COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een. VERORDENING (Euratom)VAN DE RAAD

Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

-...,..>. a... (do? de Commissie ingediend)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2005 VAN DE COMMISSIE

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 januari 2009 (09.01) (OR. fr) 17438/1/08 REV 1 ATO 133

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

Voorstel. VERORDENING (EG) nr. /2008 VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE 97/0155 (COD) PE-CO S 3608/99 C4-0172/99 ECO 106 UD 43 CODEC 147

1. De Commissie heeft op 18 juni 2010 het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 6 bij de algemene begroting 2010 bij de Raad ingediend.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

(Voor de EER relevante tekst)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2008 VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

Besluit van 21 maart 1997 betreffende toegang van het publiek tot documenten van het Europees Milieuagentschap (97/C 282/04)

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 mei 2019 (OR. en)

A7-0440/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 8 maart 1984

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

(Voor de EER relevante tekst)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

Transcriptie:

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 11.01.1999 COM(1998) 804 def. Am I «Mi m tvlfft ié Ti Voorstel voor een VERORDENING (Euratom)VAN DE RAAD tot vaststelling van de investeringsprojecten, welke krachtens artikel 41 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie aan de Commissie moeten worden medegedeeld (door de Commissie ingediend) ml W rif :!fj "f!.' I ;f f t 'S «s

Toelichting Hoofdstuk 4 van het Euratom-Verdrag heeft betrekking op investeringen in de nucleaire industrie. In artikel 41 van het Verdrag wordt met name gesteld dat investeringsprojecten aan de Commissie moeten worden medegedeeld. In bijlage II van het Verdrag worden de industrietakken genoemd waarvoor deze mededelingsverplichting geldt. Krachtens artikel 43 van het Verdrag deelt de Commissie over elk project aan de investeerder en de betrokken lidstaat haar "standpunt" mede. Ter uitvoering van deze bepalingen van hoofdstuk 4 van het Verdrag zijn twee verordeningen vastgesteld, cen eerste door de Raad (Verordening nr. 4 van 15.09.1958) en een tweede door de Commissie ter uitvoering van de verordening van de Raad (Verordening nr. 1 van 05.11.1958). Verordening nr. 4 van de Raad bevat een tabel van de bedoelde takken van de industrie en voor elke industrietak twee grenswaarden (plafonds) die worden uitgedrukt in rekeneenheden. Het eerste plafond heeft betrekking op de kosten van nieuwe installaties, het tweede op de kosten voor vervanging en verbouwing. Investeringen in de in deze lijst genoemde industrietakken welke het voor deze tak genoemde plafond te boven gaan, moeten de Commissie worden medegedeeld. De in Verordening nr. 4 van de Raad gebruikte rekeneenheid is de EBU (Europese Betalingsunie). Deze in 1958 ingevoerde rekeneenheid is niet of nauwelijks gerelateerd aan de toen bij de zaak betrokken Europese nationale munten, noch aan de euro die naar verwachting op 1 januari 1999 wordt ingevoerd. Dit probleem heeft de Commissie ertoe gebracht te zoeken naar een methode om deze plafonds te herzien en ze in euro uit te drukken. Bij dezelfde gelegenheid werd nagegaan of een verduidelijking van de verordening dienstig kan zijn. Hoewel bedoelde verordening bijna 40 jaar oud is en ze tot nog toe goede diensten heeft bewezen, moet worden erkend dat de toestand en de behoeften van de nucleaire industrie verschillen van wat zij 40 jaar geleden waren. De gelegenheid werd dus aangegrepen om de verordening te actualiseren. Voornaamste gebieden waarvoor actualisering of verduidelijking wordt voorgesteld: bij de tijd brengen van de plafonds teneinde ze in euro uit te drukken en ze relevanter te maken voor de huidige situatie van de industrie; verduidelijking van wat valt onder bepaalde industrietakken als genoemd in de verordening; voorstel om de Commissie toe te staan informatie te publiceren van algemene aard over de ingenomen standpunten. 1. De plafonds a) Gebruikte methode voor de uitdrukking van de plafonds in euro- in plaats van in EBU-rekeneenheden Voor deze rekenkundige conversie zijn er twee dingen nodig: een prijsindex-reeks voor de Europese nucleaire industrie, het verband tussen de EBU en de euro. Geen van beide elementen is beschikbaar. Wat de zaken nog ingewikkelder maakt, is dat de definitie van EBU in de loop der jaren gewijzigd is zodat het volgen ervan zonder meer onmogelijk is. De EBU werd in 1957 gedefinieerd als zijnde gelijk aan één US dollar (USD), waarbij beide rekeneenheden gelijk werden gesteld aan een vaste hoeveelheid goud. Er mag redelijkerwijs worden aangenomen dat het in 1958 geen reëel verschil uitmaakte of de kostprijs van een investering werd uitgedrukt in USD of in EBU's aangezien beide valuta een vaste wisselkoers (1:1) hadden. Eenzelfde aanname kan worden gemaakt voor de USD van 1997 en de ecu van 1997, hoewel in dit geval de

wisselkoers variabel is. Het is dus mogelijk de EBU's van 1958 via hun dollarcquivalent om te zetten in ecu's van 1997. De equivalentie in de tussenliggende jaren is irrelevant en mag voor het doel van de aanpassing van de bedragen in de verordeningen worden vergeten. Deze oplossing hccr ook het voordcel dat de prijsindex-recks voor de nucleaire industrie kan worden uitgedrukt in USD en als zodanig kan worden gebruikt voor de uiteindelijke omzetting van de plafonds in de huidige verordeningen. Voor het tweede deel van het probleem kan een op passende wijze gewogen mengsel van de prijsindex-reeksen voor de elektriciteitsproductie, chemische industrie en uraanleveranciers worden gebruikt. Er zijn geen gegevens gevonden om dit te kunnen doen. In laatste instantie kan evenwel de bekende algemene prijsindex-reeks voor de USD worden gebruikt. Er kan vanzelfsprekend worden geargumenteerd dat de prijsindex-evolutie in de VS afweek van de Europese, maar de USD is in de periode na de tweede wereldoorlog hoe dan ook de wereldvaluta geweest en de verschillen in evolutie zijn ten minste gedeeltelijk verwerkt in de wisselkoersen. Schematisch weergegeven, wordt voorgesteld om, met het oog op de omzetting van de EBU van 1958 in de ecu van 1997, te vertrekken van de EBU van 1958, deze om te zetten in de USD van 1958, de prijsindex-reeks van de USD te gebruiken om over te gaan naar de USD van 1997 en deze dan om te zetten in de ecu van 1997. Voor de omzetting van ecu in euro wordt krachtens artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1103/97 (PB L 162 van 16.9.97, blz. 1) een koers van 1 op 1 gebruikt. Berekening van de equivalentie tussen de 1958-EBU en de 1997-ecu. Aannamen: I. prijsindex-veranderingen vinden op dezelfde wijze hun weerslag op de algemene consumenten-prijsindex (CPI) van de VS als op de (niet bestaande) specifieke prijsindex van de Europese nucleaire industrie. Meer bepaald wordt aangenomen dat de CPI op aanvaardbare wijze de prijsindex van de nucleaire industrie van de VS weerspiegelt, die zelf niet op significante manier afwijkt van de Europese prijsindex voor dezelfde industrie; II. de effecten van inter-europese wisselkoersen kunnen niet met een aanvaardbare nauwkeurigheid worden berekend aangezien de definitie van de gebruikte korven verschillende malen is gewijzigd, nieuwe landen tot de Unie zijn toegetreden en de wisselkoersen in deze hele periode onophoudelijk hebben gefluctueerd. De CPI-U (de CPI voor stedelijke consumenten, die de meest algemene CPI is welke beschikbaar is) bedroeg: 160,1 in 1997(1 mei) 28,9 in 1958 (jaargemiddelde) 1 in 1913 (het startjaar van de USD-gegevens) Opmerking: de CPI voor de elektriciteitsconsumptie voor 1958 bedroeg 29,1 en die voor 1997 bedroeg 130,6, wat cen verschil uitmaakt van 18% tegenover de algemene CPI-U. (Alle CPI-waarden zijn afkomstig van het Bureau of Labour Statistics van de regering van de VS) 1 EBU] 95 8 = 1 $i95 8 (beiden gebaseerd op een vastgestelde hoeveelheid goud, nl. 0,88867088 gram) 1 $, 958 = 160,1/28,9 $, 997 = 5,5397 $ 1997 dus 1 $ 1997 = 0,180512 $ 195 8 1 $,997= 1/1,2485 ccu,997 = 0,80096 ecu, 9 97 Dus 0,180512 $ 195g = 0,80096 ecu, 997 Uitgaande van eenjaarinflatie van 3% krijgen we tenslotte: 1 EBUi958= 4,4371 ecui997= 4,71 ecu 3 i,i2.98= 4,71 euroi9 99 Met een eenvoudige vermenigvuldiging met 5 wordt een EBU van 1958 op voldoende nauwkeurige wijze omgezet in een euro van 1999. b) Andere kwesties met betrekking tot de plafonds Een belangrijk element met betrekking tot de bij de verordening vastgestelde plafonds is de evolutie, qua omvang, structuur én technologie, van de nucleaire installaties. In het kader van de bestaande

verordening was het duidelijk de bedoeling dat alleen investeringsprojecten van voldoende grote omvang zouden worden aangemeld. Zonder een dergelijke filter wordt een te zware bureaucratische last gelegd op zowel de industrie als de Commissie, zonder dat daar duidelijke baten tegenover staan. De plafonds voor kernreactoren bijvoorbeeld, hadden betrekking op kernreactoren van elk type (met inbegrip van onderzoeksreactoren), die toen aanzienlijk kleiner waren dan de kernreactoren voor elektriciteitscentrales die de laatste twee decennia zijn gebouwd. Op basis van een informele uitwisseling van standpunten met vertegenwoordigers van de industrie en een kort overzicht van de recentelijk aangemelde investeringsprojecten is geconcludeerd dat de plafonds moeten worden verhoogd met een factor die groter is dan de "5" die verkregen is op basis van louter index-wisselkoers-argumenten, dit teneinde een aanvaardbaar evenwicht te krijgen tussen de nood aan informatie van de Commissie en het nut van de toegezonden informatie. De plafonds mogen echter ook niet al te zeer worden verhoogd want dit zou ertoe leiden dat belangrijke installaties, van kleine omvang, maar met een groot belang (prototype-reactoren bijvoorbeeld), buiten het stelsel vallen. c) De tabel onder artikel 1 van de in bijlage gegeven ontwerp-verordening van de Raad bevat de nieuw voorgestelde plafonds. 2. Verduidelijkingen in verband met de aan te melden activiteiten inzake de behandeling en/of opslag/opberging van radioactief afval en de ontmanteling van installaties Punt 12 van bijlage II van het Euratom-Verdrag vermeldt: "Installaties voor de industriële behandeling van radioactief afval, opgericht in verband met een of meer van de in deze lijst bedoelde installaties". De interpretatie van dit punt heeft geleid tot "geschillen" in gevallen waarin de installatie was opgericht onafhankelijk van andere installaties voor de behandeling of opslag/opberging van radioactieve afvalstoffen of verbruikte splijtstof. Het belang van investeringen in beide types installaties voor de bedrijfsveiligheid en de bescherming van het milieu staat buiten kijf. Aangezien dergelijke installaties essentiële en steeds belangrijkere onderdelen zijn van de kernsplijtstofcyclus, zowel wat de commercieel-financiële aspecten als wat de publieke perceptie ervan betreft, wordt het veiliger geacht om duidelijk aan te geven dat potentiële investeerders dergelijke investeringen aan de Commissie moeten melden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 t/m 43 van het Verdrag. Installaties voor afvalbehandeling/opslag/opberging en de ontmanteling van centrales stonden in 1958, toen de kernindustrie nog in haar kinderschoenen stond, niet in hel centrum van de politieke of commerciële belangstelling. Nu is het echter duidelijk dat deze problemen een in belang toenemende en wellicht zelfs dominante rol zullen krijgen bij de verdere ontwikkeling en de toekomst van de kernenergie. a) Behandeling, opslag, tijdelijke opslag of opberging van afval en verbruikte splijtstof Langdurige opberging van radioactief afval is wellicht de menselijke activiteit waarvoor de effecten het verst in de toekomst moeten worden voorspeld en vormt als zodanig een probleem van uitzonderlijk belang. Voorts wordt er op dit gebied steeds meer onderzoek verricht wat wellicht kan leiden tot de oplossing van een probleem dat door velen als zeer ernstig en ingewikkeld wordt beschouwd. Wanneer op dit gebied een gecoördineerde aanpak wordt gewenst, is het van levensbelang dat de Commissie de activiteit en vooruitgang op dit gebied kan volgen. In de herziene ontwerpverordening wordt in artikel 1 verwezen naar "tijdelijke of definitieve opslag van verbruikte splijtstof of radioactief afval", waarmee wordt verduidelijkt dat dergelijke werkzaamheden onder het toepassingsgebied van de verordening vallen. Voorts is ter verduidelijking toegevoegd dat "installaties voor de behandeling, opslag of opberging van radioactief afval of verbruikte splijtstof onder industrietak nr. 12 vallen". 4-

h) Ontmanteling van nucleaire installaties Hel zelfde type redenering is van toepassing op investeringsprojecten met het oog op de ontmanteling van nucleaire installaties, een kwestie die in de nabije en wat verder gelegen toekomst naar verwachting zowel het beleid als de financiën van de splijtstofcyclusindustrie zal domineren. Ontmantelingsactiviteiten worden niet expliciet vermeld in de lijst van industrietakken en hoewel dergelijke activiteiten gezien hun aard zelf logischerwijs in de categorie "verbouwing" vallen, worden in bijlage II uitsluitend "takken van industrie" genoemd, waarbij in het midden wordt gelaten of, bijvoorbeeld, de ontmanteling van een reactor al dan niet gelijk staat aan de "verbouwing" van die reactor en de omvorming ervan tot een groen veld. Tot dusverre is geen kennisgeving gedaan van ontmantelingsactiviteiten. De nieuwe ontwerp-verordening bevat in artikel 1 nu ook expliciet een verwijzing naar de algemene activiteit van "ontmanteling van installaties". De Commissie heeft een overzicht gegeven van de activiteiten op het gebied van het beheer van radioactief afval in haar vierde "Situation Report" dat echter meer technische dan financiële informatie bevat. De twee bepalingen (het vierde "Situation Report" en de krachtens artikel 41 toe te /enden informatie) kunnen als complementair worden beschouwd. 3. Overige verduidelijkingen Om eventuele interpretatieverschillen te voorkomen zijn voorts de volgende verduidelijkingen aangebracht: 1. alle fysische of scheikundige behandelingen van bronmaterialen of speciale splijtstoffen vallen onder de in de verordening genoemde industrietak nr. 4; 2. defluorering van effluenten/afvalstoffen valt onder de industrietakken 4, 6, 8 en 12; 3. investeringsprojecten waarvan de kosten vijf miljoen euro niet te boven gaan, moeten niet formeel worden gemeld overeenkomstig de procedure van artikel 43 van het Verdrag; een eenvoudige verklaring volstaat, waarbij slechts de voornaamste kenmerken van het project worden vermeld. 4. Publicatie van beperkte informatie door de Commissie De overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 t/m 43 van het Verdrag toegezonden kennisgevingen vormen allicht een unieke gegevensverzameling die niet alleen historische waarde heeft, maar ook zeer nuttig kan zijn voor studies in verband met encrgieplanning. De vrijheid om deze gegevens te publiceren, maakt het voor de commissie mogelijk om haar standpunt over elke investering aan het publiek bekend te maken. Dit kan een positief effect hebben voor de investeerders in deze sector die het publiek grote zorg baart. Deze publicatie zal geen "gevoelige" informatie omvatten, noch gegevens die de mededinging kunnen beïnvloeden. Artikel 4 is derhalve toegevoegd aan de ontwerp-verordening teneinde het de Commissie mogelijk te maken haar "standpunt" bekend te maken. 5. Rekening houdend met bovengenoemde voorgestelde aanpassingen en verduidelijkingen stelt de C :ii missie de Raad voor: - Bijgaand voorstel voor een verordening (Euratom) van de Raad aan te nemen; - bij die gelegenheid ook Verordening EURATOM nr. 4 van de Raad van 15 september 1958 in te trekken - onderhavig ontwerp toe te zenden aan het Europees Parlement.

VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING (Euratom) VAN DE RAAD van tot vaststelling van de investeringsprojecten, welke krachtens artikel 41 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie aan de Commissie moeten worden medegedeeld DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA), inzonderheid op artikel 41, Gelet op het voorstel van de Commissie, Overwegende dat, om de in het Verdrag tot oprichting van de EGA genoemde doelstellingen te bereiken, aan de Commissie mededeling moet worden gedaan van de investeringsprojecten voor nieuwe installaties alsmede voor vervanging of verbouwing, die betrekking hebben op de in bijlage II van het Verdrag genoemde takken van industrie, indien deze projecten een bepaalde omvang hebben aangenomen en direct van invloed kunnen zijn op de productie, productiviteit of nucleaire veiligheid; Overwegende dat het delaak is van de Commissie om de gecoördineerde ontwikkeling van deze investeringen te vergemakkelijken en haar standpunt in dat verband kenbaar te maken; Overwegende dat om de interne markt volledig tot stand te brengen het nodig is de technische belemmeringen weg te nemen en de bouw- en veiligheidsvoorschriften te harmoniseren; Overwegende dat investeringen in de gehele splijtstofcyclus, met inbegrip van afvalbeheer en ontmanteling, een basisvoorwaarde vormen voor de verdere ontwikkeling van de kernenergie en voor een correct en verantwoordelijk beleid van de nucleaire industrie, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Personen en ondernemingen die behoren tot de takken van industrie genoemd in bijlage II van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, doen de Commissie mededeling, binnen de in artikel 42 van het Verdrag genoemde termijn, van hun investeringsprojecten welke erop gericht zijn: productiecapaciteit te scheppen; de productiecapaciteit kwantitatief en kwalitatief op peil te houden; de productiecapaciteit rechtstreeks te vergroten; <r

de productiviteit rechtstreeks te verhogen; de kwaliteit van de productie te verbeteren; installaties te ontmantelen; radioactief afval en verbruikte splijtstof te beheren (met inbegrip van behandeling, tijdelijke of definitieve opslag en/of opberging), wanneer in de in kolom I genoemde takken van industrie de kosten voor nieuwe installaties de in kolom II genoemde bedragen, en de kosten voor vervanging en verbouwing de in kolom III genoemde bedragen te boven gaan Miljoen euro Takken van industrie Nieuwe Vervangingen installaties verbouwing 1. Winning van uraan- en thoriumertsen 30 15 2. Concentratie van die ertsen 30 15 3. Scheikundige behandeling en zuivering van de 30 15 concentraten van uraan en thorium 4. Bereiding van splijtstoffen in elke vorm 10 5 5. Vervaardiging van splijtstofelementen 10 5 6. Vervaardiging van uraanhexafluoride 10 5 7. Productie van verrijkt uraan 80 40 8. Behandeling van bestraalde splijtstoffen voor de 80 40 afscheiding van alle of een deel van de elementen welke deze bevatten 9. Productie van moderatoren voor reactoren 30 15 10. Productie van hafniumvrij zirkonium of van 15 7,5 verbindingen daarvan 11. Kernreactoren van elk type en voor elk doel 50 25 12. Installaties voor de industriele behandeling van 20 10 radioactief afval, opgericht in verband met een of meer van de in deze lijst bedoelde installaties 13.Semi-industriele installaties bestemd voor de 10 5 voorbereiding van de bouw ^ an bedrijven, vallende onder de takken van industrie 3 tot en met 10 Bereiding van splijtstoffen in elke vorm (industrietak nr. 4) omvat scheikundige behandeling en omzetting van bronmaterialen of speciale splijtstoffen. Defluorering van effluenten/afvalstoffen valt onder de industrietakken 4, 6, 8 en 12. Installaties voor de behandeling, opslag of opberging van radioactief afval of verbruikte splijtstof vallen onder industrietak nr. 12, ook wanneer deze installaties niet

staan op het terrein van een van de andere nucleaire industriële installaties als vermeld in bijlage I! van het Euratom-Verdrag. Ontmanteling van alle soorten installaties wordt beschouwd als een verbouwing. Met betrekking tot projecten voor nieuwe installaties van kernreactoren van elk type en voor elk doel en projecten met het oog op de vervanging, omvorming, modernisering of vergroting van het vermogen van dergelijke installaties, waarvan de kosten vijf miljoen euro niet te boven gaan, mag een eenvoudige verklaring worden afgelegd, waarbij slechts de voornaamste kenmerken van het project worden vermeld; de procedure van artikel 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie hoeft niet te worden toegepast. Artikel 2 Voor de berekening van de kosten als bedoeld in artikel 1 moet rekening worden gehouden met alle uitgaven welke rechtstreeks voortvloeien uit de uitvoering van de investeringsprojecten, ongeacht het tijdstip waarop deze uitgaven worden gedaan. Artikel 3 De overeenkomstig deze verordening medegedeelde projecten moeten alle gegevens bevatten welke voor de in artikel 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie bedoelde bespreking noodzakelijk zijn en met name alle inlichtingen betreffende. 1. de aard van de producten of activiteit en de productie- of opslagcapaciteit; 2. het totale bedrag van de rechtstreeks aan het desbetreffende project verbonden uitgaven, alsmede het aandeel van de essentiële onderdelen ervan; 3. de tijd die waarschijnlijk nodig is om het project uit te voeren; 4. de vooruitzichten inzake de bevoorrading en de werking van de installatie. Artikel 4 Onverminderd het bepaalde in artikel 44 van het Verdrag tot oprichting van de EGA, mag de Commissie de essentiële elementen van algemene aard van haar standpunt, alsmede de hoofdkenmerken die het mogelijk maken het project te identificeren, bekendmaken, met uitzondering van de elementen van commerciële aard die verband houden met de intellectuele eigendom of die de mededinging kunnen beïnvloeden. Artikel 5 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1999. Zij wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.?

Artikel 6 Verordening nr. 4 van de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van 15 september 1958 wordt ingetrokken. Gedaan te Brussel,... Voor de Raad De Voorzitter 3

ISSN 0254-1513 COM(98) 804 def. DOCUMENTEN NL 12 09 01 10 Catalogusnummer : CB-CO-98-807-NL-C Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen L-2985 Luxemburg lü