten voor extra-orale voorzieningen; c. implantaatkosten; d. kosten voor OPG en RSP; e. kosten voor intraveneuze sedatie (en narcose). Ad a. tot en met e. De kosten voor tandtechniek (voorzover uitbesteed aan een tandtechnisch laboratorium), voor extraorale voorzieningen en voor implantaatkosten kunnen separaat worden doorberekend tegen de werkelijke kosten. Onder implantaatkosten wordt verstaan de kostprijs implantaat, dat wil zeggen alle materialen die voor de implantatie tijdelijk dan wel blijvend in de mond wordt geplaatst, plus de overheadkosten per implantaat (Code I25 voor tandartsen algemeen practici). De kosten voor tandtechniek in eigen beheer kunnen worden doorberekend, maar mogen in ieder geval niet hoger zijn dan de lijst met maximumtarieven voor tandtechniek in eigen beheer, vastgesteld door CTG/ZAio. Voor OPG en RSP kunnen de werkelijke kosten separaat worden doorberekend; indien niet uitbesteed, maar in eigen beheer gemaakt, kunnen respectievelijk maximaal de bedragen, vermeld achter code X21 tot en met X25 conform de vigerende tariefbeschikking voor tandartsen worden gedeclareerd. De kosten voor intraveneuze sedatie kunnen tegen de werkelijke kosten worden gedeclareerd. De kosten voor narcose kunnen tegen de werkelijke kosten worden gedeclareerd, voorzover deze niet voor rekening komen van het ziekenhuis of de anesthesist. CTG/ZAio zal de structurele vaste uurtarieven jaarlijks per 1 januari voor het jaar (t+1) actualiseren voor de loon- en prijsstijgingen volgens de betreffende indexen. Instellingen dienen hiertoe vóór 1 november van het jaar (t) een ondertekend verzoek bij het CTG/ZAio te hebben ingediend. De trendmatige jaarlijkse ophoging van de tarieven wordt bovendien alleen toegepast indien de instellingen minimaal een verzoek tot definitieve verrekening van het jaar (t-2) en voorafgaande jaren hebben ingediend.

6 6. CRITERIA VOOR INSTELLINGEN VOOR BIJZONDERE TANDHEELKUNDE ZOALS VERMELD IN PARAGRAAF 2.1 VAN DEZE BELEIDSREGEL Een instelling voor Bijzondere Tandheelkunde kenmerkt zich door een samenwerkingsverband van tandartsen met specifieke deskundigheden, vaardigheden en faciliteiten respectievelijk ondersteuning, dat consultatie, diagnostiek en behandeling verleent aan patiënten met bijzondere tandheelkundige problematiek. De te behandelen patiënten kennen een zodanige problematiek dat de hulp redelijkerwijs niet (volledig) kan worden geboden in de huispraktijk. De aard van de specifieke problematiek vereist veelal een multidisciplinaire aanpak en kan zijn gelegen in de tandheelkundigtechnische moeilijkheidsgraad en/of in problemen van lichamelijke en/of verstandelijke aard van de te behandelen patiënt. Een instelling voor Bijzondere Tandheelkunde moet voldoen aan de vereisten zoals hierboven is weergegeven. Deze vereisten kunnen als volgt worden geconcretiseerd: De instelling moet zodanig zijn gepositioneerd in het aanbod van zorgvoorzieningen dat zij beschikt over de mogelijkheden tot multidisciplinaire consultatie, diagnostiek en behandeling; De instelling moet voor ten minste alle patiënten, vallende onder artikel 8 lid 1 en/of artikel 8 lid 2/3 van de "Regeling tandheelkundige hulp ziekenfondsverzekering" (Staatscourant 1994, 208), toegankelijk zijn; De instelling moet een minimale omvang hebben van 1,0 fte tandarts; De continuïteit moet gewaarborgd zijn, hetgeen betekent dat op elke werkdag zorgverlening beschikbaar moet zijn; Spoedgevallen moeten op elk moment opgevangen kunnen worden via een regeling voor spoedeisende klachten; De instelling vervult haar taken via toetsbare protocollen; de output beantwoordt aan nader te formuleren kwaliteitseisen; De instelling heeft in principe een loondienstrelatie met de medewerkers drs. H.S.A. Scholman cscr/ 14 december 2004 \\cygnus\afd\seck5\word\beleidsregels\v-3600-1.0.-7.doc