Welkom in deze dienst Voorganger is ds. B. de Leede (Amersfoort) Schriftlezingen: Jesaja 60 vers 1 t/m 16 Mattheüs 2 vers 1 t/m 38 Psalm 149 vers 1 en 2 (Nieuwe Psalmberijming) Psalm 34 vers 11 (Schoolpsalm) Psalm 149 vers 3 (Nieuwe Psalmberijming) Gezang 169 vers 2 en 3 (Liedboek) Gezang 169 vers 4 en 5 (Liedboek) Gezang 169 vers 6 (Liedboek) Lied 338 vers 1 t/m 7 (Op Toonhoogte) Psalm 56 vers 4 Gezang 166 vers 1, 2 en 4 (Liedboek) Zondag 5 januari 11:00 uur Goede Herderkerk
Halleluja! laat opgetogen een nieuw gezang den HEER verhogen. Laat allen die Gods naam belijden zich eensgezind verblijden. Volk van God, loof Hem die u schiep; Israël, dank Hem die u riep. Trek, Sion, in een blijde stoet uw Koning tegemoet. Psalm 149 vers 1 (Nieuwe Psalmberijming)
Laat het een hoge feestdag wezen. De naam des HEREN wordt geprezen met het aloude lied der vaadren. De heilge reien naadren. En zo danst in het morgenlicht heel Gods volk voor zijn aangezicht en slaat de harp en roert de trom in 's HEREN heiligdom. Psalm 149 vers 2 (Nieuwe Psalmberijming)
De HEER' verlost en spaart Zijn volk, dat op Zijn hulp vertrouwt. Het zal, door Hem in gunst beschouwd, Niet schuldig zijn verklaard. Psalm 34 vers 11
De HEER gedenkt in gunst de zijnen. Hij kroont de zwakken en de kleinen. Hij kent de stillen in den lande, het heil is nu ophanden. Weest verheugd, die den HEER verbeidt, nu Hij komt en u zelf bevrijdt. Prijst dan zijn naam bij dag en nacht en roemt zijn grote macht. Psalm 149 vers 3 (Nieuwe Psalmberijming)
Maar wij verkozen 't duister meer dan 't licht door God geschapen en dwaalden weg van onze Heer als redeloze schapen. Wij hebben dag en nacht verward, de nacht geprezen in ons hart en onze dag verslapen. Gezang 169 vers 2 (Liedboek voor de Kerken)
Voor 't leven hebben wij de dood, het lege niets verkozen, voor vrede vreze, steen voor brood, voor 't eeuwig goed de boze. Wij hebben onze ziel verkocht van ademtocht tot ademtocht aan die genadeloze. Gezang 169 vers 3 (Liedboek voor de Kerken)
Maar God heeft naar ons omgezien! Wij, in de nacht verdwaalden, - hoe zou het ons vergaan, indien Hij ons niet achterhaalde, indien niet in de duisternis het licht dat Jezus Christus is gelijk de morgen straalde. Gezang 169 vers 4 (Liedboek voor de Kerken)
Heer Jezus, die ons hebt bezocht, Gij Opgang uit den hoge, die onze ziel hebt vrijgekocht, dat zij U dienen moge, - Gij herder die 't verloorne zoekt, de hemel heeft ons niet vervloekt: God is om ons bewogen. Gezang 169 vers 5 (Liedboek voor de Kerken)
Zingt dan de Heer, stemt allen in met ons die God lof geven: Hij schiep ons voor een nieuw begin, hoeveel wij ook misdreven. Hij riep ons uit de nacht in 't licht van zijn genadig aangezicht. In Christus is ons leven! Gezang 169 vers 6 (Liedboek voor de Kerken)
De wijzen, de wijzen, die gingen samen reizen, vertrouwend op een koningsster, zij wisten niet hoe ver. Zij volgden het teken, de dagen werden weken, dan klopt een rijke karavaan bij de paleispoort aan. Lied 338 vers 1 en 2 (Op Toonhoogte)
'O koning, wil ons horen: er is een prins geboren, in 't Oosten is zijn ster gezien, staat hier zijn wieg misschien? Herodes, hij hoorde verschrikt naar deze woorden. 'Een koningszoon bij mij in huis? U bent beslist abuis. Lied 338 vers 3 en 4 (Op Toonhoogte)
De wijzen, de wijzen, die moesten verder reizen, de ster ging als een lichtend spoor naar Bethlehem hen voor. Zij hebben gevonden het Kind door God gezonden, dat koning en dat knecht wil zijn van ieder, groot en klein. Lied 338 vers 5 en 6 (Op Toonhoogte)
De wijzen, die weten van sterren en planeten, die baden nu in zonnelicht en doen hun ogen dicht. Lied 338 vers 7 (Op Toonhoogte)
Gij weet, o God, hoe 'k zwerven moet op aard'; Mijn tranen hebt g' in Uwe fles vergaard. Is hun getal niet in Uw boek bewaard, Niet op Uw rol geschreven? Gewis, dan zal mijn wreev le vijand beven, En, als ik roep, straks rugwaarts zijn gedreven. Dit weet ik vast; God zal mij nooit begeven; Niets maakt mijn ziel vervaard. Psalm 56 vers 4
Juicht voor de koning van de Joden, buigt voor geen dove wereldmacht, knielt voor de knecht die Gods geboden beluisterd heeft en wel geacht. Drie vreemden zochten Hem van verre, Herodes hebben zij bespot, met goud, met wierook en met mirre aanbaden zij de Zoon van God. Gezang 166 vers 1 (Liedboek voor de Kerken)
Hij daalt ootmoedig in het water, de vogel Geest komt aangesneld, God heeft in Hem zijn welbehagen en alle zaligheid gesteld: tegen de stroom staat Hij ten teken, hier wordt des levens loop gewend, het blinde lot gestuwd tot zegen, wij zijn tot in de dood gekend. Gezang 166 vers 2 (Liedboek voor de Kerken)
Juicht voor de koning van de volken, buigt voor zijn opperheerschappij, zingt halleluja! Uit de wolken komt ons zijn heerlijkheid nabij. Bouwt dan ootmoedig aan de aarde, legt vrede in elkanders hand: Hij die de beste wijn bewaarde roept ons ter bruiloft in zijn land! Gezang 166 vers 4 (Liedboek voor de Kerken)