Inspectierapport Agrarisch kinderopvang Het Kalfje (BSO) Hardenbergerweg 19a 7691PC Bergentheim Registratienummer 107092001 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Hardenberg Datum inspectie: 24-07-2017 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 22-08-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de eisen aan het personeel; de opvang in groepen; de beroepskracht-kind-ratio; de pedagogische kwaliteit Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie op 24 juli 2017. Na de feiten over buitenschoolse opvang (BSO) Het Kalfje en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport verder uitgewerkt. Feiten over buitenschoolse opvang Het Kalfje BSO Het Kalfje is een agrarische kinderopvang. Het Kalfje biedt kleinschalige kinderopvang aan in een grote verbouwde varkensstal op het terrein van de boerderij. Dit houdt in dat er een samenwerking is met het agrarische bedrijf. Op deze manier wordt een veelzijdige en natuurlijke speel,- leer- en leefomgeving geboden. Door aan te sluiten bij de diverse activiteiten en werkzaamheden die op het agrarisch bedrijf plaatsvinden, komen de kinderen spelenderwijs in aanraking met dieren, planten en het dagelijks leven op en rondom de boerderij. De beroepskrachten gaan (bijna) dagelijks met de kinderen en de boer de stal in, zodat ze kunnen helpen met de verzorging van de koeien en de kalfjes. Naast het vee zijn er ook konijnen, kippen, poezen en honden die vertrouwd zijn met kinderen en door hen verzorgd mogen worden. Ook helpen ze regelmatig mee in de moestuin. De BSO heeft een eigen omheinde buitenruimte. Deze buitenspeelruimte is ingericht met onder andere een grasheuvel, boomstammen, voetbalveld, trampoline, zandbak, waterpomp en een speelbosje. De bovenverdieping is volledig beschikbaar voor de BSO. Op de benedenverdieping is het kinderdagverblijf (KDV) gevestigd. Inspectiegeschiedenis 17-07-2014 jaarlijks onderzoek: alle getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet Kinderopvang. 07-04- 2015 jaarlijks onderzoek: alle getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet Kinderopvang. 03-05-2016 jaarlijks onderzoek; alle getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet Kinderopvang. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens dit jaarlijks onderzoek zijn op de getoetste voorwaarden geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Uit het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij op de hoogte zijn van het pedagogisch beleid. Dit komt ook tot uiting tijdens de observatie. Ter illustratie van het oordeel worden door de toezichthouder een aantal van de basisdoelen toegelicht met een voorbeeld. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basisdoelen vanuit de Wet kinderopvang waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen: emotionele veiligheid; sociale competentie; persoonlijke competentie; overdracht normen en waarden. Emotionele veiligheid Indicator: De beroepskrachten communiceren met de kinderen. Observatie De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hen bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden. In het contact met het kind wordt die kennis gebruikt. Zo praat één van de kinderen met de beroepskracht aan tafel over de gezinssituatie thuis; hoe het met één van de grootouders is en over de komende zomervakantie. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator: 'Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting'. Observatie Binnen en buiten is voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Zo zijn bijvoorbeeld in de groepsruimte de volgende hoeken/materialen aanwezig: een poppenkast; een knutselhoek; een zithoek;, een leeshoek; open kasten met speelgoed en knutselmaterialen; een voetbaltafel; een tafeltennistafel De buitenspeelruimte is ruim en uitnodigend. Naast het vee zijn er ook kleinere dieren die vertrouwd zijn met kinderen en door hen verzorgd mogen worden. Ook helpen ze regelmatig mee in de moestuin waar groente en fruit groeit. 4 van 10
De buitenspeelruimte is ingericht met onder andere een grasheuvel, boomstammen, voetbalveld, trampoline, zandbak, waterpomp en een speelbosje. Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator: 'Er heerst een goede sfeer in de groep.' Observatie De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer in de groep. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Zo laat één van de kinderen een aantal potloden op de grond vallen. Ze kijkt met een schuin oog naar de beroepskracht. Deze kijkt haar op een bepaalde manier aan, zodat het kind weet dat het zelf de potloden moet opruimen. Lachend raapt het kind ze op en komt weer aan tafel zitten. Overdracht waarden en normen Indicator: Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. Observatie Wanneer de kinderen buiten spelen vraagt één van hen aan de beroepskracht of hij over het hek mag klimmen de wei in. "Goed dat je het vraagt; we vragen het zo even aan de boer." Zo gezegd zo gedaan. Conclusie: Op BSO Het Kalfje voldoet de pedagogische praktijk aan de voorwaarden uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder mevrouw A. Timmermans) Interview (aanwezige beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn bij BSO Het Kalfje hebben een geldige verklaring omtrent het gedrag. Op dit moment zijn er geen stagiaires werkzaam bij de BSO. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn bij BSO Het Kalfje beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er is één basisgroep waar maximaal 20 kinderen opgevangen worden. Deze groep bestaat uit kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor de kinderen eindigt. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio is de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep. Tijdens de inspectie waren er 16 kinderen aanwezig en 2 beroepskrachten. Er zijn 2 vaste BSO medewerksters. Het komt eigenlijk niet voor dat er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. In pauzes springt veelal de houder bij, zij woont op het terrein. Mocht er toch een keer afgeweken worden van de beroepskracht-kindratio dan wordt minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten ingezet. De aanwezigheidslijsten en het personeelsrooster zijn steekproefsgewijs gecontroleerd door de toezichthouder. De houder laat dit ook zien in het planningssysteem. Dit systeem (KDVnet) is gekoppeld aan de rekentool en laat zien hoeveel beroepskrachten er nodig zijn op het aantal aanwezige kinderen (per groep). Ook ouders kunnen hierop inloggen. Conclusie De beroepskracht-kindratio is conform de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder mevrouw A. Timmermans) Interview (aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag (steekproef) Diploma's beroepskrachten (steekproef) Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Agrarisch kinderopvang Het Kalfje Website : http://www.hetkalfje.nl Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Timmermans-Ramaker VOF Adres houder : Hardenbergerweg 19a Postcode en plaats : 7691PC Bergentheim Website : www.hetkalfje.nl KvK nummer : 53687655 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : Marja Baas Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Hardenberg Adres : Postbus 500 Postcode en plaats : 7770BA HARDENBERG Planning Datum inspectie : 24-07-2017 Opstellen concept inspectierapport : 14-08-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 22-08-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 23-08-2017 Verzenden inspectierapport naar : 23-08-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 06-09-2017 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder gaat akkoord met de inhoud van het rapport en heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10