WEDSTRIJD REGLEMENT van BC SPIJKENISSE Inclusief Reglement Slemkampioenschap (Dirk Wuister trofee) Vastgesteld in de algemene ledenvergadering van 23 oktober 2006. Laatstelijk gewijzigd 26 januari 2015 Geredigeerd 7 november 2009
Inhoudsopgave Indien u dit document in Word heeft geopend is onderstaande van toepassing. Klik op het onderwerp dat u wilt raadplegen en de focus wordt daar direct naar verplaatst. Om terug te keren klikt u linksboven op de blauwe naar links wijzende pijl. Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 5 Artikel 1 Definities... 5 Artikel 2 Algemeen... 5 Artikel 3 Clubseizoen... 5 Hoofdstuk 2 ORGANISATIE van WEDSTRIJDEN... 6 A. Algemene Bepalingen.... 6 Artikel 4 Reglementen... 6 Artikel 5 Organisatie... 6 Artikel 6 Aanvang zitting clubavond/-middag... 6 Artikel 7 Afspraken over bieden en tegenspelen... 6 Artikel 8 Biddingboxes... 7 Artikel 9 Alerteren... 7 Artikel 10 Stopregel... 7 Artikel 11 Onregelmatigheden... 7 Artikel 12 Lenen van boards... 7 Artikel 13 Score invoer... 7 Artikel 14 Afmelden... 8 B. Parencompetitie... 8 Artikel 15 Duur... 8 Artikel 16 Indeling... 8 Artikel 17 Ronde- en wisseltijd... 8 Artikel 18 Aanvang en einde van de ronde... 9 Artikel 19 Invallen... 9 Artikel 20 Keuze invaller... 9 Artikel 21 Invallen in andere groep... 10 Artikel 22 Rusttafels... 10 Artikel 23 Verzuim... 10 2
C. Butler-competitie... 10 Artikel 24 Butler-telling... 10 D. Promotie - Degradatie... 10 Artikel 25 Promotie - degradatie... 10 Artikel 26 Recht op promotie en degradatie... 10 Artikel 27 Afzien van promotie... 11 E. Topintegraalcompetitie... 11 Artikel 28 Indeling... 11 Artikel 29 Toepassing regels... 11 F. Laddercompetitie... 12 Artikel 30 Indeling... 12 Artikel 31 Toepassing regels... 12 Artikel 32 Score toekenning... 12 Artikel 33 Puntentoekenning bij afwezigheid en combiparen... 13 G. Scoreberekening... 13 Artikel 34 Wijze van berekening... 13 H. Correcties en compensaties op scores... 14 Artikel 35 Correcties... 14 Artikel 36 Compensatie... 15 I. Speelschema... 16 Artikel 37 Schema... 16 Hoofdstuk 3 CLUBKAMPIOENSCHAP... 16 Artikel 38 Algemene bepalingen... 16 Artikel 39 Toekenning plaatsingscijfers... 16 Artikel 40 Vaststelling kampioen... 17 Hoofdstuk 4 VIERTALLENCOMPETITIE... 18 Artikel 41 Algemeen... 18 Artikel 42 Indeling... 18 Artikel 43 Verzuim... 18 Artikel 44 Correcties op scores... 18 Hoofdstuk 5 STRAFBEPALINGEN... 19 Artikel 45 Te laat komen... 19 Artikel 46 Speeltempo... 19 Artikel 47 Verzuim tot arbitrage... 19 Hoofdstuk 6 PROTESTEN... 20 Artikel 48 Algemeen... 20 3
Artikel 49 Belangenverstrengeling... 20 Artikel 52 Overige protesten... 21 SLOTBEPALING... 21 AANHANGSELS... 22 Aanhangsel 1 Gebruik biddingbox... 22 Aanhangsel 2 Alerteren... 23 Alerteerregeling Nederlandse Bridge Bond per september 2009... 23 Wat is alerteren?... 23 Wie moet alerteren en hoe moet er gealerteerd worden?... 23 Waarom moet u alerteren?... 23 Welke biedingen moet u alerteren?... 24 Biedafspraken en gewoonten die niet worden gealerteerd... 24 Eigen verantwoordelijkheid van spelers... 24 Mogelijke gevolgen indien ten onrechte wel of niet is gealerteerd... 24 Verbieden van alerteren door de tegenpartij... 25 Belangrijke voorbeelden... 25 Aanhangsel 3 Regeling Bruine Stickerconventies en Hoogst Ongebruikelijke Methoden... 26 Begripsomschrijvingen... 26 Definitie van Bruine Stickerconventies en -gewoonten... 26 Definitie van Hoogst Ongebruikelijke Methoden... 27 Toelichtingen... 27 Sluiersignalen... 28 Volledige uitleg... 28 Aanhangsel 5 Berekening plaatsingscijfer clubkampioenschap... 30 Aanhangsel 6 Reglement slemkampioenschap... 31 Aanhangsel 7 Artikel 22 HR District Delft... 33 Uittreksel HR van het District Delft van de NBB... 33 Reglement Procedure protesten in te dienen bij Protestcommissie District Delft van de NBB... 34 4
Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities AWR Dit Aanvullend WedstrijdReglement. Competitie Een wedstrijdreeks waarover een eindstand wordt opgemaakt. NBB Nederlandse Bridge Bond. Paar Combinatie van 2, eventueel 3 leden welke gedurende één of meer competities een partnerschap vormen. (Indien het paar uit 3 leden bestaat kan het bestuur daar voorwaarden aan verbinden) Ronde Een deel van een zitting waarin de deelnemers niet van plaats verwisselen. Spr De Spelregels voor Wedstrijdbridge uitgebracht door de WBF. TC De Technische Commissie. WBF World Bridge Federation. Wedstrijd Een ontmoeting van één of meer zittingen. WEKO De wedstrijdcommissie van de NBB. WL De wedstrijdleider die verantwoordelijk is voor de organisatie, arbitrage en gang van zaken op de clubavond. WR-NBB Het Wedstrijd- Competitie- en Bekerreglement van de Nederlandse Bridge Bond. Viertal Combinatie van 2 of meer paren welke gedurende de viertallencompetitie één team vormen. Zitting Een speelperiode bestaande uit één of meer ronden waarover een ranglijst wordt opgemaakt. Artikel 2 Algemeen Dit reglement heeft betrekking op de organisatie en de uitvoering van de clubcompetities en -wedstrijden. Artikel 3 Clubseizoen Het seizoen vangt aan op 1 september van enig jaar en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar. 1. De interne clubcompetities vangen aan op of omstreeks 1 september van enig jaar en eindigen op of omstreeks 31 mei van het daaropvolgende jaar. 2. De interne clubcompetities worden gespeeld op één middag en twee avonden, te weten op maandagavond en op dinsdagmiddag en -avond. 3. Tijdens het clubseizoen worden er tevens open drives georganiseerd, waaronder in ieder geval de Spijkdrive. 5
4. Het seizoen sluit af met een open zomeravondcompetitie, die op of omstreeks 1 juni begint en een instuif in de laatste week van augustus, voorafgaand aan het nieuwe competitieseizoen. Hoofdstuk 2 ORGANISATIE van WEDSTRIJDEN A. Algemene Bepalingen. Artikel 4 Reglementen Alle wedstrijden van de B.C. Spijkenisse worden gespeeld volgens: 1. De Spelregels voor Wedstrijdbridge uitgebracht door de WBF. 2. Het Wedstrijd- Competitie- en Bekerreglement van de NBB. 3. Dit Aanvullend Wedstrijdreglement. Artikel 5 Organisatie 1. Voor de goede organisatie alsmede het toezien op naleving van regels is door het bestuur een Technische Commissie (TC) benoemd (artikel 17.4 Statuten en artikel 3 Commissie Reglement). 2. De TC is verantwoordelijk voor de goede organisatie van de wedstrijden zoals genoemd in artikel 2. Artikel 6 Aanvang zitting clubavond/-middag Tenzij het bestuur anders heeft bepaald en tevoren heeft bekendgemaakt, dienen de leden op een zodanig tijdstip aanwezig te zijn dat de zitting op de clubavonden om 19.30 uur kan aanvangen en op de clubmiddag om 13.00 uur. Artikel 7 Afspraken over bieden en tegenspelen 1. Het gebruik van een volledig ingevulde systeemkaart is in iedere groep verplicht. 2. Deze systeemkaart dient onmiddellijk na aanvang van de ronde aan ieder der tegenstanders te worden overhandigd. 3. Tijdens het bieden en spelen is het inzien van de eigen systeemkaart niet geoorloofd. Alleen de vermoedelijke leider en blinde mogen na afloop van de bieding en voordat is uitgekomen hun systeemkaart raadplegen om een eventuele verkeerde uitleg te kunnen corrigeren. 4. Ieder paar is verplicht zijn afspraken desgevraagd mondeling toe te lichten. 5. Bruine Stickerconventies en Hoogst Ongebruikelijke Methoden (zie aanhangsel 3) zijn, onder de door de NBB gehanteerde voorwaarden, toegestaan in de daartoe door de TC aangewezen groepen. 6
Artikel 8 Biddingboxes Het correct gebruik maken van de biddingboxes is in alle groepen verplicht (zie aanhangsel 1). Artikel 9 Alerteren Het alerteren is in alle groepen verplicht; het bestuur kan voor bepaalde groepen (bijv. beginnersgroepen) ontheffing verlenen van deze regel ( zie aanhangsel 2). Artikel 10 Stopregel 1. Het gebruik van de stopregel is in alle groepen verplicht. Het bestuur kan voor bepaalde groepen (bijv. beginnersgroepen) ontheffing verlenen. 2. Elke bieding binnen de verplichte denktijd (10 seconden) kan worden aangemerkt als het geven van een ongeoorloofde inlichting (artikel 16 Spr.; zie ook aanhangsel 1.). Artikel 11 Onregelmatigheden Indien er zich aan een tafel een onregelmatigheid voordoet (bijv. verzaken - bieden voor de beurt - onvoldoende bod - uitkomen of naspelen uit de verkeerde hand) moet het bieden of spelen onmiddellijk worden gestopt; waarna de WL aan tafel moet worden ontboden. Artikel 12 Lenen van boards 1. Indien er boards moeten worden uitgewisseld is het Noord/Zuid-paar van de betreffende tafel verantwoordelijk voor het halen en terugbrengen van de boards, tenzij het Oost/West-paar aan die tafel blijft zitten; dan is dit paar verantwoordelijk. 2. Aan de leentafel zijn beide paren verantwoordelijk voor het spelen van de juiste spellen. Artikel 13 Score invoer 1. De Noord-speler aan iedere tafel is verantwoordelijk voor het invoeren van alle gegevens in de Bridgemate. Hij laat de ingevoerde gegevens controleren door de Oost-speler. 2. De West-speler aan iedere tafel is verantwoordelijk voor het juist invullen van de eventuele reizende scorekaarten. Hij laat deze controleren door de Zuidspeler. 7
Artikel 14 Afmelden 1. Een paar dat verhinderd is aan een zitting van een competitie deel te nemen dient dit te melden door het invullen van de absentielijsten (welke tijdens de clubavond/-middag zijn opgehangen) dan wel telefonisch op de speeldag zelf, in principe tussen 15.00 en 17.30 uur voor de avonden en voor 11.00 uur voor de middag of via de afmeldmogelijkheden op de website (voor de hiervoor genoemde tijden). 2. Indien niet, dan wel niet tijdig is afgemeld, ontvangt het betrokken paar voor die zitting een score van 25%; behoudens overmacht ter beoordeling door de TC op voordracht van de WL. In geval van een zitting met Butler-telling geldt een score van 75 IMP s. Bij herhaling volgt degradatie. B. Parencompetitie Artikel 15 Duur De parencompetitie wordt gespeeld in een aantal zittingen, verdeeld over ten minste 5 avonden en ten minste 20 spellen per zitting. Artikel 16 Indeling 1. Er wordt naar gestreefd iedere groep uit ten minste 14 paren te laten bestaan. 2. De indeling van de groepen geschiedt door de TC, waarbij rekening wordt gehouden met de resultaten van de vorige parencompetitie. 3. Paren, die tussentijds lid worden, worden in principe in de laagste lijn ingedeeld, doch kunnen, zulks ter beoordeling van de TC, op grond van bekende sterkte, dan wel behaald aantal meesterpunten, dan wel de NBB ranking, in een hogere lijn worden ingedeeld. 4. Indien spelers uit verschillende groepen een nieuw paar vormen, beslist de TC over de indeling van dit paar. Het paar zal ten minste in die groep worden ingedeeld, waarin de laagst geplaatste speler van het nieuw gevormde paar heeft gespeeld. Artikel 17 Ronde- en wisseltijd 1. De speeltijd per ronde bedraagt maximaal 35 minuten inclusief wisseltijd, wat neer komt op een gemiddelde van 7½ minuut per spel bij 4 1 spellen per ronde (zie lid 2). 1 Bij een afwijkend aantal spellen wordt door de WL voor aanvang van de wedstrijd de juiste rondetijd, gebaseerd op de in art 17.1 genoemde speeltijd per spel, bekend gemaakt. 8
2. Tussen de rondes wordt, ter beoordeling van de WL, een periode van 2 tot 5 minuten als wisseltijd aangehouden. Artikel 18 Aanvang en einde van de ronde De ronde vangt aan bij het signaal gegeven door de WL, waarbij hij gebruik kan maken van een tijdklok. 1. Wanneer één der spelers zijn kaarten heeft ingezien, vangt voor die tafel de ronde aan. 2. Op het moment dat het waarschuwingssignaal aanvang laatste spel klinkt en er moet nog aan een nieuw spel begonnen worden, dient de WL onverwijld te worden geroepen. Deze zal dan beslissen of het betreffende spel alsnog gespeeld mag worden ofwel dat dit spel nagespeeld dient te worden. 3. De ronde eindigt wanneer de WL het sein voor wisselen geeft. Artikel 19 Invallen 1. Indien van een paar één speler is verhinderd, mag de partner met een invaller spelen. Voor het afmelden en het melden van het spelen met een invaller is artikel 14 van dit AWR van toepassing. Voor het invallen is toestemming van de WL vereist. 2. De invaller mag geen kennelijke versterking van het paar betekenen; dit ter beoordeling van de WL. Er wordt van uitgegaan dat de invaller van gelijkwaardige sterkte is. 3. In het geval de WL om wedstrijdtechnische redenen, of in geval van overmacht, toch een invaller laat spelen, die een kennelijke versterking voor het paar betekent, kan een correctie op de score worden toegepast door de WL, in overleg met de TC. 4. Een paar mag zich door een ander paar laten vervangen. Hiervoor gelden dezelfde regels als bij het vervangen van één der spelers. Artikel 20 Keuze invaller 1. Bij het kiezen van een invaller gaan, in principe, de eigen leden, die ook geen partner hebben, voor. 2. Er mag met een invaller uit een andere groep gespeeld worden. Het aldus gevormde gelegenheidspaar krijgt een compensatie op de score volgens artikel 36 van dit AWR. Het verschil in groepen mag niet meer dan twee zijn. 3. Indien het gelegenheidspaar op elkaar is ingespeeld, wordt de compensatieregeling niet of op een andere wijze toegepast. 9
Artikel 21 Invallen in andere groep Om wedstrijdtechnische redenen kan een paar verplicht worden in te vallen in een andere groep. De compensatieregeling van artikel 36 wordt in dat geval toegepast. Artikel 22 Rusttafels Bij rusttafels in twee groepen spelen de rustparen aparte spellen tegen elkaar, waarbij de spelers uit dezelfde groep in dezelfde windrichting spelen. Artikel 23 Verzuim Mits het verzoek daartoe voor aanvang van de betreffende competitie bij de WL is gedaan, mag een paar die competitie verzuimen zonder daarbij het recht op een plaats in zijn groep te verliezen. Het paar mag als (invallend) paar/speler spelen, mits minder dan 3 zittingen bij een competitieronde van 6 zittingen of 2 zittingen bij een competitieronde van 5 zittingen. C. Butler-competitie Artikel 24 Butler-telling Indien een competitie wordt gespeeld volgens de Butler-telling, gelden de regels voor de parencompetitie. D. Promotie - Degradatie Artikel 25 Promotie - degradatie 1. Het aantal paren dat promoveert of degradeert is gelijk aan 1/5 van het totale aantal in de rangschikking opgenomen paren van de groep, (afgerond naar boven). 2. De TC is gerechtigd, bij herziening van de groepsgrootte of bij tussentijdse inschaling (volgens artikel 16), extra promotie of extra degradatie toe te passen. Dit zal zo mogelijk voor aanvang van de competitie, doch uiterlijk op de derde avond van de lopende competitie worden bekend gemaakt. Artikel 26 Recht op promotie en degradatie 1. Spelers zonder vaste partner komen niet in aanmerking voor promotie dan wel degradatie. 2. Een paar komt in aanmerking voor promotie indien het meer dan 50% van het aantal speelavonden/-middagen als een vast paar heeft gespeeld. 3. In geval van overmacht kan de TC in overleg met het bestuur, beslissen een paar niet te laten degraderen. 10
4. Mochten er twee of meer paren gelijk eindigen, dan promoveert of ontkomt aan degradatie het paar met het hoogste resultaat van een zitting; mocht ook hier geen verschil optreden dan wordt de doorslag gegeven door het hoogste slechtste resultaat van een zitting; in geval dit eveneens geen uitsluitsel geeft dan beslist het lot. 5. Indien een paar, op grond van het gestelde in punt 2 van dit artikel, promotie geweigerd wordt, kan door het eerstvolgende niet gepromoveerde paar een beroep gedaan worden op het bepaalde in artikel 27 punt 2. 6. Het bestuur is gerechtigd om redenen van billijkheid dispensatie te verlenen aan een paar dat op grond van het gestelde in punt 2 van dit artikel promotie wordt geweigerd. Dit dient met redenen te zijn omkleed. Artikel 27 Afzien van promotie 1. Een paar dat promoveert heeft één maal per seizoen het recht om de promotie te weigeren. 2. Slechts het eerstvolgende paar op de ranglijst van de betreffende groep, dat niet voor promotie in aanmerking komt, verkrijgt dan het recht, mits voldaan aan het gestelde in artikel 26 punt 2, om te promoveren naar de hogere groep. E. Topintegraalcompetitie Artikel 28 Indeling 1. De indeling van de groepen geschiedt op een zodanige wijze dat de gemiddelde speelsterkte voor iedere groep ongeveer gelijk is. 2. Het speelschema zal dusdanig worden gekozen dat zoveel mogelijk verschillende tegenstanders zullen worden ontmoet. 3. Deze competitie wordt gespeeld over ten minste 5 1 zittingen van ten minste 6 ronden en ten minste 3 spellen per ronde. Artikel 29 Toepassing regels In de topintegraalcompetitie zijn de algemene artikelen van hoofdstuk 2 van dit AWR, alsmede de artikelen van de parencompetitie van toepassing, met uitzondering van de artikelen 16, 21, 22, 23, 25, 26 en 27. 1 Voor zover het wedstrijdprogramma dit toelaat 11
F. Laddercompetitie Artikel 30 Indeling 1. De basisgrootte van een groep tijdens een laddercompetitie is 12. Een eventueel aanwezige restgroep wordt aan de laatste groep van 12 paren toegevoegd, indien deze restgroep 7 of minder paren bevat. 2. Voor de eerste zitting geschiedt de indeling van de groepen op een zodanige wijze dat de gemiddelde speelsterkte voor iedere groep ongeveer gelijk is. De scoreberekening vindt per groep plaats. 3. Voor de volgende zittingen geschiedt de indeling aan de hand van de competitiestand. Hierbij worden de eerste 12 aanwezige paren van de ranglijst in de A-groep geplaatst; de daarop volgende 12 aanwezige paren in de B- groep; etc tot alle paren in groepen zijn ingedeeld. a Paren, die in de loop van de competitie voor het eerst meedoen, worden op grond van hun bekende sterkte ingedeeld. 1 4. Deze competitie wordt gespeeld over ten minste 5 2 zittingen van ten minste 6 ronden en ten minste 3 spellen per ronde. 5. Alle groepen dienen spellen met de zelfde handverdelingen te spelen dus men dient zonodig te dupliceren. Artikel 31 Toepassing regels In de laddercompetitie zijn de algemene artikelen van hoofdstuk 2 van dit AWR, alsmede de artikelen van de parencompetitie van toepassing, met uitzondering van de artikelen 16, 21, 22, 23, 25, 26 en 27. Artikel 32 Score toekenning 1. Na de eerste zitting worden punten op een dusdanige wijze lineair toegekend dat nummer 12 in iedere groep ongeveer net zoveel punten krijgt toegekend als het 12 de paar in de laagste groep krijgt volgens punt 2 van dit artikel. 3 a Indien 1 groep meer dan 12 paren bevat, krijgen die paren de volgens dit artikel sub 1 toegekende punten voor paar 12 verhoogd met 1 en zo verder voor ieder paar. Dus niet met een stap van 1,5 of meer. 1 Zij worden dus niet automatisch aan de laatste groep toegevoegd. 2 Zie voetnoot nummer 1 van artikel 28. 3 Dit betekent bij 2 groepen van 1 tot 17,5 met stappen van 1,5; bij 3 groepen van 1 tot 23 met stappen van 2 en bij 4 groepen van 1 tot 28,5 met stappen van 2,5. Dit geldt voor groepen van 12 paren. 12
b Indien in 2 groepen wordt gespeeld mogen de restparen (maximaal 8) gelijkmatig over beide groepen worden verdeeld. Voor deze paren wordt doorgeteld zoals in de voetnoot is omschreven voor 2 groepen. 2. Na de volgende zittingen worden in de A-lijn de punten 1-12 toegekend aan respectievelijk de nummers 1 12. In de B-lijn worden op gelijke wijze 7-18 punten toegekend. In de C-lijn wordt begonnen bij 13; in de D-lijn bij 19 en in de E-lijn bij 25 etc. 3. Indien de laatste lijn uit meer dan 12 paren bestaat, wordt doorgeteld tot het laatste paar in de rangschikking. 4. Bij gelijk eindigen worden deze punten gesommeerd en gedeeld door het aantal gelijkgeëindigden. 5. De aldus per zitting behaalde punten worden gesommeerd voor de vaststelling van de competitiestand. Het paar met het minste aantal punten wint de competitie. Artikel 33 Puntentoekenning bij afwezigheid en combiparen 1. Voor de eerste afwezigheid krijgt men een score toegekend gelijk aan het eigen gemiddelde van alle gespeelde zittingen plus 1 met een minimum van 3. Voor een tweede afwezigheid krijgt men het eigen gemiddelde plus 3 met een minimum van 5. Voor een derde afwezigheid krijgt men het eigen gemiddelde plus 5 met een minimum van 7. 2. Bij een vierde afwezigheid wordt het paar uit de uitslag verwijderd. 3. Bij afwezigheid als gevolg van activiteiten ten behoeve van de vereniging wordt een score toegekend gelijk aan het eigen gemiddelde min 1 met een maximum van het gemiddelde van de groep waarin men die zitting zou hebben gespeeld en een minimum van 3. 4. Als een combipaar wordt gevormd geldt een garantiescore van het eigen gemiddelde plus 2 voor ieder der spelers van het gevormde paar. 5. Het in dit artikel genoemde lid 1 is niet van toepassing indien artikel 14 lid 2 van toepassing is. De toegekende score bedraagt dan het maximaal toegekende aantal punten van de betreffende zitting plus 1. G. Scoreberekening Artikel 34 Wijze van berekening 1. De score per spel, alsmede de uitslag van een zitting, wordt in principe berekend aan de hand van de mogelijkheden welke het NBB-rekenprogramma biedt. 13
2. De tussenstand over een aantal zittingen, alsmede de eindstand van een competitie, waarbij rekening wordt gehouden met het bepaalde in de artikelen 35 en 36, wordt in principe berekend aan de hand van de mogelijkheden welke het NBB-rekenprogramma biedt. 3. Een voorlopige uitslag, waaraan geen rechten kunnen worden ontleend, wordt aan het einde van een zitting bekend gemaakt. 4. De definitieve uitslag - behoudens de uitslag waaromtrent een protest is ingediend - wordt op de eerst volgende clubavond gepubliceerd op het mededelingenbord (zie ook art 51). H. Correcties en compensaties op scores Artikel 35 Correcties 1. Indien een paar voor de eerste maal een zitting verzuimt - en niet wordt vervangen volgens de artikelen 19 tot en met 21 - wordt dat paar een score toegewezen van de door dat paar behaalde en nog te behalen scores (het z.g. eigen gemiddelde 1 ) minus 2; met een maximum van 55%. 2. Indien een paar voor de 2 e maal in dezelfde competitie verzuimt, wordt een score toegewezen van de door dat paar behaalde en nog te behalen scores minus 3; met een maximum van 50%. 3. Indien een paar voor de 3 de maal in dezelfde competitie verzuimt, wordt een score toegewezen van de door dat paar behaalde en nog te behalen scores minus 4; met een maximum van 45%. 4. Indien een paar de laatste zitting van een competitie verzuimt, wordt een score toegewezen van de door dat paar behaalde scores minus 8; met een maximum van 45%. - Indien voor aanvang van de betreffende competitieronde, of uiterlijk bij de 1 e zitting van die competitieronde is meegedeeld, dat men als paar de laatste zitting - uitsluitend en alleen voor vakantie - afwezig is, wordt de correctie zoals bedoeld in de punten 1, 2 of 4 toegepast. 1 Eigen gemiddelde: het gemiddelde van de resultaten behaald met de vaste partner of met zelf meegebrachte invallers, tenzij een resultaat is beperkt, omdat met een kennelijke versterking als invaller is gespeeld. Dit gemiddelde wordt na ieder daarvoor meetellend resultaat herberekend en kan van invloed zijn op reeds behaalde resultaten waarop een beperking rust. 14
5. Indien een paar meer dan 3 maal afwezig is en geen gebruik heeft gemaakt van de verzuimregeling uit artikel 23 wordt het uit de rangschikking verwijderd. Het paar wordt ongeacht de behaalde scores in de naast lagere lijn geplaatst. Deze plaatsing is geen extra-degradatie. 6. Voor de Butlertelling geldt eveneens het eigen gemiddelde 1 met een aftrek van respectievelijk 1 IMP, 2 IMP s, 3 IMP s en 8 IMP s; met een daarbij behorend maximum van respectievelijk +10, 0, en -10 IMP s voor de beide laatste opties. 7. Indien een paar wegens verplichtingen t.o.v. de vereniging op een speelavond/-middag niet aanwezig kan zijn, geldt dat het paar voor die zitting een score krijgt toegewezen die gelijk is aan het eigen gemiddelde 1 met een minimum van 52.50%, en bij een Butler met een minimum van +5 IMP s. 8. Brengt men bij verzuim van de partner zelf een invaller mee dan geldt de behaalde score. Artikel 19 lid 2 is echter eveneens van toepassing. 9. De in art.35 lid 1 tot en met art. 35 lid 6 genoemde reglementaire scores zijn niet van toepassing indien een reglementaire score volgens art.14.2 is toegekend. Artikel 36 Compensatie 1. Speelt men in de eigen groep met een invaller uit een lagere groep, dan ontvangen de paren in hun groep het behaalde resultaat van die zitting - met als garantiescore het eigen gemiddelde 1 minus 5 (zie ook artikel 20 lid 2). 2. Speelt men in de eigen groep met een invaller uit dezelfde groep dan ontvangen de paren in hun groep het behaalde resultaat van die zitting (zie ook artikel 20 lid 2) - met als garantiescore het eigen gemiddelde 1 minus 5%. 3. Speelt men in de eigen groep met een invaller uit een hogere groep, dan ontvangen de paren in hun oorspronkelijke groep het behaalde resultaat van die zitting met als maximum het eigen gemiddelde 1 plus 7,5 (zie ook artikel 20 lid 2) - met als garantiescore het eigen gemiddelde 1 minus 5. 4. Moet men om wedstrijdtechnische redenen als paar invallen in een hogere groep, (zie ook artikel 21) dan ontvangt men het resultaat van die zitting - met als garantiescore het eigen gemiddelde 1 minus 5. Moet men om wedstrijdtechnische redenen als paar invallen in een lagere groep, (zie ook artikel 21) dan ontvangt men het resultaat van die zitting met als maximum het eigen gemiddelde 1 plus 7,5. 5. Indien er, zulks ter beoordeling van de TC, sprake is van een invaller die als 1 Zie voetnoot vorige bladzijde. 15
een kennelijke versterking geldt, dan wordt het behaalde resultaat van die zitting gehandhaafd, echter met als maximum het eigen gemiddelde 1 plus 7,5. 6. In geval van meer dan 3 toegekende reglementaire scores voor afwezigheid en/of garantiescores, volgens artikel 35 en artikel 36 lid 1 tot en met lid 5 en lid 7 vindt verwijdering uit de rangschikking plaats. Betreft het alleen reglementaire scores voor afwezigheid dan is artikel 35 lid 5 van toepassing. 7. In geval van Butler telling in alle groepen is de garantiescore, zoals bedoeld in punt 1,3,4 en 5 van dit artikel, het eigen gemiddelde 7 minus 10 IMP s, dan wel het eigen gemiddelde 1 plus 15 IMP s. I. Speelschema Artikel 37 Schema 1. Gestreefd wordt de indeling schematisch te laten verlopen, zodat men zo gelijkmatig mogelijk tegen zoveel mogelijk verschillende tegenstanders zal spelen. 2. Voor aanvang van de 1 e ronde van de zitting op de clubavond maakt de WL het aantal deelnemende paren per groep bekend zodat ieder op de hoogte is van het te volgen schema. Hij deelt eveneens mee hoe eventuele rusttafels worden opgelost. Hoofdstuk 3 CLUBKAMPIOENSCHAP Artikel 38 Algemene bepalingen 1. Aan het eind van het seizoen wordt per speelmiddag dan wel. -avond een clubkampioen bepaald. 2. Voor het berekenen van het kampioenschap gelden de uitslagen van alle gespeelde parencompetities, inclusief de eventueel gespeelde topintegraal- of laddercompetitie. Artikel 39 Toekenning plaatsingscijfers 1 Na elke parencompetitie worden plaatsingscijfers toegekend. 2 Het eerst eindigende paar in de A-lijn krijgt 1 punt, het volgende paar 2 punten enz. 3 Het eerst eindigende paar in de B-lijn, krijgt 60% (naar beneden afgerond) 1 Zie voetnoot bladzijde 14. 16
van het hoogst toegekende aantal punten in de A-lijn. 4 Deze wijze van toekenning van plaatsingspunten gaat op vergelijkbare wijze door voor alle groepen tot de laatst eindigende van de laagste groep (zie Aanhangsel 5). 5 Indien een paar niet heeft voldaan aan artikel 40 lid 1 van dit artikel wordt het voor toekenning van de plaatsingscijfers uit de rangschikking verwijderd. 6 Toekenning van plaatsingscijfers voor het resultaat van een topintegraal- of laddercompetitie geschiedt overeenkomstig lid 4 van dit artikel. Artikel 40 Vaststelling kampioen 1 Een resultaat is geldig voor het clubkampioenschap indien een paar minimaal 50% van het aantal zittingen van een competitie, met een minimum van drie, als een vast paar heeft gespeeld. 2 De eindstand wordt opgemaakt door sommering van het aantal behaalde plaatsingspunten per parencompetitie en topintegraal- of laddercompetitie. 3 Het paar dat het minste aantal plaatsingspunten heeft behaald is clubkampioen. Indien dit paar uit 3 personen bestaat dient ieder van de spelers ten minste aan 2 zittingen per competitie te hebben deelgenomen om als geheel als clubkampioen te worden aangemerkt. 4 Bij gelijk eindigen wordt dat paar clubkampioen dat het grootste aantal laagste plaatsingspunten heeft behaald. Geeft dit geen beslissing dan geldt de gemiddelde procentuele score over alle meetellende competities. 5 Wanneer men tijdens het seizoen met een ander gaat spelen, of als men niet aan lid 1 van dit artikel heeft voldaan, komt men niet meer in aanmerking voor het clubkampioenschap. Indien dit slechts één competitie betreft is lid 6 of 7 van dit artikel van toepassing. 6 Indien een paar voor één van de parencompetities geen geldig resultaat heeft, krijgt men een score toegekend gelijk aan het gemiddelde van de overige parencompetitieresultaten, maar niet minder dan 3 punten. 7 Indien men geen geldig resultaat heeft voor een topintegraal- of laddercompetitie, krijgt men een score toegekend vergelijkbaar met het resultaat van paren, die ongeveer hetzelfde aantal punten hebben behaald voor de parencompetities, maar niet minder dan 5 punten. 17
Hoofdstuk 4 VIERTALLENCOMPETITIE Artikel 41 Algemeen 1 Alle paren worden geacht deel te nemen aan de interne viertallen competitie, tenzij men deelneemt aan de districtsviertallen competitie. 2 De interne viertallencompetitie wordt, in principe, gelijktijdig gespeeld met de districtsviertallencompetitie. Artikel 42 Indeling 1. De deelnemende viertallen worden naar sterkte ingedeeld in een aantal groepen van circa 10 viertallen, waarbij rekening gehouden wordt met de resultaten behaald tijdens de viertallencompetitie in het vorige seizoen. 2. De competitie wordt zo mogelijk gespeeld volgens het Zwitserse systeem. Artikel 43 Verzuim In geval van verzuim dient men zelf voor invallers te zorgen. De artikelen 19 tot en met 21 van dit AWR blijven onverkort van toepassing. Artikel 44 Correcties op scores 1. Bij het spelen met een invaller kunnen, ter beoordeling van de TC op voordracht van de WL, artikel 19 en 20 van dit AWR toegepast worden. 2. Is men afwezig en heeft men niet voor invallers kunnen zorgen, dan gelden de volgende reglementaire scores: a. De eerste keer dat men afwezig is krijgt men voor die zitting het eigen gemiddelde met een maximum van 10 WP s; b. Bij de 2 e keer afwezigheid krijgt men voor die zitting het eigen gemiddelde minus 3 WP s met een maximum van 7 WP s; c. Is men alleen de laatste zitting afwezig dan krijgt men voor die zitting het eigen gemiddelde minus 5 WP s met een maximum van 5 WP s. 18
Hoofdstuk 5 STRAFBEPALINGEN Artikel 45 Te laat komen 1. Onder te laat komen van een paar wordt verstaan: het niet in de zaal aanwezig zijn van één of beide spelers bij het begin van de zitting of na de hervatting van een wedstrijd of zitting. 2. Komt een paar niet-storend te laat dan kan met een waarschuwing worden volstaan. 3. Te laat komen mag in uitzonderlijke gevallen met toestemming van de WL. 4. Te laat komen wordt niet bestraft in geval van overmacht, dit ter beoordeling van de TC op voordracht van de WL. 5. De straf voor te laat komen is een vermindering van de score met 25% van de top van een spel, of 3 IMP s. Artikel 46 Speeltempo 1. De WL is in het algemeen gebonden aan het voorgeschreven tempo, zoals aangegeven in artikel 18 van dit AWR. 2. De WL is bevoegd aan één of meer tafels extra tijd toe te staan voor de eerste ronde van een zitting, of als speciale omstandigheden daartoe aanleiding geven. 3. De 1 e keer dat men een ronde niet op tijd heeft beëindigd, wordt een waarschuwing gegeven. Voor elke volgende keer in dezelfde zitting wordt als straf het aantal behaalde punten verminderd met 25% van de top van een spel of 3 IMP s. 4. De waarschuwing geldt voor beide paren aan tafel. De WL is echter gerechtigd deze straffen voor één van beide paren kwijt te schelden als aannemelijk is dat de schuld van de vertraging geheel of hoofdzakelijk bij het andere paar ligt. 5. Spelers die menen dat hun tegenstanders te langzaam spelen dienen de WL te waarschuwen. Artikel 47 Verzuim tot arbitrage Indien de WL op enig moment constateert dat beide paren, dan wel één der paren verzuimd hebben om bij een onregelmatigheid, cq. onregelmatigheden overeenkomstig artikel 12 van dit AWR arbitrage te vragen, kan hij een straf toekennen van 25% van de top van een spel of 3 IMP s. 19
Hoofdstuk 6 PROTESTEN Artikel 48 Algemeen Bij het indienen van een protest volgens artikel 49 of artikel 50 is men 5,00 verschuldigd. Indien het protest niet wordt toegewezen, wordt tevens bepaald of het bedrag geheel, gedeeltelijk of in het geheel niet zal worden terugbetaald. Artikel 49 Belangenverstrengeling 1 Bij de behandeling van protesten mogen personen, die persoonlijk betrokken zijn bij een protest en deel uitmaken van één der behandelende instanties, niet deelnemen aan de behandeling. 2 Zij mogen op verzoek een toelichting geven op een eventueel door hen genomen beslissing of hun zienswijze. Artikel 50 Overtreding met expliciete rechtzetting 1 1 Een beroep tegen de beslissing van de arbiter dient na afloop van de zitting te worden ingediend bij de betreffende arbiter, die het protest, eventueel in overleg met de hoofdarbiter/wedstrijdleider, direct behandeld. 2 Ingeval van niet-juiste toepassing van het/de betreffende artikel(en) van de Spr. dient een vervangende score in overeenstemming met artikel 82 sub C van de Spr. te worden toegekend. Artikel 51 Overtreding zonder expliciete rechtzetting 2 1 Een beroep tegen de beslissing van de arbiter/wl moet binnen 2x 24 uur schriftelijk 3 worden ingediend bij de WL, die het protest zo spoedig mogelijk, aangevuld met zijn commentaar, doorzendt naar het bestuur. 2 Het protest dient ten minste te bevatten: nummer van het spel; de namen van de spelers; volledige handverdeling; bied- en spelverloop, ten minste tot aan het moment van arbitrage; het resultaat op het spel; de reden van het protest. 3 Het protest moet zijn ondertekend door beide spelers of in geval van een team door ten minste 3 teamleden, waaronder de captain. 1 Overtredingen met expliciete rechtzettingen zijn bijvoorbeeld: bieden voor de beurt; onvoldoende bod; uitkomst voor de beurt; uitkomst uit de verkeerde hand; verzaking. 2 Overtredingen zonder expliciete rechtzetting zijn overtredingen, waarbij een arbitrale score moet worden toegekend, bijvoorbeeld: gebruik maken van ongeoorloofde informatie; het geven van onjuiste uitleg; het niet alerteren; verzakingen, waarbij de normale rechtzetting niet voldoende schadeloos stelt. 3 Het standaard protestformulier is aanwezig op de clubcomputer. 20
4 Het bestuur zal het protest door de TC laten behandelen. 5 De uitspraken zullen door het bestuur schriftelijk ter kennis van de partijen worden gebracht. 6 Tegen de uitspraak op een protest kan men in beroep gaan bij de Protestcommissie van het district Delft.(zie Aanhangsel 7). Artikel 52 Overige protesten 1 Protesten tegen andere dan arbitrale beslissingen van de WL dienen binnen 8 dagen schriftelijk of per email bij de WL en in afschrift aan de secretaris van de vereniging te worden ingediend. 2 Na ontvangst van het commentaar van de WL op het ingediende protest neemt het bestuur binnen 14 dagen een beslissing, welke binnen 7 dagen na datum van het besluit, schriftelijk of per email ter kennis wordt gebracht aan alle betrokkenen. SLOTBEPALING In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur, in overleg met de TC, met in achtneming van de inhoud en de geest van: a. De spelregels voor Wedstrijdbridge uitgebracht door de WBF; b. Het Wedstrijd- Competitie- en Bekerreglement van de NBB; c. Dit Aanvullend Wedstrijdreglement. Aldus vastgesteld in de Algemene Leden Vergadering van de BC Spijkenisse de dato 23 oktober 2006. Wijzigingen per 20-10-2008, 12-10-2010, 03-10-2011, 29-10-2012 en 21-10-2013. 21
AANHANGSELS Aanhangsel 1 Gebruik biddingbox Voor het gebruik van biddingboxes gelden de volgende regels: 1. De speler legt de stapel biedkaarten voor zich op tafel, de tekst gericht naar het midden van de tafel. De biedkaarten worden van links naar rechts in een rij geplaatst zodat de biedkaarten elkaar gedeeltelijk overlappen, maar wel alle biedingen zichtbaar zijn. Bij gebruik van een biddingbox voor linkshandigen van rechts naar links. 2. Nadat het bieden is gesloten en de spelers voldoende tijd hebben gehad het biedverloop te bestuderen en eventuele vragen te stellen, worden de biedkaarten in de biddingbox teruggeplaatst. Het bestuur, gehoord de TC, kan beslissen dat in bepaalde groepen de kaart of de kaarten die aangeven welk contract wordt gespeeld op tafel blijft, respectievelijk blijven liggen. 3. Een bieding wordt geacht te zijn gedaan zodra de biedkaart uit de biddingbox is gehaald met de kennelijke bedoeling, hiermee een bieding te doen. 4. Aarzelen met het uitnemen van biedkaarten, het aanraken van de biedkaarten in de biddingbox tijdens de denkperiode over de bieding alsmede alle andere aanwijzingen omtrent de voorgenomen bieding is in strijd met de Spr. 5. Voor de toepassing van artikel 25 van de Spr. wordt een bieding geacht abusievelijk te zijn gedaan als de speler de biedkaart heeft aangeraakt die niet correspondeert met zijn bedoeling. Vervanging van de niet voorgenomen bieding kan slecht plaats vinden zolang zijn partner daarna geen bieding heeft gedaan. 6. Na een wijziging van de bieding als onder 5 bedoeld mag de linker tegenstander zijn bieding straffeloos door een andere vervangen als hij op zijn beurt en vóór de wijziging een bieding heeft gedaan. Voor toepassing van artikel 16 Spr. wordt de speler die als eerste zijn bieding wijzigt, beschouwd als lid van de overtredende partij. 7. Het uit de biddingbox laten steken van de biedkaart welke het te spelen contract aanduidt, is niet toegestaan (zie voetnoot bij art 40 e2 van de Spr.) 22
Aanhangsel 2 Alerteren 1. Alerteren is in alle groepen verplicht, behoudens het bepaalde in artikel 10 van dit AWR. 2. De criteria voor het alerteren, zoals vastgesteld door de WEKO, zijn van toepassing. 3. De tegenpartij heeft het recht het alerteren te verbieden. Dit dient bij aanvang van de ronde kenbaar te worden gemaakt. Een paar dat van dit recht gebruik maakt wordt daardoor niet zelf ontslagen van de plicht te alerteren. 4. Het alerteren geschiedt door de partner van de speler die een te alerteren bod heeft gedaan: Als gebruik wordt gemaakt van biddingboxes door de alertkaart te hanteren; de alertkaart dient vervolgens te worden teruggestoken in de biddingbox; Als geen biddingboxes worden gebruikt of als in de biddingbox geen alertkaart aanwezig is, door na de bieding op de tafel te kloppen. 5. De alerterende speler dient er zich van te vergewissen dat de beide tegenstanders dit hebben opgemerkt. 6. Ook na het geven van een alert blijven de bepalingen van art 20 Spr. (herhaling en uitleg van biedingen) van kracht. Alerteerregeling Nederlandse Bridge Bond per september 2009 Wat is alerteren? Alerteren is een handeling om de tegenstanders attent te maken (alert te doen zijn) op bijzondere biedafspraken. Wie moet alerteren en hoe moet er gealerteerd worden? De partner van de speler die een bieding doet die gealerteerd moet worden, alerteert door het tonen van de alertkaart uit de biddingbox. De speler die alerteert, is ervoor verantwoordelijk dat zijn tegenstanders de alert opmerken. Waarom moet u alerteren? De spelregels verplichten elk paar om alle biedafspraken en -gewoonten aan de tegenstanders uit te leggen. Dit zogenoemde principe van volledige uitleg (full disclosure) vormt de basis van wedstrijdbridge. Alerteren is bedoeld om u daarbij te helpen. Alerteren is een aanvulling op het gebruik van systeemkaarten en dient 23
niet om het ontbreken van systeemkaarten op te vangen. Het feit dat iets op de systeemkaart staat ontslaat spelers niet van de verplichting te alerteren. Welke biedingen moet u alerteren? 1. U moet biedingen alerteren waarvan u kunt vermoeden dat de tegenpartij er zonder waarschuwing een andere betekenis aan toekent. Dit is de hoofdregel. 2. Biedingen die een kunstmatige (conventionele) betekenis hebben. 3. Openingen van 1 en 1 indien deze niet ten minste een driekaart beloven. 4. De 1SA-opening, als die minder dan 14 of meer dan 18 punten kan bevatten. 5. Redoubletten, voor zover die niet duiden op kracht. Biedafspraken en gewoonten die niet worden gealerteerd 1. Een bod op vierniveau of hoger en alle daarop volgende biedingen, tenzij het kunstmatige biedingen betreft gedaan in de eerste biedronde, gerekend vanaf het openingsbod. 2. Doubletten, behalve wanneer de hiervoor genoemde hoofdregel van toepassing is. Eigen verantwoordelijkheid van spelers Spelers dragen zelf verantwoordelijkheid voor een goede communicatie aan tafel. Ze kunnen zich bijvoorbeeld niet zonder meer beroepen op het ontbreken van een alert, of een nodeloos alert als ze desondanks weten wat de bieding betekent of als een alert ontbreekt in een biedsituatie waar een bijzondere of kunstmatige betekenis waarschijnlijk is. Spelers behoren voor aanvang van elke ronde de tegenstanders te attenderen op bijzonderheden aangaande hun biedafspraken en gewoonten. Mogelijke gevolgen indien ten onrechte wel of niet is gealerteerd Voor spelers vormt het uitblijven van een alert van de partner waar dat wel werd verwacht ongeoorloofde informatie waar geen gebruik van mag worden gemaakt. Hetzelfde geldt voor een alert van de partner waar dat niet werd verwacht. Niet alerteren waar dat wel had gemoeten en wel alerteren waar dat niet had gemoeten, is een overtreding van de spelregels. Dat betekent niet automatisch dat er ook een arbitrale score moet worden toegekend. De wedstrijdleider zal beoordelen of er nadeel is voor de niet-overtredende partij en of dat nadeel ook een gevolg is van het ten onrechte wel of niet alerteren. Er is in het algemeen geen reden om een (procedurele) straf te geven. Alleen wanneer een speler (bij voortduring) 24
moedwillig of uit verregaande slordigheid onjuist alerteert is een (procedurele) straf op zijn plaats, dit ter beoordeling van de wedstrijdleider. Verbieden van alerteren door de tegenpartij De tegenpartij heeft voor aanvang van een spel het recht het alerteren te verbieden. Dit verbod geldt dan voor de rest van de ronde. Een paar dat van dit recht gebruikt maakt wordt daardoor niet zelf ontslagen van de plicht te alerteren. Belangrijke voorbeelden 1. Informatiedoubletten moeten niet gealerteerd worden, het DONT doublet (conventie na een 1SA opening) wel. 2. Stayman, transfers, relaybiedingen en vraagbiedingen zijn allemaal kunstmatig en moeten worden gealerteerd. De kunstmatige antwoorden hierop moeten eveneens worden gealerteerd. 3. De kracht van een overigens natuurlijk bod, zoals inverted minors en zwakke sprongvolgbiedingen of antwoorden, maakt het bod in het algemeen niet alerteerplichtig. Maar de afspraak dat het antwoord van 1 of 1 na een 1 - opening een vijfkaart belooft is dermate ongebruikelijk dat die afspraak wel moet worden gealerteerd. 4. Het feit dat men een vijfkaart in een hoge kleur of zeskaart in een lage kleur kan hebben maakt de 1SA-opening niet alerteerbaar. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van de NBB -> Publicaties -> Reglementen en documenten -> Toelichting Alerteerregeling. Een pdf-bestand, dat u desgewenst kunt downloaden. 25
Aanhangsel 3 Regeling Bruine Stickerconventies en Hoogst Ongebruikelijke Methoden (Overgenomen van de website van de NBB). Onder de NBB voorwaarden zijn Bruine Stickerconventies ( voorheen bekend als Rode Afspraken ) en Hoogst Ongebruikelijke Methoden toegestaan in de A-lijn indien er in minder dan 4-lijnen wordt gespeeld en in de A- en B-lijn indien er in 4 of meer lijnen wordt gespeeld. Verdedigingen tegen BSC en HOM en tegen de multi 2 (of eventueel 2 ) mogen aan tafel geraadpleegd worden, Deze verdediging dient op een apart blaadje te staan en wordt geacht deel uit te maken van de systeemkaart van de tegenstanders (art. 40B2c van de spelregels is van toepassing). Begripsomschrijvingen Zwak minder honneurkracht dan een hand met gemiddelde speelsterkte. Sterk een heer of meer honneurkracht dan een hand met gemiddelde speelsterkte. Definitie van Bruine Stickerconventies en -gewoonten De onderstaande conventies of afspraken zijn Bruine Sticker als ze één van de volgende kenmerken hebben: 1. Een openingsbod van 2 tot en met 3 dat a. volgens afspraak zwakker kan zijn dan 10 HCP én b. niet ten minste een vierkaart in een bekende kleur belooft. Uitzondering - Het bod heeft meerdere mogelijke betekenissen en voor alle zwakke betekenissen is er ten minste een gemeenschappelijke vierkaart bekend. Alle handen, die niet die gemeenschappelijke vierkaart bevatten, moeten ten minste 13 HCP bevatten. (Uitleg: als alle zwakke betekenissen ten minste een vierkaart in een bekende kleur bevatten en de sterke betekenissen ten minste 13 HCP bevatten, is het geen Bruine Stickerconventie.) - Een 2 - of 2 -openingsbod dat een zwakke twee in een hoge kleur belooft, met of zonder de mogelijkheid van een sterke hand. 2. Een volgbod na een natuurlijke kleuropening op één niveau dat niet ten minste een vierkaart in een bekende kleur belooft tenzij dat volgbod sterk is. 26
3. Elke zwakke opening op twee- of drieniveau die twee kleuren belooft maar volgens afspraak gedaan kan worden met drie of minder kaarten in één van de kleuren. 4. Psychologische biedingen waarvan het gebruik door het gebruikte biedsysteem wordt beschermd of vereist. Geen van de voorgaande beperkingen is van kracht als het gaat om conventionele verdedigingen tegen sterke conventionele openingen (zoals een Precisie 1 opening) of verdedigingen tegen Hoogst Ongebruikelijke Methoden of Bruine Stickerconventies. Geen van de voorgaande beperkingen is van kracht als het gaat om conventionele verdedigingen tegen sterke conventionele openingen (zoals een Precisie 1 opening) of verdedigingen tegen Hoogst Ongebruikelijke Methoden of Bruine Stickerconventies. Definitie van Hoogst Ongebruikelijke Methoden Een methode is hoogst ongebruikelijk als ze één of meer van de volgende kenmerken heeft: 1. Een openingspas belooft de kracht van een normale opening op 1-niveau en de speler die past kan 12 HCP of meer hebben; 2. Een openingsbod op 1-niveau kan volgens afspraak zwakker zijn dan pas; 3. Een openingsbod op 1-niveau kan volgens afspraak gedaan worden met zwakkere handen dan een heer onder gemiddelde speelsterkte. 4. Een openingsbod op 1-niveau geeft volgens afspraak: a. Lengte of kortheid aan in een aangeduide kleur, of b. Lengte in een aangeduide kleur of lengte in een andere kleur aan. Uitzondering In een systeem waarin 1 en 1 natuurlijk zijn en ten minste een vijfkaart beloven en 1SA een gebalanceerde hand toont, geldt 4b niet voor de 1 - en 1 -opening. Toelichtingen BSC lid 3 Het is niet toegestaan een afspraak aan te kondigen als belovend ten minste een vierkaart maar dat als partnershipgewoonte in de praktijk achterwege te laten. BSC lid 4 Bedoeld wordt bijvoorbeeld het 2SA-antwoord op een Muiderberg-opening dat als sterk wordt gepresenteerd maar dan met een zeer zwakke hand wordt gedaan. 27
HOM lid 4 a. 4a is alleen van toepassing als er een interval is in lengte die met het openingsbod wordt ontkend, bijvoorbeeld maximaal twee kaarten of minimaal zes kaarten in de aangeduide kleur. b. Bedoeld wordt bijvoorbeeld óf minstens een vijfkaart schoppen, óf minstens een vijfkaart harten, al dan niet met nog andere varianten in het openingsbod inbegrepen. Een afspraak blijft in alle gevallen BSC of HOM als aan zo'n afspraak andere varianten worden toegevoegd. Sluiersignalen Aanvullend op de beperkingen in biedsystemen en -conventies hierboven genoemd, mogen spelers geen signaleermethoden gebruiken die een boodschap of boodschappen bevatten die voor de leider niet te begrijpen zijn omdat de sleutel alleen beschikbaar is voor de tegenspelers (oftewel: sluiersignalen zijn niet toegestaan). Aldus vastgesteld in de vergadering van de Weko op 19 augustus 2013 en van kracht met ingang van 1 september 2013. NB De Weko heeft op 19 augustus 2013 bekrachtigd dat een 1 -opening die gedaan kan worden op een doubleton in een overigens natuurlijk systeem (vijfkaart hoog, vierkaart ruiten) in het kader van deze regeling als een NIETnatuurlijke opening moet worden beschouwd. Volledige uitleg Spelers zijn volgens de spelregels verplicht om volledige uitleg van bied- en speelafspraken te geven. De Weko benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de spelers om ervoor te zorgen dat de tegenstanders weten wat er aan tafel aan de hand is. Ook bij ongebruikelijke afspraken die niet onder de beperkingen van deze regeling vallen zal de wedstrijdleider erop moeten toezien dat de afspraken voldoende duidelijk zijn voor de tegenstanders en de systeemkaart correct en volledig is ingevuld. 28
Aanhangsel 4 Berekening compensatie De hieronder vermelde garantiescores worden na iedere gespeelde zitting door het NBB-rekenprogramma getoetst aan het dan geldende gemiddelde en afhankelijk van de situatie herberekend of vervangen door de daadwerkelijk behaalde score. Artikel 36-1. U hebt in de totaalstand een gemiddelde van 57.50%, uw partner invaller uit een lagere groep heeft in de totaalstand een gemiddelde van 49.50%. Uw gelegenheidspartnerschap scoort die zitting: 51.80%. Aan uw partner-invaller wordt nu de werkelijke behaalde score toegekend, terwijl u de garantiescore van 57.50 5 = 52.50% krijgt toegekend. Artikel 36-2. U hebt in de totaalstand een gemiddelde van 53.45%, uw partner-invaller uit dezelfde groep waarin u speelt, heeft een gemiddelde van 50.25%. Uw gelegenheidspartnerschap zit die avond in de hoek waar de klappen vallen en uw werkelijk behaalde score is 39.50%. Nu wordt aan uw partner-invaller een score toegekend van 50.25 5 = 45.25% en aan u wordt een score van 53.45-5 = 48.25% toegekend. Als de behaalde werkelijke score hoger is dan de 45.25% van uw partner-invaller en van de 48.25% van uzelf, wordt aan beiden die behaalde werkelijke score toegekend. Artikel 36-3. U hebt in de totaalstand een gemiddelde van 53.50%, uw partner-invaller uit een hogere groep heeft in de totaalstand een gemiddelde van 51.75%. Die zitting behaalt u een werkelijke score van 59.75%. Het maximum dat uw partner-invaller kan behalen is echter 51.75 + 7.5 = 59.25%, dus deze score wordt aan uw partner-invaller toegekend. Uw maximum te behalen score is 53.50 + 7.5 = 61.00%, aan u wordt nu de werkelijk behaalde score toegekend. De garantiescore in dit voorbeeld voor uw partner-invaller is 51.75 5 = 46.75% en voor u 53.50 5 = 48.50%. 29